In dit geval hebben wij vier House Bill of Lading.

advertisement
1
STAGEVERSLAG
1.1
Voorstelling van het bedrijf
1.1.1
Geschiedenis
Tijdens de late 19de eeuw had de snelgroeiende economie nood aan nieuwe
transportoplossingen, capaciteiten en bovenal aan nieuwe ideeën.
Op 1 juli 1872 richt Gottfried Schenker in
Wenen samen met twee partners het
expeditiebedrijf Schenker & Co op. Deze drie
ondernemers hadden het idee om kleine
zendingen te consolideren tot grotere
eenheden. Dit idee zou later gaan leiden tot
een volledig nieuw en betaalbaar systeem van
goederenvervoer per spoor, weg, zee- en
binnenvaart.
Figuur 1.1: Schenker & Co
In 1873 vond de eerste geconsolideerde zending van het expeditiebedrijf Schenker & Co
plaats per spoor van Parijs naar Wenen.
Een jaar later worden er kantoren gevestigd in Republiek Hongarije, Republiek Roemenië
en de Tsjechische Republiek.
Rond de eeuwwisseling begon Gottfried Schenker interesse te tonen in rederijen. Hij
besloot transporten te organiseren doorheen de Middellandse Zee.
Niet lang daarna doorkruisten schepen met de namen ‘Gottfried Schenker’ en ‘Betty’ de
Atlantische Oceaan.
De succesvolle aanpak: “House to House transport met
één expediteur” zorgt er al snel voor dat Schenker & Co
marktleider wordt. Het bedrijf was in staat om beter en
sneller tegemoet te komen aan de wensen en eisen van
klanten dan zijn concurrenten.
Figuur 1.2: Gottfried Schenker
In 1901 overlijdt Gottfried Schenker en wordt hij
opgevolgd door zijn adoptiezoon Dr. August SchenkerAngerer.
Het bedrijf blijft succes kennen en in 1913 wordt in New York het eerste kantoor buiten
Europa gesticht.
Ondertussen tracht het bedrijf de mogelijkheden van moderne technologie zo consequent
mogelijk te benutten. Hierbij wordt vooral aandacht besteed aan opkomende methodes
van telecommunicatie.
Na Wereldoorlog I, in 1918, focust het bedrijf zich op de service van expreszendingen,
regionale expeditie en verwijdering van de restanten van de oorlog.
In 1931 werden de eerste containerverschepingen geïntroduceerd.
De eerste fundamenten voor een Schenker bedrijf in België worden in 1954 gelegd.
In 1991 wordt Schenker overgenomen door Stinnes AG. Hierdoor wordt het bedrijf
opgesplitst in Schenker International (luchtvracht en zeevracht) en Schenker Eurocargo
(Europese baantransporten).
In 2000 volgt er een samensmelting tussen Schenker en de Deutsche Bahn voor
spoorgerelateerde logistieke services.
In de jaren die volgen gebeuren er nog vele fusies en veranderingen, die geleid hebben
tot DB Schenker.
Gottfried Schenker bezat de vereiste daadkracht
en visie. Zijn grootste baanbrekende inspanning
was de introductie van consolidatie per spoor.
Zijn idee om kleine zendingen te maken tot een
grote eenheid heeft geleid tot innovatief
vervoer: het is redelijk geprijsd, sneller en
vergemakkelijkt de distributie van goederen.
Gottfried Schenker lag aan de basis van een
toekomstgericht netwerk van vervoermiddelen,
het gebruik van informatie technologie en de
wereldwijde aanwezigheid van het bedrijf.
Figuur 1.3: DB Schenker
Voor meer dan 130 jaar lang wordt het succes van DB Schenker gebaseerd op deze
principes.
In 2010 wordt Gottfried Schenker opgenomen in de Zwitserse Logistik Hall of Fame, die
persoonlijkheden eren die belangrijk geweest zijn voor de ontwikkeling van logistiek en
supply chain management.
De Logistik Hall of Fame is opgericht in 2003 en telt ondertussen 14 logistieke mijlpalen,
waaronder Klaus-Michaël Kühne, Heinz en Huge Fiege (grondleggers van
contractlogistiek), Malcom McLean (uitvinder van de container), Taiichi Ohno (uitvinder
van JIT-concept) en Gottfried Schenker.
1.2
DB Schenker
1.2.1
Situering binnen DB Group
DB Schenker maakt deel uit van DB Group, een wereldwijde logistieke dienstverlener. DB
Group is opgedeeld in DB Bahn, DB Schenker en DB Netze.
Figuur 1.4: DB Group
DB Bahn is de nationale spoorwegmaatschappij van Duitsland. Reizen naar Italië,
Zwitserland, Oostenrijk, Tsjechië of Hongarije gebeuren vaak doorheen Duitsland.
Hierdoor speelt DB Bahn een grote rol in het Europese treinverkeer.
DB Netze is de infrastructuurbeheerder van de Duitse spoorwegen. De meest
belangrijkste taak van dit bedrijf is zorgen voor een veilig en betrouwbaar spoornet.
DB Schenker biedt logistieke diensten aan op het gebied van landtransport, wereldwijde
lucht- en zeevracht en logistieke oplossingen. Hieronder vinden we dus de eigenlijke
goederenbewegingen. DB Schenker is opgedeeld in DB Schenker Rail en DB Schenker
Logistics.
DB Schenker Rail voert expeditie opdrachten uit op het gebied van spoor.
DB Schenker Logistics voert expeditie opdrachten uit op het gebied van wegvervoer,
luchtvervoer en vervoer over water, maar ook op het gebied van contractlogistiek en
supply chain management.
DB Services verleent diensten aan alle bedrijven die deel uitmaken van DB Group. Dit
gaat bijvoorbeeld over afdelingen communicatie, ICT en security.
1.3
DB Schenker in België
In België heeft DB Schenker een netwerk van moderne logistieke centrums en kantoren
in Antwerpen, Mechelen, Waregem, Zaventem, Willebroek en Zeebrugge. De
verschillende branches zijn gespecialiseerd in logistieke oplossingen op het gebied van
landtransport, lucht- en zeevracht, specifieke projecten, opslag van goederen en value
added services.
Figuur 1.5: Situering België
1.3.1
Air Freight
Op Brussels Airport in Zaventem, bevindt zich een afdeling van DB Schenker België: DB
Schenker Air. Op deze site spelen tijdsdruk en precisie een cruciale rol. Afhankelijk van
het type goederen en de snelheid waarmee ze vervoerd moeten worden, heeft de klant
de keuze uit verschillende luchtvrachtproducten.
1.3.2
Land Transport Services
Binnen DB Schenker België zijn er twee vestigingen die zich
bezighouden met landtransport, namelijk Mechelen en
Waregem.
De departementen zijn gespecialiseerd in nationaal en
internationaal goederenvervoer over de weg, maar bedienen
andere provincies.
1.3.3
Figuur 1.6: Wegvervoer
Ocean Freight
Twee afdelingen in België zijn gespecialiseerd in vervoer over water. De branch in
Antwerpen is deze waar ik stage liep en wordt verder (3.4 Beschrijving Stageplaats)
besproken.
Sinds januari 2011 is er ook een branch geopend in Zeebrugge.
1.3.4
Logistics
DB Schenker België heeft ook een branch Logistics in Willebroek. Het FMCG-centrum is
de draaischijf voor de distributie van voedingsproducten in de Benelux. Het centrum
beschikt over flexibele opslagmogelijkheden en dit in vijf verschillende
temperatuurzones.
Dankzij dit centrum biedt DB Schenker België zijn klanten de mogelijkheid om
transporten vanuit Europese fabrieken te optimaliseren en te combineren met
teruglading uit nabij gelegen industrieën.
1.4
Beschrijving Stageplaats
1.4.1
DB Schenker Ocean Freight
De afdeling Ocean Freight is, net als de hoofdzetel van DB
Schenker België, in de haven van Antwerpen gevestigd.
Er zijn 5 redenen waarom DB Schenker gekozen heeft voor
haven van Antwerpen. De haven heeft een centrale
geografische ligging. Er zijn wereldwijde
vaarmogelijkheden. Antwerpen heeft goede geografische
hinterland connecties. Er is hoge productiviteit en kwaliteit
ze beschikt over efficiënte logistieke services.
de
en
Figuur 1.7: Hoofdgebouw
Adres
Warehouse
Warehouse
Details
Noorderlaan 147
2030 Antwerpen
Wilmarsdok Site
416
Surface: 7.800 m²
Height: 9m
8 laadkaaien
Figuur 1.8: Algemene gegevens
1.5
Services
DB Schenker Ocean Freight heeft als hoofdactiviteit het importeren van containers. Bijna
60% van alle zendingen die bij DB Schenker Ocean worden behandeld, zijn zendingen die
geïmporteerd worden. De overige bewegingen zijn exportbewegingen.
Veel van deze geïmporteerde containers bevatten LCL zendingen en moeten nog verdeeld
worden in het magazijn.
DB Schenker Ocean Freight tracht elke klant een optimale manier van verzenden aan te
bieden.
Zoals ieder groot expeditiekantoor biedt DB Schenker de klanten een gevarieerd pakket
van producten aan op het gebied van zeevracht. De producten gaan van port-to-port
zendingen tot door-to-door zendingen en alles daar tussenin.
1.6
Producten en diensten
Er zijn verschillende soorten producten en diensten die DB Schenker aanbiedt.
1.6.1
DB Schenker Complete
Complete zijn gegarandeerd door-to-door zendingen. De
goederen worden op de site van de leverancier geladen en
op het domein van de koper afgeladen. Het gaat hier om
FCL zendingen.
1.6.2
Figuur 1.9: FCL
DB Schenker Combine
Combine is een dienst die kleinere zendingen consolideert
zodat ze per container verscheept kunnen worden. Men
praat dus over LCL zendingen.
Op de afdeling LCL heb ik stage gedaan. Dit proces wordt verder
(3.8 Case 1: Opvolging van een LCL dossier) besproken.
1.6.3
DB Schenker Projects
Stukgoederen die te groot of te zwaar zijn om in een
container te worden verscheept, vereisen een aparte
afhandeling. Deze zendingen worden afgehandeld door het
project-team.
1.6.4
Figuur 1.12: Smartbox
DB Schenker Wine
Bieren, wijnen en gedestilleerde dranken kunnen door DB
Schenker ook getransporteerd worden.
1.6.6
Figuur 1.11: Projects
DB Schenker Smartbox
Voor goederen met een hoge waarde of bij heel gevoelige
zendingen kunnen klanten kiezen om een Smartbox bij in
de container te stoppen. Een Smartbox is een soort
transponder vergelijkbaar met GPS. De klant kan constant
gegevens verzamelen over de zending. Zoals informatie
over locatie, temperatuur, ... .
1.6.5
Figuur 1.10: LCL
Figuur 1.13: Wine
DB Schenker Marbles
Marmer en steensoorten kunnen getransporteerd worden
door DB Schenker.
1.6.7
DB Schenker Recyclabes
Ook recyclage materiaal wordt door DB Schenker
getransporteerd. Voorbeelden hiervan zijn: oud papier,
afval van kunststof, metaal, schroot en hout.
Figuur 1.14: Marbles
Figuur 1.15: Recyclabes
1.6.8
DB Schenker ICM – Integrated Cargo Management
Vanaf het begin tot de uiteindelijke levering is de
zichtbaarheid en de controle van een bestelling zeer
belangrijk. Klanten eisen de dag van vandaag steeds meer
informatie over hun zending. Zij wensen volledig
geïntegreerde supply chain diensten.
Figuur 1.16: ICM
ICM is een internettoepassing die DB Schenker aanbiedt aan klanten waarmee ze een
volledige zichtbaarheid krijgen van de zending vanaf het begin tot het einde.
1.7
Stage
Gedurende een periode van 13 weken liep ik stage bij DB Schenker Ocean Freight in
gevestigd in de haven van Antwerpen.
Ik kreeg tijdens deze stage de kans om deel uit te maken van de importafdeling.
Deze afdeling is onderverdeeld in 4 subafdelingen.
Import Manager
Belgium
Customers
Import
Operations
Customer
Service
LCL
Schenker
Houses
Figuur 1.17: LCL Afdeling
Allereerst is er de afdeling Customer Service. Deze afdeling staat in communicatie met
overzeese DB Schenker kantoren of buitenlandse vestigingen en stelt de offertes voor
klanten op. Deze afdeling verzamelt informatie waarmee andere afdelingen dossiers
openen en afhandelen.
Vervolgens is er een afdeling Schenker Houses voor zendingen die bestemd zijn voor
klanten van andere DB Schenker vestigingen. Deze afdeling verricht voornamelijk lokale
Douaneformaliteiten (inklaringen en transitformaliteiten) in opdracht van andere DB
Schenker kantoren.
De importafdeling beschikt ook over een afdeling voor Belgische klanten. Hier worden
dossiers beheerd die betrekking hebben op het importeren van volledige containers, FCL.
De zendingen zijn bestemd voor Belgische klanten die rechtsreeks in contact staan met
Ocean Freight.
Tenslotte is er nog een afdeling voor LCL zendingen. Deze afdeling behandelt de dossiers
van groepagezendingen. Door het groeperen van verschillende partijen verleent DB
Schenker een economische oplossing aan klanten wat zeker een pluspunt is. Deze
afdeling wordt in volgend hoofdstuk verder uitgelegd.
1.8
Case 1: Opvolging LCL dossier
1.8.1
LCL-zending
Less than Container Load is de
benaming voor zendingen die niet groot
genoeg zijn om een volledige container
te vullen. Door deze zendingen te
consolideren worden veel voordelen
gedaan. Ik leg dit uit met een fictief
voorbeeld:
De prijs voor het verschepen van een
container bedraagt 1000 USD.
Figuur 1.18: LCL-container
Wanneer elk van deze shippers hun zending individueel
versturen, kost dit hen elk 1000 USD. Doordat DB Schenker deze zendingen gaat
consolideren, gaat elke shipper een deel van de kosten betalen.
DB Schenker gaat er vanuit dat ze een LCL container kunnen vullen tot minimum
m³.
20
1000 USD/20 m³ komt neer op een prijs van 50 USD per kubieke meter voor DB
Schenker om breakeven te werken. Elke kubieke meter extra (bovenop 20 m³) die
verscheept wordt door DB Schenker in deze container is dus winst.
DB Schenker gaat bijgevolg een prijs van 50 USD/m³ hanteren voor deze container en
hopen dat ze meer dan 20 m³ kunnen verzamelen voor de belading van de container.
Shipper
Shipper
Shipper
Shipper
1
2
3
4
heeft
heeft
heeft
heeft
een
een
een
een
zending
zending
zending
zending
van
van
van
van
4 m³ en
4 m³ en
6 m³ en
10 m³ en
-------24 m³
betaald
betaald
betaald
betaald
200 USD
200 USD
300 USD
500 USD
------------1 200 USD
We kunnen dus besluiten dat consolideren voor een klant veel voordeliger is dan wanneer
deze een volle container moet betalen. Ook zien we dat DB Schenker in dit geval een
winst maakt van 200 USD.
Voor LCL zendingen wordt gewerkt
met twee soorten Bill of Lading.
Figuur 1.19: Master en House B/L
Een Master Bill of Lading is de
vervoersovereenkomst voor de
container en wordt opgesteld tussen
DB Schenker en de rederij. Een
House Bill of Lading is de
vervoersovereenkomst voor de
individuele stukzending en wordt
opgesteld tussen de Shipper,
Consignee en DB Schenker.
In dit geval hebben wij vier House Bill of Lading.
1.8.2
Schematische voorstelling opvolging LCL dossier
In het volgende schema toon ik de stappen dat een LCL dossier doorloopt. Vervolgens
wordt elke stap gedetailleerd uitgelegd.
4
1 2
5
3
6
7
8
9
10 11 12
Figuur 1.20: Schematische voorstelling opvolging LCL
1. Aanmaak dossier
2. Vooraankomstbericht, offerte uitschrijven, originele documenten
3. Contact rederij
a. Aankomstbericht
b. Pincode
4. Douane/kaai opdracht voor IM7T1
5. Transportopdracht van kaai naar magazijn
6. Magazijnorder voor lossen van container
7. Losrapport
8. Operationeel niveau
a. Douane/kaai opdracht aanzuiveren van IM7T1
b. Magazijnorder
c. Laat volgen
9. Transportopdracht van magazijn naar klant
10. Factureren en reserves
11. Afsluit
1.8.3
Aanmaak dossier
Om dossiers aan te maken en op te volgen hebben we verschillende documenten nodig
van de afdeling Customer Service. De benodigde documenten om een dossier aan te
maken zijn Master Bill of Lading met de verschillende House Bill of Lading en de
communicatie die verlopen is met DB Schenker kantoor overzee en met de klant.
De zending van mijn kinddossier werd geproduceerd
in Keelung, Taiwan. Vanuit hier zijn mijn goederen
per truck naar Kaohsiung, Taiwan, gebracht waar ze
in een DB Schenker magazijn gegroepeerd werden in
een container. Vervolgens zijn mijn goederen
vertrokken met het schip YM Utopia naar Antwerpen.
Figuur 1.21: Route YM Utopia
YM Utopia vertrok in Kaohsiung, Taiwan, en voer langs Yantian naar Singapore en via het
Suez Canal naar Antwerpen.
Dit schip bezocht ook de havens van Rotterdam, Hamburg en Felixstowe.
Nadat wij alle documenten ontvangen die nodig zijn voor de aanmaak van een dossier,
gaan wij bij de rederij de Estimated Time of Arrival en de Kaai waar het schip zal
aanmeren opvragen. Dit kunnen we op twee manieren: wij bellen naar de rederij en
vragen naar de inkomende dienst van YM Utopia vanuit Kaohsiung, of wij kijken via de
internettoepassing Track & Trace van de rederij.
Container No.:YMLU3013638
Container No.
Size Type
Tracking Report
Date/Time
Latest
Event
Place
On Board
KAOHSIUNG
(KAOHSIUNG TERMINAL
DC - Dry
**Vessel2011/03/17
NO.6YMLU3013638 20' cargo
Voyage:
05:39
#108/#109/#110/#111)
container
YM
**ETA at ANTWERPEN:
UTOPIA2011/04/16 15:00
18W(18W)
Figuur 1.22: Track & Trace Yang Ming
Een LCL zending bestaat uit twee soorten dossiers: een moederdossier met kinddossiers.
Een moederdossier wordt gebaseerd op de Master Bill of Lading (Bijlage 4.2.1) en
behandelt dus de geconsolideerde zending. Een kinddossier wordt gebaseerd op een
House Bill of Lading (Bijlage 4.2.2).
Het moederdossier dat ik behandelde bevatte 7 zendingen of kinddossiers. Ik bespreek
de werking van het moederdossier (Bijlage 4.2.3) en één kinddossier (Bijlage 4.2.4 en
4.2.5).
Alle dossiers krijgen bij aanmaak een uniek nummer toegekend, waarvan de eerste twee
cijfers verschillen naargelang het type zending waar het om gaat. Een moederdossier van
een LCL zending begint steeds met het nummer 21. De betrokken kinddossiers van een
LCL zending beginnen met het nummer 22.
De belangrijkste gegevens die moeten ingegeven worden bij de aanmaak van een dossier
vinden we terug op de Bill of Lading. Deze gegevens zijn onder andere:
- Bestemmeling;
- Shipped on Board Date (Actual Time of Departure);
- Agent;
- ETA.
Wanneer we de bestemmeling ingeven
in het systeem, kan het zijn dat er een
foutmelding verschijnt. Dit is een
controle in het systeem. Wanneer
klanten teveel openstaande facturen
Figuur 1.23: Credit limited reached
hebben kunnen wij niet zomaar een
dossier aanmaken.
Wij moeten deze foutmelding doorsturen naar de dienst Credit Control. Wanneer zij het
account vrijzetten, kan het dossier verder aangemaakt worden.
De datum Shipped on board is zeer belangrijk. Deze bepaalt onder andere de offerte
waarop de zeevrachtkosten worden berekend. Voor elke klant wordt er een individuele
offerte opgesteld, die periodiek aangepast wordt.
ETA is belangrijk om te bepalen wat de uiteindelijke losdatum wordt. Bij ETA worden
twee werkdagen opgeteld om de datum van lossing in het magazijn te bepalen. Op basis
van deze losdatum kan er verder gewerkt worden binnen het bedrijf. Er kan immers geen
transport en levering geregeld worden voordat de goederen zijn gelost en gecontroleerd
in het magazijn.
Het is vanzelfsprekend dat er meer specifieke informatie nodig is over de verzonden
goederen. Het is bijvoorbeeld belangrijk voor het magazijn en de transporteur om te
weten wat het gewicht en het volume van de goederen is. Verder wordt er ook een korte
omschrijving van de goederen op de dossierkaft vermeld.
Figuur 2.24 toont alle gegevens die ik ingeef bij het aanmaken van een moederdossier op
basis van Master Bill of Lading. Ik verwijderde hier en in de volgende documenten de
afzender en de consignee van de zending, evenals alle informatie die de zending aan
deze bedrijven zou kunnen linken.
2.61 20110114 OIMNTM (SJCANR) * Ocean Import Master Entry
════════════════════════════════════════════════════════════
Shipment: 2121103485
Entry-Date: 28.03.2011
Eco.Month: 04/11
STT-No.: 15870008278631
B/L No.: TWTPE4110100413
════════════════════════════════════════════════════════════
P.Load..: TWTYN/TAOYUAN
P.Dept.: TWKHH/KAOHSIUNG
P.Disch.: BEANR/ANTWERPEN
F.Dest.: BEANR/ANTWERPEN
Agent...: 302147 (
)
Carrier: YMLU/500347/YANG MING
YANG MING ( BELGIUM ) NV
Vessel.: YM UTOPIA
Voyage.: 18W
THEATERBUILDING
ShpDate: 16.03.2011
MOLENBERGSTRAAT 10
E.T.A..: 16.04.2011
2000 ANTWERPEN
A.T.D..: 16.04.2011
════════════════════════════════════════════════════════════
Cont: YMLU 301363-8
Seal: YMLD767557 (TTL: 1)
Size/Type/HzCl: 20/BX
TTL - Shipments: 7
Weight: 6922.00 kg
Cubes: 27.430 cbm
════════════════════════════════════════════════════════════
Del.Terms: FOB/Free on board
Cust.Clearance: SCC/STD. CUSTOMS CL
Figuur 1.24: Moederdossier
Figuur 2.25 toont alle gegevens die ik ingeef bij het aanmaken van een deelzending of
kinddossier. Aan de hand van dit kinddossier leg ik uit welke stappen ik geleerd heb op
mijn stage.
3.71 20110202 OIMNT (SJCANR) * Ocean Import Shipment Entry
Shipment ═══ Date ═══════ EcMo ══ HBL-No.═════════ MBL/OBL-No.═════ STT-No.══════
2221126955
28.03.2011
04/11
TWTPE4210103893
YMLUN202028580
15870008274831
═ Shipper ═════════════════════════ Consignee ════════════════════════════
║
═Transport Details ═══════════════════════════════════════════════════════
Pl. Rec...: TWKEL/KEELUNG,TAIWAN
Carrier: YMLU /500347 /YANG MING
P. Load..: TWKHH/KAOHSIUNG,TAIWAN Vessel.: YM UTOPIA
P. Disc...: BEANR/ANTWERP BELGIUM
Voyage.: 18W
A.T.D.: 16.03.2011
F. Dest...: BEANR/ANTWERP BELGIUM
E.T.A..: 16.04.2011
A.T.A.: 16.04.2011
═══════════════════════════════════════════════════════════════════
Del.Term.: FOB/Free on board
CustClrnc: SCC/STD. CUSTOMS CL
Triang: N
CentrBill:
ClrncNo..:
Remarks..: FREIGHT COLLECT
Ttl. Cont: 1
Pcs: 21
Weight:
261.00 kg
Cubes: 1.680 cbm
Figuur 1.25: Kinddossier
De zending die ik behandeld heb bevatte 21 kartons. Deze kartons
komen via een groepage container in Antwerpen aan.
De container waarin mijn zending zich bevond is een 20 FT container. Dit wil zeggen dat
hij 20 voet lang is en 8,6 voet hoog is. Dit komt overeen met een lengte van +/- 6 meter
en een hoogte van +/- 2,6 meter. (Bijlage 4.2.6)
Figuur 1.26: Inhoud container
Elke container draagt een label
technische gegevens:
-
een uniek
het land van registratie;
de eigenaar;
maximum brutogewicht;
maximum nettogewicht;
prefix.
met identificatie en
identificatienummer;
Figuur 1.27: Container
1.8.4
Vooraankomstbericht
Nadat het moederdossier op basis van de Master Bill of Lading en de kinddossiers op
basis van de House Bill of Lading aangemaakt zijn, worden ze verdeeld onder de
verschillende expediteurs.
Wanneer een expediteur een nieuw kinddossier ontvangt, gaat hij een
vooraankomstbericht of pre-advise (Bijlage 4.2.7) versturen naar de klant.
In een vooraankomstbericht wordt meegedeeld wanneer een zending onder voorbehoud
wordt verwacht en wanneer de zending wordt gelost in het magazijn van DB Schenker.
Ook wordt er in een vooraankomstbericht verzocht om DB Schenker de originele
documenten te bezorgen die nodig zijn om het dossier te kunnen afhandelen. De
benodigde documenten zijn:
- factuur;
- paklijst;
- oorsprongsbewijs (indien nodig);
- Bill of Lading.
Factuur, paklijst en eventueel oorsprongsbewijs hebben wij nodig om de goederen in het
vrije verkeer te brengen. Op basis van deze documenten worden invoerrechten, BTW,
accijnzen, anti-dumpingrechten, ... berekend.
Het principe is dat DB Schenker een originele Bill of Lading moet hebben om het dossier
verder te kunnen afhandelen.
Soms heeft men echter geen originele Bill of Lading nodig. Klant of leverancier kan
vragen aan het DB Schenker kantoor overzee om een Sea Waybill op te stellen. Wanneer
een Bill of Lading werd opgesteld als Sea Waybill, dan zal DB Schenker de
goederen/zending vrijgeven zonder voorlegging van originele Bill of Lading.
Het kan ook gebeuren dat een klant, consignee, de kosten te laat heeft betaald aan de
leverancier, of dat de periode van ontvangen van originele Bill of Lading en periode van
toekomen van de goederen in de haven van Antwerpen te kort is. In dit geval kan de
leverancier contact opnemen met het DB Schenker kantoor overzee om de originele set
van drie Bill of Lading terug binnen te brengen. Het overzeese kantoor maakt er een
surrendered Bill of Lading van door middel van een stempel en handtekening.
In deze case werd gebruik gemaakt van een Sea Waybill. DB Schenker heeft dus geen
originele Bill of Lading nodig om het dossier af te handelen.
1.8.5
Offerte uitschrijven
Offertes worden opgesteld voor bepaalde periodes en verschillen van klant tot klant. Aan
de hand van daum Shipped on board wordt de offerte (Bijlage 4.2.8) genomen waarmee
de zeevrachtkosten worden berekend.
De zeevrachtkosten worden berekend op Weight/Measurement basis. We kijken of het
gewicht in tonnage of het volume in kubieke meter van de zending het hoogste is. Met de
eenheid waarvan de nominale waarde het grootste is worden de kosten berekend.
Voor natransport worden de kosten berekend op basis van het principe “3x metend” of
op basis van laadmeter.
Bijvoorbeeld:
Een zending weegt 0,850 ton en meet 1,5 CBM.
DB Schenker hanteert een virtueel gewicht van 333kg om CBM om te rekenen.
1,5 CBM x 333kg = 499,5 kg
499,5 kg < 850 kg  de transportprijs wordt berekend op basis van kilogram
Een zending weegt 0,520 ton en meet 2,5 CBM.
DB Schenker hanteert een virtueel gewicht van 333 kg om CBM om te rekenen.
2,5 CBM x 333kg = 832.50 kg
832.50 kg > 520 kg  de transportprijs wordt berekend op basis van CBM
In deze case worden de goederen gelost op euro size pallets en zal de transportprijs op
laadmeter berekend worden.
Een laadmeter is 1 meter van de laadruimte van een vrachtwagen in de lengte
vermenigvuldigd met de volledige inwendige breedte van de vrachtwagen.
Lengte x breedte van het pallet
Breedte vrachtwagen
x
1,2 m x 1 m
2,4 m
= 0,5 laadmeter
Wanneer we spreken over een euro size pallet (1,20m x 0,80m) gebruiken we dus 0,4
laadmeter van de vrachtwagen. Wanneer we spreken over een wegwerppallet (1,20m x
1m) gebruiken we dus 0,5 laadmeter van de vrachtwagen.
0,5 laadmeter x 3 wegwerppallets = 1,5 laadmeter
Er wordt een virtueel gewicht gegeven aan de laadmeter om de transportprijs te
bereken.
DB Schenker hanteert een virtueel gewicht van 1750kg.
1,5 laadmeter x 1750
kg = 2625 kg
Figuur 1.28: Laadmeter
1.8.6
Ontvangst originele documenten
Op 25 maart 2011 ontvangen we van onze klant de originele documenten die we nodig
hebben voor de afhandeling van het dossier:
- een kopie van Seaway Bill;
- leveranciersfactuur;
- paklijst;
- Douanetariefnummers.
1.8.7
Contact rederij
1.8.7.1
Aankomstbericht
Wanneer het schip bijna gaat toekomen in de haven ontvangen we een aankomstbericht
van de rederij. Op dit aankomstbericht (Bijlage 4.2.9) vinden we de gegevens van de
elektronische vrachtlijst terug waarvan de container moet afgeschreven worden. Dit
systeem wordt toegepast om fraude te vermijden. Een container mag de kaai slechts
verlaten na afschrijving door middel van Douanedocumenten.
1.8.7.2
Pincode
Om een container te mogen afhalen van de kaai hebben wij een pincode nodig. Deze
pincode heeft de transporteur nodig wanneer hij de container ophaalt om naar het
magazijn te brengen.
Een pincode wordt pas doorgegeven aan de transporteur wanneer onze Douane afdeling
groen licht geeft dat de container op kaai mag opgehaald worden.
1.8.8
Douane/kaai opdracht voor IM7T1
Een container met LCL zendingen die toekomt in de haven van Antwerpen wordt door
een transporteur opgepikt op de kaai en naar het magazijn van DB Schenker gebracht.
In dit magazijn worden de zendingen gelost en tijdelijk opgeslagen.
Door middel van een Douane opdracht (Bijlage 4.2.10) geven wij onze Douane afdeling
de opdracht om IM7T1-documenten op te stellen. Voor elke LCL-partij vragen wij een
IM7T1-document aan. Een IM7T1 is een transit document in afwachting van een verdere
Douanebestemming. De Douaneregeling moet binnen het jaar aangezuiverd worden, of
verlengd worden door een nieuwe IM7T1 (Bijlage 4.2.11).
Een kaai opdracht is een kopie van de Douane opdracht. Deze kopie wordt gegeven aan
de kaai expediteur voor het geval er geen elektronische vrijgave wordt gegeven en de
goederen een inspectie door de Douane op kaai moeten ondergaan.
Om een IM7T1-document aan te vragen, zullen we enkele gegevens moeten afschrijven
van de elektronische vrachtlijst van het betrokken schip.
Gegevens
Datum
Artikelnummer
Verklaring
ETA van het schip/datum van elektronische vrachtlijst
Het nummer van de elektronische vrachtlijst dat overeenstemt met de
desbetreffende container
Lloydsnummer
Nummer wordt toegekend door Lloyd’s Register – Fairplay
Verblijfsnummer
Nummer, bestaande uit acht cijfers, wordt toegekend door Havenbedrijf
Itemnummer
Verdere onderverdeling van het artikelnummer
B/L nummer
Nummer van de Master B/L van de zending
Agentcode
Officiële afkorting voor de behandelende agent
Figuur 1.29: Afschrijfgegevens
1.8.9
Transportopdracht van kaai naar magazijn
Het transport van de container van de kaai naar het magazijn wordt behandeld door de
huistransporteur van DB Schenker. De transporteur verzorgt standaard het transport
naar het magazijn van DB Schenker. Er zal een transportopdracht (Bijlage 4.2.12)
moeten gemaakt worden waarop vermeld staat wanneer en op welke kaai de container
zal moeten opgehaald worden en met welke pincode hij kan afgehaald worden. Ook
wordt er vermeld wanneer en op welk adres de container leeg moet teruggeleverd
worden.
Het is zeer belangrijk om deze datums te respecteren omwille van demurrage en
detention kosten. Wanneer een volle container te lang op kaai blijft staan, vooraleer hij
opgehaald wordt, dan zullen er demurrage kosten moeten betaald worden. Wanneer een
container niet tijdig leeg retour wordt gebracht, dan moeten er detention kosten betaald
worden.
1.8.10
Magazijnorder voor lossen van container
Een magazijnorder wordt opgemaakt om het magazijn op de hoogte te brengen van de
aanlevering van een nieuwe container. De container moet worden gelost en de goederen
worden opgeslagen in het magazijn. Bij lossing worden de goederen uitgesorteerd per
House Bill of Lading.
Aan de hand van een magazijnorder (Bijlage 4.2.13) kan het magazijn keuzes maken
met betrekking tot de plaats waar de goederen moeten worden opgeslagen.
1.8.11
Losrapport
Wanneer de goederen gelost zijn in het magazijn ontvangen we een losrapport. Op dit
rapport (Bijlage 4.2.14) vinden we meer informatie over het aantal paletten, al dan niet
stapelbaar, beschadigingen, tekorten, ... .
Op het losrapport vermelden we de bootkoers en kopiëren deze zodat er voor elke IM7T1
een loslijst voorzien is. De twee documenten worden aan elkaar geniet en bezorgt aan de
verantwoordelijke expediteur.
Elke expediteur ontvangt zijn IM7T1 document en een exemplaar van de loslijst. Op deze
lijst kan hij vinden welke ceelnummer en locatie de goederen ontvangen hebben in het
magazijn.
Een ceelnummer is de interne referentie van het magazijn. In combinatie met de locatie
is het makkelijk voor het magazijn om een zending terug te vinden.
Om het zichzelf makkelijker te maken, noteert de expediteur het ceelnummer en locatie
op de dossierkaft.
Het moederdossier wordt geklasseerd in afwachting van de leveranciersfacturen. Deze
facturen zijn:
- zeevrachtkosten en toeslagen;
- transport van de container van kaai naar het magazijn;
- lossen van de container in het magazijn.
Het kinddossier kan nu operationeel afgehandeld worden.
1.8.12
Operationeel niveau
Om het operationeel niveau te kunnen afhandelen, worden eerst instructies gevraagd
aan de klant. Een expediteur moet weten wat een klant wenst op gebied van Douane
afhandeling: goederen in het vrije verkeer brengen of niet?
Nadat we instructies van de klant hebben ontvangen, kunnen we een Douane/kaai
opdracht maken.
Voor mijn dossier heb ik niet eerst instructies moeten opvragen. Deze klant heeft een
eenmalige opdracht gegeven voor alle LCL partijen. De goederen moeten ingeklaard
worden en mogen op elk ogenblik geleverd worden.
1.8.12.1 Douane/Kaai Opdracht ter aanzuivering IM7T1
Deze opdracht gaat een expediteur maken om de goederen definitief in te voeren of om
ze een andere Douaneregeling te geven.
Op deze opdracht moet de TARIC-goederencode van de goederen vermeld worden.
De regeling IM7T1 wordt aangezuiverd doordat we deze gegevens gaan laten afschrijven.
De documenten zullen samen met de Douane/kaai opdracht (Bijlage 4.2.15) aan de
Douane afdeling worden doorgegeven.
1.8.12.2 Magazijnorder
Goederen worden opgeslagen in het magazijn. Het is dan ook vanzelfsprekend dat
wanneer een klant goederen komt ophalen, wij het magazijn hiervan op de hoogte
brengen. Hiervoor maken wij een magazijnorder (Bijlage 4.2.16) op. Op dit
magazijnorder kan men vinden om welke goederen het gaat, waar ze opgeslagen zijn en
wanneer ze afgehaald worden. Hierdoor is het voor het magazijn makkelijker om een
planning te maken.
1.8.12.3 Laat volgen
Een laat volgen (Bijlage 4.2.17) wordt ook opgemaakt door de expediteur. De kaai
expediteurs leveren deze af in het magazijn.
Dit document is een verantwoordelijkheidsoverdracht en zal door de transporteur moeten
afgetekend worden als akkoord van goede ontvangst van de goederen.
Wanneer we deze documenten hebben opgemaakt en hebben doorgegeven aan de
betrokken afdelingen, zullen we het dossier aan de kant leggen in afwachting van groen
licht van de Douane.
Wanneer de goederen vrijgegeven zijn door de Douane ontvangen we een mail met in
bijlage de Douane documenten. Dit is voor de expediteur de bevestiging dat de goederen
zijn ingeklaard. Hij heeft dus groen licht om het transport te organiseren.
In deze case worden de goederen ingeklaard en ontvangen wij een IM A document
(Bijlage 4.2.18).
1.8.13
Transportopdracht van magazijn naar klant
Er wordt aan de klant een bevestiging gevraagd wanneer de goederen mogen
aangeleverd worden. Dit gebeurt telefonisch of via mail.
Zoals ik eerder al vermeld heb, heeft deze klant ons een eenmalige opdracht gegeven.
De goederen mogen op elk moment aangeleverd worden. Toch stuur ik een mail om de
klant te laten weten dat de goederen gaan aangeleverd worden (Bijlage 4.2.19).
Hierna maakt de expediteur een transportorder (Bijlage 4.2.20) en stuurt dit door.
1.8.14
Factureren en reserveren
Op het niveau van moederdossier wordt er nooit gefactureerd. DB Schenker ontvangt
voor dit dossier wel facturen, maar deze worden pro rata verdeeld naar de kinddossiers.
Het zijn eigenlijk de kinddossiers samen die deze facturen van het moederdossier
betalen.
Voor elk kinddossier worden twee facturen (Bijlage 4.2.21) opgemaakt. De eerste factuur
bevat de kosten van de zeevracht, de toeslagen, het transport en bijkomende kosten
zoals terminal handling costs, ... .
De tweede factuur bevat enkel eventuele invoerrechten en BTW.
DB Schenker heeft gekozen voor een opdeling van de factuur. Aangezien de factuur van
BTW en invoerrechten vaak zeer hoge bedragen zijn, vraagt men aan de klanten om deze
kosten zo snel mogelijk terug te betalen. Zo komt DB Schenker zelf niet in
liquiditeitsproblemen.
DB Schenker moet voor elk dossier bepaalde kosten betalen aan de leveranciers. De
leveranciersfacturen worden meestal pas ontvangen in de volgende maand. We zullen de
verwachte kosten moeten inboeken, reserveren, omdat de administratieve afdeling reeds
een andere economische maand is begonnen bij de ontvangst van de facturen. Door het
reserveren van de kosten, kan de onderneming elke maand de bruto winst bepalen.
Op het niveau van het moederdossier gaan we de kosten van de rederij, de kosten
doktractie en de kosten van lossing in het magazijn reserveren. Deze kosten worden
eerst ingeboekt op het moederdossier, maar daarna pro rata verdeeld over de
deelzendingen.
Op het niveau van kinddossier hebben we slechts één reserve: het natransport. Dit is het
transport van het magazijn naar de klant. Ook deze kosten gaan we reserveren zodat de
onderneming elke maand de bruto winst kan bepalen.
1.8.15
Afsluiten
Wanneer de factuur van de rederij met de zeevrachtkosten ontvangen wordt, wordt deze
nagekeken. Als deze klopt wordt het moederdossier afgesloten.
Wanneer de expediteur de afgetekende laatvolgen terugkrijgt en hij heeft een factuur
van het eindtransport ontvangen, wordt het kinddossier afgesloten.
1.9
Case 2: Opvolging van een FCL dossier
In het volgende schema toon ik de stappen dat een FCL dossier doorloopt. Vervolgens
wordt elke stap gedetailleerd uitgelegd.
4
1
2
3
5
6
7
8
Figuur 1.30: Schematische voorstelling opvolging FCL
1. Aanmaak dossier
2. Vooraankomstbericht, offerte uitschrijven, originele documenten
3. Contact rederij
a. Aankomstbericht
b. Pincode
4. Douane/kaai opdracht
5. Transportopdracht
6. Factureren en reserves
7. Afsluit
1.9.1
Aanmaak dossier
Net zoals bij een LCL dossier hebben we verschillende documenten van de Customer
Service afdeling nodig om dossiers te kunnen aanmaken en op te volgen. De benodigde
documenten om een FCL dossier op te starten zijn Bill of Lading (Bijlage 4.3.1) en de
communicatie die verlopen is tussen klant en Customer Service afdeling.
De zending van deze case werd geproduceerd in Taiwan. Daar is de container vertrokken
met het schip YM Unison naar Antwerpen.
YM Unison vertrok in Kaohsiung, Taiwan, en voer langs Yantian naar Singapore en via het
Suez Canal naar Antwerpen.
Dit schip bezocht ook de havens van Rotterdam, Hamburg en Felixstowe.
Nadat we alle benodigde documenten voor de aanmaak van een dossier ontvangen van
de Customer Service afdeling, gaan we bij de rederij de ETA, Estimated Time of Arrival,
en de Kaai waar het schip zal aanmeren opvragen. Dit kunnen we op twee manieren: we
bellen naar de rederij en vragen naar de inkomende dienst van Ym Utopia vanuit
Kaohsiung, of we kijken via de Track & Trace functie van de rederij.
Figuur 1.31: Track & Trace
Het grote verschil met een LCL zending is dat er bij een FCL zending gewerkt wordt met
één dossier (Bijlage 4.3.2).
Alle dossiers krijgen bij aanmaak een uniek nummer toegekend, waarvan de eerste twee
cijfers verschillen al naargelang het type zending waar het om gaat. Bij een FCL zending
zal het dossier steeds beginnen met de nummers 20.
De belangrijkste gegevens die ingegeven moeten worden bij de aanmaak van een dossier
vinden we terug op de Bill of Lading. Deze gegevens zijn onder andere:
- Bestemmeling;
- Shipped on Board Date (ATD, Actual Time of Departure);
- Agent;
- ETA (Estimated Time of Arrival).
Bij een FCL dossier is het ook de datum Shipped on board die bepaalt welke offerte
gebruikt moet worden om zeevrachtkosten te berekenen. Voor elke klant wordt er een
individuele offerte opgesteld, die periodiek aangepast wordt.
Het FCL dossier dat ik aangemaakt heb, behandelt een 20 FT container. Dit komt overeen
met 1 TEU, Twenty Feet Equivalent Unit. Dit wil zeggen dat hij 20 voet lang is en 8,6
voet hoog is. Dit komt overeen met een lengte van +/- 6 meter en een hoogte van +/2,6 meter (Bijlage 4.2.6).
1.9.2
Vooraankomstbericht
Nadat we het FCL dossier aangemaakt hebben, gaan we een vooraankomstbericht sturen
naar de klant.
In een vooraankomstbericht wordt meegedeeld wanneer de container onder voorbehoud
wordt verwacht.
Er wordt, net zoals bij LCL, in een vooraankomstbericht verzocht om DB Schenker de
originele documenten te bezorgen die nodig zijn om het dossier te kunnen afhandelen.
De benodigde documenten zijn:
- Bill of Lading;
- factuur;
- paklijst;
- oorsprongsbewijs (indien nodig).
Ook hier geldt het principe dat DB Schenker een originele Bill of Lading moet hebben om
het dossier verder te kunnen afhandelen. Tenzij het gaat om een Sea Waybill of een
surrendered Bill of Lading.
1.9.3
Offerte uitschrijven
Offertes worden opgesteld voor bepaalde periodes en verschillen van klant tot klant. Aan
de hand van de datum Shipped on board wordt de offerte genomen waarmee de kosten
worden berekend.
Bij een FCL dossier zullen we moeten kijken om welk type container het gaat om de prijs
te bepalen.
Al naargelang het gaat om een 20 voet of 40 voet container verschilt de prijs. Ook
wanneer het gaat om een High Cube container zullen er extra toeslagen zijn.
1.9.4
Ontvangst originele documenten
Op 18 april 2011 ontvangen we van onze klant de originele documenten die we nodig
hebben voor de afhandeling van het dossier:
- originele Bill of Lading;
- leveranciersfactuur;
- paklijst;
- Douanetariefnummers;
- oorsprongscertificaat.
1.9.5
Contact rederij
1.9.5.1
Aankomstbericht
Wanneer het schip bijna gaat aankomen in de haven ontvangen we een aankomstbericht.
Op dit aankomstbericht vinden we de gegevens van de elektronische vrachtlijst terug
waarvan de container moet worden afgeschreven. Dit systeem wordt toegepast om
fraude te vermijden. Een container mag de kaai slechts verlaten na afschrijving.
1.9.5.2
Pincode
Om een container te mogen afhalen van de kaai hebben een pincode nodig. Deze pincode
heeft de transporteur nodig wanneer hij de container ophaalt.
Een pincode wordt pas doorgegeven aan de transporteur wanneer onze Douane afdeling
groen licht geeft dat de container op kaai mag opgehaald worden.
1.9.6
Douane/kaai opdracht
Wanneer we het aankomstbericht ontvangen kunnen we overgaan tot de aanmaak van
de Douane/kaai opdracht (Bijlage 4.3.3).
In deze case geven wij een opdracht aan onze Douane afdeling om de goederen definitief
in het vrije verkeer te brengen. We zuiveren deze goederen rechtstreeks aan van de
elektronische vrachtlijst van de rederij.
Aan de hand van de kaai opdracht weet de kaai expediteur dat de container met een
pincode zal opgehaald worden.
Wanneer we van de Douane afdeling de IMA documenten ontvangen en de container
definitief op de kaai staat, kunnen we de klant op de hoogte brengen dat de container
klaar is om geleverd te worden.
1.9.7
Transportopdracht
Er wordt een transportopdracht (Bijlage 4.3.4) gestuurd naar de transporteur waarin we
vermelden waar de container opgehaald moet worden en waar hij geleverd moet worden.
Ook vermelden wij waar de container na lossing leeg retour moet gebracht worden. Dit
om kosten van detention te vermijden.
Ook vermelden wij bij onze transportopdracht wat de pincode van de betrokken container
is. Met deze code kan onze transporteur de container van de kaai afhalen.
1.9.8
Factureren en reserves
Voor elk FCL dossier worden twee facturen opgemaakt. De eerste factuur bevat de
kosten van de zeevracht, de toeslagen, het transport en bijkomende kosten zoals
terminal handling costs, ... .
De tweede factuur bevat eventuele invoerrechten en BTW.
Net als bij een LCL dossier moeten er reserves worden gemaakt. Op deze manier kan er
een overzicht worden gemaakt van de geschatte winst van die maand.
Figuur 1.32: Facturatie en reserves
In bovenstaande printscreen zien we de verschillende facturen en reserves die geboekt
zijn op dit dossier.
Er is een factuur van het DB Schenker kantoor overzee dat een profitshare behandelt.
Ook de facturen die wij naar onze klant sturen zijn vermeld.
Verder zien we ook de reserves die op het dossier gemaakt zijn. Wanneer de
leveranciersfacturen aankomen zal de administratieve dienst deze reserves omzetten
naar facturen.
1.9.9
Afsluit
Wanneer de factuur van de rederij met de zeevrachtkosten ontvangen wordt, wordt deze
nagekeken. Als deze klopt wordt het dossier definitief afgesloten.
Het dossier is operationeel voltooid. Het dossier wordt afgesloten en door de expediteur
doorgegeven aan de administratieve dienst. Deze dienst volgt het dossier verder op
inzake betaling en dergelijke.
1.10
Case 3: Douaneformaliteiten
Gedurende mijn stage bij DB Schenker heb ik de kans gekregen een dag mee te gaan
met een kaai expediteur.
Tijdens deze dag heb ik een scanning, een gasmeting en een fysieke verificatie mogen
volgen.
Allereerst werd de container gescand. De vrachtwagen rijdt met de container door een
scanner (Bijlage 4.4.1). Zo kan men een eerste vaststelling doen van wat er in de
container geladen is.
Vervolgens gebeurde een gasmeting. Door middel van een fijn buisje dat gekoppeld
wordt aan een computer wordt er berekend of er zich eventueel toxische gassen
bevinden in de container. Wanneer dit het geval is, wordt de container gedurende een
bepaalde tijd opengezet, zodat toxische gassen kunnen ontspannen.
De container die ik heb mogen volgen, bevatte geen toxische gassen en mocht doorgaan
naar fysieke verificatie.
Als laatste onderging de container een fysieke verificatie. Dit houdt in dat de Douane de
container gaat openen en gaat kijken welke goederen zich in de container bevinden om
na te gaan of de juiste goederen en hoeveelheden zijn aangegeven.
In de container die ik heb mogen volgen zaten bijvoorbeeld goederen die niet
aangegeven waren. Het waren voedingsmiddel die bedorven waren. Het is dan ook
vanzelfsprekend dat deze goederen door de Douane in beslag worden genomen.
Wanneer een container voedingsmiddelen bevat moet deze container verder
doorgestuurd worden naar het FAVV (keuringsdienst). Containers die geen
voedingsmiddelen bevatten moeten niet gekeurd worden.
De container werd opnieuw verzegeld en doorgestuurd naar keuring. Hier gaan ze de
container helemaal onderzoeken en alle goederen ondergaan een keuring.
De goederen die goed gekeurd worden, mogen verder verscheept worden naar de klant.
De rest van de goederen wordt in beslag genomen en vernietigd.
Download