luistervaardigheid 1ste graad

advertisement
structurerend
beoordelend
Ondersteuning
die je kunt (laten) gebruiken
1
Doelen luistervaardigheid 1ste graad A
LPD 1
De leerlingen kunnen luisteren naar voor hen relevante teksten (ET 1, 2, 21):
Verwerkings
Structurerend
Beoordelend
niveau
Publiek
bekende
Gesprekken (dialoog, polyloog) met medeleerlingen over school-

Reclameboodschappen in de media;
leeftijdsgenoten
of klassengebeuren;

Ontspannende teksten;
onbekende

Instructies om handelingen uit te voeren;

Uitspraken in een discussie;
Jeugdprogramma’s op radio en tv;

Oproepen of uitnodigingen tot een
leeftijdsgenoten

activiteit.
bekende
Een uiteenzetting (door de leraar) over een leerstofonderdeel in
volwassenen
de klas;
onbekende
Telefoongesprekken met onbekende volwassenen.
volwassenen
LPD 2 De leerlingen zijn bereid:
te luisteren (ET 4*);
een onbevooroordeelde houding aan te nemen (ET 4*);
de luisteraandacht te laten blijken;
een ander te laten uitspreken;
over de eigen luisterhouding te reflecteren;
het beluisterde aan eigen ervaringen en opvattingen te
toetsen (zie ook bij de vaardigheden);
luisterstrategieën toe te passen.
LPD 3 De leerlingen kunnen bij het luisteren deze stappen zetten (ET 3, 4*,18):
het luisterdoel bepalen (oriënteren);
O
zich oriënteren op het luisteren door de gepaste vragen te stellen (oriënteren);
gebruik maken van aanwijzingen binnen de communicatiesituatie (voorbereiden en/of uitvoeren);
V
zich concentreren (voorbereiden en/of uitvoeren);
belangrijke informatie noteren (uitvoeren);
U
de gewenste informatie uit de beluisterde tekstsoort halen (uitvoeren);
vragen stellen bij onduidelijkheid (uitvoeren);
de gepaste strategie inzetten: manier van luisteren afstemmen op het luisterdoel, het teksttype en
daarbij hun aandacht behouden voor het bereiken van het doel (uitvoeren)
R
het beluisterde toetsen aan de eigen kennis en inzichten in het licht van het luisterdoel (reflecteren – zie
ook bij attitudes);
hun resultaat bijstellen (reflecteren)
LPD 4 De leerlingen herkennen de voor hen relevante teksten. Ze herkennen de formele en
inhoudelijke kenmerken van die teksten en de hoofdlijnen van de opbouw.
De leerlingen hebben de kennis verworven die nodig is om de opgesomde luistertaken onder
leerplandoelstelling 1 uit te voeren.
2
Doelen luistervaardigheid 1ste graad B
1. Beschrijvend
2. Beoordelend
informatie achterhalen in voor hen bestemde
teksten zoals
luisteren naar interactie met leeftijdgenoten
zoals
-
informatieve radio- en tv-uitzendingen,
-
instructies van leraren of medeleerlingen,
-
telefoongesprek,
-
-
mededelingen,
-
informatieve teksten,
-
dramatische vormen (allerlei
teksten - genietend luisteren)
een discussie,
een gesprek,
een oproep,
een dramatisering
ontspannende
De leerlingen
3
leven de luisterafspraken na*. (OD14)
De leerlingen
4
kunnen selectief luisteren naar kernwoorden en kernklanken in een eenvoudige tekst, (OD4)
horen daarbij het verschil tussen korte en lange klanken. (OD3)
5
kunnen de volgende strategieën inzetten:
–
luisterdoel bepalen,
–
verwachtingen formuleren,
–
aanwijzingen binnen de communicatiesituatie gebruiken,
–
zich concentreren,
–
gericht informatie noteren,
–
vragen stellen bij onduidelijkheid,
–
het resultaat beoordelen in functie van het luisterdoel.
6
kunnen op hun niveau reflecteren op de door hen gebruikte luisterstrategieën en
daarbij de voorgaande attitudes, kennis en vaardigheden inzetten. (OD 32)
3
UDL en binnenklasdifferentiatie (BDK)
UDL
Voor de principes van
UDL
Universal Design for Learning in
Nederlands: een praktische
gids.
(uit “Pedagogische berichten
2013-2014”)
http://www.dpbbrugge.be/se
cundair/dipebe/20132014/documenten/Nederlands
/nederlands.pdf
BDK
Voor de achtergrond van
BDK
(inleidend artikel)
(uit: “Pedagogische Berichten
2015-2016”)
Zie ook: Differentiatie in het
leerplan p.36-41
http://ond.vvksoict.com/vvksomainnieuw/leerpl
anpubliek.asp?NR=2010/016
Ondersteuning
Luisterstrategieën
Luisterstrategie
Informatief luisteren
Doel: wat wil je bereiken
Je wilt de info die de zender geeft, zo goed mogelijk begrijpen
Structurerend luisteren
Je zoekt vooral naar de structuur van de boodschap
Zoekend of selectief
luisteren
Globaal luisteren
Je zoekt naar de informatie die jij nodig hebt
Je probeert het hoofdonderwerp en de hoofdgedachte(n) te
achterhalen. Je vormt zo een algemeen beeld van de
boodschap.
Tip: luister naar inleiding en centrale vraag + welke
deelonderwerpen hoor je en wat zegt de spreker erover + geeft
de spreker een antwoord op de centrale vraag?
4
Intensief luisteren
Je wil alle informatie horen en onthouden.
Tip: zie globaal luisteren maar je luister ook naar ‘bijzaken’:
toelichtingen, voorbeelden, definities… en ook subargumenten,
deeloplossingen, …
Studerend luisteren
Je wil de inhoud onthouden
Tip: bv bij een les: noteer kernwoorden, gebruik afkortingen,
probeer de structuur te vatten (wordt meestal gegeven). Als, je
iets niet begrijpt/kon noteren, haak niet af. Vraag er achteraf
naar. Bewerk je notities achteraf tot een leesbaar geheel.
Kritisch luisteren
Je wil bepalen of de informatie betrouwbaar is en beoordelen of
je het eens bent met de argumentatie.
Hoe kun je luistervaardigheid aanpakken?
Voor, tijdens en na het luisteren naar een tekst past een luisteraar verschillende
luisterstrategieën toe:
-
Luisterdoel bepalen:
Voorkennis activeren:
Verbanden en relaties in de tekst afleiden:
De hoofdgedachte vinden:
-
Samenvatten:
-
De tekst op zijn waarde beoordelen:
Reflecteren op het luisterproces:
Wat wil ik weten?
Wat weet ik er al van?
wie-wat-waarom-vragen.
Welk idee staat in de tekst
centraal?
Kun je kort vertellen waar de
tekst over gaat?
Wat vind je van deze tekst?
Weet je nu wat je wilde weten?
Maak leerlingen bewust van deze strategieën en leer ze aan door directe
instructie.
Leg uit wanneer, hoe en waarom je bepaalde strategieën in kunt zetten.
Doe hardop denkend voor hoe je luisterstrategieën toepast.
Stel hardop vragen over de luistertekst en beantwoord ze vervolgens zelf.
Laat leerlingen tot slot in kleine groepjes van gedachten wisselen over een
luistertekst en verwoorden hoe ze strategieën hebben toegepast.
Educatieve televisieprogramma’s nemen in het onderwijs een steeds belangrijker
plaats in. Bij het kijken naar dergelijke programma’s moeten kinderen hun aandacht
gedurende langere tijd op een bepaald onderwerp richten.
Ondersteun leerlingen door het programma grondig voor te bespreken.
Onderbreek het programma af en toe voor aanvullende uitleg en spreek
na afloop de inhoud na.
Laat ze bijvoorbeeld de hoofdgedachte van het programma verwoorden
en ga in op luisterstrategieën om de hoofdgedachte af te leiden.
Stel procesgerichte vragen bv: Hoe heb je dit antwoord gevonden? Wie
heeft er een ander antwoord? Wie heeft het op een andere manier
gedaan?
Uit: http://www.leerlijnentaal.nl/page/303/begrijpend-luisteren.html
5
Interessante websites voor luistermateriaal
https://onderwijs.hetarchief.be
Het Archief voor Onderwijs wil leraren op
een eenvoudige manier toegang bieden tot
film- en audiomateriaal van de openbare
omroep, de regionale omroepen en diverse
musea en archieven.
http://www.universiteitvannederland.nl/allecolleges/
Universiteit van Nederland. De beste
hoogleraren van Nederland geven gratis
college op internet. Elke werkdag komt er
een nieuw college online, en elke week een
nieuwe hoogleraar (meer voor 3de graad).
http://www.spotshop.be
Op Spotshop kun je een reclamespot die je
onlangs hoorde op Radio 1, Radio 2, Studio
Brussel of MNM nog eens beluisteren. Je
vindt de spotjes één dag na de uitzending
terug en ze blijven online tot één maand na
de laatste uitzending.
http://taalblad.be/pages/luisteroefeningennederlands-met-radio-taalblad
Taalblad.be is een e-zine met dagelijkse
actualiteit, geschreven in het Nederlands,
maar voor anderstaligen. De bredere
doelstelling is “het ontwikkelen en aanbieden
van multimediale leerondersteuning voor
anderstaligen die Nederlands leren of
geleerd hebben”.
Korte instructiefilmpjes
Schooltv
http://www.explania.com/nl
http://www.schooltv.nl/home/
http://www.canvas.be/video/pitch
Op de website van Canvas vind je korte
filmpjes waarin ondernemende, jonge
mensen hun idee pitchen. Elke week
selecteert Canvas de beste ideeën.
https://www.nedbox.be
NedBox is een digitaal platform voor
anderstaligen om Nederlands te oefenen. Je
vindt er een gevarieerde verzameling tvfragmenten en krantenartikels met
levensechte oefeningen, zoals een formulier
invullen.
Http://www.klasse.be/tvklasse
http://www.nerdland.be
In Nerdland legt Lieven Scheire beetje bij
beetje bloot wat nerds zijn, met welke
onwaarschijnlijke dingen ze bezig zijn en hoe
waanzinnig interessant ze zijn. Je vindt er
korte teksten en filmpjes over wetenschap,
ruimte, technologie, helden en games &
fictie.
o.a. uit: Taal beschouwen, hoe dan? Leerplandoelstellingen in de praktijk, 3e graad kso/tso
Marleen Lippens, Annelies Bautier-Van Laere, Lieve Knop, p.3
6
Differentiëren met luisteroefeningen in je handboek
Hoe kun je je handboek inschakelen bij het differentiëren?
Veelal wordt er ‘teveel’ materiaal aangeboden, al dan niet versnipperd over het
volledige handboek. Meestal oefenen die luisteroefeningen hetzelfde. Het is dan
vooral de ‘kunst’ om zelf parallelle vragen ontwerpen die je op verschillende teksten
kunt toepassen. Onze leerlingen moeten vooral structurerend en beoordelend leren
luisteren en dat kun je op verschillende teksten inoefenen.
Interessant is het dan om de leerlingen uit de
verschillende teksten een onderwerp te laten kiezen
dat ze wel interessant vinden.
Maak zelf vooraf een selectie volgens lengte,
moeilijkheid … Zo kunnen leerlingen een tekst
kiezen ‘op maat’.
Laat hen ook eens de vrijheid om een
presentatievorm te kiezen. Uiteindelijk hebben ze
hetzelfde geoefend (structurerend en/of
beoordelend luisteren naar..). Ze kunnen om het
even hoe bewijzen dat ze die vaardigheid onder de
knie hebben.
7
Instructies
Instructie - differentiëren op tempo/keuze
(luisteren – schrijven – spreken)
Je krijgt een instructiefilmpje om te beluisteren. De bedoeling is
dat je hiervan schematisch een stappenplan kan maken.
Deze instructie kun je zelf uitleggen. Het resultaat film je met de
bedoeling het op Smartschool te zetten.
ORIËNTEREN
Het onderwerp van de instructie kies je uit een lijst
a. Kies per 2 een instructie die je interesseert
VOORBEREIDEN
b.
c.
d.
e.
f.
g.
Hoe werkt twitter?
Hoe kies ik het best een veilig wachtwoord ?
Hoe kun je met z’n vieren pokeren?
Hoe maak je een peperkoekenhuisje?
Hoe vouw je een springende kikker? (of een ander dier)
Hoe loopt een transfer in het voetbal
1. Beluister de instructie totdat je ze beet hebt. Neem notities
terwijl je luistert!
UITVOEREN
a. Hoe werkt twitter?
http://www.explania.com/nl/kanalen/technologie/detail/h
oe-werkt-twitter
8
uitvoeren
b. Hoe kies je een veilig wachtwoord?
http://www.explania.com/nl/kanalen/technologie/detail/e
en-veilig-wachtwoord-kiezen
c. Hoe kun je met z’n vieren pokeren?
http://www.explania.com/nl/kanalen/hobby/detail/pokere
n-met-4-personen
d. Hoe maak je een peperkoekenhuisje?
https://www.youtube.com/watch?v=geDDQtpPOmU
(opm: zet het beeldmateriaal om in woorden, want heel
wat dingen worden alleen maar getoond)
e. Hoe vouw je een springende kikker?
http://www.explania.com/nl/kanalen/hobby/detail/hoevouw-je-een-springende-kikker
f.
Hoe loopt een transfer in het voetbal?
http://www.explania.com/nl/kanalen/sport/detail/hoedoe-je-een-transfer-in-het-belgisch-voetbal
2. Verwerk jullie notities in een schematische voorstelling: dit
is een voorstelling met pijltjes en blokjes/cirkeltjes…
Je schrijft geen zinnen!
De vorm kies je zelf.
Een voorbeeldje:
9
3. Met dit schema leggen jullie de instructie uit aan elkaar. Je
mag elk de helft nemen.
Neem de aanpak uit het filmpje niet over! Het is jullie
instructie.
4. Als dit vlot gaat, film je jullie instructie.
Je kan zelf in beeld komen. Dit hoeft niet.
Zorg dan dat je op een of andere manier iets in beeld
brengt dat past, je scherm, een A4tje met een begrip…
5. Is jullie aanpak goed gelukt?
Zijn er dingen die je goed aangepakt hebt? Zijn er dingen
die je anders zou aanpakken?
REFLECTEREN
6. Overtuig je leraar om deze opdracht volgend jaar opnieuw
of nooit mee opnieuw te doen! Of misschien zou je het
anders aanpakken?
Gebruik hiervoor natuurlijk argumenten.
Instructie - differentiatie op interesse
(spreken – luisteren)
1. Je maakt zelf een instructiefilmpje voor iets dat je op
school kunt gebruiken.
10
ORIËNTEREN
Dit is de voorwaarde: jij of iemand van je klas moet het
kunnen gebruiken op school
Enkele voorbeelden:
Hoe zet je een filmpje op het net?
Hoe maak je een digitale mindmap?
Hoe bewerk je een filmpje?
Leg een stukje leerstof uit of een oefening
Formuleer op een leuke manier enkele studeertips,
Maak een handleiding voor nieuwe leerlingen bv
voor het gaan eten in de refter, …
etc.
Kies gerust zelf een onderwerp. Bespreek dit met je leraar. Zeg
ook waarom je dit koos.
2. Een medeleerling bekijkt jouw instructie en voert die uit.
Hij/zij evalueert met een fiche.
Het filmpje mag niet langer duren dan…
Je uitleg moet duidelijk zijn.
Gebruik de typische taal die bij een instructie hoort. link
De opdracht kan alleen of per 2 uitgevoerd worden.
1. Kies een onderwerp
Leg je keuze voor aan je leraar.
VOORBEREIDEN
2. Schrijf je stappenplan uit van je instructie.
Hou rekening met:
a. Duur
b. Taalgebruik en uitspraak
c. Duidelijkheid
3. Oefen enkele keren tot je zeker bent.
UITVOEREN
4. Film je instructie
Opmerking:
Jij moet niet zelf in beeld komen als je dit niet wenst.
Je kunt bv het volgende in beeld brengen: A4’tjes
waarop een begrip staat, je computerscherm waarop
je de verschillende stappen uitvoert…
5. Sla je filmpje op en bezorg het aan je leraar.
(datum en manier waarop af te spreken)
6. Je krijgt een instructiefilmpje van een andere leerling.
Voer de instructie uit en vul het evaluatieformulier in.
11
7. a. Bestudeer het evaluatieformulier. Bespreek het met
de leerling die je evalueerde.
b. Wat heb je hieruit geleerd? Wat ging goed? Wat
zou je anders/beter aanpakken?
8. Overtuig je leraar om deze opdracht volgend jaar
opnieuw of nooit mee opnieuw te doen! Of misschien
zou je het anders aanpakken?
Gebruik hiervoor natuurlijk argumenten.
REFLECTEREN
Jeugdprogramma
OPDRACHTENFICHE
Lessuggestie: nog uit te werken
Instap lln kiezen
-
Schema met enkele kernwoorden
Schema zonder kernwoorden
Blanco: lln noteren zelf de belangrijkste vragen
ORIËNTEREN
VOORBEREIDEN
UITVOEREN
12
REFLECTEREN
Uiteenzetting over een leerstofonderdeel
Leerstof onderdeel – differentiatie in tempo en ondersteuning
(Luisteren – schrijven)
Doelen LP
ORIËNTEREN
Vooraf: spreek met een collega af, bij voorkeur van geschiedenis,
natuurwetenschappen of aardrijkskunde. Vraag of hij/zij een stukje les wil
filmen. Zeg dat je met je leerlingen wil zoeken naar een manier om te
structureren tijdens/na het luisteren.
Je zal zo dadelijk 10’ uit een les bekijken van mr/mevr x
We proberen om notities te nemen en die notities te structureren.
Er is geen perfect eindresultaat!
We kijken wat we opgeschreven hebben en gaan dit vergelijken
met een andere leerling.
We leren van mekaar!
1. Zorg dat je klaar zit om te luisteren.
- Heb je schrijfgerei en papier klaar liggen?
- Kun je geconcentreerd starten?
13
-
VOORBEREIDEN
Heb je nog vragen vooraf?
Als je iets niet begrijpt of niet goed kan horen, is dit
niet erg. Laat een beetje plaats over.
2. Je leraar zal het onderwerp vertellen.
- Wat weet je al hierover?
- Wat zou je nog willen weten?
- Wat verwacht je dat deze les je zal vertellen?
3. Bekijk de opname.
Je mag terugspoelen en herbekijken als dit nodig is.
Als er de mogelijkheid is om in een ict-lokaal te werken…
Anders moet het klassikaal gebeuren…
UITVOEREN
4. Neem ondertussen notities alsof je ‘echt’ in de les zit.
5. Leg je notities naast die van een andere leerling van je klas
die ook al klaar is.
Bespreek:
- Hoe gingen jullie tewerk?
- Welke informatie is hetzelfde bij beiden?
- Waar zie je dingen die verschillend geïnterpreteerd
werden?
- Heeft de ene dingen staan die de andere niet heeft? (En
omgekeerd?)
- Waarmee hadden jullie het moeilijk?
6. Structureer jullie notities:
- Wat is de titel
-
Heb je verschillende onderdeeltjes?
Kun je die een ondertitelt geven?
Heb je definities? Voorbeelden?
7. Klassikale bespreking
Ondersteuning
1. Voor leerlingen die dit nodig hebben, kun je een schema
geven waarin de structuur al gegeven is: titel, ondertitel,
kadertje voor een schematische weergave van relaties,
ruimte voor een voorbeeld…
Zij zullen hun resultaat met een andere leerling vergelijken
die ook deze ondersteuning heeft gekregen.
2. Leerlingen kun je ook vooraf laten kijken naar de opname.
Via pre-teaching hebben ze dan wel al een stapje voor op
de naderen en kunnen ze misschien zonder de
bovenstaande ondersteuning?
14
8. Wat heb ik geleerd vandaag?
- Wat doe ik goed?
- Wat is moeilijk? Hoe komt dit?
- Waar kan ik hulp gebruiken?
- …
REFLECTEREN
9. Overtuig je leraar om deze opdracht volgend jaar opnieuw
of nooit mee opnieuw te doen!
Of misschien zou je het anders aanpakken?
Gebruik hiervoor natuurlijk argumenten!
Telefoongesprek met onbekende volwassene
Pesten (telefoongesprek) - differentiëren op ondersteuning.
(en extraatje: op niveau voor heel taalzwakke/anderstalige leerlingen)
(luisteren – schrijven)
Doelen LP
Versie 1 (kan gerust klassikaal)
ORIËNTEREN
Natuurlijk 2
verschillende fiches
maken! Opdracht 2
zal je best
actualiseren!
Pesten is iets waarmee velen jammer genoeg wel eens te
maken hebben. Soms ben je slachtoffer, soms ben je pester,
soms ben je toeschouwer…
Vandaag gaan we luisteren naar iemand die als jongere
betrokken was bij pestgedrag en hiervan spijt heeft.
Je luistert naar een telefoongesprek dat Jan Hautekiet in zijn
programma ‘Hautekiet’ voert met de schrijfster Rachida
Lamrabet.
Zij zit op de trein terwijl hij belt. Welke gevolgen kan dit hebben
15
voor het luisteren?
Versie 2 voor taalzwakke/anderstalige
leerlingen (individueel/per twee) (is geen
telefoongesprek!)
Pesten is iets waarmee velen wel eens te maken hebben.
Soms ben je slachtoffer, soms ben je pester, soms ben je
toeschouwer.
We bekijken vandaag de actie van Ketnet tegen pesten.
Versie 1 (per 2– kan achteraf eventueel
klassikaal)
-
Wat verwacht je te vernemen? Op welke vragen
verwacht je een antwoord?
Hoe zal de geïnterviewde zich voelen?
Hoe zal de interviewer zich best gedragen?
Hoe zou jij omgaan met een ‘sorry’ na zovele jaren?
VOORBEREIDEN
Versie 2 (individueel/per twee)
Dit filmpje komt uit Karrewiet.
Zal je dit begrijpen of wordt het moeilijk? Waarom?
Versie 1 (kan gerust klassikaal)
1. Ga naar “Hautekiet: pesters over pestgedrag”
UITVOEREN
2. Beluister tot 4.06’ ( = het telefoongesprek)
3. Opdracht:
Vat samen wat hier verteld wordt.
De
ondersteuning
geef je op een
apart blaadje.
Schrijf een artikeltje voor de Facebookpagina van
school waarin je vertelt watje hier hoort.
Het onderwerp is dat een pester spijt heeft. Kies een
goede titel.
Vertel in de hij-vorm. (Noem je personage X om elke
verwijzing naar een bestaande persoon te vermijden.)
Ondersteuning: kun je aan leerlingen geven die dit
volgens jou nodig hebben.
a. Ondersteuning tijdens het luisteren:
-
Zoek een antwoord op de volgende vragen
Wie – wat – waarom – hoe?
Rachida zegt “dit blijft me achtervolgen”. Wat bedoelt ze
hiermee?
Zij vertelt dat ze een ‘volger’ was. Wat betekent dit voor
16
-
haar? Wat is de reactie van Hautekiet?
Kan een ‘sorry’ nu helpen? Wat meent een luisteraar?
Kun je dit begrijpen?
b. Ondersteuning bij het schrijven
-
Gisteren kregen we een telefoontje van X waarin hij/zij
vertelde….
Hij/zij vertelt dat hij/zij al jaren achtervolgd wordt door…
Dit betekent…
Hij/zij probeert dit wat te verzachten met de woorden “ik
was een volger”. Hij/zij …
Onze redacteur reageerde hierop …
Op onze vraag wat hij/zij nu zou doen, antwoordde
hij/zij….
Versie 2 (individueel/per twee)
1. Ga naar:
https://www.nedbox.be/teaser/move-tegen-pesten
2. Bekijk het filmpje enkele keren. (0.47’)
3. opdracht:
a. Maak de vragen op de verschillende niveaus (1 ster,
2 sterren, 3 sterren)
Nu begrijp je waarover het gaat.
b. Schrijf een tekst
Schrijf een kort artikeltje.
Het komt op de Facebookpagina van de school.
Je beschrijft de actie: wie, wat, wanneer, hoe,
waarom, ….)
Kies ook een passende foto.
Ondersteuning via een schrijfkader:
Ketnet organiseert dit jaar weer ....
…. en …. maakten hiervoor een …..
Ze willen dat je …..
Zo word je een …. Dit is iemand die….
De actie gaat door op …
Je kunt nu al oefenen: …..
REFLECTEREN
-
Heeft dit telefoongesprek jou iets geleerd?
Hoe zou jij kunnen omgaan met pesten?
-
Overtuig je leraar om deze opdracht volgend jaar
opnieuw of nooit mee opnieuw te doen!
Of misschien zou je het anders aanpakken?
Gebruik hiervoor natuurlijk argumenten!
17
Ontspannende teksten
Wat zegt het leerplan over literatuur?
Een knipseloverzicht.
Literatuur is de derde component. Hij bestaat in het lezen van literatuur en het begeleidende
reflecteren daarop. De literatuurcomponent heeft vooral een grote vormende waarde. Via
fictie, boeken, literaire fragmenten, poëzie … kun je aandacht vragen voor het
(inter)culturele. Respect opbrengen voor anderen, genieten van het ‘mooie’, stilstaan bij het
esthetische, bij de ‘persoon’ … . In de eerste graad is deze component als 'aanzet tot literaire
competentie via leesplezier’ aanwezig. (p.7)
--Via kennismaking met de jeugdliteratuur probeer je nieuwe leefwerelden voor de leerlingen
te openen en allerlei maatschappelijke onderwerpen bespreekbaar te maken. (p.8)
--Nu laat je teksten met literaire waarde ervaren en genieten, en dat sluit aan bij wat ze in de
basisschool gewoon waren te doen. Literatuur is nu nog geen voorwerp van studie of
evaluatie. Dat komt er pas in de twee volgende graden bij. (p.57)
---
(p. 58)
--Leesplezier is het belangrijkste doel in de omgang met fictionele teksten en daarbij heb je als
leraar een cruciale rol. Jouw enthousiasme werkt stimulerend. Leerlingen voelen het als je
zelf weg bent van een bepaald boek en dat het niet zo maar om ‘leerstof’ gaat. Zo kan een
voorleesmoment uit een spannend, goed geschreven boek leerlingen enorm stimuleren om
het boek zelf te gaan lezen.
Dit leesplezier moet verder gaan dan een louter genieten. Fictionele teksten doen de
lezer/luisteraar/kijker greep krijgen op de werkelijkheid of bieden de mogelijkheid om eraan
te ontsnappen. Door leerlingen in contact te brengen met fictionele teksten neemt de
literaire competentie toe en leren ze betekenis toekennen aan taaltekens en structuren die
steeds hogere eisen stellen. De doelstelling van literatuuronderwijs is dus zowel
persoonlijkheidsvorming als groeien in literaire competentie.
Om leesplezier te bereiken vraagt het leerplan een sterke gerichtheid op de lezer en zijn
leeservaring. Vanuit recente leesdidactiek ga je met leerlingen op zoek naar de betekenis die
zij geven aan de fictionele teksten. Dit gebeurt bij voorkeur met teksten die aansluiten bij
hun eigen belevingswereld.
Leerlingen moeten de gelegenheid krijgen om te ontdekken wat boeken allemaal te bieden
hebben. Je biedt hen een ruime keuze aan van teksttypes en media om hun interesse te
voeden en hun smaak te ontwikkelen. De leerlingen lezen en/of beluisteren (klassikaal of
anders) tenminste twee jeugdboeken en daarnaast ook nog een tiental gedichten en/of
andere literaire teksten of tekstfragmenten per jaar, en dit in een ontspannen sfeer. Ze
bekijken verfilmde fragmenten uit boeken of toneelvoorstellingen.
Je zorgt ervoor dat de leerlingen een grote variatie in teksten krijgen: verhalen,
dagboekfragmenten, fragmenten van toneelteksten, stripverhalen … De opsomming is niet
18
exhaustief. Een goede school- of klasbibliotheek of een samenwerking met de plaatselijke
bibliotheek kan een gevarieerd aanbod ondersteunen. (p.59)
___
5 (Inter)culturele gerichtheid bij literair lezen
Het is belangrijk dat leerlingen inzicht krijgen in de talige aspecten van hun eigen cultuur en
van andere culturen. Via poëzie, proza, theater en andere kunstvormen zoals film krijgen ze
inzicht in hun eigen referentiekader en dat van andere culturen. Je kunt door je keuze van
fragmenten waarin diverse culturen aan bod komen de leerlingen leren om open te staan
voor die culturen. Helemaal in de lijn van het tekstervarend omgaan met literatuur kunnen
ze hun gedachten, belevingen en emoties bij allerlei cultuuruitingen leren verwoorden.
(p.62)
Enkele luisterbronnen:
Luisterverhalen algemeen
http://www.deburen.eu/nl/nieuws-opinie/detail/radioboeken-download-gratis-100luisterverhalen
https://gratisluisterboek.wordpress.com/category/gratis-luisterverhalen/
https://gratisluisterboek.wordpress.com/category/gratis-hoorspel/
http://www.citybooks.eu/nl/
Schrijvers vertellen over hun geliefde steden.
poëzie omgezet in beeld
http://www.dichtvorm.nl/flaatjes/main.htm
De koppeling van poëzie met animatiefilm blijkt een goede insteek voor het onderwijs. Na het zien van
een film is een discussie over de verbeelding van het gedicht onvermijdelijk. De leerlingen worden op
die manier speels gedwongen om een mening te vormen en een eigen interpretatie te geven. De
combinatie van woord en beeld werkt goed, omdat de leerling hiermee op een eigentijdse manier
benaderd wordt.
voor leeszwakke en dyslectische leerlingen
http://www.uitgeverijbontekoe.nl/boeken/overzicht-titels/uitgeverij-zwijsen/zoeklicht/samenhonderd.html
voor heel zwakke lezers/luisteraars (inhoud basisonderwijs)
http://www.averbode.be/Pub/Zonneland-Club/Zonneland-Club-ZwevendePaginas/Zonneland-Club-Zwevende-Paginas-Navigatie/Luisterverhaal.html
Info over luisterboeken
http://www.leesplein.nl/JB_plein.php?hm=6&sm=2
19
De mestkever (hoorspel)
Voor 1ste jaar
Lessuggestie: nog uit te werken:
“De Mestkever” (luistercd)
-
-
-
Vergelijken met origineel sprookje
Fragment laten bewerken: expressief lezen (waarbij
geluiden zelf laten toevoegen?)
Mening: wat is leuker en waarom: de geschreven of de
gesproken versie
Zelf vervolg laten fantaseren (per 2) en aan de klas
expressief vertellen
Youtube:
https://www.youtube.com/watch?gl=BE&v=WrJJxjt388 (the making of de mestkever)
 Mimiek en lichaamstaal bespreken
 Interview
Interview makers gehoorspel
In “De rode loper”
https://www.youtube.com/watch?gl=BE&v=d_Xpbw0Mg7A
Of
in Taalblad.be: interview makers hoorspel de mestkever (8’)
http://www.taalblad.be/e-zine/taaltrips/luisteroefening-demestkever-en-andere-heerlijke-hoorspelen/484.html
Doortrekken
aanduiden
naar
taalbeschouwing
vb
fragment
bn
-
ORIËNTEREN
VOORBEREIDEN
UITVOEREN
20
REFLECTEREN
OPDRACHTENFICHE
Lessuggestie nog uit te werken:
Cfr Wim Helsen ‘Winteruur’
- Vertrekken vanuit citaten of een versregel =>
interesse!
- Luisterfragment
- Topische vragen
ORIËNTEREN
VOORBEREIDEN
UITVOEREN
21
REFLECTEREN
Kus me – Bart Moeyaert
(2de jaar)
Tip van een collega: ga naar Klascement.be
(ook via google: Kus me Bart Moeyaert Klascement; inloggen vereist)
Het materiaal vind je daar online.
“Gedurende het eerste trimester luisteren de leerlingen twaalf keer naar een stukje van het
luisterboek (verhaal ook ingesproken door Bart Moeyaert zelf). Daarbij beantwoorden ze
telkens de vragen in deze bundel, soms op voorhand, soms achteraf.
Voor en na elk luisterfragment lossen de leerlingen enkele vraagjes op in de werkbundel.
Na het luisteren, volgt op het einde van het trimester ook een luistertoets, deze vind je in de
bijlage.”
Reclameboodschappen in de media
Reclameboodschappen – differentiëren op interesse
(luisteren – lezen – spreken)
Doelen LP
22
ORIËNTEREN
Elke dag zie je en beluister je reclameboodschappen.
Vandaag kijken we wat het doel is van reclame, of de makers
daarin slagen en of hun boodschap wel klopt.
- Je kiest een product uit het opgegeven lijstje.
- Je leest en/of bekijkt een reclame. Je analyseert die.
- Je gaat op onderzoek bij mensen van verschillende
leeftijden (vrienden, familie) wat zij van je product vinden.
(optioneel)
- Je bekijkt een filmpje waarin je product getest wordt.
Jullie resultaten stel je voor aan de klas. De vetgedrukte vragen
gebruik je als structuur. Vertel kort wat jullie ontdekt hebben!
Noteer dus allemaal jullie antwoorden in telegramstijl.
1. Kies een product met je groepje.
Gebruik deze lijst:
VOORBEREIDEN
-
Coca Cola Zero
ketchup Heinz
Geox schoenen
Quetchua tentjes
Dovy keukens
Stimorol kauwgom
Samsonite reiskoffer
a. Waarom kies je dit? Motiveer!
b. Wat zijn de sterktes en de zwaktes van je product?
c. Wat verwacht je van de test: zal je product slagen of
niet? Waarom denk je dit?
2. a. Wat vinden anderen van dit product (optioneel)
Ga elk op zoek naar 5 à 10 personen uit een beetje
verschillende leeftijden, jongens/mannen en
meisjes/vrouwen.
Vraag het volgende:
- Kennen jullie dit product?
- Gebruiken jullie dit product?
- Wat vind je goed/slecht aan dit product?
Gebruik het bijgevoegde blad om in te vullen.
UITVOEREN
b. Leg jullie onderzoeksresultaten samen: (optioneel)
- Kiest een bepaalde leeftijdsgroep meer voor jullie
product? Heb je een verklaring?
- Kiezen mannen of vrouwen meer voor dit product?
Heb je hiervoor een verklaring?
- Wat vinden zij sterk of niet sterk aan jullie product?
3. Breng een ‘papieren’ versie van een reclame en/of een
23
reclamefilmpje mee voor je product.
c. Bespreek het communicatieschema:
- Wie is de zender?
- Wat is de boodschap?
- Wat is de relatie van de boodschap tot de
werkelijkheid?
- Wie is de ontvanger?
- Wat is de bedoeling van de communicatie?
- Hoe wordt er gecommuniceerd?
- In welke omstandigheden, situatie wordt er
gecommuniceerd?
- Wat is de weg en wat zijn de middelen?
- Wat is de reactie, het effect?
d. Is deze reclame geslaagd?
- Ben jij het doelpubliek? Waarom?
- Vind je de boodschap duidelijk en overtuigend?
Waarom?
- Vind je dat de boodschap aansluit bij jouw
leefwereld? Waarom?
4. Bekijk het fragment uit Volt.
Dit programma controleert regelmatig of de inhoud van
de reclameboodschap wel klopt.
a. Vat hun onderzoekje samen:
- Wat onderzoeken ze?
- Hoe onderzoeken ze dit?
- Wat zijn de resultaten?
b. Evalueer hun onderzoekje:
- Pakken ze het goed aan? Waarom?
- Denk je dat het een ‘eerlijk’ onderzoek is? Waarom?
5. Presentatie (vertel ook jullie antwoorden op de vragen 6
en 7)
Dit is geen klassieke spreekoefening waaraan je thuis
extra moet voorbereiden. Je vertelt gewoon wat jullie
ontdekt hebben. (Iedereen komt aan bod.)
Je mag natuurlijk je notities gebruiken!
Je aandachtspunten zijn:
- Je spreekt verzorgd Nederlands: articulatie, tempo,
volume, vlotheid.
- Je verzorgt je houding.
- Je formuleert bondig je resultaten.
24
6. Zal je je gekozen product nog altijd/nooit meer
gebruiken? Waarom?
7. Overtuig je leraar om deze opdracht volgend jaar
opnieuw of nooit mee opnieuw te doen! Of misschien
zou je het anders aanpakken?
Gebruik hiervoor natuurlijk argumenten.
REFLECTEREN
Uitspraken in een discussie
Ga op zoek naar info op basis van een luisterfragmentje (radio)
Lessuggestie: nog uit te werken
Radiofragmentje met discussiemoment
-
-
Laat kort fragment (2’?) beluisteren zonder
inleiding
Laat lln beargumenteerd zoeken naar antwoorden
op de basisvragen van het communicatieschema.
Hiervoor maken ze gebruik van de gegevens die ze
krijgen tijdens het beluisteren: namen, intonatie,
inhoudelijke gegevens, de taal (connotatie!)..
(Wie zit daar? Wat is het onderwerp?
Op het einde: Wat is jouw mening?) Bij wie sluit je
aan qua mening en waarom?
Hulpkader: geef woorden die er zeker moeten instaan
ORIËNTEREN
VOORBEREIDEN
25
UITVOEREN
REFLECTEREN
Oproepen of uitnodigingen tot een activiteit
De strafste school!
Lessuggestie: nog uit te werken:
“De strafste school”
Uitnodigen tot een activiteit bv 40 dagen zonder vlees
(beoordelend kijken/luisteren, burgerzin)
- De 2 promotiefilmpjes van de voorbije 2 jaren
vergelijken en evalueren
- Koppelen aan een krantenartikel of nieuwsbericht
- Koppelen aan een instructieopdracht
Bv hoe maak ik een veggieburger…
Kan ook vakoverschrijdend project zijn
ORIËNTEREN
26
VOORBEREIDEN
UITVOEREN
REFLECTEREN
27
Download