Grammar Tenses Herhaling English Grammar brugklas voor de tweede klas. Theorie en opdrachten Instructies • Met dit programma ga je oefenen met English Grammar. • Je krijgt eerst een overzicht van the Tenses uit het eerste jaar. Als je op een van die Tenses klikt krijg je een uitleg blokje. • Heb je de uitleg gelezen dan klik je op ‘grammar expert’ om opdrachten te maken. • De opdrachten kun je gewoon in dit powerpoint programma maken. The Tenses • The Present Simple (onvoltooid tegenwoordige tijd) • The Present Continuous (duurvorm in de tegenwoordige tijd) • The Past Simple (onvoltooid verleden tijd) The Present Simple Hoe? Wanneer? De Present Simple wordt gevormd door De Present Simple wordt gebruikt om: • • Gewoonte of regelmaat aan te duiden Feiten weer te geven • Stam van het werkwoord to work we work • Bij derde persoon enkelvoud: Stam + S to work he works The Present Continuous Wanneer? • • Wordt gebruikt om aan te geven dat er nu op dit moment iets aan de gang is of gedaan wordt. Let vooral op tijdsbepalingen zoals now en at this moment. Hoe? • Wordt gevormd door to be (is,am,are)+ stam van het werkwoord + ing Voorbeelden: • He is doing his homework. I am drinking my tea. The Past Simple Wanneer? • De Past Simple wordt gebruikt om aan te geven dat er iets gebeurde in het verleden Hoe? • De past simple tense wordt gevormd: bij regelmatige werkwoorden: stam + ed I worked in the garden yesterday. Bij onregelmatige ww is het per woord anders. we saw her last week. Present Simple Exercises Exercise 1 Write down the correct forms. Welk antwoord is correct? Klik op het antwoord dat volgens jou juist is, je ziet vanzelf of het wel of niet goed is. Klik op het vraagteken als je de uitleg nog eens wil zien, als je klaar bent klik je op de pijl om verder te gaan. Hi there! My name's Becky. My hobby (1) are / is swimming. I (2) swim / swims every Monday and Thursday. In summer me and my friend (3) practise / practises outdoors a lot, but in winter we (4) train / trains indoors, of course. It (5) cost / costs only £3 a month. There (6) are / `s many team matches, so my hobby (7) take up / takes up a lot of time. I (8) swim / swims in a special suit. It (9) are / is green-and-yellow. My mother (10) like / likes my hobby too. NEXT Exercise 2 Write the sentences Lees de zinnen hieronder door. In sommige zinnen kun je een verkorte vorm gebruiken. Schrijf die zinnen over MET de verkorte vorm op je antwoordblad. Klaar? Klik op de sleutel en kijk na. Klik op vraagteken voor uitleg. 1. I am Ron 2. This is my photo album 8. They are not my age 3. Are you interested? 9. Audrey is older than Joyce. 4. Look, this is Rover 10. Their hobby is surfing 5. She is my best friend 6. Look, this is Joyce 11. My hobby is not surfing but sailing 7. And that is Audrey 12. What is your hobby? Exercise 3 Write down the correct forms Schrijf op je antwoordblad bij elk nummer welke vorm je in moet vullen. Gebruik am, are, is, 'm, 're of 's. Gebruik elke vorm in ieder geval één keer. > Look, this (1) my friend, Mark. I (2) very fond of him. I (3) waiting for him to pick me up. < Nice photo. (4) he interested in books? > No, he (5) not keen on reading. We (6) into dancing. < (7) you into disco dancing? > Yes, we (8) . < I like dancing too, but I (9) into folk dancing. It (10) great fun! > Hmm. Mark (11) a bit late. ... Oh, there he (12) ! < Hi, Mark. Exercise 4 Write down the correct forms. Klik op het antwoord dat volgens jou juist is. Je ziet vanzelf of het goed of fout is! Martin interview / interviews Jim for the school paper: Martin: Is / Does your school in an old hospital? Jim: Yes. Martin: Do / Are there many parties at your school? Jim: Yes, but I don't / doesn't dance at school parties. Martin: Do / Are your teachers write for the school paper? Jim: Of course. Martin: Can / Are you show me one of your school papers? Jim: Sure. Martin: What is / are your favourite subject? Jim: Science. Martin: Don't / Doesn't you like biology? Jim: No, not so much. Martin: Do / Does all the pupils of this school wear uniforms? Jim: Yes. Klaar? Klik op vraagteken om terug te keren naar uitleg ‘present simple’ Klik daar op de paarse pijl en bekijk uitleg ‘Present continuous’ Present Continuous Exercises Exercise 1 Give the answers. Mbarek, Nicola, Jamie, Luke en Ginger zijn allemaal ergens mee bezig. Schrijf op wat ze aan het doen zijn. Schrijf bij elk nummer een volledige zin op je antwoordblad. (Gebruik het hele werkwoord dat achter de zin staat!) 1 2 3 4 Mbarek has a book in his hand. What is he doing? Nicola is in the bathroom. What is she doing? Jamie is in the kitchen. What is he doing? Ginger is in bed. What is she doing? Ben je klaar? Klik op sleutel voor de antwoorden. (to read) (to wash) (to cook) (to sleep) Exercise 2 Choose the correct alternative Klik op het antwoord dat volgens jou juist is. My name is Jack Smithers. I live / am living in a terraced house in Limerick, Ireland. I was born in this house sixteen years ago. I go to school / am going to school just around the corner. I am sometimes doing / sometimes do my homework. In the weekends I make / am making music. I'm a singer in a band. Right now I listen / am listening to a recording of our own song. My dad is calling / calls from downstairs. I suppose I'll have to turn the volume down. Too bad. I often listen / am listening to loud music. I like that. My father is a writer. Writers are working / work at home. My dad hates music. If I want to listen to loud music, I have to use my earphones. I have another hobby: writing. At this moment I am writing / write about myself, just for fun. My friends are thinking / think I'm crazy, but I don't care. I write / am writing stories and letters. My father is the only person who is reading / reads my work. Klaar? Klik op vraagteken om terug te keren naar de uitleg. Klik daar op de paarse pijl en bestudeer dan de uitleg voor Past simple. Past Simple Opdrachten voor Past Simple krijg je op een blaadje, die moet je dus gewoon opschrijven. Steek even je hand op dan kom ik de opdracht brengen. Je kunt wel nog de uitleg bekijken in deze presentatie. Klik daarvoor op het vraagteken. NEXT THE END!