Norm Antenne “Beton – Mortel - Granulaten”

advertisement
Norm Antenne
“Beton – Mortel - Granulaten”
NBN EN 1097-3
BEPROEVINGSMETHODEN VOOR DE BEPALING VAN
FYSISCHE EN MECHANISCHE EIGENSCHAPPEN VAN
TOESLAGMATERIALEN – DEEL 3: BEPALING VAN DE DICHTHEID
AAN ONVERDICHT MATERIAAL EN HET GEHALTE AAN HOLLE
RUIMTEN
PRINCIPE
De norm beschrijft een methode der bepaling van de dichtheid van onverdicht materiaal en het
gehalte aan holle ruimte. Hiervoor wordt een vat met gekend volume gevuld met het te beproeven
materiaal. Zonder dit materiaal te verdichten wordt het vat tot aan de rand gevuld en afgestreken.
De verhouding tussen de massa aan granulaat en het volume van het vat geeft de dichtheid van
het onverdicth materiaal.
MONSTER
Drie proefmonsters conform NBN prEN 932-2 dienen verkregen te worden. Het granulaat moet bij
105 tot 115°C gedroogd worden totdat de massa constant iis. De massa van het proefmonster
bedraagt 1,2 tot 1,5 maal de massa nodig om het vat te vullen.
Voor lichtgewichtgranulaat dient men het monster na het drogen bij 105 tot 115°C eerst in
equilibrum te laten komen met een gestandariseerde omgeving van 23±5°C en 50±10% RV.
UITVOERING
Afhankelijk van het kaliber van het granulaat wordt een minimale inhoud voor het te gebruiken vat
vooropgesteld. De massa van dit lege, schoon en droog vat wordt bepaald waarna het vat op een
horziontale ondergrond wordt geplaats en gevuld wordt met het granulaat op een zodanig wijze dat
ontmenging wordt vermelden. Na het vullen worden de resten van het granulaat aan de bovenkant
van het vat verwijderd en verspreid men het granulaat over dit oppervlak zo gelijkmatig mogelijk.
Het oppervlak wordt tevens afgestreken met een liniaal, of indien niet ander kan, met de hand.
De massa van het gevulde vat wordt bepaald en genoteerd.
Per te testen granulaatmonsters dient deze proef op 3 proefmonsters uitgevoerd te worden.
FORMULE
Dichtheid onverdicht materiaal
met
ρb
m1
m2
V
b 
:
:
:
:
m2  m1
V
De dichtheid van onverdicht materiaal [ton/m³]
De massa van het lege vat [kg]
De massa van het vat en het proefmonster [kg]
De inhoud van het vat [L]
De dichtheid van onverdicht materiaal wordt geregistreerd als het gemiddelde van de drie
waarden, afgerond tot op twee decimalen na de komma voor normale toeslagmaterialen en op drie
decimalen na de komma voor lichtgewichtmaterialen.
Percentage holle ruimten
Tevens wordt in de norm de mogelijkheid geboden het percentage aan holle ruimten te bepalen,
mits de ovengedroogde dichtheid van het granulaat conform NBN EN prEN1097-6 gekend is kan
hiertoe volgende formulle gebruikt worden.
v
v
ρb
ρp
 p  b
p
Het percentage aan holle ruimten [vol%]
De dichtheid van het onverdichte materiaal [ton/m³]
De ovengedroogde dichtheid van de deeltjes conform NBN EN 1097-6 [ton/m³]
ENKELE BIJZONDERHEDEN
1. De norm is van toepassing op natuurlijke en kunstmatige granulaten met een maximum
afmeting van 63mm.
2. Bijlage A beschrijft de bepaling van de schijnbare bulkdichtheid van vulstoffen in kerosine.
OPMERKINGEN
1.
De norm vermeldt waarde van r (herhaalbaarheid) of van R (reproduceerbaarheid) voor de
beoordeling van de meetnauwkeurigheid in bijlage C.
Download