Spelletje Bart van den Bemt Vezels, vitamines, mineralen! U kent deze leuze vast wel van een oude reclame. En niet voor niets, want vitamines, mineralen en vezels zijn hard nodig voor je gezondheid, ontwikkeling en groei. Gelukkig heeft de natuur vezels, vitamines en mineralen lekker verpakt: in fruit, eieren, groenten, vis, vlees, noten en aardappelen. Gezond eten is dan ook de beste manier om een goede conditie en weerstand op te bouwen tegen ziektes. Beter nog dan een vitaminepil. Gevarieerde voeding bevat veel meer nuttige stoffen dan een vitaminepil. Daar komt nog bij dat het slikken van extra vitamines doorgaans geen verminderd risico geeft op infecties, kanker, reumatische aandoeningen of hart- en vaatziekten. Slechts in enkele gevallen is het extra slikken van vitamines daarom aan te raden. Vitamines: onmisbaar voor het leven De ontdekker van de vitamines is Kasimierz Funk, een Poolse biochemicus. Hij kwam er in 1912 achter dat sommige stoffen onmisbaar zijn om bepaalde ziekten (zoals scheurbuik (vitamine C gebrek), beri-beri (gebrek vitamine B1)) te voorkomen. Funk noemde deze stoffen ‘vitamines’, een combinatie van het Latijn ‘vita’ dat ‘leven’ betekent en ‘amine’. Amine is de scheikundige naam voor stikstofverbindingen. In de eerste vitamines zat namelijk altijd stikstof, iets wat later niet voor alle vitamines bleek te gelden. Maar toen was de term vitamine al ingeburgerd. Soorten vitamines Vitamines zijn dus onmisbaar voor een goede gezondheid, groei en ontwikkeling. Bijna alle vitamines krijgt u via het eten binnen. Op dit moment zijn er 13 stoffen die de naam ‘vitamine’ hebben gekregen: enerzijds de vier vetoplosbare vitamines A, D, E en K en anderzijds de 8 soorten vitamine B die samen met vitamine C pagina 24 tot de wateroplosbare vitamines worden gerekend. Eerst dacht men dat er maar één vitamine B was. Later bleken er meer soorten te bestaan. Met nummers wordt het verschil aangegeven: B1, B2, B3, B5, B6, B8, B11 en B12. Het lichaam kan een aantal vitaminen zelf aanmaken, maar doorgaans in zulke kleine hoeveelheden, dat aanvulling vanuit de voeding noodzakelijk is. Alleen vitamine K wordt door bacteriën in de darm in voldoende hoeveelheden aangemaakt. Andere vitaminen die het lichaam zelf kan maken zijn: vitamine A (uit bètacaroteen), vitamine D (onder invloed van zonlicht) en vitamine B3. Hoeveel vitamines en mineralen heeft een mens nodig? Per dag is maar een kleine hoeveelheid vitamines en mineralen nodig, dit is de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (ADH). Die hoeveelheid wordt meestal opgegeven in microgram (mcg of µg), milligram (mg) of Internationale Eenheden (IE). Op de verpakking van sommige levensmiddelen staat welk percentage van de ADH in het product zit. Bij een evenwichtig eetpatroon is de hoeveelheid vitamines en mineralen in de voeding voldoende. Alleen kinderen tot vier jaar, vrouwen die zwanger willen worden, zwanger zijn of borstvoeding geven, en senioren moeten extra vitamines en/of mineralen slikken. Daarnaast is er bij ziekte en langdurig medicijngebruik soms sprake van een verhoogde behoefte aan bepaalde vitamines en mineralen. Dan is aanvulling in de vorm van een supplement wenselijk. Voor andere groepen of individuen kan een (dreigend) tekort aan bepaalde vitamines alleen worden vastgesteld en bevestigd door onderzoek naar de oorzaak. Extra vitamines voor baby’s en kinderen Baby’s die moedermelk krijgen, hebben drie maanden lang extra vitamine K nodig. In moedermelk zit namelijk te weinig vitamine K om de bloedstolling goed te laten verlopen. Baby’s die flessenvoeding krijgen, hebben dat niet nodig omdat aan flessenvoeding standaard extra vitamine K is toegevoegd. Kinderen tot vier jaar dienen daarnaast dagelijks extra vitamine D te krijgen. Vitamine D is er in de vorm van druppels of tabletjes. Tabletjes zijn moeilijker door het eten te mengen. Daarom wordt vooral bij jonge kinderen vaak voor druppels gekozen. In flessenvoeding zit doorgaans ook al extra vitamine D. Kinderen met een donkere huidskleur dienen overigens het hele jaar door vitamine D te slikken tot hun zevende levensjaar. Daarna is het verstandig dat ze tot en met de groeispurt, tijdens de wintermaanden, vitamine D in te nemen. Fluortabletjes hoeven overigens niet meer te worden gegeven. De huidige kindertandpasta’s voorzien het kindergebit al van voldoende fluoride. Zwangere vrouwen Vrouwen die zwanger willen worden, wordt aangeraden extra foliumzuur (vitamine B11) te slikken, vanaf het moment van de kinderwens tot acht weken na de bevruchting. Met een tabletje van 0,4 of 0,5 milligram per dag loopt u minder kans een kind met een open ruggetje te krijgen. In sommige gevallen zal de arts u een afwijkende dosering adviseren: 1 milligram (als u middelen tegen epilepsie gebruikt) of 5 milligram (als u eerder een kindje met een open ruggetje heeft gehad). Naast foliumzuur worden vrouwen die zwanger zijn en vrouwen die borstvoeding geven aangeraden om 10 microgram (= 400 eenheden) vitamine D per dag te gebruiken. vaak buiten komen, donkere mensen en mensen met een sluier grote kans te weinig zonlicht op te vangen, en zo te weinig vitamine D te produceren. Voor al deze risicogroepen is het gebruik van supplementen aan te bevelen. Mensen die methotrexaat Vrouwen vanaf 50 jaar of mannen vanaf 70 jaar die een lichte huidskleur gebruiken Foliumzuur (vitamine B11) wordt hebben en voldoende buitenkomen overigens ook standaard gegeven aan wordt 10 microgram (= 400 eenheden) mensen die wekelijks methotrexaat vitamine D aangeraden. Een hogere gebruiken om sommige reumatische - dosis vitamine D wordt aanbevolen of dermatologische - aandoeningen te bij mensen met osteoporose, mensen behandelen. Het foliumzuur verlaagt die in een verzorgings- of verpleeghuis de kans op bijwerkingen door de wonen, vrouwen vanaf 50 jaar (en methotrexaat aanzienlijk: zo halveert mannen vanaf 70 jaar) die een donkere huidskleur hebben of onvoldoende de kans op leverenzymverhogingen. buitenkomen. Senioren Vitamine D is een vetoplosbaar vitamine dat belangrijk is voor sterke botten, tanden en de opname van calcium en fosfor in het lichaam. Een tekort aan vitamine D kan leiden tot botontkalking (osteoporose), een verminderde afweer en zwakkere spieren. De belangrijkste bron van vitamine D is het zonlicht. Vitamine D wordt onder invloed van zonlicht in de huid aangemaakt. Hierdoor hebben ouderen, die minder Bart van den Bemt is apotheker van de Maartensapotheek, de poliklinische apotheek van de Maartenskliniek in Nijmegen. De Maartensapotheek is de enige openbare apotheek in Nederland, die in reumatologie, orthopedie en revalidatie is gespecialiseerd. Kijk voor meer informatie op www.maartenskliniek.nl. Column De zin en onzin van het slikken van extra vitamines Veel mensen hebben geen extra vitamines nodig In de regel hebben de meeste mensen geen extra vitamines nodig, al is het voor baby’s, kinderen, zwangere vrouwen en senioren wel degelijk aan te raden extra vitamines te gebruiken. Ook mensen die een extreem dieet volgen, of extreem veel van hun lichaam vragen (door sport of ziekte) kunnen soms toch extra vitamines nodig hebben. In zo’n geval is het verstandig om dit eerst met de behandelend arts te bespreken. Wie toch een voedingssupplement wil slikken, wordt aangeraden een multivitaminepreparaat te nemen in een dosering van ongeveer eenmaal de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (ADH). Informatie daarover hoort op de verpakking vermeld te zijn. Dit is belangrijk omdat te grote hoeveelheden van bepaalde vitamines schadelijk kunnen zijn voor het lichaam. Als moeder met reuma kom ik soms voor wat rare en ongemakkelijke situaties te staan. Niet alleen laat ik mijn kinderen noodgedwongen de kindveilige sluitingen openmaken van schoonmaakmiddelen (mijn handen kunnen dat niet). De kinderwereld is er bovendien een die zich vlak boven de grond afspeelt. En dat is voor mij een moeilijk bereikbare hoogte. Ik kan met mijn door reuma aangetaste benen niet op mijn knieën gaan zitten en niet op lage kinderstoeltjes. Niet meespelen op de grond met de treintjes thuis. Niet mee als begeleider met de schoolreisjes want in het bos waar de kinderen heengaan zijn geen goede stoelen voorhanden. Thuis verzin ik wel een alternatief voor de treintjes. Met die schoolreisjes ga ik nooit mee. Maar toch, de confrontatie met mijn door reuma veroorzaakte beperkingen is niet te vermijden. Vooral op de basisschool wordt van ouders verwacht dat er wordt meegeholpen. Ik kies mijn activiteiten met zorg. Ik geef de schoolplanten water en neem wel eens de schoolwas mee. Dat kan ik doen op dagen dat ik er zelf toe in staat ben en ik bepaal zelf hoe zwaar ik de gieter of de waszak maak. Daarnaast heb ik me opgegeven voor de spelletjesmiddagen. Ik ga met 3 of 4 kinderen rond de tafel en zie aan ze hoe moeilijk het is om op je beurt te wachten en om te verliezen. Dus dacht ik ook hier alles onder controle te hebben. Maar nee hoor. De door de kinderen meegebrachte spelletjes moeten af en toe toch laag bij de grond worden gespeeld. Dan worden er bijvoorbeeld muizen gelanceerd die in een holletje terecht dienen te komen. Dat is aan tafel niet te doen. Dat moet op de grond, en ik kan niet meedoen. Zo’n spelletje blijkt dan ook voor mij weer leerzaam. Ook ik leer weer over verliezen, en dat ik me daardoor niet moet laten kisten. Ik heb het niet altijd in de hand. Gewoon doorzetten en een volgend spelletje gaan spelen. Yvonne In Beweging • februari 2010 pagina 25