ONDER VOORBEHOUD Bij inontvangstneming van de goederen tekent de vervoerder de vrachtbrief en bij aflevering de geadresseerde. Sommige vervoerders respectievelijk geadresseerden tekenen standaard "onder voorbehoud". Daarmee wil de vervoerder voorkomen aansprakelijk gesteld te worden voor schade aan de goederen respectievelijk de geadresseerde wil juist de mogelijkheid houden schade te claimen. Een algemeen gesteld voorbehoud heeft echter juridisch geen werking. Men moet exact aangeven waaruit de schade bestaat. Bijvoorbeeld: "twee dozen minder geleverd dan op de vrachtbrief vermeld", of "verpakkingsfolie is gescheurd". De schade moet uiterlijk waarneembaar zijn. Uiterlijk niet waarneembare schade kan door de geadresseerde tot 1 week later schriftelijk bij de vervoerder worden gemeld. Meldt hij na die week, dan dient de geadresseerde het bewijs te leveren dat de schade is ontstaan tijdens het vervoer. De reden, dat de vervoerder een voorbehoud wil maken bij inontvangstneming, is natuurlijk om te voorkomen dat de opdrachtgever (afzender) alsnog een claim indient wegens schade tijdens het vervoer. Maar zo'n claim kan niet zomaar gesteld worden: de afzender moet deze claim onderbouwen en aannemelijk maken dat de (bij inontvangstneming niet zichtbare schade) tijdens het vervoer is ontstaan.