Nummer 104 Oktober 2006 Komeet P/1889 M1 (Barnard) werd na 117 jaar weer teruggevonden als P/2006 M3 en heet nu 177P/Barnard. De komeet werd oorspronkelijk ontdekt door Edward Emerson Barnard (1857 - 1923). Op 25/26 augustus 2006 fotografeerde Peter Amesz komeet 177P/Barnard in de Hoekse Waard met een Canon 350D achter een 200mm/ F4 Vixen reflector. Hij stackte 3 opnamen tussen 22h48m en 22h51m UT met belichttingstijden tussen 75 en 92 seconden op 1600 ASA. De komeet was vanwege zijn diffuse karakter en grote comadiameter voor de waarnemers een zeer lastig object ondanks zijn helderheid van ongeveer de 8e grootte. Colofon Kometen Nieuwsbrief is een uitgave van de Nederlandse Kometen Vereniging. Bestuur Nederlandse Kometen Vereniging Voorzitter: Secretaris: Penningmeester: Lid: A.H. Scholten, Kraaiheide 48, 6961 PD Eerbeek 0313-656700 e-mail : [email protected] H. Rietveld, Nijlstroom 18, 2721 CA Zoetermeer 079-3318491 e-mail : [email protected] Jan Maarten Winkel, Benedendorpsstraat 18, 7038 BC Zeddam 0314-652476 e-mail : [email protected] H. Rietveld, Nijlstroom 18, 2721 CA Zoetermeer 079-3318491 e-mail : [email protected] Waarnemingscommissie: A.H. Scholten (waarnemingscoördinator) E.P. Bus H. Rietveld R.L.W. van de Weg Redactie: Ontwerp voorblad: Vermenigvuldiging: H. Rietveld E.P. Bus J.M. Winkel Home-page NKV: www.kometen.nl Postbanknummer: Contributie: 746.42.02 t.n.v. Nederlandse Kometen Vereniging te Zeddam € 15,- per jaar De Nederlandse Kometen Vereniging staat ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Drenthe onder nummer 40049049. Contributie Nederlandse Kometen Vereniging De leden wordt verzocht hun contributie van € 15,- per jaar over te maken op gironummer 746.42.02 ten name van de Nederlandse Kometen Vereniging te Zeddam. Buitenlandse leden wordt verzocht rekening te houden met eventuele kosten die voor de overboeking in rekening worden gebracht! Bezoek de homepage van de Nederlandse Kometen Vereniging onder het adres: WWW.KOMETEN.NL KN 104 1 177P/Barnard (P/1889 M1 – P/2006 M3) Alex Scholten Een nieuw object, ontdekt op 23 juni 2006 door LINEAR, leek aanvankelijk een planetoïde te zijn, maar uit waarnemingen van o.a. L. Buzzi, R. Salvo en J. Broughton bleek dit een komeet te zijn. Baanberekeningen door D.W.E. Green toonden aan dat het hier om de herontdekking ging van komeet P/1889 M1 (Barnard) (= 1889 III = 1889c). De komeet heeft een omlooptijd van ongeveer 120 jaar en zal op 28,7 augustus 2006 zijn perihelium bereiken op 1,107 AE van de zon. In 1889 werd deze komeet op 24 juli ontdekt door de bekende komeetwaarnemer Edward Emerson Barnard met een 16cm refractor in het sterrenbeeld Andromeda. Periheliumdoorgang bleek drie dagen eerder te hebben plaatsgevonden. De komeet werd tot 6 augustus 1889 waargenomen en beschreven als een zwak neveltje zonder condensatie en staart met een maximale helderheid van de 9e à 10e grootte. Uit de beschikbare waarnemingen volgt een H0 van 8½ (en een n-waarde van ongeveer 10). De terugkeer in 2006 was vrij gunstig. Kort voor periheliumpassage werd de aarde genaderd tot op 0,37 AE (ofwel 55 miljoen kilometer). Uitgaande van het helderheidsverloop in 1889 werd een maximale helderheid rond de 8e grootte verwacht. De eerste (CCD-)waarnemingen leken hier niet op te wijzen (met schattingen rond de 12e grootte), maar nadat 177P/Barnard half juli ook met grotere binoculairs kon worden waargenomen bleek de helderheid rond de 9e à Edward Emerson Barnard (1857-1923) 10e grootte te liggen. De komeet werd als zeer diffuus gerapporteerd en vertoont een vrij grote comadiameter als gevolg van de dichte nadering tot de aarde. Hier speelde dus weer het volgende ‘bekende’ verschijnsel een rol: bij waarnemingen met (te) grote instrumenten lijkt de waarnemer als het ware ‘door de komeet’ te kijken en wordt feitelijk alleen het helderste binnenste gedeelte van de coma geschat. Pas door gebruik te maken van kleinere vergrotingen (het liefst met binoculairs) kunnen ook de zwakke buitenste delen van de coma in de schatting worden betrokken en blijken de eerdere schattingen fors onderschat te zijn. Voor Nederlandse waarnemers volgt de komeet een zeer gunstige koers – hoog aan de avondhemel – door de sterrenbeelden Hercules en Draak. Het grote en diffuse karakter maakte het echter tot een lastig object en er werden dan ook slechts een beperkt aantal schattingen ontvangen. In bijgaande H10-grafiek is fraai zichtbaar hoe de H10-waarden van een aantal geselecteerde helderheidsschattingen (zowel internationale schattingen als schattingen door NKV-leden; uitsluitend binoculair-schattingen zijn gebruikt) in 2006 in goede overeenstemming zijn met paar schattingen die Barnard in 1889 verrichtte. In de tweede grafiek is nog eens duidelijk zichtbaar hoe het helderheidsverloop zich keurig volgens de uit de 1889-waarnemingen afgeleide parameters heeft afgespeeld (bijgewerkt tot medio september). KN 104 2 177P/Barnard (C/1889 M1 - C/2006 M3) (1889 / 2006) 4 1889 2006 6 H10 8 10 12 r (in AU) 14 1,00 1,05 1,10 1,15 1,20 1,25 1,30 1,35 1,40 1,45 1,50 grafiek 1: de H10-waarde van een aantal geselecteerde (internationale) helderheidsschattingen uit 2006 (binoculairschattingen) vergeleken met de waarnemingen van E.E. Barnard uit 1889. 177P/Barnard (C/1889 M1 - C/2006 M3) waargenomen helderheid 2 4 lijn H0 = 8.5 / n = 10 6 8 10 12 14 R 16 17-jul 27-jul 6-aug 16-aug 26-aug 5-sep 15-sep 25-sep 5-okt 15-okt grafiek 2 : het helderheidsverloop volgens een aantal geselecteerde (internationale) waarnemingen uit 2006 (binoculairschattingen) vergeleken met de parameters volgens het helderheidsverloop uit 1889 KN 104 3 C/2006 M4 (SWAN) : een leuke komeet aan de oktoberhemel? Alex Scholten en Peter Bus Op opnamen welke gedurende eind juni 2006 gemaakt werden met de SWAN-camera van de zonnesatelliet SOHO werd door de Australische amateurs Michael Mattiazzo en Rob Matson een komeet ontdekt. Terry Lovejoy bleek de komeet op 30 juni te hebben gefotografeerd en bevestiging van de waarnemingen geschiedde dankzij opnamen van Robert McNaught met de Uppsala Schmidt telescoop van Siding Spring (Australië) op 12 juli 2006. Komeet C/2006 M4 (SWAN) is eind september 2006 door zijn perihelium gegaan op ongeveer 0,78 AE (117 miljoen kilometer) van de zon. Pas in de tweede helft van september werd de komeet ook voor waarnemers op het noordelijk halfrond zichtbaar. Sinds de ontdekking had de komeet helaas al een kleine elongatie en stond hij voor waarnemers op het zuidelijk halfrond laag in de schemering. Hierdoor was het zeer moeilijk om visuele schattingen te verrichten. David Seargent nam komeet C/2006 M4 (SWAN) waar op 20 juli en schatte hem van magnitude 9,6 (met behulp van een 25cm reflector). Op grond van deze schatting zou de komeet ná perihelium misschien wel tussen de 5e à 6e grootte kunnen worden. Op grond van de eerste waarnemingen aan de ochtendhemel van waarnemers van de Nederlandse Kometen Vereniging, waarbij de komeet op hooguit 14 graden boven de horizon stond, lijkt het helderheidsverloop van C/2006 M4 (SWAN) ongeveer volgens H10 = 6,5 à 7,0 te verlopen. Voor Nederlandse waarnemers betekent dit dat gedurende de maand oktober komeet C/2006 M4 (SWAN) naar verwachting van de 6e à 7e grootte zal zijn. Uiteraard kan in de komende periode de helderheid afwijken. Hij is het beste zichtbaar aan de avondhemel (maximale hoogte ruim 40 graden boven de horizon bij het einde van de astronomische schemering), maar komt ook in de ochtendschemering opnieuw boven de horizon uit. In oktober beweegt de komeet door de sterrenbeelden Jachthonden, Boötes en Noorderkroon richting het sterrenbeeld Hercules. Op 7 en 8 oktober bevindt C/2006 M4 (SWAN) zich minder dan 2 graden van α CVn. Op 17 oktober staat hij op minder dan een halve graad van de ster γ Boo. De komeet zal eind oktober de aarde naderen tot op ongeveer 1 AE (150 miljoen kilometer) en dus vermoedelijk een kleine compacte coma vertonen. Onduidelijk is nog of er visueel enige staartvorming waargenomen kan worden. Efemeriden Actuele informatie over deze komeetverschijning zal te vinden zijn op o.a. www.kometen.nl (de site van de Nederlandse Kometen Vereniging). Epoch 2006 Sept. 22.0 TT = JDT 2454000.5 T 2006 Sept. 28.7276 TT e 1.000439 q 0.783144 ω 62.5838º Ω 148.7273º (2000.0) i 111.8193º Van 56 waarnemingen 12 Juli - 20 September 2006. (bron: MPEC 2006-S39) KN 104 4 Datum (0h UT) 2-okt-06 7-okt-06 12-okt-06 17-okt-06 22-okt-06 27-okt-06 1-nov-06 6-nov-06 11-nov-06 16-nov-06 21-nov-06 26-nov-06 1-dec-06 6-dec-06 11-dec-06 16-dec-06 21-dec-06 26-dec-06 31-dec-06 RA Declinatie Delta (2000.0) (2000.0) in AE h m º " 12 12,80 +33 20,6 1,304 12 48,04 +35 59,4 1,202 13 31,88 +37 58,6 1,113 14 24,12 +38 43,7 1,046 15 21,54 +37 41,5 1,006 16 18,31 +34 44,0 0,999 17 09,08 +30 19,8 1,026 17 51,53 +25 17,9 1,084 18 25,97 +20 20,4 1,169 18 53,86 +15 51,1 1,273 19 16,72 +11 58,5 1,391 19 35,82 +08 42,3 1,518 19 52,10 +05 58,2 1,651 20 06,24 +03 41,5 1,787 20 18,75 +01 47,5 1,924 20 29,99 +00 12,1 2,061 20 40,23 -01 07,8 2,196 20 49,67 -02 15,0 2,328 20 58,44 -03 11,6 2,457 Schemering (Avond) r Nautisch Astronomisch in AE Hoogte in Azimut in Hoogte in Azimut in graden graden graden graden 0,786 16 305 12 312 0,799 22 302 17 309 0,824 28 297 23 304 0,859 35 290 29 297 0,902 41 281 35 287 0,951 46 269 40 276 1,006 48 255 42 264 1,065 48 243 43 253 1,127 47 233 42 244 1,191 45 226 40 237 1,257 42 221 37 233 1,324 39 218 35 230 1,392 37 217 33 229 1,461 34 217 30 229 1,529 32 218 28 229 1,598 30 220 25 231 1,667 28 222 23 233 1,735 25 225 20 235 1,804 23 228 18 238 Elongatie graden m1 37,0 41,3 45,5 49,7 53,5 57,0 59,8 61,5 62,3 62,1 61,1 59,4 57,3 54,8 52,0 49,0 45,8 42,5 39,1 6,3 6,2 6,1 6,1 6,2 6,3 6,6 6,9 7,2 7,6 8,0 8,3 8,7 9,0 9,3 9,6 9,9 10,1 10,4 Tabel 1. De posities in rechte klimming en declinatie zijn in 2000,0 coördinaten en voor 0h UT; hoogte en azimut aan de avondhemel bij einde nautische schemering (zonshoogte -12°) en einde astronomische schemering (zonshoogte -18°). Het noorden is azimut 0º; het oosten is azimut 90º; het zuiden is azimut 180º en het westen is azimut 270º. m1 is de visuele helderheid van de komeet. m1 is berekend volgens HO = 6,5 + 5 log ∆ + 7,5 log r. Waarneembare Kometen Alex Scholten 4P/Faye Op 23 november 1843 ontdekte Hervé Faye (Parijs) een nieuwe komeet nabij Gamma Orionis. Eind november (toen de komeet zijn dichtste nadering tot de aarde had) kon hij als een zwak object met het blote oog worden waargenomen. De komeet werd gedurende meer dan 4 maanden gevolgd. Perihelium bleek al rond half oktober te hebben plaatsgevonden. Al spoedig werd vastgesteld dat het om een kortperiodieke komeet ging met een periode van ongeveer 7½ jaar. Aangezien de komeet in 1841 op slechts 0,25 AE de planeet Jupiter passeerde werd zijn baan enigszins gewijzigd, maar dankzij correcte berekeningen van Leverrier werd de komeet op 28 november 1850 op nagenoeg de voorspelde positie teruggevonden. Sindsdien is 4P/Faye iedere omloop (met uitzondering van de zeer ongunstige passages in 1903 en 1918) waargenomen. Tijdens de verschijning van 2006 weet de komeet de aarde te naderen tot op 0,69 AE (op 30 oktober). Gedurende de periode oktober-december zal de helderheid van 4P/Faye rond de 10e grootte liggen. Hij is vooral rond middernacht gunstig zichtbaar boven de zuidelijke horizon met een langzame verplaatsing door de sterrenbeelden Ram en Walvis. Baanelementen: (epoch 1.0 Nov 2006) T = 2006 Nov 15.4542 TT Argument perihelium = 205.0158 ° (2000.0) q = 1.667350 AU Lengte Klim.knoop = 199.3081 ° e = 0.566691 Inclinatie = 9.0361 ° P = 7.55 jaar m = 6 + 5 log ∆ + 20 log r KN 104 5 Datum (UT) 2006 23-sep 28-sep 3-okt 8-okt 13-okt 18-okt 23-okt 28-okt 2-nov 7-nov 12-nov 17-nov 22-nov 27-nov 2-dec 7-dec 12-dec 17-dec 22-dec R.A. h m Decl. ° ' Elong. ° R (AE) Delta Magn. (AE) 2 02 2 04 2 06 2 08 2 09 2 09 2 09 2 09 2 09 2 09 2 10 2 11 2 12 2 14 2 17 2 20 2 24 2 29 2 34 +14 00 13 20 12 32 11 36 10 34 09 28 08 19 07 11 06 05 05 04 04 10 03 24 02 48 02 23 02 07 02 02 02 05 02 17 02 36 147 151 156 161 166 171 174 174 170 166 161 156 151 146 142 138 134 130 126 1.75 1.74 1.72 1.71 1.70 1.69 1.68 1.68 1.67 1.67 1.67 1.67 1.67 1.67 1.68 1.68 1.69 1.70 1.71 0.82 0.79 0.76 0.74 0.71 0.70 0.69 0.69 0.69 0.69 0.70 0.72 0.74 0.76 0.79 0.82 0.85 0.89 0.93 Avond h az 10.4 10.3 10.1 10.0 9.9 9.8 9.7 9.7 9.7 9.7 9.7 9.7 9.8 9.9 10.0 10.1 10.2 10.3 10.5 11 11 11 12 12 12 13 14 15 16 17 18 20 21 23 25 27 29 31 81 83 84 86 88 91 93 96 99 102 105 109 112 115 119 122 126 130 134 0h UT h az 48 49 49 49 48 48 46 44 43 40 38 36 33 31 29 27 25 23 21 146 152 159 166 173 180 187 194 200 206 212 217 222 226 230 234 238 242 245 Ochtend h az 45 42 38 33 29 24 18 13 8 3 223 230 237 243 249 266 260 265 269 274 Rechte klimming en declinatie in 2000.0 coördinaten; hoogte en azimut aan de avond- en ochtendhemel bij zonshoogte -18° (voor 52° NB / 6° OL). Waargenomen Kometen Datum Tijd (UT) 177P/Barnard (2006) 25-jul 22,3 27-jul 0,0 30-jul 21,8 30-jul 22,3 31-jul 22,3 31-jul 23,0 18-aug 21,8 22-aug 21,2 25-aug 22,2 26-aug 21,3 27-aug 22,2 27-aug 22,3 2-sep 23,0 9-sep 20,5 S S S S S S S S S S S S S S Magn. * 9,5 : 9,5 : 8,9 9,0 : 8,1 8,9 : 8,9 9,0 : 8,4 8,6 8,4 8,5 8,5 8,7 TK TK TK TK TK TK TK TK TK TK TK TK TK TK stand per 16 september 2006 Instrument 42 x 56 x 53 x 15 x 10 x 15 x 15 x 15 x 33 x 33 x 6,5 x 10 x 8x 8x 200 305 250 80 56 80 80 80 127 127 44 56 40 40 Coma DC ' L T L B B B B B R R B B B B &7 &5 6 &10 &13 &8 &13 &9 8 7 >10 ~9 12 10 1/ 1 1 0/ 1 1 0 ? 2 2 2/ 2 2/ 2/ h ° Grenshelderh. LU Obs C Z T 50 35 60 55 55 50 60 65 5,5 5,0 5,1 6,0 6,6 5,0 6,0 6,4 5,8 5,5 5,2 6,3 12,0 12,0 12,6 10,5 11,0 5,5 10,0 6,0 10,5 6,4 10,5 55 55 45 60 5,8 5,8 6,4 6,5 6,0 6,2 10,5 10,5 11 10,5 1/ 2 1/ 1 1/ 1 1 1 1/ 1/ 1 1 SCH04 COM LOO SCH04 BUS01 COM SCH04 SCH04 GIL01 GIL01 BUS01 BUS01 RIE RIE De waarnemingen van RIE op 2 en 9 september zijn verricht vanuit Frankrijk (Darbres, Ardeche) KN 104 6 Kort Nieuws Alex Scholten SOHO-missie verlengd tot 2009 De succesvolle missie van de zonnesatelliet SOHO is verlengd tot in ieder geval december 2009. In de komende twee jaar zullen vijf nieuwe zonnesatellieten gelanceerd worden die de taken van SOHO over kunnen nemen. Voor komeetliefhebbers betekent dit dat ook de komende jaren nog talrijke zonnescheerders ontdekt zullen worden. Voor SOHO staat de teller inmiddels op 1.129 (!) [ESA Press Release 24 mei 2006] Indiase ‘rode regen’ mogelijk komeetstof In de periode tussen juli en september 2001 werd in de Indiase staat Kerala een ‘rode regen’ gerapporteerd. Onderzoek aan de School of Pure and Applied Physics van de Mahatma Gandhi Universiteit in Kerala heeft uitgewezen dat de regen uit cellen zonder DNA heeft bestaan, hetgeen wijst op een buitenaardse oorsprong. Onderzoek aan komeetmateriaal wijst op mogelijk soortgelijke rode cellen in komeetfragmenten. Volgens Dr. N. Chandra Wikramesinghe (Cardiff) kan dit een belangrijke ontdekking zijn die ons beeld over het heelal en het ontstaan van leven zou kunnen veranderen. [The Hindu; 31 mie 2006 (met dank aan Peter Louwman voor het doorsturen van het persbericht)] Edgar Wilson Award 2006 De Edgar Wilson Award 2006 – voor komeetontdekkingen door amateurs – is toegekend aan het duo Charles Wilson Juels (USA) en Paulo Renato Centeno Holvercem (Brazilië) voor hun ontdekking van C/2005 N1 en aan John Broughton (Australië) voor de ontdekking van P/2005 T5. [IAUC 8730] Mariner 4 getroffen door deeltjes D/1895 Q1 (Swift)? Na zijn succesvolle passage langs de planeet Mars in juli 1965 werd de ruimtesonde Mariner 4 op 15 september 1967 verrast door een ontmoeting met talloze meteoroïden. Lange tijd bleef het een mysterie welke meteorenzwerm verantwoordelijk was voor deze circa 45 minuten durende ‘storm’. Dankzij rekenwerk van de meteorendeskundige Paul Weigert (University of Western Ontario) is nu een serieuze kandidaat voor het moederobject gevonden. Het zou gaan om de komeet D/1895 Q1 (Swift), die zichtbaar was van augustus 1895 tot februari 1896. De komeet verscheen als een zwak object en ondanks een vrij goede kort-periodeke baan (met een omlooptijd van circa 5 jaar) werd de komeet sindsdien nooit meer waargenomen. Aangenomen werd dat hij uiteengevallen was. Nu heeft Weigert ontdekt dat de Mariner 4 ten tijde van de meteorenstorm vrij dicht bij de baan van D/1895 Q1 (Swift) stond en dat de botsingen dus veroorzaakt werden door de deeltjes van deze ‘verdwenen’ komeet. [NASA Press Release 23-08-2006] Pluto verliest status van planeet Tijdens de 26e Algemene Vergadering van de Internationale Astronomische Unie (IAU), welke in augustus 2006 gehouden werd te Praag, is een resolutie aangenomen over de definitie van een planeet. Een speciale commissie had hiertoe een voorstel uitgewerkt welke aanvankelijk van de volgende definitie uitging: “een planeet is een hemellichaam in een baan rond de Zon of een andere ster, bolvormig door zijn eigen zwaartekracht en geen satelliet van een ander hemellichaam”. Een satelliet is dan een object rond een hemellichaam waarbij het gemeenschappelijk zwaartepunt onder het oppervlak van het grootste lichaam ligt. Volgens dit voorstel zouden ook Ceres en het Kuipergordelobject 2003 UB313 (Eris) als planeet werden aangemerkt. Tevens zou niet alleen Pluto, maar ook Charon de status van planeet krijgen, omdat we hier dan te maken zouden hebben met een dubbelplaneet (het gemeenschappelijk zwaartepunt ligt buiten Pluto). Mogelijk dat in de toekomst ook Vesta en andere Kuipergordel-objecten aan deze definitie zouden blijken te voldoen. KN 104 7 Uiteindelijk bleek staande de vergadering de definitie toch nog te worden aangepast en op de slotdag (24 augustus 2006) werd de volgende definitie aangenomen (resolutie 5A): Een planeet is een hemellichaam als het voldoet aan de volgende drie voorwaarden: 1. het hemellichaam draait in een baan rond de Zon (of een andere ster) 2. het hemellichaam heeft voldoende massa zodat zijn eigen zwaartekracht het een nagenoeg ronde vorm geeft 3. het hemellichaam heeft de omgeving van zijn baan schoongeveegd. Volgens deze definitie heeft het zonnestelsel acht planeten, nl. Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus. Pluto heeft daarmee zijn planeet-status verloren en is nu de bekendste vertegenwoordiger van een nieuwe klasse van “dwergplaneten”, d.w.z. objecten die wél aan de voorwaarden 1 en 2 voldoen, maar niet aan de voorwaarde 3. Tot deze klasse behoren dan momenteel in ieder geval Ceres, Pluto, Charon en Eris, maar mogelijk zullen daar in de toekomst nog talrijke objecten aan worden toegevoegd. Er wordt zelfs niet uitgesloten dat men nog een verdere onderverdeling voor deze klasse gaat voorstellen. Alle overige objecten in het zonnestelsel (afgezien van de satellieten (manen)) worden nu aangeduid met de term “kleine hemellichamen” (Small Solar-System Bodies). Daar vallen dus vrijwel alle planetoïden, de meeste Kuipergordelobjecten en alle kometen onder. Overigens is er vrijwel direct na het accepteren van deze resolutie een protestactie opgestart, onder leiding van de planeetonderzoeker Alan Stern. Zij vinden dat een dergelijke beslissing niet genomen kan worden door een relatief klein deel van de astronomische gemeenschap [van de circa 10.000 leden van de IAU waren er in Praag slechts zo’n 2.500 aanwezig en tijdens de slotdag werd maar door 428 leden aan de stemming over de resolutie deelgenomen…]. Zij vragen in een petitie die inmiddels al door meer dan 300 astronomen ondertekend is om een betere definitie, maar een nieuw besluit kan dan pas bij de volgende Algemene Vergadering van de IAU in 2009 worden genomen. Verwacht wordt dat hoe dan ook voor ‘het grote publiek’ Pluto vooralsnog gewoon de 9e planeet blijft….. [IAU News 0601, 16 augustus 2006 ; IAU News 0603, 24 augustus 2006 ; CSEPR 31 augustus 2006] Zeer veel objecten in Trans-Neptunian-Ring? In de afgelopen jaren zijn talrijke zgn. Trans-Neptunian-Objects (TNO’s) ontdekt met banen buiten de baan van de planeet Neptunus. De astronoom Chang (Nationale Universiteit Taiwan) meent te hebben aangetoond dat het niet om circa een miljard (109), maar mogelijk zelfs om een quadriljoen (1015) objecten gaat! Chang kwam dit materiaal op het spoor door de verre röntgenbron Scorpius-X1 langdurig in de gaten te houden en verduisteringen van dit object te registreren. Een brokstuk van ongeveer 100 meter diameter doet er ongeveer een honderdste seconde over om voor zo’n lichtbron langs te trekken. Optisch zijn dergelijke korte tijdintervallen niet te registreren, maar röntgendetectoren kunnen dat wel. [Intermediair 24-08-2006; Nature augustus 2006] 2003UB313 van definitieve naam voorzien Sinds de ontdekking in 2003 werd het Kuipergordelobject 2003UB313 aangeduid met de ‘werknaam’ Xena. Nu dit object definitief gecategoriseerd is als ‘dwergplaneet’ (zie hierboven) heeft de betreffende IAU-subcommissie zich ook gebogen over een definitieve naam: Eris, de Griekse godin van twist (hoe toepasselijk…). De maan van Eris heeft de naam Dysnomia (de dochter van Eris) gekregen. [IAU Circular 8747, 13 september 2006] KN 104 8 Komeetontdekkingen Alex Scholten Januari – September 2006 (m.u.v. SOHO-ontdekkingen) 176P/LINEAR (= 1999 RE70 = 118401) : De tot de Themis-familie behorende planetoïde 118401 werd in november/december 2005 waargenomen met de Gemini-Noord-telescoop op Hawaii en vertoonde een klein staartje. Besloten is om dit object nu officieel zowel een planetoïde-nummer als een periodiekkomeet-nummer te geven. 174P/Echeclus (= 2000 EC98 = 60558) : De tot de Centaur-familie behorende planetoïde 60558 vertoonde eind december 2005 een duidelijke coma en was daardoor wel drie magnituden helderder dan bij zijn ontdekking in 2000. Op 8 januari wist de Japanner Yoshida de komeet zelfs visueel waar te nemen (magnitude 14,4), waarmee dit mogelijk de “verste visuele komeetwaarneming ooit” werd omdat de komeet zich toen op maar liefst 13 AE (bijna 2 miljard kilometer) van de zon bevond. De komeet heeft een omlooptijd van 35 jaar en bereikt zijn perihelium in 2015 op 5,9 AE van de zon. C/2006 A1 (Pojmanski) : Op foto’s begin januari 2006 gemaakt met de All Sky Automated Survey (ASAS, Las Campanas Chili) ontdekte de Pool Grzegorz Pojmanski een nieuwe komeet. De komeet bereikte in februari zijn perihelium op 0,6 AE van de zon en was in maart/april zichtbaar aan de ochtendhemel als een object van maximaal de 5e grootte. C/2006 A2 (Catalina) : Met de Catalina Sky Survey camera werd op 21 januari 2006 een zwakke nieuwe komeet van de 19e grootte ontdekt. Hij blijkt al in mei 2005 op 5,3 AE door zijn perihelium te zijn gegaan. 175P/Hergenrother (C/2006 A3 = C/2000 C1) : Komeet C/2000 C1 (Hergenrother) werd in januari 2006 herontdekt. Deze komeet heeft een periode van 6,6 jaar en blijft met een periheliumafstand van 2 AE een zwak object van maximaal de 19e grootte. C/2006 B1 (McNaught) : Als resultaat van de Siding Spring Survey ontdekte Robert McNaught op 27 januari 2006 een nieuwe komeet van magnitude 18. Perihelium bleek al in november 2005 op 3,0 AE van de zon te zijn bereikt. C/2006 CK10 (Catalina) : Dit oorspronkelijk als planetoïde geclassificeerde object bleek al snel komeetachtige karaktertrekken te bezitten. De komeet heeft een omlooptijd van zo’n 150 jaar en bereikte in juli 2006 zijn perihelium op 1,7 AE van de zon. P/2006 D1 (Hill) : Een nieuwe periodieke komeet ontdekt door Rik Hill in het kader van de Catalina Sky Survey. De komeet heeft een periode van 13 jaar en een periheliumafstand van 1,9 AE. C/2006 E1 (McNaught) : Als resultaat van de Siding Spring Survey ontdekte Robert McNaught op 11 maart 2006 een nieuwe komeet van magnitude 18. Perihelium – op maar liefst 6 AE van de zon – wordt begin 2007 bereikt. De komeet wordt niet helderder dan de 18e grootte. P/2006 F1 (Kowalski) : R. Kowalski ontdekt met de Mount Lemon 1,5-m telescoop op 21 maart 2006 een nieuwe komeet bij de 18e grootte. Het bleek een kort-periodieke komeet te zijn met een omlooptijd van 10 jaar en een periheliumafstand van 4,1 AE (in februari 2008). De komeet blijkt onlangs een nauwe passage met de planeet Jupiter te hebben gehad. C/2006 F2 (Christensen) : Op 23 maart 2006 ontdekte Eric Christensen een nieuwe komeet met de telescoop van Mount Lemon. De komeet heeft een omlooptijd van 43 jaar en bereikte zijn perihelium in maart 2006 op 4,3 AE van de zon. P/2006 F4 (Spacewatch) : Een nieuwe kort-periodieke komeet ontdekt op Spacewatch opnamen van 26 maart 2006. In mei 2006 werd het perihelium bereikt (2,3 AE) en de omlooptijd is 6,6 jaar. KN 104 9 P/2006 G1 (McNaught) : Als resultaat van de Siding Spring Survey ontdekte Robert McNaught op 5 april 2006 een nieuwe komeet van magnitude 18. Ditmaal bleek het om een nieuwe kort-periodieke komeet te gaan met een omlooptijd van 11 jaar. Perihelium werd midden augustus bereikt op 2,6 AE van de zon. C/2006 GZ2 (Spacewatch) : Bij een oorspronkelijk als planetoïde geïdentificeerd object (ontdekt op 7 april 2006) werd een coma ontdekt. De komeet is op 21 augustus op 3,3 AE van de zon door zijn perihelium gegaan. P/2006 H1 (McNaught) : Robert McNaught ontdekte op 29 april 2006 opnieuw een komeet van magnitude 18. Ook ditmaal bleek het om een nieuwe kort-periodieke komeet te gaan met een omlooptijd van 14 jaar. Perihelium werd begin mei bereikt op 2,4 AE van de zon. P/2006 HR30 (Siding Spring) : Bij een oorspronkelijk als planetoïde geïdentificeerd object (ontdekt op 20 april 2006) werd een coma ontdekt. De komeet gaat op 2 januari 2007 door zijn perihelium op 1,2 AE van de zon en heeft een periode van 21,9 jaar. Rond perihelium kan de 11e grootte worden bereikt en is dan een avondhemelobject in de sterrenbeelden Hagedis/Andromeda. P/2006 HW51 (Siding Spring) : Bij een oorspronkelijk als planetoïde geïdentificeerd object (ontdekt op 23 april 2006) werd een coma ontdekt. De komeet is eind september op 2,3 AE van de zon door zijn perihelium gegaan. C/2006 K1 (McNaught) : Robert McNaught is in deze periode erg productief en ontdekte op 17 mei 2006 opnieuw een komeet van magnitude 18. Deze komeet gaat in juli 2007 door zijn perihelium op 4,4 AE van de zon en wordt maximaal van de 17e grootte. P/2006 K2 (McNaught) : Opnieuw een komeet van de 18e grootte ontdekt door Robert McNaught (22 mei 2006). Deze komeet gaat passeerde eind juni 2006 zijn perihelium op 2,1 AE van de zon en blijkt kort-periodiek te zijn met een omlooptijd van 7,1 jaar. C/2006 K1 (McNaught) : Robert McNaught ontdekte op 22 mei 2006 nog een komeet van magnitude 18. Deze komeet gaat in maart 2007 door zijn perihelium op 2,5 AE van de zon en wordt maximaal van de 14e grootte. C/2006 K4 (NEAT) : Met de NEAT-camera werd op 18 mei 2006 een komeet van de 20e grootte ontdekt. Hij blijkt pas in november 2007 door zijn perihelium te gaan op 3,2 AE van de zon. C/2006 L1 (Garradd) : Ook Gordon Garrad heeft met de Siding Spring Survey op 4 juni 2006 een nieuwe komeet ontdekt van magnitude 18. De komeet bereikt 17 oktober 2006 zijn perihelium op 1,5 AE van de zon en is dan mogelijk van de 14e grootte. C/2006 L2 (McNaught) : Robert McNaught ontdekte op 14 juni 2006 een komeet van magnitude 14. Deze komeet gaat 20 november 2006 op 2,0 AE van de zon door zijn perihelium en wordt vermoedelijk niet helderder dan de 14e grootte. C/2006 M1 (LINEAR) : Met de LINEAR-camera werd op 18 juni 2006 een komeet van de 18e grootte ontdekt. Hij blijkt pas midden februari 2007 door zijn perihelium te gaan op 3,6 AE van de zon. 177P/Barnard (=C/2006 M3 = 1889 M1) : Op 23 juni 2006 werd met de LINEAR-camera een komeet ontdekt van de 17e grootte. Dit bleek de herontdekking te zijn van komeet C/1889 M1 (Barnard) met een omlooptijd van 120 jaar. Op 28 augustus 2006 werd perihelium bereikt op 1,1 AE van de zon. Door een relatief dichte nadering tot de aarde (0,37 AE) bereikte hij de 8e grootte, maar was als een groot diffuus object lastig waarneembaar. C/2006 M4 (SWAN) : Op opnamen die eind juni 2006 gemaakt werden met de SWAN-camera van de zonnesatelliet SOHO werd door Michael Mattiazzo en Rob Matson een nieuwe komeet ontdekt. De KN 104 10 komeet ging op 28 september 2006 op 0,8 AE door zijn perihelium. In oktober is komeet C/2006 M4 (SWAN) een avondobject van mogelijk de 7e grootte. 178P/Hug-Bell (C/2006 O1 = C/1999 X1) : Komeet C/1999 X1 (Hug-Bell) werd op 16 juli 2006 herontdekt. Deze komeet heeft een periode van 7,1 jaar en bereikte zijn perihelium op 1,95 AE van de zon op 6 juli 2006. C/2006 O2 (Garradd) : Gordon Garrad heeft met de Siding Spring Survey op 30 juli 2006 een nieuwe komeet ontdekt van magnitude 17. De komeet bereikt begin oktober 2006 zijn perihelium op 1,6 AE van de zon en blijft rond de 17e grootte. C/2006 P1 (McNaught) : Robert McNaught ontdekte op 7 augustus 2006 een komeet van magnitude 17. Deze komeet gaat in januari 2007 op slechts 0,17 AE van de zon door zijn perihelium. Na perihelium kan hij mogelijk nog door waarnemers op het zuidelijk halfrond worden waargenomen. C/2006 Q1 (McNaught) : Robert McNaught ontdekte op 20 augustus 2006 zijn 32e komeet en komt daarmee op gelijke hoogte met de Shoemakers voor voor wat betreft de individueel genaamde komeetontdekkingen. De voorlopige baanelementen duiden op een periheliumdoorgang in juli 2008 op 2,7 AE van de zon. Mogelijk is de komeet vanaf eind 2007 visueel zichtbaar, voornamelijk voor waarnemers op het zuidelijk halfrond (vermoedelijk maximaal van de 11e grootte). P/2006 Q2 (LONEOS) : Met de LONEOS-camera werd op 29 augustus 2006 een komeet van de 19e grootte ontdekt. Hij blijkt is begin september op 1,3 AE door zijn perihelium gegaan en bleek kortperiodiek met een omlooptijd van 5,9 jaar. C/2006 R1 (Siding Spring) : Donna Burton, en nieuwe waarneemster in de Siding Spring Survey, ontdekte op 1 september 2006 (haar eerste dag dat ze alleen aan de 50cm Uppsala Schmidt telescoop werkte) een nieuwe komeet van magnitude 18. De komeet is kort-periodiek met een omlooptijd van 16 jaar en ging begin september op 1,7 AE van de zon door zijn perihelium. P/2006 R2 (Christensen) : Op 14 september 2006 ontdekte Eric Christensen een nieuwe komeet op opnamen van de Catalina Sky Survey. Het blijkt een nieuwe kort-periodieke komeet te zijn met een omlooptijd van 8 jaar die in juni 2006 zijn perihelium op 3,0 AE van de zon bereikt heeft. P/2006 S1 (Christensen) : Op 16 september 2006 ontdekte Eric Christensen een nieuwe komeet op opnamen van de Catalina Sky Survey. Het bleek opnieuw om een nieuwe kort-periodieke komeet te gaan. Ditmaal met een omlooptijd van 6,7 jaar en een periheliumdoorgang eind augustus 2006 op 1,4 AE van de zon. KN 104 11 Waarneembare kometen t/m magnitude 14.5 Komeet 1 oktober 2006 P/Barnard (177P) P/Faye (4P) McNaught (C/2005 E2) McNaught (C/2006 L2) SWAN (C/2006 M4) P/Schwassmann-Wachmann C P/Shoemaker (102P) P/Shoemaker-Levy (P/1991 V1) P/Siding Spring (P/2006 HR30) Magn. R.K. Decl. Const. 9.8 10.2 13.4 14.5 6.6 13.4 14.4 14.5 13.5 18h47m47.45s 02h05m25.19s 09h28m48.09s 14h46m55.30s 12h06m47.52s 01h10m19.37s 03h51m50.74s 18h14m02.05s 21h04m23.66s +71 31' 52.9" +12 51' 55.4" +26 08' 49.0" +01 48' 59.7" +32 46' 43.5" -16 47' 20.4" +54 44' 37.7" -46 54' 07.9" +29 07' 24.8" Dra Ari Leo Vir Com Cet Cam Tel Cyg 94.4 154.0 52.2 35.1 36.1 157.6 113.9 85.4 125.2 Ev Mo Mo Ev Mo Mo Mo Ev Ev 1 november 2006 P/Barnard (177P) P/Faye (4P) McNaught (C/2005 E2) McNaught (C/2006 L2) McNaught (C/2006 P1) SWAN (C/2006 M4) P/Shoemaker-Levy (P/1991 V1) P/Siding Spring (P/2006 HR30) P/West-Kohoutek-Ikemura (76P) 12.2 9.7 13.7 14.3 14.5 6.1 13.5 12.7 14.3 23h07m26.80s 02h09m05.36s 09h56m14.18s 15h22m34.85s 16h45m03.82s 17h09m25.08s 20h07m47.83s 20h38m03.72s 07h23m07.51s +67 54' 32.8" +06 17' 55.3" +24 22' 02.5" +07 57' 46.4" -13 49' 48.3" +30 14' 30.9" -37 00' 39.1" +31 32' 11.0" +12 56' 26.3" Cep Cet Leo Ser Oph Her Sgr Cyg Gem 117.9 171.2 75.8 26.6 34.2 59.7 78.3 100.4 107.6 Ev Ev Mo Ev Ev Ev Ev Ev Mo 1 december 2006 P/Faye (4P) Garradd (C/2006 L1) McNaught (C/2005 E2) McNaught (C/2006 K3) McNaught (C/2006 L2) McNaught (C/2006 P1) P/Petriew (P/2001 Q2) SWAN (C/2006 M4) P/Shoemaker-Levy (P/1991 V1) P/Siding Spring (P/2006 HR30) P/West-Kohoutek-Ikemura (76P) 9.9 13.6 14.0 14.4 14.2 12.5 14.5 8.5 13.4 12.0 13.7 02h16m08.31s 08h38m11.56s 10h07m13.12s 04h57m16.19s 16h05m40.19s 17h23m53.71s 19h06m42.66s 19h52m10.26s 22h09m54.26s 21h05m04.53s 08h05m43.49s +02 09' 45.3" +31 45' 50.2" +23 59' 59.9" -65 38' 33.9" +15 53' 01.3" -12 02' 22.0" -12 46' 11.0" +05 52' 39.6" -16 36' 55.7" +35 39' 28.1" +27 36' 26.9" Cet Cnc Leo Dor Her Ser Sgr Aql Aqr Cyg Cnc 142.6 123.8 103.0 92.4 38.0 16.6 39.0 57.3 80.0 87.2 130.4 Ev Mo Mo Mo Mo Ev Ev Ev Ev Ev Mo 1 januari 2007 P/Faye (4P) McNaught (C/2005 E2) McNaught (C/2006 K3) McNaught (C/2006 L2) McNaught (C/2006 P1) P/Petriew (P/2001 Q2) SWAN (C/2006 M4) P/Shoemaker-Levy (P/1991 V1) P/Siding Spring (P/2006 HR30) P/West-Kohoutek-Ikemura (76P) 10.8 14.3 14.2 14.1 7.3 13.4 10.6 14.5 11.4 14.0 02h46m40.63s 10h00m08.61s 03h00m51.33s 17h02m15.63s 18h40m58.26s 20h37m51.46s 21h00m08.25s 00h06m04.92s 22h43m12.38s 08h17m55.73s +03 32' 57.8" +24 59' 42.2" -52 23' 27.7" +28 22' 30.9" -07 48' 23.1" -10 38' 47.4" -03 26' 25.4" +08 30' 23.4" +43 54' 18.0" +49 10' 10.2" Cet Leo Hor Her Sct Cap Aqr Psc Lac Lyn 119.5 135.4 90.3 57.0 15.3 29.9 38.3 84.8 86.5 148.0 Ev Mo Ev Mo Mo Ev Ev Ev Ev Mo 1 februari 2007 P/Faye (4P) McNaught (C/2006 K3) McNaught (C/2006 L2) McNaught (C/2006 P1) P/Petriew (P/2001 Q2) SWAN (C/2006 M4) P/Siding Spring (P/2006 HR30) 11.9 14.2 14.2 8.5 12.3 12.0 11.6 03h36m08.66s 02h29m37.56s 18h21m04.35s 21h11m33.62s 22h33m56.63s 21h44m24.02s 02h12m22.23s +07 48' 12.9" -32 52' 25.9" +46 03' 16.2" -52 26' 42.0" -04 49' 16.1" -06 41' 22.1" +45 54' 00.8" Tau For Lyr Ind Aqr Aqr And 101.7 75.2 72.4 35.3 26.9 15.8 95.0 Ev Ev Mo Ev Ev Ev Ev KN 104 Elong. Mo/Ev 12 Baangegevens kometen (bron: Minor Planet Center) Komeet Datum perihelium q e incl. arg.per. stand per 20-09-2006 knoop H P/Encke (2P) 19.3070 4 2007 0.339201 0.847059 11.7556 186.5211 334.5780 11.5 P/Faye (4P) 15.4569 11 2006 1.667345 0.566680 9.0316 205.0172 199.3082 6.0 P/Holmes (17P) 4.4511 5 2007 2.053343 0.432455 19.1121 24.2353 326.8706 10.0 P/Tuttle-Giacobini-Kresak (41P) 11.7973 6 2006 1.047764 0.660468 9.2295 62.1916 141.0869 10.0 P/Honda-Mrkos-Pajdusakova (45P) 29.8034 6 2006 0.530265 0.824508 4.2531 326.1204 89.1096 13.5 P/Arend (50P) 1.2213 11 2007 1.924590 0.528990 19.1554 49.0392 355.3392 9.5 P/Harrington-Abell (52P) 14.7755 8 2006 1.757115 0.542836 10.2205 139.0853 337.1776 13.5 P/Kojima (70P) 5.9622 10 2007 2.011539 0.453336 6.5953 2.1239 119.2663 11.0 P/Clark (71P) 6.8068 6 2006 1.562120 0.499634 9.4879 208.7511 59.6572 9.8 P/Schwassmann-Wachmann (73P) 6.9564 6 2006 0.939132 0.693074 11.3957 198.8119 69.8904 12.0 P/West-Kohoutek-Ikemura (76P) 19.7979 11 2006 1.603427 0.538494 30.4586 0.1248 84.1075 8.0 P/Peters-Hartley (80P) 25.8202 9 2006 1.633650 0.596153 29.8963 338.6093 259.8816 9.0 P/Giclas (84P) 7.4525 8 2006 1.851736 0.492416 7.2809 276.3259 112.4740 9.5 P/Bus (87P) 7.1732 7 2007 2.173538 0.376375 2.5769 24.2156 182.1906 7.2 P/Takamizawa (98P) 6.4892 3 2006 1.662879 0.562119 10.5565 157.8873 114.7645 9.0 P/Kowal (99P) 15.3350 1 2007 4.718378 0.226805 4.3458 172.7861 28.3979 4.5 P/Shoemaker (102P) 6.7744 6 2006 1.973738 0.472205 26.2513 18.5298 339.9454 6.5 P/Schuster (106P) 2.2339 4 2007 1.556111 0.586718 20.1114 355.8349 50.6121 14.0 P/Urata-Niijima (112P) 29.5767 10 2006 1.464691 0.586492 24.1675 21.4487 31.9281 14.0 P/Wiseman-Skiff (114P) 13.2046 9 2006 1.577590 0.555098 18.2655 172.8998 271.0433 11.5 P/Shoemaker-Holt (128P) 13.8339 6 2007 3.068726 0.319810 4.3556 210.4863 214.4210 8.5 P/Shoemaker-Levy (135P) 31.2504 5 2007 2.711108 0.290483 6.0552 22.3737 213.2986 7.0 P/Mueller (136P) 22.0115 10 2007 2.961253 0.292789 9.4269 224.8046 137.5636 11.0 P/Russell-LINEAR (156P) 17.3740 6 2007 1.593231 0.557509 20.7482 357.6754 39.0506 15.5 P/Christensen (170P) 26.6991 1 2006 2.929615 0.303930 10.1252 225.4429 143.0274 12.0 P/Echeclus (174P) 22.3195 4 2015 5.859601 0.456016 4.3353 162.3706 173.3158 9.5 P/Hergenrother (175P) 6.6774 11 2006 2.088246 0.407692 6.1080 51.2889 127.0064 14.0 P/LINEAR (176P) 18.1943 10 2005 2.580803 0.192455 0.2379 36.1373 346.5566 15.0 P/Barnard (177P) 28.6889 8 2006 1.107215 0.954398 31.2173 60.4619 272.0658 8.5 P/Hug-Bell (178P) 6.5522 7 2006 1.946990 0.470967 10.9631 296.8722 103.6474 13.5 Shoemaker-Levy (P/1991 V1) 17.0178 11 2006 1.128084 0.706239 16.9224 333.5408 37.8763 13.0 Jedicke (P/1995 A1) 4.6650 12 2007 4.086722 0.307415 19.8749 295.5364 115.8646 2.5 LONEOS-Tucker (P/1998 QP54) 12.1766 5 2007 1.880046 0.551954 17.7112 30.3237 341.8125 15.0 LINEAR-Mueller (P/1998 S1) 16.0921 12 2007 2.552696 0.415587 10.5463 26.4090 359.1539 11.5 Mueller (P/1998 U2) 7.8756 7 2007 2.032025 0.520484 2.1900 49.7212 336.1228 13.0 Petriew (P/2001 Q2) 24.6157 2 2007 0.937663 0.698082 13.9746 181.9147 214.1040 11.0 LINEAR (C/2002 VQ94) 6.8615 2 2006 6.796874 0.966191 70.5161 100.0543 35.0148 9.5 LINEAR (C/2003 WT42) 10.8199 4 2006 5.190970 1.002205 31.4110 92.4770 48.4508 9.0 LINEAR (C/2004 B1) 7.8794 2 2006 1.601863 1.001218 114.1016 327.8978 272.8064 10.5 LONEOS (C/2005 EL173) 5.9028 3 2007 3.886438 1.003192 130.6784 261.4922 344.7918 11.5 LINEAR (C/2005 G1) 27.4876 2 2006 4.960765 1.000022 108.4174 113.8361 299.5825 8.0 Catalina (P/2005 JY126) 21.3048 2 2006 2.125626 0.433838 20.2346 117.5993 207.9848 11.5 LINEAR (C/2005 Q1) 25.3170 8 2005 6.408153 1.003849 105.1947 44.6791 87.7394 6.0 LINEAR (C/2005 R4) 7.9152 3 2006 5.188432 0.998006 164.0143 6.8767 63.7726 7.0 LONEOS-Christensen (P/2005 RV25) 7.4409 11 2006 3.607891 0.166341 9.8836 191.7124 246.9307 9.5 Skiff (P/2005 S2) 28.7327 6 2006 6.398365 0.196785 3.1408 229.8038 161.2671 7.5 McNaught (C/2005 S4) 18.4345 7 2007 5.850387 0.999000 107.9648 31.4332 318.2915 5.0 LONEOS (P/2005 SB216) 11.4570 2 2007 3.817817 0.463615 24.0980 83.5947 1.7040 12.0 Christensen (C/2005 W2) 27.4143 3 2006 3.331485 0.824225 11.2650 111.6855 336.6047 9.5 LONEOS-Hill (P/2005 XA54) 7.9233 3 2006 1.777561 0.710422 16.8948 15.3777 144.2299 14.0 Pojmanski (C/2006 A1) 22.1790 2 2006 0.555480 0.999770 92.7354 351.1928 211.3452 9.0 Catalina (C/2006 CK10) 3.2838 7 2006 1.752110 0.991898 144.2629 143.4590 243.8100 14.5 McNaught (C/2006 E1) 6.5602 1 2007 6.040329 1.001481 83.1957 232.7860 95.0366 6.0 Kowalski (P/2006 F1) 12.4286 2 2008 4.121692 0.124106 21.2059 185.8748 124.8790 8.0 Christensen (C/2006 F2) 30.6480 3 2006 4.296605 0.653048 20.4933 181.0500 8.2460 10.5 Spacewatch (P/2006 F4) 3.3872 5 2006 2.339685 0.337040 12.3847 31.3257 184.0849 15.0 McNaught (P/2006 G1) 18.4620 8 2006 2.632154 0.453555 18.5591 313.9323 299.2483 12.0 Spacewatch (C/2006 GZ2) 21.846 8 2006 3.30295 1.00000 168.683 191.456 355.319 12.0 McNaught (P/2006 H1) 7.4008 5 2006 2.378551 0.581683 12.8701 310.1406 0.1314 12.5 Siding Spring (P/2006 HR30) 2.2838 1 2007 1.226424 0.843100 31.8847 117.4143 309.9528 11.0 Siding Spring (C/2006 HW51) 29.3066 9 2006 2.265680 1.002317 45.8096 359.9583 228.1276 11.0 McNaught (C/2006 K1) 20.6311 7 2007 4.425536 1.000761 53.8773 296.4478 72.1174 7.5 McNaught (P/2006 K2) 27.2180 6 2006 2.086725 0.434870 6.6892 238.0497 15.5244 14.0 McNaught (C/2006 K3) 13.4246 3 2007 2.502633 1.000000 92.6201 328.0551 49.4029 8.0 NEAT (C/2006 K4) 29.3538 11 2007 3.189083 0.997860 111.3273 233.5990 116.5961 6.0 Garradd (C/2006 L1) 17.833 10 2006 1.46665 1.00000 143.240 338.220 101.809 12.0 McNaught (C/2006 L2) 20.2034 11 2006 1.993909 1.000953 101.0218 48.0369 239.2463 9.0 LINEAR (C/2006 M1) 13.9236 2 2007 3.556294 0.976658 54.8771 122.8924 231.6150 8.5 SWAN (C/2006 M4) 28.715 9 2006 0.78240 1.00000 111.827 62.630 148.728 7.0 Garradd (C/2006 O2) 5.4094 10 2006 1.554758 0.996171 43.0281 19.9860 283.3593 14.0 McNaught (C/2006 P1) 12.8294 1 2007 0.170787 1.000000 77.8597 155.9738 267.4139 10.0 McNaught (C/2006 Q1) 2.817 7 2008 2.74972 1.00000 59.029 344.588 199.518 5.0 LONEOS (P/2006 Q2) 2.883 9 2006 1.33822 0.59393 5.372 96.832 245.263 19.5 Siding Spring (P/2006 R1) 3.833 9 2006 1.66976 0.68901 160.021 249.322 218.561 16.0 Christensen (P/2006 R2) 30.430 6 2006 2.98538 0.27891 15.688 192.397 138.283 11.0 Christensen (P/2006 S1) 27.422 8 2006 1.35354 0.61999 11.610 124.815 214.641 17.5 LINEAR (C/2006 S2) 11.772 5 2007 3.10570 1.00000 98.828 168.186 114.262 10.0 Vermeld zijn de baanelementen van periodieke kometen met perihelium in 2006 of 2007, de sinds de vorige KN nieuw ontdekte kometen en de reeds ontdekte kometen waarvan nieuwe gegevens gepubliceerd zijn (vanaf MPC 56169). KN 104 n bron 6.0 MPC 51822 8.0 MPC 48384 6.0 MPC 51822 16.0 MPC 56170 8.0 MPC 56957 6.0 MPC 51823 6.0 MPC 48383 6.0 MPC 51823 6.0 MPC 55982 6.0 MPEC 2006-G24 12.0 MPC 57591 8.0 MPC 48383 8.0 MPC 48383 10.0 MPC 51823 8.0 MPC 48382 6.0 MPC 51821 8.0 MPC 57419 4.8 MPC 51822 6.0 MPC 48383 6.0 MPC 48383 4.0 MPC 51822 8.0 MPC 51822 4.0 MPC 51823 2.0 MPC 51823 4.0 MPC 54701 2.0 MPC 55982 4.0 MPC 55982 2.0 MPO 87922 10.0 MPC 57134 4.0 MPC 57419 6.0 MPC 48384 8.0 MPC 51823 2.0 MPC 51822 4.0 MPC 51824 4.0 MPC 51823 4.0 MPC 51822 2.0 MPC 49591 2.0 MPC 56169 2.0 MPC 57131 2.0 MPC 55978 4.0 MPC 57131 4.0 MPEC 2006-R29 4.0 MPC 57131 4.0 MPC 55978 4.0 MPC 55978 4.0 MPC 54987 4.0 MPC 56954 2.0 MPC 55978 4.0 MPC 55979 4.0 MPC 55981 3.2 MPC 57131 2.0 MPC 56609 4.0 MPC 56954 4.0 MPC 56610 4.0 MPC 56954 4.0 MPC 56954 4.0 MPC 57417 4.0 MPC 56796 4.0 MPC 57417 4.0 MPC 57417 4.0 MPC 57417 4.0 MPC 57589 4.0 MPEC 2006-R30 4.0 MPC 57132 4.0 MPC 57590 4.0 MPC 57133 4.0 MPC 57590 4.0 MPC 57418 4.0 MPC 57418 4.0 MPEC 2006-R31 4.0 MPEC 2006-R53 4.0 MPEC 2006-R33 4.0 MPEC 2006-R54 4.0 MPEC 2006-R47 4.0 MPEC 2006-R52 4.0 MPEC 2006-S07 4.0 MPEC 2006-S26 13 C/2006 M4 (SWAN) 2 oktober – 16 november 2006 (0h UT) overzichtskaart DCS C/2006 M4 (SWAN) 11 november – 31 december 2006 (0h UT) overzichtskaart DCS 67 72 71 64 67 57 64 58 CVn 69 22/10 66 62 64 17/10 59 64 12/10 76 72 72 64 52 64 7/10 68 61 4/10 60 71 63 Boo C/2006 M4 (SWAN) 4 – 22 oktober 2006 (0h UT) kaart DCS (grensgrootte ca. 9 ; helderheden TK) 17/10 70 78 67 22/10 71 55 64 56 72 59 Her 59 68 62 27/10 53 57 63 72 71 61 Boo 55 70 64 71 69 67 1/11 57 67 55 71 CrB 64 6/11 54 70 51 C/2006 M4 (SWAN) 17 okt – 7 nov 2006 (0h UT) kaart DCS (grensgrootte ca. 9 ; helderheden TK) Komeet 4P/Faye overzichtskaart oktober 2006 – januari 2007 (0h UT) DCS 10/01 64 31/12 64 21/12 64 11/12 64