structurerend beoordelend Ondersteuning die je kunt (laten) gebruiken 1 Doelen luistervaardigheid 1ste graad A LPD 1 De leerlingen kunnen luisteren naar voor hen relevante teksten (ET 1, 2, 21): Verwerkings Structurerend Beoordelend niveau Publiek bekende Gesprekken (dialoog, polyloog) met medeleerlingen over school- Reclameboodschappen in de media; leeftijdsgenoten of klassengebeuren; Ontspannende teksten; onbekende Instructies om handelingen uit te voeren; Uitspraken in een discussie; Jeugdprogramma’s op radio en tv; Oproepen of uitnodigingen tot een leeftijdsgenoten activiteit. bekende Een uiteenzetting (door de leraar) over een leerstofonderdeel in volwassenen de klas; onbekende Telefoongesprekken met onbekende volwassenen. volwassenen LPD 2 De leerlingen zijn bereid: te luisteren (ET 4*); een onbevooroordeelde houding aan te nemen (ET 4*); de luisteraandacht te laten blijken; een ander te laten uitspreken; over de eigen luisterhouding te reflecteren; het beluisterde aan eigen ervaringen en opvattingen te toetsen (zie ook bij de vaardigheden); luisterstrategieën toe te passen. LPD 3 De leerlingen kunnen bij het luisteren deze stappen zetten (ET 3, 4*,18): het luisterdoel bepalen (oriënteren); O zich oriënteren op het luisteren door de gepaste vragen te stellen (oriënteren); gebruik maken van aanwijzingen binnen de communicatiesituatie (voorbereiden en/of uitvoeren); V zich concentreren (voorbereiden en/of uitvoeren); belangrijke informatie noteren (uitvoeren); U de gewenste informatie uit de beluisterde tekstsoort halen (uitvoeren); vragen stellen bij onduidelijkheid (uitvoeren); de gepaste strategie inzetten: manier van luisteren afstemmen op het luisterdoel, het teksttype en daarbij hun aandacht behouden voor het bereiken van het doel (uitvoeren) R het beluisterde toetsen aan de eigen kennis en inzichten in het licht van het luisterdoel (reflecteren – zie ook bij attitudes); hun resultaat bijstellen (reflecteren) LPD 4 De leerlingen herkennen de voor hen relevante teksten. Ze herkennen de formele en inhoudelijke kenmerken van die teksten en de hoofdlijnen van de opbouw. De leerlingen hebben de kennis verworven die nodig is om de opgesomde luistertaken onder leerplandoelstelling 1 uit te voeren. 2 Doelen luistervaardigheid 1ste graad B 1. Beschrijvend 2. Beoordelend informatie achterhalen in voor hen bestemde teksten zoals luisteren naar interactie met leeftijdgenoten zoals - informatieve radio- en tv-uitzendingen, - instructies van leraren of medeleerlingen, - telefoongesprek, - - mededelingen, - informatieve teksten, - dramatische vormen (allerlei teksten - genietend luisteren) een discussie, een gesprek, een oproep, een dramatisering ontspannende De leerlingen 3 leven de luisterafspraken na*. (OD14) De leerlingen 4 kunnen selectief luisteren naar kernwoorden en kernklanken in een eenvoudige tekst, (OD4) horen daarbij het verschil tussen korte en lange klanken. (OD3) 5 kunnen de volgende strategieën inzetten: – luisterdoel bepalen, – verwachtingen formuleren, – aanwijzingen binnen de communicatiesituatie gebruiken, – zich concentreren, – gericht informatie noteren, – vragen stellen bij onduidelijkheid, – het resultaat beoordelen in functie van het luisterdoel. 6 kunnen op hun niveau reflecteren op de door hen gebruikte luisterstrategieën en daarbij de voorgaande attitudes, kennis en vaardigheden inzetten. (OD 32) 3 UDL en binnenklasdifferentiatie (BDK) UDL Voor de principes van UDL Universal Design for Learning in Nederlands: een praktische gids. (uit “Pedagogische berichten 2013-2014”) http://www.dpbbrugge.be/se cundair/dipebe/20132014/documenten/Nederlands /nederlands.pdf BDK Voor de achtergrond van BDK (inleidend artikel) (uit: “Pedagogische Berichten 2015-2016”) Zie ook: Differentiatie in het leerplan p.36-41 http://ond.vvksoict.com/vvksomainnieuw/leerpl anpubliek.asp?NR=2010/016 Ondersteuning Luisterstrategieën Luisterstrategie Informatief luisteren Doel: wat wil je bereiken Je wilt de info die de zender geeft, zo goed mogelijk begrijpen Structurerend luisteren Je zoekt vooral naar de structuur van de boodschap Zoekend of selectief luisteren Globaal luisteren Je zoekt naar de informatie die jij nodig hebt Je probeert het hoofdonderwerp en de hoofdgedachte(n) te achterhalen. Je vormt zo een algemeen beeld van de boodschap. Tip: luister naar inleiding en centrale vraag + welke deelonderwerpen hoor je en wat zegt de spreker erover + geeft de spreker een antwoord op de centrale vraag? 4 Intensief luisteren Je wil alle informatie horen en onthouden. Tip: zie globaal luisteren maar je luister ook naar ‘bijzaken’: toelichtingen, voorbeelden, definities… en ook subargumenten, deeloplossingen, … Studerend luisteren Je wil de inhoud onthouden Tip: bv bij een les: noteer kernwoorden, gebruik afkortingen, probeer de structuur te vatten (wordt meestal gegeven). Als, je iets niet begrijpt/kon noteren, haak niet af. Vraag er achteraf naar. Bewerk je notities achteraf tot een leesbaar geheel. Kritisch luisteren Je wil bepalen of de informatie betrouwbaar is en beoordelen of je het eens bent met de argumentatie. Hoe kun je luistervaardigheid aanpakken? Voor, tijdens en na het luisteren naar een tekst past een luisteraar verschillende luisterstrategieën toe: - Luisterdoel bepalen: Voorkennis activeren: Verbanden en relaties in de tekst afleiden: De hoofdgedachte vinden: - Samenvatten: - De tekst op zijn waarde beoordelen: Reflecteren op het luisterproces: Wat wil ik weten? Wat weet ik er al van? wie-wat-waarom-vragen. Welk idee staat in de tekst centraal? Kun je kort vertellen waar de tekst over gaat? Wat vind je van deze tekst? Weet je nu wat je wilde weten? Maak leerlingen bewust van deze strategieën en leer ze aan door directe instructie. Leg uit wanneer, hoe en waarom je bepaalde strategieën in kunt zetten. Doe hardop denkend voor hoe je luisterstrategieën toepast. Stel hardop vragen over de luistertekst en beantwoord ze vervolgens zelf. Laat leerlingen tot slot in kleine groepjes van gedachten wisselen over een luistertekst en verwoorden hoe ze strategieën hebben toegepast. Educatieve televisieprogramma’s nemen in het onderwijs een steeds belangrijker plaats in. Bij het kijken naar dergelijke programma’s moeten kinderen hun aandacht gedurende langere tijd op een bepaald onderwerp richten. Ondersteun leerlingen door het programma grondig voor te bespreken. Onderbreek het programma af en toe voor aanvullende uitleg en spreek na afloop de inhoud na. Laat ze bijvoorbeeld de hoofdgedachte van het programma verwoorden en ga in op luisterstrategieën om de hoofdgedachte af te leiden. Stel procesgerichte vragen bv: Hoe heb je dit antwoord gevonden? Wie heeft er een ander antwoord? Wie heeft het op een andere manier gedaan? Uit: http://www.leerlijnentaal.nl/page/303/begrijpend-luisteren.html 5 Interessante websites voor luistermateriaal https://onderwijs.hetarchief.be Het Archief voor Onderwijs wil leraren op een eenvoudige manier toegang bieden tot film- en audiomateriaal van de openbare omroep, de regionale omroepen en diverse musea en archieven. http://www.universiteitvannederland.nl/allecolleges/ Universiteit van Nederland. De beste hoogleraren van Nederland geven gratis college op internet. Elke werkdag komt er een nieuw college online, en elke week een nieuwe hoogleraar (meer voor 3de graad). http://www.spotshop.be Op Spotshop kun je een reclamespot die je onlangs hoorde op Radio 1, Radio 2, Studio Brussel of MNM nog eens beluisteren. Je vindt de spotjes één dag na de uitzending terug en ze blijven online tot één maand na de laatste uitzending. http://taalblad.be/pages/luisteroefeningennederlands-met-radio-taalblad Taalblad.be is een e-zine met dagelijkse actualiteit, geschreven in het Nederlands, maar voor anderstaligen. De bredere doelstelling is “het ontwikkelen en aanbieden van multimediale leerondersteuning voor anderstaligen die Nederlands leren of geleerd hebben”. Korte instructiefilmpjes Schooltv http://www.explania.com/nl http://www.schooltv.nl/home/ http://www.canvas.be/video/pitch Op de website van Canvas vind je korte filmpjes waarin ondernemende, jonge mensen hun idee pitchen. Elke week selecteert Canvas de beste ideeën. https://www.nedbox.be NedBox is een digitaal platform voor anderstaligen om Nederlands te oefenen. Je vindt er een gevarieerde verzameling tvfragmenten en krantenartikels met levensechte oefeningen, zoals een formulier invullen. Http://www.klasse.be/tvklasse http://www.nerdland.be In Nerdland legt Lieven Scheire beetje bij beetje bloot wat nerds zijn, met welke onwaarschijnlijke dingen ze bezig zijn en hoe waanzinnig interessant ze zijn. Je vindt er korte teksten en filmpjes over wetenschap, ruimte, technologie, helden en games & fictie. o.a. uit: Taal beschouwen, hoe dan? Leerplandoelstellingen in de praktijk, 3e graad kso/tso Marleen Lippens, Annelies Bautier-Van Laere, Lieve Knop, p.3 6 Differentiëren met luisteroefeningen in je handboek Hoe kun je je handboek inschakelen bij het differentiëren? Veelal wordt er ‘teveel’ materiaal aangeboden, al dan niet versnipperd over het volledige handboek. Meestal oefenen die luisteroefeningen hetzelfde. Het is dan vooral de ‘kunst’ om zelf parallelle vragen ontwerpen die je op verschillende teksten kunt toepassen. Onze leerlingen moeten vooral structurerend en beoordelend leren luisteren en dat kun je op verschillende teksten inoefenen. Interessant is het dan om de leerlingen uit de verschillende teksten een onderwerp te laten kiezen dat ze wel interessant vinden. Maak zelf vooraf een selectie volgens lengte, moeilijkheid … Zo kunnen leerlingen een tekst kiezen ‘op maat’. Laat hen ook eens de vrijheid om een presentatievorm te kiezen. Uiteindelijk hebben ze hetzelfde geoefend (structurerend en/of beoordelend luisteren naar..). Ze kunnen om het even hoe bewijzen dat ze die vaardigheid onder de knie hebben. 7 Instructies Instructie - differentiëren op tempo/keuze (luisteren – schrijven – spreken) Je krijgt een instructiefilmpje om te beluisteren. De bedoeling is dat je hiervan schematisch een stappenplan kan maken. Deze instructie kun je zelf uitleggen. Het resultaat film je met de bedoeling het op Smartschool te zetten. ORIËNTEREN Het onderwerp van de instructie kies je uit een lijst a. Kies per 2 een instructie die je interesseert VOORBEREIDEN b. c. d. e. f. g. Hoe werkt twitter? Hoe kies ik het best een veilig wachtwoord ? Hoe kun je met z’n vieren pokeren? Hoe maak je een peperkoekenhuisje? Hoe vouw je een springende kikker? (of een ander dier) Hoe loopt een transfer in het voetbal 1. Beluister de instructie totdat je ze beet hebt. Neem notities terwijl je luistert! UITVOEREN a. Hoe werkt twitter? http://www.explania.com/nl/kanalen/technologie/detail/h oe-werkt-twitter 8 uitvoeren b. Hoe kies je een veilig wachtwoord? http://www.explania.com/nl/kanalen/technologie/detail/e en-veilig-wachtwoord-kiezen c. Hoe kun je met z’n vieren pokeren? http://www.explania.com/nl/kanalen/hobby/detail/pokere n-met-4-personen d. Hoe maak je een peperkoekenhuisje? https://www.youtube.com/watch?v=geDDQtpPOmU (opm: zet het beeldmateriaal om in woorden, want heel wat dingen worden alleen maar getoond) e. Hoe vouw je een springende kikker? http://www.explania.com/nl/kanalen/hobby/detail/hoevouw-je-een-springende-kikker f. Hoe loopt een transfer in het voetbal? http://www.explania.com/nl/kanalen/sport/detail/hoedoe-je-een-transfer-in-het-belgisch-voetbal 2. Verwerk jullie notities in een schematische voorstelling: dit is een voorstelling met pijltjes en blokjes/cirkeltjes… Je schrijft geen zinnen! De vorm kies je zelf. Een voorbeeldje: 9 3. Met dit schema leggen jullie de instructie uit aan elkaar. Je mag elk de helft nemen. Neem de aanpak uit het filmpje niet over! Het is jullie instructie. 4. Als dit vlot gaat, film je jullie instructie. Je kan zelf in beeld komen. Dit hoeft niet. Zorg dan dat je op een of andere manier iets in beeld brengt dat past, je scherm, een A4tje met een begrip… 5. Is jullie aanpak goed gelukt? Zijn er dingen die je goed aangepakt hebt? Zijn er dingen die je anders zou aanpakken? REFLECTEREN 6. Overtuig je leraar om deze opdracht volgend jaar opnieuw of nooit mee opnieuw te doen! Of misschien zou je het anders aanpakken? Gebruik hiervoor natuurlijk argumenten. Instructie - differentiatie op interesse (spreken – luisteren) 1. Je maakt zelf een instructiefilmpje voor iets dat je op school kunt gebruiken. 10 ORIËNTEREN Dit is de voorwaarde: jij of iemand van je klas moet het kunnen gebruiken op school Enkele voorbeelden: Hoe zet je een filmpje op het net? Hoe maak je een digitale mindmap? Hoe bewerk je een filmpje? Leg een stukje leerstof uit of een oefening Formuleer op een leuke manier enkele studeertips, Maak een handleiding voor nieuwe leerlingen bv voor het gaan eten in de refter, … etc. Kies gerust zelf een onderwerp. Bespreek dit met je leraar. Zeg ook waarom je dit koos. 2. Een medeleerling bekijkt jouw instructie en voert die uit. Hij/zij evalueert met een fiche. Het filmpje mag niet langer duren dan… Je uitleg moet duidelijk zijn. Gebruik de typische taal die bij een instructie hoort. link De opdracht kan alleen of per 2 uitgevoerd worden. 1. Kies een onderwerp Leg je keuze voor aan je leraar. VOORBEREIDEN 2. Schrijf je stappenplan uit van je instructie. Hou rekening met: a. Duur b. Taalgebruik en uitspraak c. Duidelijkheid 3. Oefen enkele keren tot je zeker bent. UITVOEREN 4. Film je instructie Opmerking: Jij moet niet zelf in beeld komen als je dit niet wenst. Je kunt bv het volgende in beeld brengen: A4’tjes waarop een begrip staat, je computerscherm waarop je de verschillende stappen uitvoert… 5. Sla je filmpje op en bezorg het aan je leraar. (datum en manier waarop af te spreken) 6. Je krijgt een instructiefilmpje van een andere leerling. Voer de instructie uit en vul het evaluatieformulier in. 11 7. a. Bestudeer het evaluatieformulier. Bespreek het met de leerling die je evalueerde. b. Wat heb je hieruit geleerd? Wat ging goed? Wat zou je anders/beter aanpakken? 8. Overtuig je leraar om deze opdracht volgend jaar opnieuw of nooit mee opnieuw te doen! Of misschien zou je het anders aanpakken? Gebruik hiervoor natuurlijk argumenten. REFLECTEREN Jeugdprogramma OPDRACHTENFICHE Lessuggestie: nog uit te werken Instap lln kiezen - Schema met enkele kernwoorden Schema zonder kernwoorden Blanco: lln noteren zelf de belangrijkste vragen ORIËNTEREN VOORBEREIDEN UITVOEREN 12 REFLECTEREN Uiteenzetting over een leerstofonderdeel Leerstof onderdeel – differentiatie in tempo en ondersteuning (Luisteren – schrijven) Doelen LP ORIËNTEREN Vooraf: spreek met een collega af, bij voorkeur van geschiedenis, natuurwetenschappen of aardrijkskunde. Vraag of hij/zij een stukje les wil filmen. Zeg dat je met je leerlingen wil zoeken naar een manier om te structureren tijdens/na het luisteren. Je zal zo dadelijk 10’ uit een les bekijken van mr/mevr x We proberen om notities te nemen en die notities te structureren. Er is geen perfect eindresultaat! We kijken wat we opgeschreven hebben en gaan dit vergelijken met een andere leerling. We leren van mekaar! 1. Zorg dat je klaar zit om te luisteren. - Heb je schrijfgerei en papier klaar liggen? - Kun je geconcentreerd starten? 13 - VOORBEREIDEN Heb je nog vragen vooraf? Als je iets niet begrijpt of niet goed kan horen, is dit niet erg. Laat een beetje plaats over. 2. Je leraar zal het onderwerp vertellen. - Wat weet je al hierover? - Wat zou je nog willen weten? - Wat verwacht je dat deze les je zal vertellen? 3. Bekijk de opname. Je mag terugspoelen en herbekijken als dit nodig is. Als er de mogelijkheid is om in een ict-lokaal te werken… Anders moet het klassikaal gebeuren… UITVOEREN 4. Neem ondertussen notities alsof je ‘echt’ in de les zit. 5. Leg je notities naast die van een andere leerling van je klas die ook al klaar is. Bespreek: - Hoe gingen jullie tewerk? - Welke informatie is hetzelfde bij beiden? - Waar zie je dingen die verschillend geïnterpreteerd werden? - Heeft de ene dingen staan die de andere niet heeft? (En omgekeerd?) - Waarmee hadden jullie het moeilijk? 6. Structureer jullie notities: - Wat is de titel - Heb je verschillende onderdeeltjes? Kun je die een ondertitelt geven? Heb je definities? Voorbeelden? 7. Klassikale bespreking Ondersteuning 1. Voor leerlingen die dit nodig hebben, kun je een schema geven waarin de structuur al gegeven is: titel, ondertitel, kadertje voor een schematische weergave van relaties, ruimte voor een voorbeeld… Zij zullen hun resultaat met een andere leerling vergelijken die ook deze ondersteuning heeft gekregen. 2. Leerlingen kun je ook vooraf laten kijken naar de opname. Via pre-teaching hebben ze dan wel al een stapje voor op de naderen en kunnen ze misschien zonder de bovenstaande ondersteuning? 14 8. Wat heb ik geleerd vandaag? - Wat doe ik goed? - Wat is moeilijk? Hoe komt dit? - Waar kan ik hulp gebruiken? - … REFLECTEREN 9. Overtuig je leraar om deze opdracht volgend jaar opnieuw of nooit mee opnieuw te doen! Of misschien zou je het anders aanpakken? Gebruik hiervoor natuurlijk argumenten! Telefoongesprek met onbekende volwassene Pesten (telefoongesprek) - differentiëren op ondersteuning. (en extraatje: op niveau voor heel taalzwakke/anderstalige leerlingen) (luisteren – schrijven) Doelen LP Versie 1 (kan gerust klassikaal) ORIËNTEREN Natuurlijk 2 verschillende fiches maken! Opdracht 2 zal je best actualiseren! Pesten is iets waarmee velen jammer genoeg wel eens te maken hebben. Soms ben je slachtoffer, soms ben je pester, soms ben je toeschouwer… Vandaag gaan we luisteren naar iemand die als jongere betrokken was bij pestgedrag en hiervan spijt heeft. Je luistert naar een telefoongesprek dat Jan Hautekiet in zijn programma ‘Hautekiet’ voert met de schrijfster Rachida Lamrabet. Zij zit op de trein terwijl hij belt. Welke gevolgen kan dit hebben 15 voor het luisteren? Versie 2 voor taalzwakke/anderstalige leerlingen (individueel/per twee) (is geen telefoongesprek!) Pesten is iets waarmee velen wel eens te maken hebben. Soms ben je slachtoffer, soms ben je pester, soms ben je toeschouwer. We bekijken vandaag de actie van Ketnet tegen pesten. Versie 1 (per 2– kan achteraf eventueel klassikaal) - Wat verwacht je te vernemen? Op welke vragen verwacht je een antwoord? Hoe zal de geïnterviewde zich voelen? Hoe zal de interviewer zich best gedragen? Hoe zou jij omgaan met een ‘sorry’ na zovele jaren? VOORBEREIDEN Versie 2 (individueel/per twee) Dit filmpje komt uit Karrewiet. Zal je dit begrijpen of wordt het moeilijk? Waarom? Versie 1 (kan gerust klassikaal) 1. Ga naar “Hautekiet: pesters over pestgedrag” UITVOEREN 2. Beluister tot 4.06’ ( = het telefoongesprek) 3. Opdracht: Vat samen wat hier verteld wordt. De ondersteuning geef je op een apart blaadje. Schrijf een artikeltje voor de Facebookpagina van school waarin je vertelt watje hier hoort. Het onderwerp is dat een pester spijt heeft. Kies een goede titel. Vertel in de hij-vorm. (Noem je personage X om elke verwijzing naar een bestaande persoon te vermijden.) Ondersteuning: kun je aan leerlingen geven die dit volgens jou nodig hebben. a. Ondersteuning tijdens het luisteren: - Zoek een antwoord op de volgende vragen Wie – wat – waarom – hoe? Rachida zegt “dit blijft me achtervolgen”. Wat bedoelt ze hiermee? Zij vertelt dat ze een ‘volger’ was. Wat betekent dit voor 16 - haar? Wat is de reactie van Hautekiet? Kan een ‘sorry’ nu helpen? Wat meent een luisteraar? Kun je dit begrijpen? b. Ondersteuning bij het schrijven - Gisteren kregen we een telefoontje van X waarin hij/zij vertelde…. Hij/zij vertelt dat hij/zij al jaren achtervolgd wordt door… Dit betekent… Hij/zij probeert dit wat te verzachten met de woorden “ik was een volger”. Hij/zij … Onze redacteur reageerde hierop … Op onze vraag wat hij/zij nu zou doen, antwoordde hij/zij…. Versie 2 (individueel/per twee) 1. Ga naar: https://www.nedbox.be/teaser/move-tegen-pesten 2. Bekijk het filmpje enkele keren. (0.47’) 3. opdracht: a. Maak de vragen op de verschillende niveaus (1 ster, 2 sterren, 3 sterren) Nu begrijp je waarover het gaat. b. Schrijf een tekst Schrijf een kort artikeltje. Het komt op de Facebookpagina van de school. Je beschrijft de actie: wie, wat, wanneer, hoe, waarom, ….) Kies ook een passende foto. Ondersteuning via een schrijfkader: Ketnet organiseert dit jaar weer .... …. en …. maakten hiervoor een ….. Ze willen dat je ….. Zo word je een …. Dit is iemand die…. De actie gaat door op … Je kunt nu al oefenen: ….. REFLECTEREN - Heeft dit telefoongesprek jou iets geleerd? Hoe zou jij kunnen omgaan met pesten? - Overtuig je leraar om deze opdracht volgend jaar opnieuw of nooit mee opnieuw te doen! Of misschien zou je het anders aanpakken? Gebruik hiervoor natuurlijk argumenten! 17 Ontspannende teksten Wat zegt het leerplan over literatuur? Een knipseloverzicht. Literatuur is de derde component. Hij bestaat in het lezen van literatuur en het begeleidende reflecteren daarop. De literatuurcomponent heeft vooral een grote vormende waarde. Via fictie, boeken, literaire fragmenten, poëzie … kun je aandacht vragen voor het (inter)culturele. Respect opbrengen voor anderen, genieten van het ‘mooie’, stilstaan bij het esthetische, bij de ‘persoon’ … . In de eerste graad is deze component als 'aanzet tot literaire competentie via leesplezier’ aanwezig. (p.7) --Via kennismaking met de jeugdliteratuur probeer je nieuwe leefwerelden voor de leerlingen te openen en allerlei maatschappelijke onderwerpen bespreekbaar te maken. (p.8) --Nu laat je teksten met literaire waarde ervaren en genieten, en dat sluit aan bij wat ze in de basisschool gewoon waren te doen. Literatuur is nu nog geen voorwerp van studie of evaluatie. Dat komt er pas in de twee volgende graden bij. (p.57) --- (p. 58) --Leesplezier is het belangrijkste doel in de omgang met fictionele teksten en daarbij heb je als leraar een cruciale rol. Jouw enthousiasme werkt stimulerend. Leerlingen voelen het als je zelf weg bent van een bepaald boek en dat het niet zo maar om ‘leerstof’ gaat. Zo kan een voorleesmoment uit een spannend, goed geschreven boek leerlingen enorm stimuleren om het boek zelf te gaan lezen. Dit leesplezier moet verder gaan dan een louter genieten. Fictionele teksten doen de lezer/luisteraar/kijker greep krijgen op de werkelijkheid of bieden de mogelijkheid om eraan te ontsnappen. Door leerlingen in contact te brengen met fictionele teksten neemt de literaire competentie toe en leren ze betekenis toekennen aan taaltekens en structuren die steeds hogere eisen stellen. De doelstelling van literatuuronderwijs is dus zowel persoonlijkheidsvorming als groeien in literaire competentie. Om leesplezier te bereiken vraagt het leerplan een sterke gerichtheid op de lezer en zijn leeservaring. Vanuit recente leesdidactiek ga je met leerlingen op zoek naar de betekenis die zij geven aan de fictionele teksten. Dit gebeurt bij voorkeur met teksten die aansluiten bij hun eigen belevingswereld. Leerlingen moeten de gelegenheid krijgen om te ontdekken wat boeken allemaal te bieden hebben. Je biedt hen een ruime keuze aan van teksttypes en media om hun interesse te voeden en hun smaak te ontwikkelen. De leerlingen lezen en/of beluisteren (klassikaal of anders) tenminste twee jeugdboeken en daarnaast ook nog een tiental gedichten en/of andere literaire teksten of tekstfragmenten per jaar, en dit in een ontspannen sfeer. Ze bekijken verfilmde fragmenten uit boeken of toneelvoorstellingen. Je zorgt ervoor dat de leerlingen een grote variatie in teksten krijgen: verhalen, dagboekfragmenten, fragmenten van toneelteksten, stripverhalen … De opsomming is niet 18 exhaustief. Een goede school- of klasbibliotheek of een samenwerking met de plaatselijke bibliotheek kan een gevarieerd aanbod ondersteunen. (p.59) ___ 5 (Inter)culturele gerichtheid bij literair lezen Het is belangrijk dat leerlingen inzicht krijgen in de talige aspecten van hun eigen cultuur en van andere culturen. Via poëzie, proza, theater en andere kunstvormen zoals film krijgen ze inzicht in hun eigen referentiekader en dat van andere culturen. Je kunt door je keuze van fragmenten waarin diverse culturen aan bod komen de leerlingen leren om open te staan voor die culturen. Helemaal in de lijn van het tekstervarend omgaan met literatuur kunnen ze hun gedachten, belevingen en emoties bij allerlei cultuuruitingen leren verwoorden. (p.62) Enkele luisterbronnen: Luisterverhalen algemeen http://www.deburen.eu/nl/nieuws-opinie/detail/radioboeken-download-gratis-100luisterverhalen https://gratisluisterboek.wordpress.com/category/gratis-luisterverhalen/ https://gratisluisterboek.wordpress.com/category/gratis-hoorspel/ http://www.citybooks.eu/nl/ Schrijvers vertellen over hun geliefde steden. poëzie omgezet in beeld http://www.dichtvorm.nl/flaatjes/main.htm De koppeling van poëzie met animatiefilm blijkt een goede insteek voor het onderwijs. Na het zien van een film is een discussie over de verbeelding van het gedicht onvermijdelijk. De leerlingen worden op die manier speels gedwongen om een mening te vormen en een eigen interpretatie te geven. De combinatie van woord en beeld werkt goed, omdat de leerling hiermee op een eigentijdse manier benaderd wordt. voor leeszwakke en dyslectische leerlingen http://www.uitgeverijbontekoe.nl/boeken/overzicht-titels/uitgeverij-zwijsen/zoeklicht/samenhonderd.html voor heel zwakke lezers/luisteraars (inhoud basisonderwijs) http://www.averbode.be/Pub/Zonneland-Club/Zonneland-Club-ZwevendePaginas/Zonneland-Club-Zwevende-Paginas-Navigatie/Luisterverhaal.html Info over luisterboeken http://www.leesplein.nl/JB_plein.php?hm=6&sm=2 19 De mestkever (hoorspel) Voor 1ste jaar Lessuggestie: nog uit te werken: “De Mestkever” (luistercd) - - - Vergelijken met origineel sprookje Fragment laten bewerken: expressief lezen (waarbij geluiden zelf laten toevoegen?) Mening: wat is leuker en waarom: de geschreven of de gesproken versie Zelf vervolg laten fantaseren (per 2) en aan de klas expressief vertellen Youtube: https://www.youtube.com/watch?gl=BE&v=WrJJxjt388 (the making of de mestkever) Mimiek en lichaamstaal bespreken Interview Interview makers gehoorspel In “De rode loper” https://www.youtube.com/watch?gl=BE&v=d_Xpbw0Mg7A Of in Taalblad.be: interview makers hoorspel de mestkever (8’) http://www.taalblad.be/e-zine/taaltrips/luisteroefening-demestkever-en-andere-heerlijke-hoorspelen/484.html Doortrekken aanduiden naar taalbeschouwing vb fragment bn - ORIËNTEREN VOORBEREIDEN UITVOEREN 20 REFLECTEREN OPDRACHTENFICHE Lessuggestie nog uit te werken: Cfr Wim Helsen ‘Winteruur’ - Vertrekken vanuit citaten of een versregel => interesse! - Luisterfragment - Topische vragen ORIËNTEREN VOORBEREIDEN UITVOEREN 21 REFLECTEREN Kus me – Bart Moeyaert (2de jaar) Tip van een collega: ga naar Klascement.be (ook via google: Kus me Bart Moeyaert Klascement; inloggen vereist) Het materiaal vind je daar online. “Gedurende het eerste trimester luisteren de leerlingen twaalf keer naar een stukje van het luisterboek (verhaal ook ingesproken door Bart Moeyaert zelf). Daarbij beantwoorden ze telkens de vragen in deze bundel, soms op voorhand, soms achteraf. Voor en na elk luisterfragment lossen de leerlingen enkele vraagjes op in de werkbundel. Na het luisteren, volgt op het einde van het trimester ook een luistertoets, deze vind je in de bijlage.” Reclameboodschappen in de media Reclameboodschappen – differentiëren op interesse (luisteren – lezen – spreken) Doelen LP 22 ORIËNTEREN Elke dag zie je en beluister je reclameboodschappen. Vandaag kijken we wat het doel is van reclame, of de makers daarin slagen en of hun boodschap wel klopt. - Je kiest een product uit het opgegeven lijstje. - Je leest en/of bekijkt een reclame. Je analyseert die. - Je gaat op onderzoek bij mensen van verschillende leeftijden (vrienden, familie) wat zij van je product vinden. (optioneel) - Je bekijkt een filmpje waarin je product getest wordt. Jullie resultaten stel je voor aan de klas. De vetgedrukte vragen gebruik je als structuur. Vertel kort wat jullie ontdekt hebben! Noteer dus allemaal jullie antwoorden in telegramstijl. 1. Kies een product met je groepje. Gebruik deze lijst: VOORBEREIDEN - Coca Cola Zero ketchup Heinz Geox schoenen Quetchua tentjes Dovy keukens Stimorol kauwgom Samsonite reiskoffer a. Waarom kies je dit? Motiveer! b. Wat zijn de sterktes en de zwaktes van je product? c. Wat verwacht je van de test: zal je product slagen of niet? Waarom denk je dit? 2. a. Wat vinden anderen van dit product (optioneel) Ga elk op zoek naar 5 à 10 personen uit een beetje verschillende leeftijden, jongens/mannen en meisjes/vrouwen. Vraag het volgende: - Kennen jullie dit product? - Gebruiken jullie dit product? - Wat vind je goed/slecht aan dit product? Gebruik het bijgevoegde blad om in te vullen. UITVOEREN b. Leg jullie onderzoeksresultaten samen: (optioneel) - Kiest een bepaalde leeftijdsgroep meer voor jullie product? Heb je een verklaring? - Kiezen mannen of vrouwen meer voor dit product? Heb je hiervoor een verklaring? - Wat vinden zij sterk of niet sterk aan jullie product? 3. Breng een ‘papieren’ versie van een reclame en/of een 23 reclamefilmpje mee voor je product. c. Bespreek het communicatieschema: - Wie is de zender? - Wat is de boodschap? - Wat is de relatie van de boodschap tot de werkelijkheid? - Wie is de ontvanger? - Wat is de bedoeling van de communicatie? - Hoe wordt er gecommuniceerd? - In welke omstandigheden, situatie wordt er gecommuniceerd? - Wat is de weg en wat zijn de middelen? - Wat is de reactie, het effect? d. Is deze reclame geslaagd? - Ben jij het doelpubliek? Waarom? - Vind je de boodschap duidelijk en overtuigend? Waarom? - Vind je dat de boodschap aansluit bij jouw leefwereld? Waarom? 4. Bekijk het fragment uit Volt. Dit programma controleert regelmatig of de inhoud van de reclameboodschap wel klopt. a. Vat hun onderzoekje samen: - Wat onderzoeken ze? - Hoe onderzoeken ze dit? - Wat zijn de resultaten? b. Evalueer hun onderzoekje: - Pakken ze het goed aan? Waarom? - Denk je dat het een ‘eerlijk’ onderzoek is? Waarom? 5. Presentatie (vertel ook jullie antwoorden op de vragen 6 en 7) Dit is geen klassieke spreekoefening waaraan je thuis extra moet voorbereiden. Je vertelt gewoon wat jullie ontdekt hebben. (Iedereen komt aan bod.) Je mag natuurlijk je notities gebruiken! Je aandachtspunten zijn: - Je spreekt verzorgd Nederlands: articulatie, tempo, volume, vlotheid. - Je verzorgt je houding. - Je formuleert bondig je resultaten. 24 6. Zal je je gekozen product nog altijd/nooit meer gebruiken? Waarom? 7. Overtuig je leraar om deze opdracht volgend jaar opnieuw of nooit mee opnieuw te doen! Of misschien zou je het anders aanpakken? Gebruik hiervoor natuurlijk argumenten. REFLECTEREN Uitspraken in een discussie Ga op zoek naar info op basis van een luisterfragmentje (radio) Lessuggestie: nog uit te werken Radiofragmentje met discussiemoment - - Laat kort fragment (2’?) beluisteren zonder inleiding Laat lln beargumenteerd zoeken naar antwoorden op de basisvragen van het communicatieschema. Hiervoor maken ze gebruik van de gegevens die ze krijgen tijdens het beluisteren: namen, intonatie, inhoudelijke gegevens, de taal (connotatie!).. (Wie zit daar? Wat is het onderwerp? Op het einde: Wat is jouw mening?) Bij wie sluit je aan qua mening en waarom? Hulpkader: geef woorden die er zeker moeten instaan ORIËNTEREN VOORBEREIDEN 25 UITVOEREN REFLECTEREN Oproepen of uitnodigingen tot een activiteit De strafste school! Lessuggestie: nog uit te werken: “De strafste school” Uitnodigen tot een activiteit bv 40 dagen zonder vlees (beoordelend kijken/luisteren, burgerzin) - De 2 promotiefilmpjes van de voorbije 2 jaren vergelijken en evalueren - Koppelen aan een krantenartikel of nieuwsbericht - Koppelen aan een instructieopdracht Bv hoe maak ik een veggieburger… Kan ook vakoverschrijdend project zijn ORIËNTEREN 26 VOORBEREIDEN UITVOEREN REFLECTEREN 27