Liturgische suggesties bij de kerkdienst

advertisement
Liturgische suggesties bij de kerkdienst
door drs. A.P. Berensen, predikant in Nieuw-Vennep, www.berensen.nl
Jullie zijn het zout der aarde.
Matteüs 5:13a
Voorstellen voor een thema
 ‘Deel je leven’
 ‘Opzouten en wegwezen’
Het eerste thema wordt aangeleverd door de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk. Het sluit
bovendien aan bij de vierde missionaire ronde van het programma Missionair Werk en Kerkgroei van
diezelfde organisatie. Om deze reden heeft onderstaande schets een missionaire spits.
Het tweede thema klinkt brutaler en minder ‘moralistisch’, en kan daarom aansprekender zijn wanneer
deze schets wordt gebruikt voor diensten waarin jongeren of (be)zoekers verwacht worden. De prettige
spanning in deze thema-aanduiding wekt meer nieuwsgierigheid dan het bravere ‘deel je leven’.
Bij de zondag
Startzondag wordt in de meeste gemeenten gehouden op de tweede of derde zondag van september.
Wanneer Startzondag goed is ingebed in de bredere context van de gemeente, mogen er in deze dienst
extra jeugd, jongeren en ‘randkerkelijken’ verwacht worden. Een toegankelijke preek met één duidelijke
spits is dan gepast.
Afbakening van de lezing
Mede hierom stel ik voor het bij één Schriftlezing te houden. De afbakening kan naar gelang de setting van
de dienst breder of smaller genomen worden. Een bredere lezing (Mat. 5:1-16) maakt de context van de
woorden over het zout beter duidelijk, terwijl de smalst mogelijke afbakening (vers 13) tot voordeel heeft
dat genoemde bijzondere doelgroepen de centrale boodschap beter kunnen volgen.
Wie toch, vanuit gewoonte en/of principe, twee Schriftlezingen wil gebruiken, kan voor de lezing uit het
Oude Testament denken aan de twee oudtestamentische teksten die hieronder bij ‘relatie tot het Oude
Testament’ worden genoemd.
Context
De Bergrede behoort tot de meest ‘bepreekte’ bijbelse stof en is daarom vrijwel elk regelmatig kerkgaand
kerklid bekend. Minder aandacht is er vaak voor de context waarin deze woorden van Jezus over zout
staan: ze worden in één adem uitgesproken met de zaligsprekingen (Mat. 5:1-10) en met woorden over
vervolging (Mat. 5:11-12).
Al te snel zijn de Schriftwoorden over het zoutend zout en het licht-op-de-berg verstaan als
actieprogramma voor een missionaire kerk. Zij worden dan opgevat alsof zij gelovigen zouden opdragen via
activiteiten en goede daden het onderscheid in de wereld te gaan maken. Gelovigen worden dan in de rol
gedrukt van zelfbewuste, stoere christenen die ‘de wereld wel eens even zullen laten zien waar het geloof
voor staat’.
Maar de Heer spreekt deze woorden in een context die een geheel andere sfeer ademt dan die van
activisme, maakbaarheid en stoerheid. De zaligsprekingen prijzen juist de nederigen (vers 3), treurenden
(vers 4), zachtmoedigen (vers 5) en andere bescheiden persoonlijkheden gelukkig (vers 6-12). De klankkleur
van die woorden resoneert na in de woorden die er in deze perikoop direct op volgen (vers 13-16). De sfeer
van opofferen, afzien en dienen wordt opgeroepen – misschien niet de eerste werkwoorden waar wij aan
denken als het missionair werk gaat. We horen liever stoere zendingsverhalen over massale bekeringen,
waarin vooral anderen dan onszelf (zendelingen, pioniers) de hoofdrol hebben.
De beelden van zout en licht vullen elkaar wederzijds aan. Bij het zout wordt vooral het ‘waardeloze’ van
vervuild zout naar voren gebracht, terwijl bij de lichtmetafoor eerder de nadruk ligt op de vanzelfsprekende
verbinding tussen christen-zijn en getuige-zijn.
Exegetische opmerkingen bij het kernvers
De moeite waard is het lemma ‘zout’ uit P. Schelling e.a., Symbolen uit de Bijbel, Zoetermeer z.j. (gratis
online te lezen via deze link). Daarop aanvullend het onderstaande.
Zout (halas) zoals wij het kennen en zoals het in bijbelse tijden gebruikt werd, verschilt op twee belangrijke
punten van elkaar:
1. Kostprijs
Zout kost in de supermarkt pakweg 0,48 euro per kilo. Strooizout nog minder: 0,38 cent per kilo. Wij
hebben zoveel zout voorradig, dat levensmiddelenproducenten het beschouwen als een goedkoop
wondermiddel om smaak te verbeteren. Volgens het Voedingscentrum krijgt 85% van de Nederlandse
bevolking te veel zout binnen. Zout is zó goedkoop, dat wij het met tonnen tegelijk op straat gooien om
vorst te bestrijden.
In Jezus’ tijd was zout echter een zeldzaam goed – en daarom ook kostbaar. Zo is het in de
wereldgeschiedenis overigens ook lang gebleven: het latijnse Sal (Frans: sel) herkennen wij nog in ons
woord salaris. Zout was namelijk lange tijd dermate kostbaar, dat het als betaalmiddel kon gelden: ‘zout is
goud’. Men kan ook denken aan de VOC-tijd, waarin allerhande specerijen van ver moesten komen die nu
bij Albert Heijn om de hoek liggen. Ook peper was om die reden letterlijk peperduur.
2. Bederfelijkheid
Zout is tegenwoordig zeer lang houdbaar. Vocht is haar grootste bedreiging: zout dat lange tijd niet
gebruikt wordt, gaat samenklonteren. Het zout zelf blijft daarbij echter zuiver.
In Jezus’ dagen was dit anders. Israël won haar zout met name uit de Dode Zee. Het water van de Dode Zee
bevat veel mineralen en ook algen. Zeezout, gewonnen uit de Dode Zee, was daarom verre van zuiver. Bij
het bewaren overheersen de smaken van mineralen en algen die van het zout, waardoor het zout zijn
smaak – en functie – verliest. Dat onomkeerbare proces maakt dat het ‘nergens meer voor dient’ (Mat.
5:13b).
Voor het overige van dit vers lette erop dat de Heer Jezus hier geen opdracht geeft, maar een feit
constateert: ‘jullie zijn het zout der aarde’. Het is geen mogelijkheid, streven of wens dat te zijn, maar een
natuurlijk gevolg van discipelschap.
Relatie tot het Oude Testament
Het bijzondere is dat bij veel verbondssluitingen óók dat zout een rol speelt. In Numeri is bijvoorbeeld
sprake van ‘een altijddurend verbond, een met zout bekrachtigd verbond’ (Num. 18:19). Zout symboliseert
hier primair iets van kostbaarheid: een ‘gezouten verbond’ is een verbond dat niet meer verbroken kan
worden. Zoals gezouten etenswaar niet snel bederft (haring, pekelvlees, stokvis), zo kent een eenmaal
gesloten verbond tussen God en Zijn mensen geen houdbaarheidsdatum. Gods liefde kent geen grens in de
tijd!
Spannend is ook de parallel met de vrouw van Lot die bij het achteromkijken in een zoutpilaar veranderde
(Genesis 19:26). Een prediker met moed durft losjes verbinding te leggen tussen het achteromzien van Lots
vrouw met de kerkelijke actualiteit: zie ook hieronder bij ‘gedachten voor de verkondiging’.
Gedachten voor de verkondiging
Het beeld van het zout kent verschillende betekenislagen: voor de verkondiging bergt zich zowel een kracht
als een gevaar in zich. Dit bijbels beeld kan krachtig worden ingezet, omdat de prediker speels verbindingen
kan leggen tussen eigentijdse ervaringen met zout en de bijbelse betekenis ervan. Het gevaar is aanwezig
dat die verbindingen al te speels of associatief worden, waardoor de eenduidigheid van Jezus’ woorden in
Matteüs 5:13 verloren gaat in de verkondiging.
Laat de spreker vooral duidelijk maken dat Jezus deze woorden – over de hoofden van zijn eerste leerlingen
heen – aan ál zijn leerlingen uitspreekt. Missionair werk is in onze tijd geen ‘ver-van-ons-bed’-show meer,
en ook niet langer voorbehouden aan beroepskrachten zoals zendelingen. De Evangelisatiecommissie van
elke plaatselijke gemeente zou net zo groot moeten zijn als het totaal aantal gelovige leden daarvan.
Ik kies er hier voor geen ‘hapklare’ preeklijn weer te geven. Daarvoor is de vormgeving van
Startzondagdiensten in de diverse gemeenten te groot: het varieert van zangdiensten tot jeugddiensten,
van zoekersdiensten tot ‘reguliere morgendiensten’. Verkondiging kan nooit zonder maatwerk!
Wel reik ik drie kerngedachten aan die stapsgewijs in de verkondiging verwerkt kunnen worden. De
kerngedachten dragen een trinitarische structuur in zich:
- zout en God de Vader
Wij gebruiken zout vaak om haar conserverende of reinigende werking (badzout, haring, stokvis). In
het Oude Testament werd zout vaak gebruikt bij verbondssluitingen. Als God de Heer zich eenmaal
liefdevol aan gelovigen verbindt (doop!), dan doet Hij doet met liefde die geen houdbaarheidsdatum
kent.
- zout en God de Zoon
Zout was in bijbelse tijden zeer kostbaar. Gods verbond met gelovigen is geen ‘goedkope’
verbintenis. Hij betaalde de hoogste prijs om die verbondenheid aan ons te kunnen vasthouden: zijn
Zoon Jezus had Hij voor onze redding over. Zo ‘blijven wij bewaard’ te midden van een wereld die
vaak niet van God wil weten.
Bovendien gaat Christus elke gelovige voor in het juiste spoor door dit leven: én volledig in deze
wereld aanwezig, én zuiver blijven voor God. In dat evenwicht bewoog Christus zich op aarde –
zonder ooit te dwalen. Dat spanningsvolle evenwicht dienen ook wij te zoeken: ‘in de wereld, maar
niet van de wereld’.
De uitdrukking ‘opzouten en wegwezen’ kan hier worden ingevlochten: het stamt uit de tijd dat in de
scheepvaart producten (opge)gezouten werden om het tijdens de reis onderweg goed te houden.
Wie in Christus gelooft, is in Hem ‘veilig’ om de wereld in te gaan om daar gelovig verschil te gaan
maken.
- zout en God de heilige Geest
De smaak van zout komt beter tot z´n recht als het niet samenklontert. Denk daarbij aan de kerk: de
tijd van verzuiling is voorbij! Naast alle zorgen die dat met zich meebrengt (secularisatie,
kerksluitingen) brengt het de vraag naar onze missionaire roeping weer haarscherp in beeld. Dat is te
duiden als winst. De kerk mag ‘niet klonteren’: als een kliekje veilig in de haven van haar eigen gelijk
blijven liggen.
Laat de kerk ook niet zijn als de vrouw van Lot. Haar terugblik naar haar verleden maakte haar tot
een zoutpilaar. Ongezonde nostalgie naar de kerk van vroegere dagen verlamt. Kerkzijn anno 2016 is
niet weemoedig achterom kijken of angstig om je heen kijken maar gelovig opzien. Want in zwakheid
is God machtig, de Heer prijst stumperds en sloebers gelukkig – met kleine gelovigen kan God grote
dingen doen. Elke christen afzonderlijk zou als een zoutkorrel moeten zijn: weliswaar klein en
bescheiden – soms haast onzichtbaar voor anderen – maar kostbaar in Gods ogen en voor Hem zeer
bruikbaar. Missionair werk is niet primair een kwestie van nieuwe spectaculaire activiteiten, een
strakkere PR of vlotte babbels over geloof. Het draait eerder om het persoonlijk netwerk van elke
afzonderlijke gelovige: dáár mag hij/zij in alle kwetsbaarheid en bescheidenheid smaakmaker in de
eigen dagelijkse leefwereld zijn. Het nieuwe zendingsveld ligt op de kantoorvloer, aan een
keukentafel of op de verjaardag van je beste vriend volgende week dinsdagavond…
Creatieve vormen
Een creatieve vorm behoort de kernboodschap van de verkondiging te ondersteunen. Het beeld van het
zout is herkenbaar en spreekt aan. Het leent zich bovendien uitermate goed voor visueel of smaakgericht
aanschouwelijk onderwijs:
 Neem twee doorzichtige, dikwandige en magnetronbestendige glazen. Doe in beide glazen even
veel keukenzout. Zet één glas weg. Neem het andere glas en zet het glas vol kraanwater. Laat het
enkele uren staan, en giet dan het water dat boven het zout staat
voorzichtig uit het glas weg. Zet het glas nu – met het natte zout – in de
magnetron zodat het water verdampt en er alleen zout overblijft. Dit
gebeurt op het punt dat het glas net te heet is om aan te pakken
(ongeveer 3 minuten, afhankelijk van het vermogen). Neem het geheel
voorzichtig uit de magnetron en laat het langzaam afkoelen. U zult zien
dat het zout in dit glas één brok is geworden: je kunt het glas op z’n kop
houden terwijl het zout erin blijft. De twee glazen staan voor twee
modellen van kerkzijn: zijn christenen bestemd om ‘veilig en gezellig
samen te klonteren’, of zijn zij geroepen om elk hun eigen leefwereld in
te gaan om daar verschil te maken? En: hoewel de ‘losse zoutkorrels’
klein zijn – en individuele christenen soms onzichtbaar voor de buitenwereld lijken – bereiken zij
hun doel meer dan de ‘zoutpilaar’ uit het andere glas.
 Bereid een gerecht met en zonder zout en laat kinderen proeven (patat!). Wat is het verschil? Wat
zou de Here Jezus met zijn woorden bedoelen?
Liederen
De genoemde liedsuggesties zijn gekozen bij de Schriftlezing en het zout-thema. Zij kunnen verder
aangevuld worden met zelfgekozen liederen die passen bij de start van een nieuw kerkelijk seizoen.
Psalmen (NB):
 Psalm 12 (Breng redding, Heer, de vroomheid is geweken)
 Psalm 47 (Volken weest verheugd)
 Psalm 67:2 (De volken zullen U belijden)
Liedboek 1973:
 Gezang 481:1 en 2 (regel 4, vers 1: laat ons het zout der aarde zijn)


Gezang 20:1 en 7
Gezang 330
Liedboek, zingen en bidden in huis en kerk (NLB):
 NLB 838:1,2 (regel 4, vers 1: laat ons het zout der aarde zijn)
 Het gebed van Franciscus van Assisi op pag. 1355
 NLB 975 (regel 7, vers 3: ga met zaligen en zoekers)
Hemelhoog:
 De hele rubriek ‘missionaire liederen’ is dienstbaar aan het thema: 668-678
 671 (delen)
 676 (licht-metafoor, vgl. Mat. 5:14-16)
 683 (laat mij zijn een instrument)
Evangelische Liedbundel:
 398 (Handen heb je om te geven)
 390 (Maak ons tot een stralend licht)
 388 (Laat heel de wereld het zien)
Download