De bever

advertisement
De bever
In de natuur
• De bever staat bekend als “bomenveller”
Bevergebied in
Gedinne,
Belgische Ardennen
en dammenbouwer …
Franse Ardennen
Beverdam in de Franse Ardennen,
dicht bij Gedinne – augustus 2010
Beverdam in de Belgische
Ardennen, Schönberg, dicht bij
de Duitse grens – januari 2012
ijverige werkers
• Met hun lange scherpe snijtanden knagen ze een 8 cm dikke
boomstam in 5 minuten door.
• Voor een zeer grote boom hebben ze vaak dagen of soms zelfs
weken nodig en er wordt ook door meerdere dieren aan dezelfde
boom gewerkt.
• Zoals te begrijpen is hebben de bevers een voorkeur voor zacht
hout, bijvoorbeeld populieren, espen, elzen of wilgen die voor de
mens niet van zo’n groot economisch belang zijn.
• Hun snijtanden groeien zoals bij alle knaagdieren tijdens hun hele
leven door en worden alleen door regelmatig gebruik op de juiste
lengte gehouden.
• Van een gevelde boom worden het loof en de twijgen opgegeten,
de stam en de grotere takken worden in kleinere vervoerbare
stukken geknaagd en gebruikt bij de bouw van de dam en de
burcht.
Bevergebied in Franse Ardennen augustus 2010
Voeding
Bevers zijn knaagdieren. Ze
eten uitsluitend plantaardig
voedsel. Hun lievelingsmaaltijd
is moerasspirea, een
geneeskrachtige plant, net als
de wilgenbast.
Als er geen moerasspirea is, in de herfst
en winter, eet de bever andere planten. In
de herfst heeft hij nog een voorraad
kruidachtige planten en takken onder
water. In de winter eet hij voornamelijk
schors van bomen.
De woning van de bever: zijn burcht
Burcht in Gedinne augustus 2010
De woning van een bevergezinnetje
ligt altijd deels in het water. Het lijkt
wel wat op een kasteel met een
gracht er omheen, en wordt daarom
een burcht genoemd.
Vader en moeder bever zoeken voor hun burcht eerst een goed plekje uit. Meestal
aan de waterkant, dicht bij een bos met de juiste soort bomen. Daarna rollen ze
stenen naar die plek tot het hoog boven het water uitsteekt. De ruimte tussen de
stenen wordt met modder dichtgesmeerd en hele plek wordt dan met takjes
verstevigd. Voor de buitenkant van de burcht zoeken de bevers dikke takken en
boomstammen. Als dat tot een stevige berg in elkaar is gevlochten smeren de bevers
ook daar nog wat modder op. Een beverburcht is echt een veilig kasteel. Je kunt er
gerust op gaan staan.
Geen voordeur ?
Van buiten zie je nergens een
voordeur of raampjes. De deur ligt
namelijk onder water. Dat doen
bevers niet voor niets. Roofdieren
lusten graag een jong bevertje,
maar de meeste roofdieren houden
niet zo van water. De bevers vinden
het niet zo erg om elke keer onder
water te moeten duiken om binnen
te komen
Gedinne augustus 2010
Schönberg januari 2012
Overstrominkje spelen
Midden in de beverburcht ligt het hol (de ketel). Dat ligt gelukkig zo hoog dat het
nooit nat wordt. Op de bodem liggen houtsnippers (beverchips), blaadjes en dunne
takjes. Recht boven het hol is geen modder tussen de takken gesmeerd. Daar kunnen
frisse lucht en een heel klein beetje licht naar binnen komen.
Als het water rond de beverburcht gaat zakken wordt het tijd om een dam te bouwen.
Bevers bouwen dammen in riviertjes of beken. Aan de kant waar het water naartoe
stroomt leggen ze takken in het water en smeren er modder tussen. In een rivier
stroomt het water van de ene naar de andere kant. Als er een dam in de rivier ligt
wordt het water tegengehouden. Het kan niet meer weg en het komt steeds hoger te
staan. Snel is de ingang van het beverhol dan niet meer te zien.
Bij hevige regenval of bij de dooi van veel sneeuw gebeurt het dat de beverburcht
onder water dreigt te komen. De bever breekt dan zijn eigen gebouwde dammen
terug af en voorkomt zo dat zijn woning onder loopt. Hij zet dus het gebied waar in hij
met zijn gezin woont (zijn leefmilieu) volledig naar zijn hand, de perfecte
waterhuishouding!
Nat gebied met struiken, bomen,
moerasspirea, …
Het gebied natter maken, daar zorgt hij
met zijn dammen zelf voor. Daarnaast
bouwt hij ook aan zijn eigen
waterwegen. Het is opletten in het
bevergebied, je vindt er veel kanaaltjes
die soms behoorlijk diep zijn!
Supermarkt onder water
• Bevers eten in de zomer het liefst verse groene blaadjes en wortels
van planten. Maar ze trekken in de winter niet naar warme landen.
Wat eten ze dan als de bomen kaal zijn en er geen verse blaadjes
meer? Gelukkig weten bevers dat onder de schors van bomen nog
een sappig groen laagje zit. Met hun sterke tanden kunnen ze daar
makkelijk bij.
• Maar bevers hebben nog iets anders uitgevonden: ze trekken aan
het eind van de zomer honderden takken met groene blaadjes
onder water en steken die rechtop in de modder. Zo maken ze een
hele onderwatertuin. Lekker fris in hun eigen “koelkast”. De
bladeren drogen daar niet uit en blijven bijna de hele winter groen.
Zo is er altijd wat te eten.
Voor
Gebied met aangeplant naaldbos
waar nog geen bever aan het werk
is geweest.
Na
Enorm rijk moerasgebied
ontstaan na de bouw van
beverdammen. Daar
profiteert duidelijk niet
alleen de bever van!
Zo’n gebieden helpen tegen
overstromingen.
Sociale dieren die voor elkaar zorgen
• Bevers zijn echte gezelschapsdieren. Mannetje en vrouwtje
blijven hun hele leven bij elkaar en de jongen blijven ook
nog heel lang thuis.
• Zelfs als er nieuwe jongen zijn geboren wonen er nog vaak
wat oudere broers en zussen in de burcht. Die helpen
vrolijk mee om voedsel voor de kleintjes te verzamelen.
• In een beverburcht leven vaak ook andere knaagdieren.
Ook andere knaagdiertjes voelen zich er vaak heel prettig,
en als ze niet te veel in de weg lopen jaagt vader bever ze
niet weg.
Veiligheid
• Bevers zijn nachtdieren. Ze dutten overdag in
hun burcht en komen er pas bij zonsondergang
uit.
• Hun kleine oogjes en oortjes zitten helemaal
boven in de kop. Als een soort nijlpaard kan een
bever alles boven water zien en horen terwijl
zijn eigen grote lijf niet te zien is.
• Onder water vinden ze ook in het donker de weg
door te voelen met hun lange snorharen.
• Bevers houden geen winterslaap.
Stralend witte lach
De voortanden van bevers zijn niet alleen heel groot, maar ook nog eens knal-oranje.
Veel tekenaars vinden die kleur niet zo fris, dus geven ze de bevers stralend witte
tanden. Dat is dus een beetje liegen.
Die oranje kleur van hun tanden hebben bevers niet gekregen door veel worteltjes te
eten. Op de voorkant van de tanden zit een hard laagje glazuur, net als op kopjes en
schoteltjes. Bevertanden zijn nóg harder dan die van muizen, en dat komt door een
speciale oranje stof die in het glazuur zit. Bevers kunnen daardoor met gemak aan hout
knagen zonder dat hun tanden er van stuk gaan. De tanden slijten aan de achterkant
wel, maar ze blijven steeds doorgroeien.
Download