vitamine C

advertisement
Acht heftige maanden uit het leven van
Betere preparaten voor
een fractie van de kosten
Marieke, Klaas en Jochem Riepma (deel 2)
‘Je kunt nog
Acht maanden lang leefden Marieke en Klaas Riepma tussen een sprankje hoop en inktzwarte
wanhoop. Hun zoontje Jochem van twee had kanker aan de bijnierschors met uitzaaiingen door
zoveel slikken maar
het hele lichaam. De kans dat hij zou genezen, was miniem. Maar Jochem, ondersteund door de
als het niet goed
complementaire middelen die vader Klaas als apotheker inzette, overwon zijn ziekte. Acht jaar
wordt opgenomen,
later staat Riepma nu op een cruciale tweesprong. Tekst: Jan van Klinken
heb je er niks aan’
N
adat het hoofdstuk ‘Kanker bij
Jochem’ langzaam maar zeker
kon worden afgesloten (zie
Uitzicht nummer 10 van 2012), bekroop
dr. Klaas Riepma steeds nadrukkelijker
de aandrang zich op verbetering van
bestaande complementaire preparaten
te gaan richten. Veel producten die hij
kende, vond hij matig van kwaliteit en
bovendien schrikbarend duur. Wat hem
opviel, was dat ze niet voldoen aan de
minimale eisen die van dergelijke mid­
delen verwacht mogen worden. Ze lossen
slecht op, hebben vaak niet de juiste
dosering of zelfs niet eens het juiste in­
grediënt. Op dit vlak wordt in Nederland
(bijna) geen onderzoek gedaan, is zijn
ondervinding.
“Ik ben bang”, zegt de farmacoloog uit
Valkenburg, “dat veel mensen die dit
soort middelen voor grote merken ont­
wikkelen, nog nooit zelf een preparaat
eigenhandig hebben gemaakt. Product­
ontwikkeling vindt vaak plaats achter
de computer en niet in het laboratorium.
Het is hetzelfde als een fietsenmaker
die alleen een internetsite kan bedie­
nen. Ik heb er liever een die zelf een
fiets kan repareren.”
Oplosbaarheid
Het aantal apothekers dat zelf nog ont­
wikkelt en produceert, is erg klein. “Mijn
ervaring leert me dat zodra je zelf begint
te werken in het laboratorium, je met
uitdagingen wordt geconfronteerd die
niet in de leerboekjes zijn te vinden.
Materiaal gedraagt zich altijd anders dan
je verwacht. Denk daarbij aan oplosbaar­
heid en interacties met andere grond­
stoffen zoals hulpstoffen. Hier ligt nog
8
een heel veld te winnen.”
In de periode dat Jochem ziek was,
maakte Klaas de meeste middelen ge­
woon zelf. Hij zorgde dat ze goed te ge­
bruiken waren, goed smaakten en, indien
nodig, snel door een sonde te spuiten.
“Voor een fractie van de kosten voor de
commerciële producten zijn betere pre­
paraten te maken. Ik zou wensen dat er
initiatieven tot stand komen waar veel
mensen van kunnen profiteren.” Daarbij
denkt hij met name aan kankerpatiënten.
Bij de ontwikkeling van betere en goed­
kopere preparaten moet er naar zijn
mening ook veel meer aandacht komen
voor de opneembaarheid. Op dat vlak
deed hij onthutsende ontdekkingen. “Ik
had gedacht dat er toch wel íets moest
zijn. Neem als voorbeeld de opneem­
baarheid van vitamine C. Dat wordt zoals
iedereen weet als supplement op grote
schaal geslikt. Bovendien wordt er veel
geclaimd en zijn er veel verschillende
types vitamine C in allerlei samenstel­
lingen en toedieningsvormen. Ik had om
die reden veel bewijs verwacht dat het
goed door het lichaam zou worden opge­
nomen. Zeker bij hogere doseringen is
het van belang dat er opname plaats­
vindt. Er zijn voldoende aanwijzingen
dat bijvoorbeeld kankerpatiënten gebaat
zijn bij hogere doses vitamine C. Maar
je kunt nog zoveel van dat spul slikken,
als het niet goed door het lichaam wordt
opgenomen, heb je er niks aan.”
Reclamefolders
Hij voerde eenvoudige tests uit met
enkele bestaande preparaten bij zijn
vrouw en zichzelf. Dat laatste was om
de ethische protocollen op dit gebied te
omzeilen. Je mag immers niet zomaar
preparaten op mensen testen. Beiden
slikten hoge doseringen vitamine C
maar in het bloed vond hij geen echt
hoge waarden. Dat was opvallend. Een
simpel testje toonde al aan dat de ver­
halen in de reclamefolders niet werden
waargemaakt. Als enige mogelijkheid
om toch effectief hogere doses vitamine
C toe te dienen, blijft dan intraveneus
over. Dat wil zeggen: spuiten. Maar dat
is geen aantrekkelijke optie.
Klaas dook in de literatuur en ontdekte
dat liposomen uitkomst bieden. Dat zijn
minuscule vetbolletjes die tegenwoordig
wel vaker worden gebruikt om medicij­
nen in op te sluiten. Ze brengen een
middel op de juiste plaats in het lichaam.
Na veel onderzoek had hij het vitamine
C-preparaat ontwikkeld dat hij wenste.
Zowel Marieke als hij slikten het en hij
mat hun bloedwaardes. Die waren nu
extreem hoog. “Het is dus mogelijk om
een goed werkzaam preparaat te maken”,
is zijn conclusie.
Onlangs heeft hij het preparaat, dat hij
onder eigen label uitbrengt, op een in­
ternationale beurs in Madrid gepresen­
teerd. De reacties waren ronduit positief.
“Eindelijk eens echt wat anders dan de
pilletjes van het Kruidvat”, vatte een
potentiële klant kernachtig samen.
Kurkuma
De hele ontwikkeling van het product
heeft hem tot nu toe veel geld gekost. Hij
heeft met verschillende commerciële
partijen gepraat over medefinanciering,
maar tot nu toe zonder resultaat. Men is
geïnteresseerd in het preparaat maar
schrikt terug voor de investering. Zo­
aan middelen waarmee wij in de strijd te­
gen kanker onze winst kunnen doen. Die
kant moet het op”, benadrukt hij.
Het probleem bij een onderzoek als dat
in het AMC is alleen dat we er wellicht
nooit meer van horen. Klaas: “Zodra een
goede formule is gevonden, zal men het
als geneesmiddel willen laten registreren.
Daar zijn onderzoeken voor nodig die
tientallen miljoenen euro's kosten. Wie
gaat dat betalen? Niet de farmaceutische
industrie want kurkuma kun je niet pa­
tenteren. Er is niks aan te verdienen. Als
we niet uitkijken, eindigt het onderzoek
ergens in een la.”
In dialoog met oncoloog
Klaas Riepma wil benadrukken dat complementaire middelen niet per definitie
onschuldig zijn in die zin dat ze bijwerkingen kunnen hebben en contra-indicaties
kennen. “Ze kunnen zelfs de werking van chemokuren negatief beïnvloeden.”
Er moet een dialoog met oncologen komen over de preparaten die mensen slikken.
“Het gros van de kankerpatiënten slikt iets. Dat vinden artsen niet leuk, maar wie is er
nu eigenlijk ziek? Wiens lichaam is het? Beter is het er van uit te gaan dat het gebeurt
en goed vast te leggen wat er wordt gebruikt en of dat kan bij een chemokuur.”
Klaas ziet een grote rol voor de MMV weggelegd als vereniging die complementaire
kankertherapieën kan ondersteunen en informatie kan bieden aan patiënten, maar
ook aan behandelaars. “De vraag ligt er; de organisatie die erop inspringt, zal in een
enorme behoefte voorzien.”
doende kan het tot zijn spijt niet aan een
groot publiek worden aangeboden.
Intussen heeft Klaas als volgende project
de verbetering van de opname van kur­
kuma op zijn lijstje staan. Dat dit gele
kruid uit India een belangrijke rol kan
spelen in de strijd tegen kanker, wordt
wereldwijd onderkend. De onderzoeken
zijn veelbelovend. Een complicatie is
echter dat hogere doseringen niet door
het lichaam worden opgenomen. Ook
hier kunnen liposomen, de bekende vet­
bolletjes, uitkomst bieden. Het AMC is
die weg al ingeslagen, zoals in een van
de voorgaande nummers van Uitzicht
bleek. Riepma test momenteel zelf een
eigen preparaat uit op proefpersonen. Is
dat positief dan kan ook dat op de markt
gebracht worden.
Riepma zegt blij te zijn met het project bij
het AMC. “De reguliere wereld krijgt er
oog voor dat er meer is dan wat de farma­
ceutische industrie te bieden heeft. Met
name Azië heeft een fantastisch arsenaal
Veel logischer vindt Riepma het om een
hoog gedoseerd kurkumapreparaat te
ontwikkelen dat als voedingsmiddel kan
worden verkocht. Dat voorkomt peper­
dure onderzoeken en kan dan ook veel
sneller op de markt worden gebracht. Het
moet weliswaar ook op veiligheid worden
getest maar niet via klinische trials en
uitgebreide dubbelblind onderzoeken.
Dat laatste vindt hij helemaal niet nodig
bij een voedingsmiddel. “Kurkuma wordt
al over de hele wereld geslikt.”
Hij is nu op zoek naar fondsen. “Ik heb tot
nu toe mijn brood verdiend als consultant.
Dat kan ik ook in de toekomst doen maar
mijn hart ligt hier, bij innovatie van voe­
dingssupplementen. De ervaringen die
we tijdens de ziekte van Jochem hebben
opgedaan, hebben me op een weg
gebracht waarop ik voor mijn gevoel
veel voor anderen kan betekenen.”
In het volgende nummer deel 3
(en slot): De dooltocht in het sociaal­
psychologische bos.
9
Ontstaan
van tumoren
& mogelijke
behandel­ingen
deel 1
Wegen lopen uiteen over rol van voeding bij de ontsporing van lichaamsprocessen
Kanker ontstaat helemaal niet ‘zo maar’
Volgens de reguliere geneeskunde kan kanker ‘zo maar’ ontstaan, een stelling
20
15
10
52,5
%
2,5
5 101520
die Cornelis Moerman al ernstig betwistte. Kankeronderzoeker dr. Hans Stoop
gaat in op de uiteenlopende zienswijzen als inleiding op een serie artikelen
over de reguliere én complementaire mogelijkheden bij de aanpak van de
hoofd / hals
4,4%
belangrijkste vormen van kanker. Tekst: dr. Hans Stoop
2,7%
slokdarm
long
16,3%
H
et lichaam van een mens telt tussen de 50 en 100
biljoen cellen die verdeeld zijn in meer dan 100 ver­
schillende celtypes. Bijna al deze cellen vernieuwen
zich regelmatig en vermenigvuldigen zich. Sommige cellen
doen dat zelfs dagelijks. De cellen van ons darmstelsel ver­
nieuwen zich ongeveer elke vier dagen. Vandaar dat zich in
onze ontlasting best wel eens een afwijkende cel kan bevinden
die door het lichaam is afgestoten.
Elke cel die zich kan vermenigvuldigen, kan ontaarden in
een kankercel. Onder de naam ‘kanker’ gaan dus honderden
verschillende ziektes schuil die één eigenschap gemeen heb­
ben, namelijk het ongeremd vermenigvuldigen van cellen.
Goedaardig en kwaadaardig
Ongeremde groei van cellen vormt een gezwel, of in het Latijn
een tumor. Die is niet altijd kwaadaardig, hij kan ook goed­
aardig (benigne) zijn. Als het gezwel weefselgrenzen niet
respecteert en overal doorheen groeit, zich verspreidt door
het lichaam (uitzaait) en levensbedreigend wordt, noemen
we het kwaadaardig (maligne) en spreken we van ‘kanker’.
Een tumor bestaat dus uit een groep cellen (meestal ontstaan
uit één enkele cel) die ongecontroleerd groeien om de simpele
reden dat de normale mechanismen die de celgroei onder
controle houden, verloren zijn gegaan. Kankercellen kunnen
overal, in de weefsels van alle organen, ontstaan. Kanker­
cellen ontwikkelen zich dus uit gezonde cellen. Hoe dit komt?
Daarover zijn de meningen verdeeld.
Cornelis Moerman deelde de opvatting dat kanker ontstaat
wanneer een nieuwe cel ontstaat uit een oude cel. Een cel
heeft in zich om altijd te doen waarvoor ze gemaakt is. Een
maagcel wordt een maagcel, een huidcel wordt een huidcel.
Dit is wat Moerman ‘op finaliteit gerichte processen’ noemt.
Het zit in de cel geprogrammeerd dat het altijd gaat zoals
het moet gaan. Maar wanneer en waarom gaat het nu mis?
Volgens Moerman gebeurt dit niet ‘zo maar’. Het gaat mis
wanneer de processen in de cel, die normaal moeten plaats­
vinden, niet meer tot stand kunnen komen. Wanneer er iets
hapert aan het mechanisme, de stofwisseling niet goed meer
werkt omdat ze niet voldoende stofjes krijgt om te functione­
ren zoals ze moet functioneren.
Moerman noemt dit ‘het deraillement’ (ontsporing) van de
stofwisseling. De stofwisseling van de cel is afhankelijk van
haar omgeving. Die is afhankelijk van de permanente proces­
10
sen die in het hele lichaam plaatsvinden. Alles bepalend
hierbij is het voedsel dat we dagelijks eten. Als dat niet deugt,
gaat er ergens iets mis. Een cel kan dan afwijken van de
voorbestemming. In plaats van een maagcel wordt het een
niet-maagcel. Ze lijkt er wel op, maar reageert anders. De cel
doet niet meer wat ze moet doen. Ze wordt een kankercel.
8,1%
borst
maag
3,4%
32,7%
2,0%
dikke darm
13,8%
5,3%
Voedsel
Wanneer zich een kankercel aandient, probeert het lichaam
zich te verdedigen. Hiervoor heeft het zijn afweermechanisme
tot zijn beschikking. Dit afweermechanisme is afhankelijk van
de status van onze gezondheid. Die is op zich weer afhanke­
lijk van het geconsumeerde voedsel en alle stofjes die nodig
zijn om de stofwisseling optimaal te laten functioneren.
Kortom, er dient een volwaardig dieet met voldoende vitami­
nen en tal van andere noodzakelijke stofjes aanwezig te zijn.
De stofjes die niet direct kankerverwekkend zijn maar wel
slecht voor het lichaam, moeten aangepakt worden. Te den­
ken valt aan onvolwaardige voeding, medicijnen, hormonen,
stress. Kanker ontstaat altijd op het moment dat er een nieuwe
cel gevormd wordt. Om van een oude cel een nieuwe te maken,
moet er een kopie gemaakt worden van de zogenaamde
moedercel. Dit is het proces waarbij kanker kan ontstaan.
2,1%
13,3%
urinewegen
baarmoederlichaam
4,5%
Kanker ontstaat
prostaat
21,1%
eierstok
3,1%
altijd op het moment
dat er een nieuwe cel
5,9%
3,1%
4,2%
3,4%
huid / overig
4,7%
melanoom
4,8%
lymfklier
3,6%
primaire lokalisatie onbekend
gevormd wordt
3,3%
Lees verder >
Ondeugdelijke verklaring voor toename kanker
In de periode 2000 – 2010 is het aantal nieuwe patiënten met
kanker in Nederland toegenomen van 70.300 naar 95.500 per
jaar; een stijging van maar liefst 36 procent. Borst-, huid-, darm-,
long- en prostaatkanker komen het meeste voor. De stijging van
het aantal nieuwe patiënten met huidkanker is het meest opvallend, een toename van 113 procent!
In tien jaar tijd is er ook een forse stijging geweest van het aantal vrouwen met longkanker, namelijk 79 procent. Voor vrouwen
is de kans op kanker in twintig jaar toegenomen van 1 op 4 naar
1 op 3 en voor mannen van 1 op 3 naar 1 op 2 (bron IKNL).
Kanker bij kinderen
Het aantal nieuwe kankerpatiënten stijgt al jaren met ongeveer
3 procent per jaar. De verwachting is dat de groei de komende
decennia nog verder zal doorzetten. Een van de meest gebruikte
verklaringen is dat dit onder andere het gevolg is van de stijgende
levensverwachting. Maar dit klopt niet met het stijgingspercentage
bij kinderen. De laatste 20 jaar treedt óók in deze groep een stijging op van bijna 30 procent, van 382 kinderen in 1989 naar 489 in
2010.
Een andere reden die aangegeven wordt voor de toenemende kans
op kanker is een verandering van de leefgewoonten. Deze factor is
naar mijn mening de meest belangrijke en niet dat we ouder worden,
zeker als we ook de groep van kinderen met kanker beschouwen.
Als een van de belangrijkste oorzaken wordt roken aangeduid. Zo
zijn meer vrouwen gaan roken, waardoor het aantal vrouwen met
longkanker toeneemt. Dit is maar één item dat aangehaald wordt.
Hoe zit het met onze andere leefgewoonten als voeding, ontspanning, lichaamsbeweging met name in de buitenlucht? Deze factoren
kunnen mede voor een gezond lichaam zorgen dat de beschikking
heeft over een goed functionerend afweersysteem en herstelmechanisme. Voorkomen is nog altijd beter dan genezen.
In 2010 stierven volgens het CBS 42.600 mensen als gevolg van
kanker. Dit is een toename van ongeveer 1.100 in vergelijking met
2009. Het aantal sterfgevallen vertoonde de afgelopen twintig jaar
een beduidend lichtere stijging dan het aantal nieuwe gevallen.
Dat bevestigt dat kanker steeds meer een chronische ziekte wordt.
Met dank aan Henk Schram, Moermanarts (niet praktiserend)
11
Download