Lieveheersbeestjes tegen bladluizen (Adalia bipunctata) Adalia wordt geleverd in een doosje van 50 of 100 larven, samen met papieren zakjes om de larven in de buurt van bladluiskolonies op te hangen. Bladluizen zijn kleine plantenetende insecten met een zacht peervormig lichaam dat meestal niet groter is dan een halve centimeter, in alle mogelijke kleuren. Ze leven meestal in kolonies, aan de onderzijde van bladeren. Om aan voldoende eiwitten te geraken, zuigen de bladluizen met stekende en zuigende monddelen plantensappen op. Het teveel aan suikers scheiden ze af op de bladeren. Dat vormt een kleverige stof die we honingdauw noemen. Je vindt de luizen meestal op toppen van jonge stengels met groeiend blad en bloemknoppen, omdat de sapstroom daar veel voedingstoffen bevat. Door het wegzuigen van groeisappen veroorzaken bladluizen groeivertraging, omkrullende en vervormende bladeren, verdroging en zelfs afsterving. Nog meer schade veroorzaken ze doordat ze ziektes en virussen kunnen overbrengen. Hoe bladluizen met Adalia bestrijden? Bladluizen kunnen zich op zeer korte tijd tot een ware plaag ontwikkelen. Daarom is het van belang een bladluishaard tijdig te bestrijden. Adalia bipunctata is een inheems lieveheersbeestje dat zich met verschillende soorten bladluizen voedt. De volwassenen leggen 30 tot 50 eitjes per dag. De eitjes zijn langwerpig en geel‐oranje van kleur. Na 4 tot 8 dagen komen de eitjes uit, en gaan de larven op zoek naar bladluizen. De larve ontwikkelt zich gedurende 20 dagen, waarbij het de 4 larvale stadia doorloopt. In het vierde larvestadium stopt de larve met eten en verpopt. Het popstadium duurt ongeveer 8 dagen, waarna het volwassen lieveheersbeestje uit de pop kruipt. Deze volwassenen overwinteren op beschutte plaatsen vanaf oktober. Gebruiksaanwijzing Zet de larven uit dadelijk na ontvangst. Indien dit niet mogelijk is, kunnen de larven max. 1 tot 2 dagen in de koelkast bewaard worden bij 8 à 10°C. Het aantal uit te zetten larven hangt af van de ernst van de aantasting. Controleer elke dag en herhaal de uitzetting indien nodig. Voorbeeld : Aantal in te zetten : Rozen & bloeiende planten 3 tot 5 larven/bloeiende twijg Sierheesters (kamperfoelie, klimroos) 1 tot 2 larven/bladluiskolonie Houtig kleinfruit (aalbessen,…) 3 tot 5 larven/twijg of 10 larven/sterke aantasting Laagstam fruitbomen 10 tot 20 larven/boom of 1 tot 2 larven/bladluiskolonie Moestuin (sla, aardbei,…) 2 tot 5 larven/plant ‐ Het meest efficiënte gebruiksaantal is 1 à 2 larven per bladluiskolonie. ‐ Gebruik de papieren zakjes die worden meegeleverd bij het doosje met larven. Breng de larven met wat substraat in een papieren zakje en hang die in de buurt van bladluiskolonies. Dit kan je doen met een nietje, naald, papierklem, duimspijker… ‐ Herhaal deze handeling met de andere zakjes tot het doosje leeg is. Eventueel overblijvende larven in het doosje kunnen worden uitgezet met behulp van een fijn penseeltje. Tips : Let er op de larven niet uit te zetten net voor een periode van zware regenval, wind, koude of vorst. Zet de larven uit op reeds aangetaste planten. Plaats ze midden in de bladluiskolonies voordat die te groot geworden zijn. Zet Adalia niet uit op planten die minder dan 3 weken vooraf met insecticiden zijn behandeld. Bestrijding van bladluizen met Adalia is minder doeltreffend zonder de eliminatie van mieren die door hun aanwezigheid de efficiëntie van lieveheersbeestjeslarven kan verminderen. Plaats daarom ECOstyle lijmbanden om mieren op afstand te houden van de bladluizenkolonies. bladluizenplaag lieveheersbeestje (Adalia) eet bladluizen lieveheersbeestjeslarve mieren ‘melken’ bladluizen ECOstyle Lijmband www.ecostyle.be/natuurlijke‐bestrijding