Het voelde als een slechte B-film, maar dan echt

advertisement
‘Het voelde als een
slechte B-film, maar dan echt’
Barbara (42 jaar, getrouwd, moeder van twee dochters) ontdekte twee jaar geleden een knobbeltje
in haar borst. Een enorme schok, maar niet geheel onverwachts: haar moeder kreeg twintig jaar
geleden borstkanker en ging destijds het hele traject van behandelingen in. Daarom stond Barbara
al vanaf jonge leeftijd onder controle. Haar alarmbellen gingen dan ook direct rinkelen toen zij een
knobbeltje voelde. ‘Gelukkig snapte de huisarts mijn ongerustheid’.
I
k bleef een knobbeltje voelen…
‘Mijn moeder kreeg twintig jaar
geleden de diagnose borstkanker en
kreeg het hele traject: borstbesparende
operatie, bestraling, iridiumkuur en
chemotherapie. Gelukkig is zij nog steeds
in (mijn) leven. Daar ben ik enorm
dankbaar voor. Maar, omdat ik van zo
dichtbij gezien heb wat borstkanker met
je doet, ben ik altijd alert geweest. En,
kreeg ik vanaf mijn tweeëndertigste in
overleg met mijn huisarts een jaarlijkse
mammografie. Dat gaf mij extra dwang
om alert te blijven.
Toen ik in 2009 een afwijking in mijn
borst voelde, gingen direct mijn
alarmbellen rinkelen. Ondanks dat de
huisarts toen zei dat er geen reden voor
paniek was en de echo dat ook uitwees,
liet ik mij in 2010 op mijn verzoek toch
opnieuw doorverwijzen:
ik bleef het knobbeltje voelen en wilde dit
per sé verder laten onderzoeken…
Op advies van de huisarts ging ik naar
de mammapoli Tergooi in Blaricum;
daar doen ze alle onderzoeken in één
dag. Sterker nog, alles in één ochtend.
Ontzettend prettig want een uur na alle
onderzoeken had ik al duidelijkheid.
Bij de mammapoli krijg je de
standaardprocedure: mammografie, echo
en punctie. Ook kreeg ik direct een biopt
om zo echt 100% duidelijkheid te krijgen.
Ik dacht: zekerheid gaat voor alles, dus
ga maar door.
Het voelt alsof je in een slechte
B-film zit, maar dan echt
Aan het eind van de ochtend kreeg ik
het nieuws: er waren borstkankercellen
gevonden. Wat een enorme schok. Ik
zat daar helemaal alleen en kon alleen
maar denken: ik moet rustig blijven,
het verhaal aanhoren en vragen stellen
zodat ik ook het thuisfront straks goed
kan inlichten. Het eerste wat door je
hoofd gaat is ook: ‘ik wil mijn kinderen
groot zien worden’. Ondanks dat ik zat
te huilen, merkte ik dat ik heel rationeel
bleef. Ik zat in de overlevingsstand,
kwam nog niet echt bij mijn gevoel. De
verwerking zou later komen. Toen mijn
man er uiteindelijk was, wilde ik het liefst
meteen naar buiten. Op de fiets, naar mijn
De open omgeving die er was, was heel fijn
In de week daarna heb ik niet gewerkt, veel gewandeld, letterlijk ‘met mijn voeten op
de aarde en mijn neus in de lucht’. Orde in mijn hoofd proberen aan te brengen. Zo’n
week duurt heel erg lang. Het hielp mij om open te zijn en mensen te informeren, er
met mensen over te praten. Daardoor werd het feit dat ik kanker had steeds meer
werkelijkheid.
Ik merkte ook dat het daardoor voor de mensen om me heen makkelijker was om mij
te benaderen. Het gaf mij enorm veel kracht dat mensen meeleefden, een kort mailtje,
mensen op de koffie en thee, mensen die even langs kwamen. De open omgeving die er
was, was heel fijn. Heel bijzonder was het dat ik berichtjes kreeg van mensen waar ik het
niet van verwacht had. Dat waren echt ‘sterretjes’ aan een donkere hemel.
De cellen mochten geen ‘feest’ meer vieren
Het advies van de arts kreeg ik de week na de diagnose: een borstbesparende operatie.
Maar ik heb voor alle zekerheid om een scan gevraagd. Maar goed ook. Een week later
om 15:00 uur ‘s middags hoorde ik dat een amputatie nodig was. De dag daarna lag ik in
het ziekenhuis om mijn borst weg te laten halen. Dat klinkt heftig, maar eigenlijk was het
heel simpel. Ik wilde er van af. Dan konden de cellen ook geen ‘feest meer vieren’.
Het nieuws dat er geen borstkankercellen meer waren, was heel fijn maar ook
verwarrend. Er was namelijk tegelijk wel een minuscule uitzaaiing gevonden in mijn
okselklier. Hoe kan het dat ik de borstkankertumor gradatie 1 was, de ‘lichtste’ variant en
hoe kan het dan toch dat ik uitzaaiingen heb? Daar hadden ze geen verklaring voor. Dat
helpt mij nu herinneren dat ik nog steeds alert wil blijven. De angst gaat wat dat betreft
niet echt meer weg. Juist omdat de uitslag niet zo eenduidig was. Je bent en blijft altijd
alert.
Ik was zo moe
In januari 2011 kreeg ik een okseltoilet, mijn tweede operatie. Er werden gelukkig geen
uitzaaiingen gevonden. Wat was ik blij, ik wilde dan ook direct daarna weer aan de slag,
mijn ‘normale leven’ oppakken. Meteen weer aan het werk, mijn ‘gezonde ik’ weer in de
wereld zetten. Maar, ik werd geconfronteerd met gevoelens van verwerking: ik was moe
en verdrietig, en in de war. Hoe kan het nou dat er geen chemo noch bestraling nodig
was? Moest ik niet een second opinion aanvragen?
De wil om aan de slag te gaan was dus ook vrij rationeel. In de praktijk had ik daar
ook eigenlijk nog helemaal geen ruimte voor. Ik was ook zo moe. Uiteindelijk heeft de
arbeidsdeskundige de knoop doorgehakt. Hij wees me erop dat ik eerst zelf weer goed
uitgerust moest zijn en deze ervaring een plek moest geven. Hij zette een streep door
2011. Ook omdat ik in de tweede helft van dat jaar een reconstructie zou krijgen. Begin
2012: dan zouden we verder kijken. Dit advies was heel helder en heeft tijd gekost. Want,
ik was het er eigenlijk helemaal niet mee eens en kon van de ruimte die ik toen ineens
had ook niet genieten.
In april kreeg ik het moment pas dat ik dacht ‘ik mag genieten’ en de tijd nemen om te
verwerken. Ik ben daar enorm dankbaar voor, ook voor de beslissing die de bedrijfsarts
voor mij heeft gemaakt.’ Uiteindelijk kreeg ik in november 2011 een ‘nieuwe borst’. Ik
was echt letterlijk in verwachting van mijn nieuwe borst. Dat vond ik heel mooi. Ook om
daar op die manier naar te kijken.
‘Ik ben en blijf alert’
ouders. Heel onwerkelijk was het. Het voelt alsof je in een slechte B-film zit, maar dan
echt. Je zit op de fiets, de wereld is hetzelfde maar tegelijk ook radicaal anders. Ik zag
mijn vader en moest huilen. Mijn moeder kwam later. Ze wist het direct, zag mijn gezicht
en zei: ik weet het al, het is mis.
Over Stichting Pink Ribbon
Stichting Pink Ribbon vraagt aandacht
voor borstkanker. Aandacht voor de
borstkankerpatiënt van vandaag die de juiste
behandeling en optimale begeleiding verdient.
Borstkankerpatiënten kun je niet over één kam scheren
Daar sta ik nu. Inmiddels heb ik nu echt weer ruimte en zin om er te zijn voor anderen.
Ik kan me weer als professional in de wereld zetten. En, ik heb er zin in! Vanaf 2002
ben ik werkzaam als loopbaanadviseur. Ik wil me nu graag verdiepen en inzetten in de
begeleiding van (borst)kankerpatiënten bij de re-integratie naar werk. Daarbij kan ik
mijn eigen ervaring goed meenemen. Ik besef dat deze ervaring niet leidend moet zijn:
borstkankerpatiënten kun je niet over één kam scheren. Iedereen is anders en heeft een
andere vorm van begeleiding nodig. Ik hoop veel andere vrouwen en mannen op een
manier die bij hun past te kunnen helpen bij het weer aan het werk gaan.’
Stichting Pink Ribbon zet zich in voor de borstkankerpatiënt van vandaag. Jij ook?
Doneer op gironummer 1234.
Meer informatie op www.pinkribbon.nl
Daarom financiert Pink Ribbon projecten en
onderzoeken op het gebied van behandeling,
nazorg en lange termijn effecten van
borstkanker. Met als doel een beter en langer
leven voor de borstkankerpatiënt.
Voor meer informatie:
www.pinkribbon.nl
Download