Een geslaagd symposium over De toekomst van de psychotherapie! De toekomst van de psychotherapie Op 3 september j.l. vond bij RINO Zuid het Symposium De toekomst van de psychotherapie plaats. Dit symposium was mede georganiseerd ter gelegenheid van het afscheid van prof. dr. Jacques van Lankveld als hoofdopleider psychotherapie bij RINO Zuid. Het doel van het symposium was om psychotherapie vanuit verschillende perspectieven te bezien en te belichten. Er namen ongeveer 100 deelnemers aan het symposium deel. Psychotherapie werkt: maar voor wie precies? De eerste spreker was prof. dr. Marcus Huibers, hoogleraar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Onder de prikkelende titel Psychotherapie: weten we eigenlijk hoe het werkt en voor wie precies stelde hij een aantal interessante kwesties aan de orde. Al enige tijd blijft de effectiviteit van psychotherapeut op ongeveer dezelfde cijfers steken. De uitdaging is nu om onderzoek te doen naar het profiel van patiënten die optimaal profijt hebben van een bepaalde vorm van psychotherapie. Wanneer we rekening houden van dit individuele profiel kunnen we een gerichtere vorm van psychotherapie met meer kans op succesvolle behandeling aanbieden. Onderzoek naar psychotherapie zou zich niet moeten richten op algemeen werkzame factoren, maar op patiëntfactoren die voorspeek of iemand goed of slecht reageert op een bepaalde vorm van psychotherapie. Deze aanpak staat inmiddels bekend als ‘personalized medicine’. Huibers deed onderzoek naar een voorspellingsmodel waarmee voor individuele patiënten kan worden uitgerekend wart hun voorspelde eindscore is bij twee ongeveer even effectieve vorm van psychotherapie bij depressies, namelijk cognitieve therapie en interpersoonlijke psychotherapie. Pas wanneer rekening gehouden wordt met deze individuele factoren blijkt dat het wel degelijk een groot verschil maakt welke vorm van psychotherapie gegeven wordt. Verschillende perspectieven op psychotherapie De tweede spreker was prof. dr. Reinout Wiers, hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Hij bood een geheel ander perspectief: Welke aanvullende rol kunnen cognitieve trainingen spelen in psychotherapie? Cognitieve trainingen bieden volgens het onderzoek van Wiers een effectieve aanvulling bij angst en verslaving. Het gaat in het bijzonder om verschillende vormen van training, zoals aandachttraining, actietendenstraining, werkgeheugentraining en selectieve inhibitietraining (bij alcohol en overeten). Bij een onderzoek naar alcoholverslaving bleek er duidelijk een reductie in alcoholgebruik te zijn. Wiers benadrukte dat cognitieve trainingen een belangrijke aanvulling vormen op psychotherapie en dat deze trainingen ook online goed toe te passen zijn. Een belangrijk pluspunt is nog dat de trainingen eenvoudig toe te voegen zijn als huiswerk voor de cliënt. Onder de titel De toekomst van psychotherapie? Een vak in beweging vervolgde mevrouw dr. A. van Reekum, psychiater en lid van de Raad van Bestuur van GGZ Breburg het symposium. Zij sprak over psychotherapie vanuit verschillende contexten, zoals de context van de overheid, de zorgverzekeraars, de instellingscontext, de professionele context en niet als laatste de context van de patiënten. Zij benadrukte dat psychotherapie een effectieve behandeling is bij meerdere As I en As II stoornissen. Verder liet zij het belang zien van de relatie tussen neurobiologie en psychotherapie en besteedde zij aandacht aan het belang van de psychotherapeutische relatie. Met betrekking tot de opleiding in psychotherapie nam zij de stelling in dat de competenties belangrijker zijn dan het beroep. Pagina 1 van 2 Psychotherapeut in de toekomst: E-therapeut? Tot slot hield professor Jacques van Lankveld zijn ‘afscheidsrede’ onder de titel Opleiden tot ….wat? Het eerste deel van zijn lezing ging over de vraag of de psychotherapeut een Etherapeut wordt. Op grond van een aantal argumenten, waaronder he grotere bereik van online hulpverlening en de gebleken effectiviteit, betoogde hij dat een psychotherapeut naar zijn mening voor een groot deel inderdaad een E-therapeut wordt. In het tweede deel van zijn lezing vroeg Van Lankveld zich af of psychotherapie in de toekomst bestaansrecht heeft. Worden de huidige psychische problemen niet voor een groot deel veroorzaakt door ziekmakende maatschappelijke factoren, zoals de Vlaamse psychotherapeut Paul Verhaeghe stelt en heeft psychotherapie daarom slechts beperkt zin? Of moeten we meer naar een vorm van persoonlijke diagnostiek waarbij de individuele kwetsbaarheid en de persoonlijke doelen van iedere cliënt in kaart gebracht moeten worden, zoals hoogleraar psychiatrie Jim van Os stelt? Volgens Van Lankveld zijn veel evidence based vormen van psychotherapie van grote maatschappelijk waarde. Psychotherapie biedt effectieve hulp bij diverse veel voorkomende en invaliderende psychische stoornissen. Aan het einde van zijn lezing ging Van Lankveld kort in op de positie van de psychotherapeut ten opzichte van andere beroepen en functies in de GGz. Hij benadrukte dat het voor cliënten wel eens degelijk zou kunnen uitmaken of zij door professionals psychotherapeutisch worden behandeld die de psychotherapie ‘erbij doen’ of door psychotherapeuten. Daarbij maakte Van Lankveld de intrigerende analogie met het verschil tussen een bouwmarkt waar computers te koop zijn en een ICT-specialist. Het lijkt of door de bouwmarkt de toegang tot computers voor de cliënt beter is geworden en een specialist niet meer nodig is. Maar, stelt Van Lankveld, het is de vraag of de cliënt daarbij gebaat is, die een iets ingewikkelder vraag heeft dan waar de aan-en-uit knop zit. Op het einde van het symposium werd door de voorzitter van het bestuur van RINO Zuid, de heer Piet Verbraak, afscheid genomen van Van Lankveld als hoofdopleider psychotherapie. Na ruim 8 jaar als hoofdopleider gefunctioneerd te hebben, gaat hij zich volledig wijden aan wetenschappelijk onderzoek als hoogleraar klinische psychologie bij de Open Universiteit. Pagina 2 van 2