Uitsterven of wegwezen Voedselwebspel

advertisement
Klimaatverandering
5
7 en 8
Uitsterven of wegwezen
Voedselwebspel
Doelen
De leerlingen:
• kennen een aantal oorzaken waardoor dieren uitsterven of verdwijnen,
waaronder de klimaatverandering.
• vormen zich een mening over hoe erg het is dat er dieren uitsterven of
verdwijnen.
• de leerlingen leren dat verschillende zeedieren en –planten van elkaar
afhankelijk zijn, doordat ze elkaar eten. Alle dieren en planten zijn met
elkaar verbonden, in een voedselweb.
Begrippen
uitsterven, het voedselweb, migreren
Materialen
•Voedselwebspel:
• bol touw
• platen van dieren van de zee, zie bijlage
• voor elke leerling een wasknijper
• Hinkelspel: krijtje
• Computers met internet om informatie op te zoeken
• Plaatjes bij de Quiz over klimaatverandering op Texel, zie bijlage
Duur
85 minuten
Inleiding
Blik kort terug op de vorige les. Klimaatverandering heeft vele gevolgen.
Het kan ook tot gevolg hebben dat diersoorten uitsterven of verdwijnen.
Laat het volgende filmpje van Schooltv Beeldbank zien:
Pinguïns en het broeikaseffect – Pinguïns gaan dood door de opwarming
van de aarde.
Spreek het filmpje na. Wat vinden de leerlingen ervan? Welke gevolgen van
klimaatverandering worden er genoemd? (De temperatuur stijgt en het gaat
meer regenen.) Welk effect heeft dat op de pinguïns?
Geef ook aandacht aan het feit dat het wel een filmpje is dat heel erg op het
gevoel werkt. Hoe erg is het dat een pinguïn dood gaat? Hoe erg is het dat
een soort uitsterft?
Er zijn natuurlijk ook nog andere redenen waardoor dieren uitsterven.
Wie kan er nog meer voorbeelden geven van dieren die met uitsterven
bedreigd worden? Bijvoorbeeld de ijsbeer of de pandabeer. Soms sterven
dieren niet meteen uit maar verdwijnen wel uit een bepaald gebied. Ook
dieren dichtbij huis: huismus, egel, velduil, blauwe kiekendief, grutto.
Hoe komt dat? Oorzaken kunnen bijvoorbeeld zijn: verlies van voedselgebieden, of jacht.
5. uitsterven of wegwezen
(25 minuten)
www.duurzameleerlijn.nl15
Hinkelspel:
• Teken binnen of buiten een hinkelspel met om-en-om één blokje, twee
blokjes, één blokje etc. In totaal10 vakjes. Op het enkele vakje steeds op
één been, op de twee met twee benen.
• Laat eerst een aantal leerlingen gewoon hinkelend het parcours
afleggen. Zij zijn dieren die graag willen migreren. Het wordt iets te
warm op de ene plek en ze willen naar een andere.
• Nu wordt er op één vak een snelweg neergelegd (kruis erdoor). Nu wordt
het lastiger om te migreren. Laat de leerlingen hinkelen en dat ene vakje
overslaan.
• Dan wordt er ergens een nieuw huisjespark aangelegd (twee blokjes
wegkruizen). Weer hinkelen.
• Een cartingbaan, etc. Net zo lang tot migreren niet meer lukt.
Kern
Speel het voedselwebspel.
(45 minuten)
Neem de platen van waddieren en algen. Bespreek deze één voor één.
Laat eventueel de filmpjes uit ‘extra’ zien. Één van de filmpjes gaat over
plankton. In het voedselketenspel hebben we het voor het gemak alleen
over algen.
5. uitsterven of wegwezen
Vraag de leerlingen wat ze al weten van de dieren. Wat zouden ze eten?
Door wie zouden ze gegeten worden?
Vul samen het volgende schema in op het bord:
www.duurzameleerlijn.nl16
Elke leerling is straks een waddier of alg. Ze gaan met elkaar een
voedselweb vormen.
• Ga in de kring staan of zitten.
• Indien de groep groter is dan 20 leerlingen werk je in tweetallen. Twee
leerlingen zijn dan één dier/plant, anders duurt het spel te lang.
• Iedereen hangt zijn eigen voedselweb-plaat met een knijper op zijn buik.
• De zeehond krijgt de bol touw in handen.
Spelregels voedselketenspel:
• De zeehond begint.
• Degene die de bol touw in handen heeft mag deze doorgeven/gooien
aan een ander. Daarbij gelden de volgende regels:
• Je wilt het liefst zelf eten.
• Geef het touw door aan iemand die jij eet.
• Zeg wat je doet: “Ik ben een krab en eet Linda de kokkel …”.
• Geef het touw aan de kokkel en zeg ook de naam van degene aan wie
je het touw geeft. Houd één eind van het touw vast! Je bent nu met
een draad verbonden aan jouw prooi.
• Zo wordt het touw steeds doorgegeven. Er ontstaat in eerste instantie
een voedselketen. De kokkel geeft het touw weer door aan de algen.
• Is het voedsel op of is er geen eten voor jou in de kring (bijv. bij algen)?
Dan wordt je opgegeten. Geef het touw door aan iemand die jou eet.
Zeg weer wat je doet: “Ik ben een alg en wordt opgegeten door Peter
de wadpier …”. Zo ontstaat er langzaam aan een voedselweb.
• Iedereen moet aan de beurt komen. Je geeft het touw aan iemand die
nog niet geweest is. Kan dit niet? Dan mag iemand het touw voor de
2e keer krijgen.
Bespreek dan met de leerlingen het web.
• Welk dier zou je het liefste willen zijn en waarom?
• Wat is de rol van de zeehond? Hij staat aan de top en wordt niet
opgegeten in het spel.
• Wie zou er wel een alg willen zijn en wie niet? Waarom? De algen zijn
het minst opvallend. Je ziet ze bijna niet, maar ze zijn wel heel
belangrijk! Wat zou er gebeuren als er geen algen zouden zijn? Dit gaan
jullie uitbeelden:
• Alle algen verdwijnen. Ze laten het touw los.
• Wat betekent dit voor de dieren? Wie geen eten meer heeft laat het
touw los.
• Steeds meer leerlingen moeten het touw loslaten omdat ze geen eten
meer hebben.
• Het web stort (grotendeels) in elkaar.
5. uitsterven of wegwezen
Einde van het spel:
Iedereen is aan de beurt geweest en heeft in elk geval één keer het touw
vast. Jullie zijn verbonden in een voedselweb.
Conclusie:
Alle planten en dieren in zee zijn met elkaar verbonden in een voedselweb.
Valt er een plant of dier weg, dan heeft dat gevolgen voor veel andere
planten en dieren. De algen hebben een hele belangrijke rol in het
voedselweb. Zij staan aan de basis. Als er geen algen meer zouden zijn,
zou dit zelfs voor de zeehond gevolgen kunnen hebben! De dieren moeten
zich dan of aanpassen aan nieuw voedsel of ze verdwijnen naar een ander
gebied of ze sterven uit...
Voor trekvogels zou het een ramp zijn als ze geen voedsel meer konden
vinden in de Waddenzee. Tijdens hun lange trek naar het noorden in het
voorjaar, of naar het zuiden in het najaar, gebruiken ze de Waddenzee als
een soort “wegrestaurant”. Als ze in het waddengebied aankomen hebben
ze vaak al vele duizenden kilometers gevlogen. Op het wad eten ze zich
helemaal vol, zodat ze weer genoeg energie hebben voor de komende vele
kilometers, die ze nog te gaan hebben.
Als de Waddenzee er niet meer zou zijn, is het maar de vraag of de vogels
genoeg voedsel zouden kunnen vinden, om hun lange reis te overleven.
(15 minuten)
Bespreek met de leerlingen wat belangrijke oorzaken zijn van het
verdwijnen van dieren. Denk aan het voedselwebspel, als één soort
verdwijnt, verdwijnt er een ander mee. Denk aan verlies van gebieden en
verlies van mogelijkheden om te migreren.
Bespreek of en waarom het erg is dat er dieren uitsterven. Op zich is het
misschien niet erg als er een soort uitsterft. Dat gebeurt al eeuwen. Maar
misschien is het wel erg door de snelheid waarmee soorten uitsterven.
Ook de hoeveelheid soorten die op dit moment uitsterven is wel hoog. En
misschien is het ook wel erg door de reden waarom ze uitsterven. Het komt
in veel gevallen door mensen en dus moeten wij dat als mensen ook zien te
voorkomen.
Speel een Quiz over klimaatverandering op Texel. Doe dit in een grote
ruimte, buiten, of maak ruimte in de klas. Laat steeds een plaatje zien en
lees de bijbehorden stelling voor. Als leerlingen denken dat het waar is,
rennen ze naar de ene kant van de ruimte en als ze denken dat het niet
waar is, naar de andere kant.
Stellingen: waar of niet-waar?
1. Stelling: In 2050 zullen deze vogels niet meer voorkomen op Texel. Waar
of niet waar?
➔ Waar. Ze zullen waarschijnlijk naar het noorden zijn getrokken, als
dat mogelijk is.
5. uitsterven of wegwezen
Afronding
2. Stelling: Deze vogels zullen in 2050 op Texel broeden. Waar of niet waar?
➔Het zou kunnen dat ze hier gaan broeden. Ze komen nu in Zuid-Europa
voor.
www.duurzameleerlijn.nl18
3. Stelling: In 2090 heeft Texel tropische stranden.
➔ Niet waar. Voor palmbomen en eierleggende schildpadden zal het nog
een stuk warmer moeten worden.
4. Stelling: In 2100 ligt Texel in de woestijn.
➔Niet waar. Niemand verwacht een woestijn hier.
5. Stelling: Zo zal de temperatuur op Texel veranderen.
➔Waar. Dit is wat de wetenschappers verwachten.
6. Stelling: In 2080 ligt half Nederland onder water.
➔Waar en niet waar. Als er iemand gek genoeg is om de dijken door te
steken dan wel. Maar dat zal waarschijnlijk niet gebeuren.
7. Stelling: In 2080 zal Nederland nieuwe rivieren, meren en eilanden
hebben.
➔Ja, dat zou best kunnen. Er zijn nu al plannen.
8. Stelling: Dit zijn de Texelse producten van 2050.
➔Waarschijnlijk niet. Dit zijn typische producten van Zuidelijke landen.
Hier zal het toch wel te koud zijn om ze te kweken.
9. Stelling: In 2080 zal de zeehond uitgestorven zijn op Texel.
➔Niet waar. De zeehond zal blijven ook als het warmer wordt. Zolang er
maar vis is.
10. Stelling: In 2070 zullen dit de dieren zijn van de Texelse jungle.
➔Niet waar. Dit zijn tropische dieren. Zo warm wordt het hier zeker niet.
11. Stelling: De jaguar zal op Texel leven in 2080.
➔Niet waar. Alleen als je hem meeneemt naar Texel en als er genoeg
ruimte en voedsel voor hem is. Het zal er warm genoeg voor zijn.
13. Stelling: In 2095 zullen er paalwoningen zijn op Texel.
➔Ja hoor, als je dat leuk vindt. Noodzakelijk is het niet.
Extra
Filmpjes:
Voor beelden van de verschillende dieren en algen kunnen de volgende
filmpjes gebruikt worden:
• www.waddenzeeschool.nl – lesmateriaal – BO bovenbouw - wadden
• Plankton
• Waddenzee en trekvogels
5. uitsterven of wegwezen
12. Stelling: In 2100, Texel zal in zee verdwenen zijn.
➔Niet waar. De zee zal deze eeuw niet meer dan 80cm stijgen. De duinen
kunnen dat aan.
www.duurzameleerlijn.nl19
• Wadden
• Zeehonden
• www.waddenzeeschool.nl – lesmateriaal – BO onderbouw - wadden
• Lopen over de bodem van de Waddenzee
Creatief:
• Dieren zijn vaak via voedselrelaties met elkaar verbonden maar soms zijn
dieren en planten op een andere manier belangrijk voor elkaar.
Laat een tekening van een boom maken, individueel of in groepjes, waarin
de leerlingen zoveel mogelijk voorbeelden tekenen van planten en dieren
die van die boom profiteren.
Wie heeft de meeste kunnen bedenken?
Voorbeelden zijn:
• een boom met daarin een rups (die de bladeren eet),
• een spin die zijn web erin maakt,
• een vogel die erin rust/bescherming zoekt,
• een vogel die zijn nest erin maakt,
• een plant die in de schaduw groeit,
• mossen op de stam.
• klimop die tegen de stam groeit.
Proefje:
• Evolutie van de tuinslak, via www.evolutionmegalab.org/nl
Gastles en lesmateriaal:
Via www.kidsmovingtheworld.org - zoek onder lesmodules - planet me module 5-8.
Het is een gratis gastles met een spel over een ijsbeer en klimaatverandering.
5. uitsterven of wegwezen
Excursie:
Waddenexcursie of trekvogelexcursie in de Mokbaai.
www.duurzameleerlijn.nl20
5. uitsterven of wegwezen
5. uitsterven of wegwezen
5. uitsterven of wegwezen
5. uitsterven of wegwezen
5. uitsterven of wegwezen
5. uitsterven of wegwezen
5. uitsterven of wegwezen
5. uitsterven of wegwezen
5. uitsterven of wegwezen
5. uitsterven of wegwezen
1. In 2050 zullen deze vogels niet meer voorkomen op
Texel. Waar of niet waar?
5. uitsterven of wegwezen
2. Deze vogels zullen in 2050 op Texel broeden.
Waar of niet waar?
5. uitsterven of wegwezen
3. In 2090 heeft Texel tropische stranden.
Waar of niet waar?
5. uitsterven of wegwezen
4. In 2100 ligt Texel in de woestijn. Waar of niet waar?
5. uitsterven of wegwezen
5. Zo zal de temperatuur op Texel veranderen.
Waar of niet waar?
5. uitsterven of wegwezen
6. In 2080 ligt half Nederland onder water.
Waar of niet waar?
5. uitsterven of wegwezen
7. In 2080 zal Nederland nieuwe rivieren, meren en
eilanden hebben. Waar of niet waar?
5. uitsterven of wegwezen
8. Dit zijn de Texelse producten van 2050.
Waar of niet waar?
5. uitsterven of wegwezen
9. In 2080 zal de zeehond uitgestorven zijn op Texel.
Waar of niet waar?
5. uitsterven of wegwezen
10. In 2070 zullen dit de dieren zijn van de Texelse
jungle. Waar of niet waar?
5. uitsterven of wegwezen
11. De jaguar zal op Texel leven in 2080.
Waar of niet waar?
5. uitsterven of wegwezen
12. In 2100, Texel zal in zee verdwenen zijn.
Waar of niet waar?
5. uitsterven of wegwezen
13. In 2095 zullen er paalwoningen zijn op Texel.
Waar of niet waar?
Download