Landelijk Speloverleg 9 februari 2014 Speltakoverleg bevers Opening en welkom Els, Maaike en Sven stellen zich voor. Er zijn twee afmeldingen. Chris van Arenthals, Jeroen van Doorne, Geert van Hoek en Vivian Prins zijn aanwezig. We gaan tijdens dit overleg, een miniworkshop spelthema/spelfiguren, hoe gebruikt de regio het regiospel, ‘wat’ organiseert de regio voor groepen en ‘hoe’ uitwisselen. De aanwezigen zien hun vragen daarmee ingevuld. Fragment 1a:miniworkshop spelfiguren Er zijn acht activiteitengebieden en de spelfiguren van de bevers komen daar ook in voor, ze hebben een voorkeursgebied maar bewegen zich ook door de andere gebieden. Er zijn ook gebieden zonder duidelijk spelfiguur (bv Sport & spel of Samenleving). Spelfiguren worden in groepen verschillend gebruikt en als personen een figuur kiezen is dat vaak op beschikbaarheid of omdat men die naam/figuur wel leuk vindt. Maar welke past dan het best bij jou? In de ruimte liggen verschillende kaartjes met daarop karaktereigenschappen van de figuren. De aanwezigen krijgen een formulier waarop ze aangeven welke eigenschappen ze ook hebben. Vervolgens zoeken ze het kaartje erbij waarmee ze de meeste links hebben. De opzet hiervan is om een spelfiguur te herkennen via je eigen karakter, dat betekend dat als je het ‘speelt’ dat het ook vanuit jezelf komt waardoor het gedrag oprecht over komt. De profielen van de spelfiguren hebben soms twee karakterpolen (vergelijk Steven met Stanley) waardoor bepaalde eigenschappen in andere terug komen, als de een je toch niet zo goed ligt is de andere pool een goede keuze. Een passend spelfiguur betekend dat activiteiten die je doet beter liggen. Fragment 1b:toepassing spelthema Zijn de groepen in de regio over op het nieuwe Hotsjietonia? De ‘actieve’ groepen die op de regiospelen aanwezig zijn, zijn allemaal over. Groepen die gezien worden bij groepsontwikkeling vaak niet. Regioactiviteiten worden er niet op aangepast, deelname is keuze van een groep. Gevraagd wordt naar hoe groepen in de regio het spelfiguren toepassen. Groepen hebben b.v. leiding in themakleding. Soms wisselen de themafiguren per opkomst en worden ze gebruikt voor een programma, ook de badges worden voor programma’s gebruikt. Als voorbeeld wordt gegeven dat ze bv vanuit een verhaal (de fantasiewereld) het naspelen waardoor het interactief wordt. Ook gebruiken groepen de themafiguren vaak als leidingnamen. Personen hechten aan namen als die vaststaan. Bij regiospelen zijn (alle toegepaste) spelfiguren aanwezig. Die worden gelinkt naar het openingsverhaal. De figuren worden uit één groep gehaald, extern geregeld (bv explorers, roverscouts) of deelnemende groepen leveren allemaal een figuur. Ook de organisatie is verschillend, er zijn regio’s die het vanuit een groep (of kernteam) opzetten en regio’s waar ze de activiteitengebieden verdelen over de deelnemende groepen. Het aantal deelnemers loopt ook uiteen, van 60-80 over 6 tot 10 groepen tot bijvoorbeeld 200 kinderen. Fragment 1c:ondersteuning spelthema Gevraagd wordt hoe vanuit de regio’s de groepen geholpen worden met werving. In de RPO’s (Regionale Programma Overleggen) wordt het ledenaantal van de bevergroepen besproken en tips gegeven voor werving/uitwisseling. Vervolgens hebben we gesproken over hoe het functioneert bij kleine groepen en (extreem) grote groepen. Dit laatste is wat lastiger voor te stellen maar we weten dat er grote groepen zijn en ook zoals de kleinere groepen anders functioneren, bijvoorbeeld door taakverdeling met een (tweede organiserend) spelondersteunend leidingteam naast een uitvoeringsteam. Dit laatste wordt niet direct als positief ervaren, vanwege het inleven in de kinderen, het daar samen mee uitvoeren is voor aanwezigen het grootste plezier. Het roept verschillende vragen op zoals hoe houden ze het leuk voor stafleden die langer blijven en is er uitwisseling tussen de speltakken mogelijk. Hierover is weinig bekend. Introductie nieuw spelthema, het is nu ruim drie jaar na introductie op de landelijke Bever-Doe-Dag. De verandering was wel ‘veel in een keer’, voor bevers was alles in een keer anders, positief was dat het ‘kant-en-klaar’ en kwalitatief goed in elkaar gezet was. Erg gewaardeerd wordt dat er zaken nu aansluiten op de andere speltakken, zoals activiteitengebieden, badges, Scoutfit enz. Fragment 2:Regiospelen en spelbrochure Wordt positief ervaren en is toegevoegde waarde. Dat de spelbrochure van te voren doorgelezen kan worden maakt het ideaal, voor het regionaal overleg kunnen groepen dan al doorlezen en kiezen. Doorloop in het thema is leuk, verhaal is goed uitgewerkt voor de bevers, geeft een goede rode draad. De uitgewerkte spelen zijn fijn om mee te werken, ervaren wordt dat groepen het fijn vinden dat ze niet zelf iets hoeven te bedenken, soms passen ze het aan op de locatie, groepsgrootte enz. Heel soms zijn er groepen die graag zelf iets bedenken of een leuke activiteit uitgewerkt hebben en gebruiken. Vaak kiest leiding voor activiteiten met minste voorbereiding. Fragment 3a: Organisatie regioactiviteiten Gevraagd wordt of de doorlopende leerlijn gebruikt wordt. Voor de Bever-Doe-Dag is dit gemakkelijk, bij andere activiteiten wordt het als lastiger ervaren. De regiospelbrochure vraagt soms wat interpretatie vanwege de deelnemersomvang (groepsgrootte van de regio). Een aantal spelen worden uitgewerkt, activiteitengebieden ook uitgezet, het aantal activiteitengebieden wordt soms als veel ervaren. Na overleg hierover wordt als suggestie gegeven om dan bv ‘Sport en Spel’ te laten vallen, spelvormen komen vaak in andere activiteitengebieden ook voor en wordt in groepen zelf vaak gedaan. De activiteitenroulatie gebeurd op de dag door bijvoorbeeld ‘het waslijnsysteem’, ‘veldenrouleersysteem’ of ‘uitruilsysteem’. Groepen worden vaak gemixt samengesteld, hiervoor worden ‘kleurkaarten’ gebruikt omdat het ook leuker is voor de kinderen, wel worden bepaalde kinderen bewust met dezelfde kleur bij andere kinderen of leiding geplaatst. Groepen zijn meestal met twee groepen bij elkaar waarbij er een leiding meegaat of soms explorers die groepen begeleiden en de staf dan op posten staat. Kanttekening bij dit laatste is dat deze verantwoordelijkheid niet direct past in de leerlijn t.o.v. explorers en begeleiding door eigen leiding voor bevers prettiger is: de activiteit geeft al veel (gedrags)veranderingen voor bevers waardoor het fijn is begeleiding die het kind kent daar op kan inspelen, is wel ook afhankelijk van de grootte van de regio (bv een Bever-Doe-Dag van 3 groepen op bekende locatie). Groepen laten kinderen brengen door ouders, of leiding rijdt zelf met de kinderen, is afhankelijk van de afstand en gebruiken in de groep. Fragment 3b:Opzet regioactiviteiten Het aantal activiteiten verschilt per regio. Minder actieve regio’s organiseren alleen een het regiospel. Vaak zijn er twee regioactiviteiten, die sluiten dan wel aan op de andere speltakken. Als de bevers dan een speurtocht doen in de middag is er voor de welpen een avondspel en scouts een nachthike. Een actievere regio heeft bijvoorbeeld 4 activiteiten per jaar die afgestemd worden in de RPO’s, bijvoorbeeld in januari een Hotsjieparty (beverdisco op de avond met spelen en limonade), een beversportdag (sporthal) in maart, de Bever-Doe-Dag in juni en een beveruitje (indoorspeelpark ofzo) rond oktober. In sommige regio’s worden zwemactiviteiten voor bevers georganiseerd (spetterfestijn). Bevers zitten in een leeftijd waarbij veel (nog) bezig zijn met hun zwemdiploma en zwemmen best spannend is. Zoiets kan bijvoorbeeld in een laag deel van een zwembad, er zijn (grote) zwembaden waar de hele vloer verhoogd kan worden, toezicht lijkt een uitdaging. Op een groot veld met veel (kleine) zwembadjes, zwenksproeiers en waterspelletjes zou kunnen. Sluit in principe niet aan op de doorlopende leerlijn tenzij er een relatie ligt vanuit (watergroepen met) regionale zwemwedstrijden. Voor (water)groepen is het als activiteit passender. De landelijke Bever-Doe-D-ag werd als erg leuk ervaren. Vraagt organisatorisch wel veel van deelnemende groepen en is best intensief en indrukwekkend voor de (be)geleiding die tussen al die bevers hun kinderen steeds weer moesten tellen. Veel leuke reacties van groepen uit de regio’s gehad, ook nu nog, zou eens in de zoveel tijd gedaan moeten worden. Sluiting en borrel We sluiten het overleg af en aanwezigen worden uitgenodigd om na te praten op de borrel.