Europese Commissie - Informatieblad Vragen en antwoorden: Nieuwe verordening inzake nieuwe voedingsmiddelen Brussel, 16 november 2015 Nieuwe verordening inzake nieuwe voedingsmiddelen vandaag goedgekeurd. Dankzij deze nieuwe verordening kunnen bedrijven nieuwe en innovatieve voedingsmiddelen gemakkelijker in de EU in de handel brengen zonder dat de voedselveiligheid van de Europese consumenten in het gedrang komt. De Europese consumenten kunnen uit een ruimer aanbod aan voedingsmiddelen kiezen. Bovendien ontstaan voor de Europese agrovoedingsindustrie – de tweede grootste werkgever in Europa – gunstige voorwaarden om van innovatie te profiteren. Dat komt dan weer de groei en de werkgelegenheid ten goede. Wat zijn nieuwe voedingsmiddelen? Nieuwe voedingsmiddelen zijn voedingsmiddelen die vóór mei 1997 (toen de eerste wetgeving inzake nieuwe voedingsmiddelen in werking is getreden) niet in belangrijke mate in de EU werden geconsumeerd. Het kan gaan om recent ontwikkelde innovatieve voedingsmiddelen, voedingsmiddelen die met behulp van nieuwe technologieën en productieprocessen worden geproduceerd of voedingsmiddelen die traditioneel in landen buiten de EU worden gegeten. Onlangs werden onder meer de volgende nieuwe voedingsmiddelen goedgekeurd: olie uit Buglossoides arvensis, raapzaadeiwit en korianderzaadolie. Mogen nieuwe voedingsmiddelen in de EU worden gebruikt? Tussen 1997 en 2014 zijn ongeveer 170 aanvragen voor het gebruik van nieuwe voedingsmiddelen in de EU ingediend (7 tot 10 aanvragen per jaar). Tot dusver is een vergunning verleend voor het gebruik van ongeveer 90 nieuwe voedingsmiddelen. Het gaat om nieuwe voedingsmiddelen die traditioneel in landen buiten de EU worden gegeten (bijvoorbeeld chiazaad, dat rijk is aan omega 3-vetzuren) en voedingsmiddelen die met behulp van de nieuwste technologische innovaties worden geproduceerd (bijvoorbeeld warmtebehandelde melkproducten die met Bacteroides xylanisolvens (DSM 23964) worden vergist). Andere voorbeelden zijn "salatrim" (een vet met een verminderde energiewaarde), DHA-rijke olie van microalgen en onder hoge druk behandelde vruchtensappen (een voorbeeld van een voedingsmiddel dat met behulp van een nieuw productieproces wordt geproduceerd). Een volledige lijst van toegelaten nieuwe voedingsmiddelen vindt u hier. Waarom heeft de Commissie de wetgeving inzake nieuwe voedingsmiddelen herzien? De huidige regels zijn bijna 20 jaar oud. Technologie en wetenschappelijk advies hebben in die periode een aanzienlijke ontwikkeling doorgemaakt. Om de duur van de vergunningsprocedure te verkorten (momenteel gemiddeld 3,5 jaar) moeten de EU-regels worden aangepast. In 2008 heeft de Commissie al een herziening van de regels voorgesteld, maar toen kon geen overeenstemming tussen de Raad en het Europees Parlement worden bereikt. Wat zijn de belangrijkste veranderingen? Dankzij de nieuwe verordening verloopt de vergunningsprocedure vlotter en kunnen veilige en innovatieve voedingsmiddelen sneller in de handel worden gebracht en onnodige handelsbelemmeringen uit de weg worden geruimd zonder de voedselveiligheid in het gedrang te brengen. De verordening voorziet in een gecentraliseerd vergunningssysteem dat een vlottere en snellere vergunningsprocedure waarborgt en aanvragers van een vergunning meer rechtszekerheid biedt. De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) zal de aanvragen aan een wetenschappelijke risicobeoordeling onderwerpen, terwijl de Commissie de dossiers van alle aanvragers zal beheren en voorstellen zal indienen voor de toelating van nieuwe en veilige voedingsmiddelen. Om de handel in traditionele voedingsmiddelen uit landen buiten de EU te vergemakkelijken voorziet de nieuwe verordening ook in een meer toepasselijke beoordelingsprocedure voor voedingsmiddelen die in de EU als nieuw worden beschouwd. Als kan worden aangetoond dat een traditioneel voedingsmiddel nooit veiligheidsproblemen heeft opgeleverd en de EU-lidstaten of de EFSA geen veiligheidsrisico's hebben vastgesteld, mag het voedingsmiddel in de handel worden gebracht op basis van een kennisgeving door de exploitant van het voedingsmiddelenbedrijf. De nieuwe verordening bevat ook bepalingen inzake gegevensbescherming. Nieuwe wetenschappelijke gegevens en door eigendomsrechten beschermde gegevens mogen vijf jaar lang – te rekenen vanaf de dag waarop de vergunning voor een nieuw voedingsmiddel is verleend – niet voor een andere aanvraag worden gebruikt. Wat zijn de voorwaarden voor het verlenen van een vergunning? Er wordt alleen een vergunning voor nieuwe voedingsmiddelen in de EU verleend als de voedingsmiddelen geen risico voor de volksgezondheid vormen, vanuit voedingsoogpunt niet nadelig zijn wanneer ze een soortgelijk voedingsmiddel vervangen en de consument niet misleiden. Met het oog op de veiligheid moeten ze wetenschappelijk worden beoordeeld alvorens een vergunning wordt verleend. In de vergunning worden de gebruiksvoorwaarden, de hoedanigheid als voedingsmiddel/voedselingrediënt en de etiketteringsvoorschriften vermeld. Moeten nieuwe voedingsmiddelen van een etiket worden voorzien? Voor nieuwe voedingsmiddelen gelden de algemene etiketteringsvoorschriften van Verordening (EG) nr. 1169/2011. Er kunnen ook specifieke aanvullende voorschriften gelden om de consument naar behoren te informeren (bijvoorbeeld een waarschuwing dat een nieuw voedingsmiddel niet wordt aanbevolen voor bepaalde kwetsbare groepen). Het etiket moet de naam van het voedingsmiddel en zo nodig de gebruiksvoorwaarden vermelden. Voedings- of gezondheidsclaims moeten beantwoorden aan Verordening (EG) nr. 1924/2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims (zie MEMO/06/200). Wat zijn nanomaterialen en aan welke voorwaarden is het gebruik ervan in voedingsmiddelen gebonden? Nanomaterialen zijn materialen die op het niveau van atomen en moleculen technisch worden vervaardigd. Krachtens de nieuwe verordening moet een vergunning voor het gebruik van technisch vervaardigde nanomaterialen worden verleend, voordat ze in levensmiddelen mogen worden gebruikt. De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid zal de veiligheid van de nanomaterialen beoordelen. De aanvragers moeten ook aantonen dat bij het testen van de technisch vervaardigde nanomaterialen waarvoor een vergunning wordt aangevraagd, de meest moderne testmethoden zijn gebruikt. Vallen insecten onder de nieuwe verordening? Insecten worden wereldwijd al op grote schaal geconsumeerd. In de EU vallen insecten als uit dieren geïsoleerde voedselingrediënten onder de definitie van nieuwe voedingsmiddelen. Delen van insecten (bijvoorbeeld de kop, de poten of de vleugels) vallen ook onder deze definitie. De nieuwe wetgeving verduidelijkt ook dat volledige dieren (bijvoorbeeld volledige insecten) onder de definitie van nieuwe voedingsmiddelen vallen, als ze vóór 15 mei 1997 (datum van inwerkingtreding van de verordening) niet in belangrijke mate door mensen in de EU werden geconsumeerd. Worden momenteel nog aanvragen beoordeeld en vallen die aanvragen onder de nieuwe regels? De afgelopen jaren zijn er jaarlijks ongeveer 7 tot 10 aanvragen voor het gebruik van nieuwe voedingsmiddelen in de EU ingediend. Een aantal aanvragen wordt momenteel nog door de lidstaten beoordeeld (bijvoorbeeld aanvragen voor het gebruik van Ecklonia cava florotannines, xylooligosaccharide en gesproeidroogd extract van Terminalia ferdinandiana EXELL). Aanvragen waarvan de beoordeling nog niet is afgerond wanneer de nieuwe verordening van toepassing wordt, vallen onder de nieuwe verordening. Dat betekent dat de Commissie zorg zal dragen voor de afwikkeling van deze aanvragen. Kunnen de lidstaten nieuwe voedingsmiddelen onafhankelijk van de EU goedkeuren of verbieden? Nee. De verordening inzake nieuwe voedingsmiddelen stelt geharmoniseerde maatregelen vast voor de toelating van nieuwe voedingsmiddelen. Dat betekent dat een levensmiddel dat in de EU in de handel mag worden gebracht, in alle lidstaten van de EU mag worden verkocht. EU-lidstaten kunnen de verkoop en het gebruik van een nieuw voedingsmiddel echter opschorten of tijdelijk beperken, als ze van oordeel zijn dat het voedingsmiddel een gevaar voor de gezondheid vormt overeenkomstig de vrijwaringsbepalingen van de algemene levensmiddelenwetgeving. De autoriteiten van de lidstaten moeten de Commissie hiervan in kennis stellen. Vervolgens stelt de Commissie een onderzoek in naar de beschermende maatregelen van de lidstaten. Indien wordt vastgesteld dat een voedingsmiddel een risico voor de consumenten vormt, kan de Commissie de vergunning voor de verkoop en het gebruik ervan in de EU onmiddellijk opschorten. Zal de nieuwe verordening gevolgen hebben voor de innovatie in de voedingsmiddelensector? De nieuwe verordening beoogt een eenvoudigere, snellere en efficiëntere vergunningsprocedure voor nieuwe voedingsmiddelen, zodat veilige innovatieve voedingsmiddelen sneller in de handel kunnen worden gebracht. Bovendien zullen de bepalingen inzake gegevensbescherming de belangen van producenten van nieuwe, innovatieve producten helpen beschermen en bijdragen tot innovatie in de voedingsmiddelensector. Wat zijn de volgende stappen? Vandaag is overeenstemming over de nieuwe verordening bereikt. Vooraleer de nieuwe verordening in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt, moet ze nu nog formeel worden goedgekeurd door het Europees Parlement en de Raad. Wanneer gelden de nieuwe voorschriften? De nieuwe regels zijn twee jaar van toepassing vanaf de datum van inwerkingtreding van de nieuwe verordening (rond eind 2017). MEMO/15/5875 Contactpersoon voor de pers: Enrico BRIVIO (+32 2 295 61 72) Aikaterini APOSTOLA (+32 2 298 76 24) Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail