4 Oogheelkunde

advertisement
4
4.1
Oogheelkunde
Algemeen
Indien een patiënt met een trauma of ontsteking van het oog op
de SEH komt, is het van belang onderscheid te maken tussen
visusbedreigende aandoeningen (vooral keratitis, retinavaatocclusies, neuritis, iridocyclitis en acuut glaucoom) en onschuldige
aandoeningen (zoals conjunctivitis, subconjunctivale bloeding
en episcleritis), en ernstige van niet-ernstige oogletsels te onderscheiden.
alarmsymptomen
Pijn, visusdaling en lichtschuwheid zijn alarmsymptomen. Bij
met name visusdaling moet er overleg zijn met de superviserend
arts of een oogarts.
het rode oog
Roodheid van het oog wordt veroorzaakt door aandoeningen van
de conjunctiva, de sclera en het voorste oogcompartiment. Bij
roodheid van een of beide ogen is de diagnose in de regel te
stellen op basis van anamnese en inspectie.
De meest voorkomende aandoeningen die roodheid van het oog
veroorzaken kan de nurse practioner of SEH-arts zelf behandelen. Dit geldt voor conjunctivitis (tenzij die gepaard gaat met
keratitis), episcleritis, subconjunctivale bloeding, blefaritis, keratoconjunctivitis photoelectrica en corpora aliena en voor de
oppervlakkige en/of niet-ernstige traumata (zie figuur 4.1). Deze
aandoeningen, aangevuld met hordeolum en chalazion, zullen in
de volgende paragrafen worden besproken.
verwijzing naar de oogarts
Indien een ernstige diagnose voor de roodheid van het oog wordt
overwogen, wordt na inspectie door een SEH-arts overlegd met
BSL - ALG_ZB_1KZM - 3101r6_9789031380596
091
92
Leidraad kleine spoedeisende aandoeningen
rood oog
nagaan alarmsymptomen:
- pijn
- lichtschuwheid
- visusdaling
ja
nee
diffuse roodheid,
ogen ‘s morgens
dichtgeplakt,
geen jeuk,
geen eerdere
episoden
bacteriële
conjunctivitis
diffuse roodheid?
nee
diffuse roodheid,
epidemisch,
geen jeuk
virale conjunctivitis
diffuse roodheid,
uitgesproken jeuk,
atopische klachten
allergische (atopische)
conjunctivitis
diffuse roodheid,
periorbitaal eczeem,
jeuk
contactallergische
conjunctivitis
diffuse roodheid,
droog gevoel/aspect,
positief effect
kunsttranen
keratoconjunctivitis
sicca
diffuse roodheid,
ooglidranden rood,
gezwollen, jeukend
blefaroconjunctivitis
(vesikels herpes)
eenzijdige segmentale
scherp begrensde
lakrode roodheid
subconjunctivale
bloeding
ja
episcleritis
afwijkingen bij onderzoek
- visus
- pupilreacties
- inspectie cornea en voorste
oogcompartiment
(zo mogelijk met spleetlamp)
- verlaagde corneale gevoeligheid: consult oogarts i.v.m.
verdenking op
herpeskeratitis
nee
waarschijnlijk
infectieuze
conjunctivitis
ja
iridocylitis,
herpeskeratitis,
scleritis,
acuut
glaucoom
Figuur 4.1 Stroomdigram het rode oog.
BSL - ALG_ZB_1KZM - 3101r6_9789031380596
092
4
Oogheelkunde
93
een oogarts. Die zal patiënt zo spoedig mogelijk willen zien.
Voorbeelden zijn een postseptale cellulitis, keratitis, iridocyclitis
of acuut glaucoom. De volgende traumata zijn indicaties voor
directe verwijzing naar de oogarts: chemische oogtraumata (etsing), oogletsels gepaard gaan met een ooglidruptuur, visusdaling, hyphaema, pupilveranderingen verstoorde pupilreacties,
gestoorde oogbewegingen, lichtflitsen, dubbelzien, (vermoeden
van) een perforatie, een orbitafractuur of een high velocity-trauma.
Chemisch oogtrauma (etsing)
– Vraag welke stof in het oog is gekomen (evt. verpakking
meegenomen) en direct spoelen.
– Loog is nog erger dan zuur, daarom geldt: Eerst water, de rest
komt later.
– Gebruik pH-strips. Bij een pH persisterend > 7,5 of < 7:
overleg met oogarts.
4.2
Cornea-erosie
Een verwonding van het hoornvlies (door bijv. een takje, een
vinger in het oog of een verkeerde contactlensmanipulatie).
anamnese
– Iets in het oog gekomen.
– Pijn, fotofobie en/of gevoel van corpus alienum.
– Laswerkzaamheden verricht.
onderzoek
– Rood geı̈rriteerd oog, blefarospasme, tranenvloed.
– Visuscontrole m.b.v. Snellen-test en/of Landolt-kaart (evt. na
druppel anestheticum = oxybuprocaı̈ne 0,4%).
– Ooginspectie met spleetlamp na druppelen met lokaal anestheticum.
– Corpus alienum.
– Fluoresceı̈ne 1% druppel waarna blauw licht van spleetlamp
over cornea. Een cornea-erosie kleurt felgroen aan.
Aandachtspunten
– Herpeskeratitis: hierbij valt de n. V uit ter plaatse van de
cornea. De cornea is dan niet pijnlijk. Dit is te testen met een
BSL - ALG_ZB_1KZM - 3101r6_9789031380596
093
94
Leidraad kleine spoedeisende aandoeningen
wattenstaafje tegen het oog. (N.B. Vooraf geen oxybuprocaı̈ne
oogdruppels geven!)
behandeling
– Uitleg aan de patiënt: na 12-24 uur zijn de ergste klachten
verdwenen. Na 48 uur zijn bijna alle klachten verdwenen.
Risico op infectie. Ter voorkoming hiervan (en voor snellere
en minder pijnlijke genezing) oogzalf.
– Chlooramfenicol oogzalf 1% aanbrengen op SEH.
– Recept meegeven voor chlooramfenicol oogzalf 1% 2-4 dd.
– Herbeoordeling door oogarts na 2 dagen indien nog veel
pijnklachten. Patiënt het telefoonnummer van de oogpoli
meegeven en indien nodig zelf een afspraak laten maken.
– Pijnstilling met paracetamol en zo nodig koelen met koude
kompressen.
– In patiëntbrief de lokatie van de cornea-erosie vermelden,
bijvoorbeeld: OD op 3 uur.
indicaties voor consult oogarts
– Gestoorde visus.
– Herpeskeratitis.
– Infectie.
4.3
Keratoconjunctivitis photoelectrica
Een ontsteking van het hoornvlies ten gevolge van een overmatige expositie aan ultraviolette straling. Lasogen en sneeuwblindheid zijn hier voorbeelden van.
anamnese
– Pijn, fotofobie, gevoel van corpus alienum.
– Iets in het oog gekomen.
– Last van beide ogen.
– Beschermbril gedragen, contactlensdrager, dit vaker gehad.
– Tijdstip lassen (of schaatsen of door sneeuw lopen) en begin
van de klachten. Latentietijd kan 30 min. zijn bij extreme
intensiteit. Meestal ontstaan de klachten 6-12 uur na de
blootstelling.
BSL - ALG_ZB_1KZM - 3101r6_9789031380596
094
4
Oogheelkunde
95
onderzoek
– Rode, geı̈njecteerde ogen. Door irritatie blefarospasme en
tranenvloed. Oogleden ook vaak rood en gezwollen.
– Visuscontrole m.b.v. Snellen-test en/of Landolt-kaart.
– Ooginspectie met spleetlamp na druppelen met oxybuprocaı̈ne 0,4% (lokaal anestheticum).
– Corpus alienum.
– Fluoresceı̈ne 1% druppel waarna blauw licht van spleetlamp
over cornea. Bij een keratitis photoelectrica zie je een spikkelpatroon op de cornea.
Aandachtspunten
– Herpeskeratitis: hierbij valt de n. V uit ter plaatse van de
cornea. De cornea is dan niet pijnlijk. Dit is te testen met een
wattenstaafje op het oog. (N.B. Vooraf geen oxybuprocaı̈ne
oogdruppels geven!)
behandeling
– Uitleg aan de patiënt: na 12-24 uur zijn de ergste klachten
verdwenen. Na 48 uur zijn bijna alle klachten verdwenen.
Risico op infectie. Ter voorkoming hiervan (en voor snellere
en minder pijnlijke genezing) oogzalf. Advies: 24 uur het oog
afgedekt houden. Niet autorijden omdat je geen afstand in
kunt schatten met één oog.
– Chlooramfenicol oogzalf 1% aanbrengen op SEH.
– Recept meegeven voor chlooramfenicol oogzalf 1% 2-4 dd.
– Herbeoordeling door oogarts na 1 dag indien nog veel
klachten of een gestoorde visus.
– Pijnstilling met paracetamol, zo nodig koelen met koude
kompressen.
– Advies: beschermbril dragen tijdens lassen, en buiten een
zonnebril.
indicaties voor consult oogarts
– Gestoorde visus.
– Herpeskeratitis.
– Infectie.
BSL - ALG_ZB_1KZM - 3101r6_9789031380596
095
96
Leidraad kleine spoedeisende aandoeningen
4.4
Corpus alienum oog
Corpora aliena (vreemde lichamen) in het oog betreffen vaak
vuiltjes die in het oog gewaaid of gevallen zijn en deeltjes die bij
lassen, slijpen, hakken of bikken in het oog zijn gekomen.
anamnese
– Tijdstip waarop corpus alienum in het oog.
– Beschrijving van het corpus alienum.
– Letselmechanisme.
– Pijn, irritatie, branderigheid.
– Verandering van gezichtsvermogen.
onderzoek
– Visuscontrole m.b.v. Snellen-test en/of Landolt-kaart.
– Ooginspectie macroscopisch: cornea en onder oogleden kijken.
– Ooginspectie microscopisch met spleetlamp na druppelen
met oxybuprocaı̈ne 0,4% (lokaal anestheticum).
– Letten op tekenen die op een perforatie kunnen wijzen: anisocorie, afwijkende pupilvorm, irisprolaps, lenstroebeling of
een subconjunctivale bloeding.
– Corpus alienum aanwezig (of alleen een cornea-erosie, zie
aldaar).
behandeling
– Oog verdoven m.b.v. oxybuprocaı̈ne druppels 0,4%.
– Met behulp van de microscoop het corpus alienum verwijderen met een nat watje, een oranje naaldje, een ooggutsje of
een oogboortje. Bij onvolledig verwijderen of bij achterblijven
van een roestring binnen 1 dag retour bij de oogarts voor
verwijdering.
– De ontstane cornea-erosie behandelen met chlooramfenicol
oogzalf 1%.
– Recept meegeven voor chlooramfenicol oogzalf 1%, tube 5 g,
2-4 dd aanbrengen.
– Uitleg aan de patiënt: na 12-24 uur zijn de ergste klachten
verdwenen. Na 48 uur zijn bijna alle klachten verdwenen.
Risico op infectie. Ter voorkoming hiervan (en voor snellere
en minder pijnlijke genezing) oogzalf. Advies: 24 uur het oog
BSL - ALG_ZB_1KZM - 3101r6_9789031380596
096
4
Oogheelkunde
97
afgedekt houden. Niet autorijden omdat je geen afstand in
kunt schatten met één oog.
– Zo nodig paracetamol voor de pijn.
– Herbeoordeling door oogarts na 1–2 dagen indien nog veel
klachten of een gestoorde visus.
– In patiëntbrief lokatie van het corpus alienum op de cornea
vermelden, bijvoorbeeld: OD op 3 uur.
Aandachtspunten
– Een staalsplinter ter plaatse van de pupil niet eruit boren.
Indien een oogarts op de poli aanwezig, stuur de patiënt dan
door na overleg. Indien geen oogarts aanwezig, dan starten
met chlooramfenicol oogzalf om de splinter los te weken. Na
1 dag retour voor behandeling op de poli van de oogarts.
indicaties voor consult oogarts
– Perforatie.
– Niet volledig verwijderd corpus alienum.
– Corpus alienum ter plaatse van pupil.
4.5
Conjunctivitis
Conjunctivitis is een ontsteking van het bindvlies van het oog die
meestal binnen een week spontaan geneest en waarbij zelden
complicaties optreden. Conjunctivitis kan gepaard gaan met
ontsteking van de oogleden (blefaroconjunctivitis) of van de
cornea (keratoconjunctivitis). Wanneer centrale cornealaesies
ontstaan, kunnen visusstoornissen optreden. Het herpessimplexvirus kan een visusbedreigende keratitis veroorzaken. Conjunctivitis wordt veroorzaakt door een virus, een bacterie of een
allergische reactie.
anamnese
– Wanneer begonnen.
– Een oog of beide ogen.
– Pijn (treedt op bij virus-, niet bij bacteriële infectie).
– Jeuk (treedt op bij allergie, niet bij bacteriële infectie).
– Tranenvloed (treedt op bij virusinfectie, meestal beiderzijds).
– Rinitisklachten (treedt op bij allergie).
– Verkoudheid, keelklachten, pre-auriculaire lymfadenopathie
(treedt op bij virusinfectie).
BSL - ALG_ZB_1KZM - 3101r6_9789031380596
097
98
Leidraad kleine spoedeisende aandoeningen
– Bij wakker worden de ogen moeizaam open kunnen krijgen
door geel-groene korstjes (treedt op bij bacteriële infectie).
– Verandering van gezichtsvermogen.
onderzoek
– Bacteriële conjunctivitis: korstjes om het oog, de wimpers en
de oogleden. Jeuk ontbreekt.
– Virale conjunctivitis: waterige, tranende, rode, pijnlijke ogen
Allergische conjunctivitis: gezwollen oogleden en/of sclera,
bobbeltjes op conjunctiva en bleekheid.
– Visus controleren.
– Fluoresceı̈ne en spleetlamponderzoek: indien dendritische
laesies en/of ulceraties van de cornea: denk aan herpeskeratitis en laat beoordelen door een arts.
behandeling
– Na supervisie van een arts het recept meegeven.
– Uitleg aan de patiënt.
Bacteriële conjunctivitis
– 4 dd ogen schoon en korstvrij maken met lauw water.
– Indien de klachten 3 dagen na het ontstaan niet afnemen:
1e keus: chlooramfenicol oogdruppels 5 dd gedurende 1
week of indien patiënt > 15 jr.: povidonjodium druppels 5
dd gedurende 1 week. Dit laatste middel heeft de voorkeur,
maar kan flink prikken in het oog.
2e keus: indien patiënt < 15 jr.: polytrim oogdruppels 4 dd
gedurende 1 week.
.
.
Virale conjunctivitis
– Self limiting, eventueel povidonjodium oogdruppels 5 dd 1
druppel.
– Bij herpessimplexconjunctivitis: aciclovir oogzalf 5 dd 1 cm
zalf, na overleg met (oog)arts.
Allergische conjunctivitis
– Cromoglycinezuur 4-6 dd 2 druppels of levocabastine 2-4 dd 1
druppel gedurende 3-5 dagen.
– Eventueel ook Zyrtec 1 dd 10 mg p.o. erbij gedurende 5 dagen.
BSL - ALG_ZB_1KZM - 3101r6_9789031380596
098
4
Oogheelkunde
99
– Bij onvoldoende effect terug naar huisarts of oogarts. (Dan
prednisolon oogdruppels 0,5% 3-4 dd 1 druppel gedurende 3
dagen.)
Contactallergische conjunctivitis
– Nafazoline oogdruppels 3-4 dd 1 druppel gedurende 1 week
en koude kompressen.
– Bij hevige klachten enkele dagen prednisolon oogdruppels
0,5% 3-4 dd 1 druppel.
– Niet meer gebruiken van de oorzakelijke factor (bijv. cosmetica of contactlensvloeistof ).
indicaties voor consult oogarts
– Aanwezigheid van alarmsymptomen: pijn, visusdaling en
lichtschuwheid.
– Herpessimplexkeratitis met conjunctivitis.
4.6
Chalazion
Een omschreven zwelling in het onder- of bovenooglid op basis
van een chronische ontsteking van een klier van Meibom.
Chalazion kan weken blijven bestaan. Indien na 4 weken nog
aanwezig: verwijzing naar oogarts.
anamnese
– Hoe lang bestaat de zwelling, toegenomen in grootte.
– Pijn.
– Hoe is het gezichtsvermogen.
onderzoek
– Vast aanvoelende, pijnloze zwelling ooglid.
behandeling
– Uitleg aan de patiënt: enkele malen per dag masseren en
warme kompressen en/of een warme douche nemen om het
proces van spontane regressie te bevorderen.
– Verwijzing naar oogarts voor behandeling bij cosmetische
bezwaren, bij visusklachten of pijnklachten ten gevolge van
een secundaire infectie (poliklinische mogelijkheden bijv. inspuiten met corticosteroı̈d of chirurgische verwijdering).
BSL - ALG_ZB_1KZM - 3101r6_9789031380596
099
100
Leidraad kleine spoedeisende aandoeningen
Aandachtspunten
– Basaalcelcarcinoom ooglid. Alarmsymptomen hiervoor zijn:
langdurig bestaande ooglidzwelling, centrale indeuking,
jeuk, spontaan bloeden.
4.7
Hordeolum
Een furunkelachtige, acute ontsteking in een ooglid, ook wel
strontje, abcesje of acuut chalazion genoemd. Een hordeolum
externum gaat uit van een zweetklier of een talgklier (van Zeis)
aan de huidzijde. Een hordelum internum gaat uit van een talgklier van Meibom onder de tarsale conjunctiva.
anamnese
– Hoe lang bestaat de zwelling, reeds eerder gehad.
– Ook wel eens last van steenpuisten.
– Ooglidranden vaak ontstoken (= blefaritis).
onderzoek
– Rode zwelling in ooglidrand. Met druk door middel van wattenstokje is deze pijnlijk (in tegenstelling tot chalazion). Er
kan een etterkopje aanwezig zijn.
behandeling
– Gedurende een half uur afdekken met warme, natte kompressen om het rijpingsproces te bevorderen. Na openbarsten
geneest het spontaan binnen enkele dagen.
– Incisie indien na 48 uur nog geen spontane perforatie en de
hinder groot is (verticaal = loodrecht t.o.v. rij oogwimpers) in
abcesje.
– Bij pusvorming: fusithalmic ooggel 1%, dtd tube 5 g, 3 dd
aanbrengen.
– Bij uitbreiding van de infectie naar een cellulitis: overleg met
(oog)arts. Dan Augmentin tablet 625 mg 3 dd 1 tablet gedurende 5 dagen.
4.8
Blefaritis
Blefaritis is een meestal chronische ontsteking van de ooglidranden van beide ogen. De verwekker is vaak de Staphylococcus
aureus of Staphylococcus epidermidis.
BSL - ALG_ZB_1KZM - 3101r6_9789031380596
100
4
Oogheelkunde
101
anamnese
– Hoe lang zijn de oogranden al pijnlijk, reeds eerder gehad.
– Jeuk, branderig gevoel, roodheid, tranenvloed en lichtschuwheid.
– Heeft patiënt andere huidafwijkingen: eczeem, rosacea, psoriasis.
onderzoek
– Roodomrande ogen.
– Schilfering tussen de oogleden, droog of vettig.
– Aan elkaar gekoekte wimpers.
– Ulcera en korstjes.
– Let op tekenen van een conjunctivitis, keratitis, cornea-erosie
en/of naar binnen gerichte haren.
behandeling
– Uitleg aan de patiënt: bij opstaan en naar bed gaan de oogleden borstelen met een wattenstok of mascaraborsteltje met
in warm water verdunde babyshampoo (1:3). De oogleden
met lauw water schoonspoelen.
– Bij branderigheid: methylcellulose druppels 0,5% (= kunsttranen).
– Bij duidelijke tekenen van infectie de ooglidranden na reinigen 2 dd insmeren met antibiotische zalf: fusithalmic ooggel
of erytromycine oogzalf FNA.
– Bij seborrhoisch eczeem: hydrocortisoncrème 1%.
– Verwijzing naar oogarts indien onvoldoende reactie op de
behandeling.
– Informatie aan patiënt: dagelijks reinigen kan een infectie
voorkomen. Aanraking van de oogleden met de vingers vermijden. Cosmetica, rook en stof zoveel mogelijk vermijden.
Behandeling kan enige maanden noodzakelijk zijn.
4.9
Episcleritis
Episcleritis is een eenzijdige, acute ontstekingsreactie van het
diepe (sub)conjunctivale weefsel en van de oppervlakkige laag
van de sclera, die vooral op jongvolwassen en middelbare leeftijd
voorkomt. Episcleritis kan (evenals scleritis) optreden bij systemische aandoeningen, maar meestal is er geen oorzaak aanwijsbaar. Episcleritis geneest zonder behandeling doorgaans
BSL - ALG_ZB_1KZM - 3101r6_9789031380596
101
102
Leidraad kleine spoedeisende aandoeningen
binnen enkele weken (2-21 dagen), maar er treden vaak recidieven op.
anamnese
– Sinds wanneer.
– Reeds eerder gehad (bij recidieven naar huisarts voor eventueel verwijzing naar internist).
– Pijn. Een episcleritis geeft wat ongemak, bij echte pijn moet je
aan een scleritis denken.
onderzoek
– Gedilateerde episclerale vaten = rode kluwen op oogwit.
– Meestal lokaal, soms diffuus.
– Normale visus.
– Cornea zonder afwijkingen.
behandeling
– Na overleg met een arts het recept meegeven.
– Patiëntvoorlichting: een diepere bindvlieslaag in het oog is
ontstoken. De oorzaak is meestal onduidelijk, maar de ontsteking zal normaliter binnen enkele weken spontaan genezen. Indien er weinig klachten zijn, is behandeling niet nodig.
Bij klachten kunnen koude oogkompressen verlichting geven.
– Indien niet-medicamenteuze maatregelen onvoldoende effectief zijn, kunnen voor maximaal drie dagen prednisolon
oogdruppels 0,5% 5 dd 1 druppel en NaCl- of (NSAID-)oogdruppels 3 dd 1 druppel voorgeschreven worden. Dan controle na 2-3 dagen door de huisarts of oogarts.
– Bij verergering van klachten of recidieven naar de huisarts.
indicaties voor consult oogarts
– Scleritis (roodheid, zwelling, pijn en/of visusvermindering
door afsluiting van episclerale capillairen; komt vaker voor op
middelbare en oudere leeftijd en is vaak geassocieerd met een
bindweefselziekte).
4.10
Keratitis
Een ontsteking van de cornea waarbij ulcera en/of infiltraten
zichtbaar zijn bij aankleuring met fluoresceı̈ne. Patiënten met
BSL - ALG_ZB_1KZM - 3101r6_9789031380596
102
4
Oogheelkunde
103
deze visusbedreigende afwijking worden doorverwezen naar de
oogarts.
Een ulcus is een oppervlakkig defect in het hoornvlies, te zien
met fluoresceı̈ne-aankleuring. Een infiltraat is een grijs, ondoorzichtig gebiedje in het cornea-oppervlak.
kenmerken
– Rood oog.
– Waterig oog.
– Pijn.
– Fotofobie.
– Soms verminderde visus.
– Soms huiduitslag (herpes simplex, herpes zoster of rosacea).
risicofactoren voor een ulcus (en daarmee
een keratitis)
– Droog oog.
– Contactlensdrager (zachte contactlenzen geven het grootste
risico).
– Ongevoelig oog.
– Blefaritis.
– Herpesvirusdrager.
onderzoek
– Rood oog, meestal net naast het ulcus.
– Infiltraat bij het ulcus.
– Oogleden kunnen rood zijn.
– Fluoresceı̈ne en oogspleetonderzoek (dendritische ulcera bij
herpes simplex).
behandeling
– Uitleg aan patiënt en doorsturen naar de oogarts met SEHbrief.
4.11
Zwelling rond het oog
Het weefsel rond het oog is losmazig en goed gevasculariseerd.
Door diverse oorzaken kan binnen korte tijd een flinke zwelling
ontstaan. Het typische van een allergische reactie is zwelling met
jeuk. Een ooglidcellullitis (preseptale cellulitis) kan ontstaan uit
een sinusitis, een huidinfectie, een chalazion of infectie van de
BSL - ALG_ZB_1KZM - 3101r6_9789031380596
103
104
Leidraad kleine spoedeisende aandoeningen
traanklier. Het is belangrijk om deze vorm te onderscheiden van
de postseptale orbitale cellulitis, die tot nare complicaties kan
leiden zoals een trombose van de sinus cavernosis en permanent
visusverlies. De volgende symptomen kenmerken een orbitale
cellulitis: proptosis, dubbelzien, beperking van oogbolmotoriek,
verminderde visus, zwelling van de n. opticus, verminderd kleurenzien, relatief afferent pupildefect (= RAPD, ook wel een Marcus Gunn-pupil). Bij kinderen kan een preseptale cellulitis (maar
ook een sinusitis of ernstige verkoudheid) snel overgaan in een
postseptale cellulitis. De patiënt dient dan snel verwezen te
worden naar een kinderarts voor aanvullende diagnostiek.
anamnese
– Wanneer begonnen.
– Trauma of insectenbeet.
– Pijn, jeuk, atopie, allergie.
– Sinusitisklachten.
– Wazig zien of dubbelzien.
– Bestond er al eerder een kleinere zwelling.
onderzoek
– Zwelling bovenooglid (denk aan een infectie van een chalazion).
– Zwelling onderooglid (denk aan een infectie van de traanzak).
– Zwelling van zowel boven- als onderooglid.
– Test de oogbolmotoriek (dubbelbeelden?), visus.
– Pupilreacties en RAPD.
– Inspecteer de oogleden.
– Bekijk het oog met de spleetlamp.
behandeling
Allergische reactie
– Tavegil 1 mg op SEH.
– Recept Zyrtec 1 dd 10 mg.
– Allergocrom-comid oogdruppels of Livocab oogdruppels 4 dd
gedurende 3-5 dagen.
– Terug naar SEH indien benauwdheid, misselijkheid en/of
toename van zwelling optreedt.
BSL - ALG_ZB_1KZM - 3101r6_9789031380596
104
4
Oogheelkunde
105
Ooglidcellulitis
– Koude compressen gedurende 1 dag.
– Augmentin 3 dd 625 mg p.o. gedurende 5 dagen.
– Controle door oogarts na 1 dag.
– Consult SEH-arts indien:
patiënt is ziek en/of heeft hoge koorts;
RAPD;
proptosis;
oog is zo gezwollen dat er geen onderzoek mogelijk is.
.
.
.
.
Orbitale cellulitis
– Snelle verwijzing naar de SEH (van daaruit MRI, lab en oogarts).
BSL - ALG_ZB_1KZM - 3101r6_9789031380596
105
Download