Bordrijwoorden groep 4 blok 5 nummer 1 het paard oranje de staart

advertisement
Bordrijwoorden groep 4
Bordrijwoorden groep 4
blok 5 nummer 1
blok 5 nummer 1
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
het paard
de staart
het land
de krant
het sportveld
de wei
de geit
ik zei
de reis
de eik
oranje
oranje
oranje
oranje
oranje
blauw
blauw
blauw
blauw
blauw
Spellingregels:
1 t/m 5
R3: Hoor je aan het eind van een woord een t? Maak het woord
langer. Dan weet je of je t of d schrijft.
6 t/m 10
W1: Woorden met ei. Schrijf je een ei of een ij? Dat kun je niet
horen. Dat moet je onthouden.
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
het paard
de staart
het land
de krant
het sportveld
de wei
de geit
ik zei
de reis
de eik
oranje
oranje
oranje
oranje
oranje
blauw
blauw
blauw
blauw
blauw
Spellingregels:
1 t/m 5
R3: Hoor je aan het eind van een woord een t? Maak het woord
langer. Dan weet je of je t of d schrijft.
6 t/m 10
W1: Woorden met ei. Schrijf je een ei of een ij? Dat kun je niet
horen. Dat moet je onthouden.
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
Bordrijwoorden groep 4
Bordrijwoorden groep 4
blok 5 nummer 2
blok 5 nummer 2
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
de beer
de peer
de deur
de scheur
het oor
de pijn
blij
rijk
jij bent
hij is
groen
groen
groen
groen
groen
blauw
blauw
blauw
blauw
blauw
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
de beer
de peer
de deur
de scheur
het oor
de pijn
blij
rijk
jij bent
hij is
groen
groen
groen
groen
groen
blauw
blauw
blauw
blauw
blauw
Spellingregels:
1 t/m 5
K11:Je hoort eer, eur en oor. Je schrijft ook eer, eur en oor.
6 t/m 10
W2:Woorden met ij. Schrijf je ei of ij? Dat kun je niet horen.
Dat moet je onthouden.
Spellingregels:
1 t/m 5
K11:Je hoort eer, eur en oor. Je schrijft ook eer, eur en oor.
6 t/m 10
W2:Woorden met ij. Schrijf je ei of ij? Dat kun je niet horen.
Dat moet je onthouden.
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
Bordrijwoorden groep 4
Bordrijwoorden groep 4
blok 5 nummer 3
blok 5 nummer 3
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
de straat
ik spring
de korst
laatst
de kunst
de klei
het ei
de trein
het plein
klein
groen
groen
groen
groen
groen
blauw
blauw
blauw
blauw
blauw
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
de straat
ik spring
de korst
laatst
de kunst
de klei
het ei
de trein
het plein
klein
groen
groen
groen
groen
groen
blauw
blauw
blauw
blauw
blauw
Spellingregels:
1 t/m 5
K12:Meer medeklinkers. Hoor je twee of drie medeklinkers na
elkaar? Vergeet dan geen letters. (klinkers zijn a, e, i, u, o)
6 t/m 10
W1: Woorden met ei. Schrijf je een ei of een ij? Dat kun je niet
horen. Dat moet je onthouden.
Spellingregels:
1 t/m 5
K12:Meer medeklinkers. Hoor je twee of drie medeklinkers na
elkaar? Vergeet dan geen letters. (klinkers zijn a, e, i, u, o)
6 t/m 10
W1: Woorden met ei. Schrijf je een ei of een ij? Dat kun je niet
horen. Dat moet je onthouden.
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
Bordrijwoorden groep 4
Bordrijwoorden groep 4
blok 5 nummer 4
blok 5 nummer 4
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
de goudvis
het spoor
zij is
de wesp
het bloed
groot
koud
het zeil
zwart
het vriendje
Spellingregels:
1 t/m 10
Herhaling regels dictee 1, 2 en 3.
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
groen
groen
blauw
groen
groen
oranje
oranje
blauw
oranje
oranje
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
de goudvis
het spoor
zij is
de wesp
het bloed
groot
koud
het zeil
zwart
het vriendje
Spellingregels:
1 t/m 10
Herhaling regels dictee 1, 2 en 3.
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
groen
groen
blauw
groen
groen
oranje
oranje
blauw
oranje
oranje
Bordrijwoorden groep 4
Bordrijwoorden groep 4
blok 6 nummer 1
blok 6 nummer 1
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
ik schrijf
schrijven
de schrijver
het schrift
de schroef
ik lach
lachen
de pech
toch
zich
groen
groen
groen
groen
groen
blauw
blauw
blauw
blauw
blauw
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
ik schrijf
schrijven
de schrijver
het schrift
de schroef
ik lach
lachen
de pech
toch
zich
groen
groen
groen
groen
groen
blauw
blauw
blauw
blauw
blauw
Spellingregels:
1 t/m 5
K13: Woorden met schr~. Je hoort schr of sr. Je schrijft schr.
6 t/m 10
W9: Woorden met ch. Schrijf je g of ch? Dat kun je niet horen.
Dat moet je onthouden.
Spellingregels:
1 t/m 5
K13: Woorden met schr~. Je hoort schr of sr. Je schrijft schr.
6 t/m 10
W9: Woorden met ch. Schrijf je g of ch? Dat kun je niet horen.
Dat moet je onthouden.
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
Bordrijwoorden groep 4
Bordrijwoorden groep 4
blok 6 nummer 2
blok 6 nummer 2
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
de nacht
recht
echt
dicht
de lucht
het zout
het touw
oud
ik zou
ik wou
groen
groen
groen
groen
groen
blauw
blauw
blauw
blauw
blauw
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
de nacht
recht
echt
dicht
de lucht
het zout
het touw
oud
ik zou
ik wou
groen
groen
groen
groen
groen
blauw
blauw
blauw
blauw
blauw
Spellingregels:
1 t/m 5
K14: Woorden op ~cht. Je hoort gt. Je schrijft cht.
Hoor je na g de klank t? Dan schrijf je meestal cht.
6 t/m 10
W3: Woorden met ou. Schrijf je ou of au? Dat kun je niet
horen. Dat moet je onthouden.
Spellingregels:
1 t/m 5
K14: Woorden op ~cht. Je hoort gt. Je schrijft cht.
Hoor je na g de klank t? Dan schrijf je meestal cht.
6 t/m 10
W3: Woorden met ou. Schrijf je ou of au? Dat kun je niet
horen. Dat moet je onthouden.
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
Bordrijwoorden groep 4
Bordrijwoorden groep 4
blok 6 nummer 3
blok 6 nummer 3
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
ruiken
de schoenen
werken
de paarden
de dokter
de zakdoek
ik schrik
de kachel
het licht
ik hou van jou
groen
groen
groen
groen
groen
groen
groen
blauw
groen
blauw
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
ruiken
de schoenen
werken
de paarden
de dokter
de zakdoek
ik schrik
de kachel
het licht
ik hou van jou
groen
groen
groen
groen
groen
groen
groen
blauw
groen
blauw
Spellingregels:
1 t/m 6
K15: Klankgroepen. Je spreekt woorden in stukjes uit. Die
stukjes heten klankgroepen. Schrijf de stukjes achter elkaar op.
7 t/m 10
Herhaling regels van dictee 1 en 2.
Spellingregels:
1 t/m 6
K15: Klankgroepen. Je spreekt woorden in stukjes uit. Die
stukjes heten klankgroepen. Schrijf de stukjes achter elkaar op.
7 t/m 10
Herhaling regels van dictee 1 en 2.
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
Bordrijwoorden groep 4
Bordrijwoorden groep 4
blok 6 nummer 4
blok 6 nummer 4
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
de schrijfles
schrobben
de echo
kuchen
acht
het gewicht
het touw
oud
de sneltrein
uitvinden
groen
groen
blauw
blauw
groen
groen
blauw
blauw
groen
groen
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
de schrijfles
schrobben
de echo
kuchen
acht
het gewicht
het touw
oud
de sneltrein
uitvinden
Spellingregels:
1 t/m 10
Herhaling regels dictee 1, 2 en 3.
Spellingregels:
1 t/m 10
Herhaling regels dictee 1, 2 en 3.
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
groen
groen
blauw
blauw
groen
groen
blauw
blauw
groen
groen
Bordrijwoorden groep 4
Bordrijwoorden groep 4
blok 7 nummer 1
blok 7 nummer 1
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
ja
zo
u
nu
de auto
de fee
fijn
fel
flink
de friet
oranje
oranje
oranje
oranje
oranje
blauw
blauw
blauw
blauw
blauw
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
ja
zo
u
nu
de auto
de fee
fijn
fel
flink
de friet
oranje
oranje
oranje
oranje
oranje
blauw
blauw
blauw
blauw
blauw
Spellingregels:
1 t/m 5
R4: aa, oo en uu zijn lange klinkers. Hoor je aa, oo of uu aan het
eind van een woord? Dan schrijf je a, o of u.
6 t/m 10
W5:Begint een woord met een f of een v? Dat kun je vaak
moeilijk horen. Onthoud die woorden.
Spellingregels:
1 t/m 5
R4: aa, oo en uu zijn lange klinkers. Hoor je aa, oo of uu aan het
eind van een woord? Dan schrijf je a, o of u.
6 t/m 10
W5:Begint een woord met een f of een v? Dat kun je vaak
moeilijk horen. Onthoud die woorden.
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
Bordrijwoorden groep 4
Bordrijwoorden groep 4
blok 7 nummer 2
blok 7 nummer 2
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
de ramen
de tafel
het water
lopen
de boter
de vlieg
voor
ver
vol
vast
groen
groen
groen
groen
groen
blauw
blauw
blauw
blauw
blauw
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
de ramen
de tafel
het water
lopen
de boter
de vlieg
voor
ver
vol
vast
groen
groen
groen
groen
groen
blauw
blauw
blauw
blauw
blauw
Spellingregels:
1 t/m 5
R5: aa, oo en uu zijn lange klinkers.
Hoor je aa, oo of uu aan het eind van een klankgroep? Dan
schrijf je a, o of u.
6 t/m 10
W6:Begint een woord met een f of een v? Dat kun je vaak
moeilijk horen. Onthoud die woorden.
Spellingregels:
1 t/m 5
R5: aa, oo en uu zijn lange klinkers.
Hoor je aa, oo of uu aan het eind van een klankgroep? Dan
schrijf je a, o of u.
6 t/m 10
W6:Begint een woord met een f of een v? Dat kun je vaak
moeilijk horen. Onthoud die woorden.
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
Bordrijwoorden groep 4
Bordrijwoorden groep 4
blok 7 nummer 3
blok 7 nummer 3
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
de scharen
zware
komen
schone
zure
bijna
fris
sturen
de voet
betalen
oranje
oranje
oranje
oranje
oranje
oranje
blauw
groen
blauw
oranje
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
de scharen
zware
komen
schone
zure
bijna
fris
sturen
de voet
betalen
oranje
oranje
oranje
oranje
oranje
oranje
blauw
groen
blauw
oranje
Spellingregels:
1 t/m 5
R5: aa, oo en uu zijn lange klinkers.
Hoor je aa, oo of uu aan het eind van een klankgroep? Dan
schrijf je a, o of u.
6 t/m 10
Herhaling regels van dictee 1 en 2.
Spellingregels:
1 t/m 5
R5: aa, oo en uu zijn lange klinkers.
Hoor je aa, oo of uu aan het eind van een klankgroep? Dan
schrijf je a, o of u.
6 t/m 10
Herhaling regels van dictee 1 en 2.
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
Bordrijwoorden groep 4
Bordrijwoorden groep 4
blok 7 nummer 4
blok 7 nummer 4
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
de la
de sla
het feest
de fles
betalen
verkopen
vier
vroeg
zaterdag
boterham
oranje
oranje
blauw
blauw
oranje
oranje
blauw
blauw
oranje
oranje
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
de la
de sla
het feest
de fles
betalen
verkopen
vier
vroeg
zaterdag
boterham
oranje
oranje
blauw
blauw
oranje
oranje
blauw
blauw
oranje
oranje
Spellingregels:
1 t/m 10
Herhaling regels van dictee 1, 2 en 3.
Spellingregels:
1 t/m 10
Herhaling regels van dictee 1, 2 en 3.
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
Bordrijwoorden groep 4
Bordrijwoorden groep 4
blok 8 nummer 1
blok 8 nummer 1
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
nee
twee
de slee
mee
de zee
de salto
de sjaal
sjouwen
samen
de sandaal
oranje
oranje
oranje
oranje
oranje
blauw
blauw
blauw
blauw
blauw
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
nee
twee
de slee
mee
de zee
de salto
de sjaal
sjouwen
samen
de sandaal
oranje
oranje
oranje
oranje
oranje
blauw
blauw
blauw
blauw
blauw
Spellingregels:
1 t/m 5
R6:Hoor je een ee aan het eind van een woord?
Dan schrijf je een ee.
6 t/m 10
W7:Begint een woord met een s of een z?
Dat kun je vaak moeilijk horen. Onthoud die woorden.
Spellingregels:
1 t/m 5
R6:Hoor je een ee aan het eind van een woord?
Dan schrijf je een ee.
6 t/m 10
W7:Begint een woord met een s of een z?
Dat kun je vaak moeilijk horen. Onthoud die woorden.
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
Bordrijwoorden groep 4
Bordrijwoorden groep 4
blok 8 nummer 2
blok 8 nummer 2
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
lezen
de weken
delen
de strepen
de regel
de zeep
de zak
zelf
de zoen
zoeken
oranje
oranje
oranje
oranje
oranje
blauw
blauw
blauw
blauw
blauw
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
lezen
de weken
delen
de strepen
de regel
de zeep
de zak
zelf
de zoen
zoeken
oranje
oranje
oranje
oranje
oranje
blauw
blauw
blauw
blauw
blauw
Spellingregels:
1 t/m 5
R7:Hoor je aan het eind van een klankgroep ee?
Dan schrijf je meestal e.
6 t/m 10
W8:Begint een woord met een s of een z?
Dat kun je vaak moeilijk horen. Onthoud die woorden.
Spellingregels:
1 t/m 5
R6:Hoor je aan het eind van een klankgroep ee?
Dan schrijf je meestal e.
6 t/m 10
W8:Begint een woord met een s of een z?
Dat kun je vaak moeilijk horen. Onthoud die woorden.
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
Bordrijwoorden groep 4
Bordrijwoorden groep 4
blok 8 nummer 3
blok 8 nummer 3
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
slapen
beter
de handen
de kaarten
zoeken
het idee
de suiker
zeker
zo
buiten
oranje
oranje
oranje
oranje
oranje
oranje
blauw
oranje
blauw
oranje
Spellingregels:
1 t/m 5
R8:Wat hoor je aan het eind van de klankgroep? Een lange
klinker? Schrijf 1 klinker. Een medeklinker? Schrijf wat je hoort.
Klinkers: a, e, o en u. Medeklinkers: alle andere letters.
6 t/m 10
Herhaling dictee 1 en 2.
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
slapen
beter
de handen
de kaarten
zoeken
het idee
de suiker
zeker
zo
buiten
oranje
oranje
oranje
oranje
oranje
oranje
blauw
oranje
blauw
oranje
Spellingregels:
1 t/m 5
R8:Wat hoor je aan het eind van de klankgroep? Een lange
klinker? Schrijf 1 klinker. Een medeklinker? Schrijf wat je hoort.
Klinkers: a, e, o en u. Medeklinkers: alle andere letters.
6 t/m 10
Herhaling dictee 1 en 2.
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
Bordrijwoorden groep 4
Bordrijwoorden groep 4
blok 8 nummer 4
blok 8 nummer 4
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
de moskee
de puree
de som
de soep
het bezoek
begrepen
de zus
de zoen
rusten
de dokter
oranje
oranje
blauw
blauw
oranje
oranje
blauw
blauw
oranje
oranje
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
de moskee
de puree
de som
de soep
het bezoek
begrepen
de zus
de zoen
rusten
de dokter
Spellingregels:
1 t/m 10
Herhaling dictee 1, 2 en 3.
Spellingregels:
1 t/m 10
Herhaling dictee 1, 2 en 3.
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
K=klankwoord= groen
W= weetwoord=blauw
R= regelwoord= oranje
oranje
oranje
blauw
blauw
oranje
oranje
blauw
blauw
oranje
oranje
Download