Voorkómen van osteoporose tijdens gebruik van prednison Uw dokter heeft u glucocorticoïden (GC) voorgeschreven. Deze middelen, waarvan prednison de meest gebruikte is, worden vaak voorgeschreven vanwege hun ontstekingsremmend effect, zowel voor reumatische als voor andere ziekten. Binnen de reumatologie bijvoorbeeld wordt het vaak gebruikt door patiënten met gewrichts-reuma (reumatoïde artritis), spierreuma (polymyalgia reumatica), of bij meer zeldzame ziekten zoals SLE of polymyositis. Buiten de reumatologie worden GC vaak voorgeschreven bij ontstekingsziekten van de darm, sommige longziekten, sommige oogaandoeningen of bij lymfomen. Prednison kan tot verschillende bijwerkingen leiden (vooral bij hogere doseringen), waaronder osteoporose. Deze folder is speciaal gericht op het voorkómen van osteoporose. Omdat er ook andere bijwerkingen zijn is het goed behalve deze folder, ook de algemene folder van de afdeling reumatologie over prednison goed door te lezen. Het effect van prednison op het bot Bij het ontstaan van osteoporose tijdens gebruik van prednison spelen verschillende factoren een rol: behalve een ontstekingsremmend effect heeft prednison ook een effect op het bot en de spieren. Er ontstaat een negatieve calciumbalans: de darm neemt neemt minder calcium op uit de voeding en de nieren scheiden meer calcium uit. Daarnaast heeft prednison een sterk remmend effect op de botaanmaak, en kan het spierzwakte veroorzaken. Daar komt nog bij dat de ziekte waarvoor prednison wordt voorgeschreven ook een effect heeft op het bot: meestal wordt hierdoor de botafbraak gestimuleerd. Tenslotte kan de ziekte ook tot gevolg hebben dat de patiënt minder lichaamsbeweging heeft en weinig buiten komt. Verminderde spierkracht en minder aanmaak van vitamine D (dat de botten versterkt) door gebrek aan zonlicht, verhogen de kans op vallen en botbreuken. Hoe kan osteoporose worden voorkomen tijdens gebruik van prednison? Om osteoporose en daardoor verhoogd risico op botbreuken (fracturen), te voorkomen, is het belangrijk uw leefstijl aan te passen. Daarnaast zijn soms aanvullende anti-osteoporose medicijnen nodig als u een sterk verhoogd risico op osteoporose heeft. Zie hiervoor de folder Leefstijladviezen. De adviezen zijn in het kort: 1. Voldoende calcium Voldoende calcium is essentieel voor het in stand houden van het skelet. Voor patiënten met osteoporose is 1200 -tot 1500 mg calcium per dag nodig. Dit geldt met nadruk voor patiënten die prednison gebruiken, vanwege het effect van prednison op de calciumbalans. Inname van 1200 tot 1500 mg calcium per dag komt neer op in ieder geval vier zuivelconsumpties per dag, zoals bijvoorbeeld twee glazen melk, een boterham met kaas en een bakje vla of yoghurt per dag. Indien u weinig zuivelprodukten eet of drinkt, adviseren wij u dagelijks 1 (500 mg) of 2 (1000 mg) tabletten calcium per dag in te nemen. 2. Voldoende vitamine D Vitamine D stimuleert de calciumopname uit de darm, en heeft een positief effect op de spierkracht. De meeste vitamine D krijgen we binnen via zonlicht op de huid. De voeding bevat weinig vitamine D, met uitzondering van vette vis, zoals haring, makreel, zalm en sardientjes. In de wintermaanden is de zon zo zwak, dat nauwelijks vitamine D wordt aangemaakt; de meeste aanmaak van vitamine D vindt plaats van april tot september. Om de productie van vitamine D te bevorderen, adviseren wij u om op zonnige dagen vijf tot vijftien minuten per dag te zonnen, zonder zonnebrandcrème. Let erop niet te lang in de zon te zitten, dit kan leiden tot verbranding van de huid en dat verhoogt de kans op het ontstaan van huidkanker. Indien u overgevoelig bent voor zonlicht, kunt u dit advies natuurlijk niet 2 opvolgen. In dat geval kunt u in overleg met uw arts extra vitamine D tabletten nemen. Soms zal uw arts het vitamine D gehalte in het bloed bepalen. De bloedspiegel behoort zowel in de zomer als in de winter boven de 50 nmol/l te zijn. Als uw vitamine D spiegel te laag is, zal in de regel uw arts u vitamine D tabletten voorschijven, soms in combinatie met calciumtabletten. 3. Voldoende lichaamsbeweging. Lichaamsbeweging is van groot belang, enerzijds omdat mechanische belasting het bot kan aanzetten tot de vorming van nieuw bot, maar ook omdat het een stimulerend effect heeft op de spierkracht. Vooral lichaamsbeweging waarbij de zwaartekracht een rol speelt is zinvol, zoals hardlopen of traplopen, maar ook regelmatig wandelen, minimaal drie keer per week een half uur, is heel belangrijk. 4. Voorkómen dat u valt Ook zorgen dat u niet valt (valpreventie) is van belang. Er zijn vele oorzaken van een verhoogde kans op vallen, sommige zijn beïnvloedbaar. Aandacht voor de valkans in huis is de eerste stap: zijn er losse kleedjes, gladde vloeren? Is er onvoldoende verlichting? Met glad weer binnen blijven kan raadzaam zijn. Daarnaast kan uw osteoporose-arts soms speciale adviezen geven, bijvoorbeeld een verwijzing naar de oogarts bij een vermoeden op cataract (‘staar’), of een wandelstok als u slecht ter been bent. Wanneer anti-osteoporose medicatie? Voor sommige patiënten zijn behalve bovengenoemde leefstijladviezen aanvullende maatregelen nodig in de vorm van anti-osteoporose medicatie. Bijvoorbeeld: - bij vrouwen na de overgang (postmenopauzaal) en bij mannen boven de 70 jaar, als gestart wordt met 7,5 mg prednison per dag of meer, gedurende (naar verwachting) tenminste 3 maanden - als het fractuurrisico erg hoog is, bijvoorbeeld bij iemand die één of meer fracturen heeft doorgemaakt of die met hoge dosis prednison start (meer dan 15 mg per dag) - patiënten die 7,5 mg prednison per dag of meer gebruiken, gedurende (naar verwachting) tenminste drie maanden, waarbij het fractuurrisico niet zo hoog is als in bovengenoemde groepen, maar bij wie door middel van een aanvullende botdichtheidsmeting een lage botdichtheid is gevonden (bijvoorbeeld een T-score lager dan -1,5) 3 - patiënten die regelmatig van de longarts of huisarts prednison per inhalatie krijgen voorgeschreven, of korte kuren met prednisontabletten, waarbij het fractuurrisico niet zo hoog is als in bovengenoemde groepen, maar bij wie door middel van een aanvullende botdichtheidsmeting een lage waarde is gevonden (bijvoorbeeld een T-score lager dan -1,5). Daarnaast kan uw arts met u een berekening maken van het ‘absolute fractuurrisico’. Dit geeft een indruk van het risico op een gebroken heup of een andere ernstige fractuur in de komende tien jaar. Op basis daarvan kunt u samen met uw arts een besluit nemen over het al dan niet gebruiken van extra medicatie. Welke anti-osteoporose therapie? Bisfosfonaten zijn eerste keus. Bisfosfonaten moeten op de nuchtere maag, dus na het opstaan, worden ingenomen volgens het gewenste toedieningschema: een half uur voor het ontbijt, met een glas water, in rechtop staande of zittende houding. Voor patiënten met zeer ernstige osteoporose, bijvoorbeeld patiënten die al twee wervelinzakkingen hebben doorgemaakt, en onder therapie met bijvoorbeeld een bisfosfonaat een derde wervelinzakking krijgen, kan soms behandeling met PTH (teriparatide) een uitkomst zijn: deze middelen worden toegediend met dagelijkse subcutane (onderhuidse) injecties. Een voordeel is, dat deze middelen daadwerkelijk leiden tot opbouw van nieuw bot, en vaak ook de rugklachten ten gevolge van osteoporose doen verminderen. Deze middelen zijn echter aanmerkelijk duurder dan de bovengenoemde medicijnen in tabletvorm en mogen om deze reden alleen voorgeschreven worden aan patiënten met zeer ernstige osteoporose. Meer informatie Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de gespecialiseerde verpleegkundigen van de fractuurpoli: Dineke Timmer, fractuur- en osteoporoseverpleegkundige Telefoon: (020) 444 4444, tracer nummer *987507 Elaine Mackay-Menasse, fractuur- en osteoporoseverpleegkundige Telefoon: (020) 444 0647 104005 De verantwoorderlijke specialisten zijn: Prof. dr. P. Lips, Internist-endocrinoloog Prof. dr. W.F. Lems, reumatoloog VUmc© juni 2010 www.vumc.nl 4