PaRTNERS - ScaldWIN

advertisement
De Schelde in een oogopslag
Internationale Scheldecommissie
Oppervlakte van het stroomgebied van de Schelde:
22.116 km²
De doelstelling van de Internationale Scheldecommissie (ISC)
is een samenwerking tot stand te brengen tussen de oeverstaten
en -gewesten van de Schelde, om een duurzaam en integraal
waterbeheer van het internationaal stroomgebiedsdistrict van
de Schelde te bereiken.
Zij wil deze doelstelling realiseren door:
Oppervlakte van het stroomgebiedsdistrict van de
Schelde: 36.416 km²
Lengte van de hoofdstroom van de Schelde:
350 km, waarvan 140 km gekanaliseerd en met meer
dan 250 stuwen en sluizen
Hoogte van de bron:
95 m
Hoogste punt in het stroomgebied:
212 m (Wallonië)
Laagste punt in het stroomgebied:
-2 m (Nederland)
Bevolking van het stroomgebiedsdistrict van de
Schelde: 12.855.000 inwoners
ScaldWIN, een project voor een betere waterkwaliteit.
Gemiddelde bevolkingsdichtheid in het
stroomgebiedsdistrict van de Schelde:
352 inw/km²
Per jaar stroomt 10 miljoen m³ water naar de zee (dit is
een gemiddeld debiet van 115 m³/sec).
Dagelijks stroomt 1 miljard m³ water tweemaal het
estuarium in en uit, van en naar de zee.
Een stroomgebiedsdistrict wordt gevormd door één of
meer aan elkaar grenzende stroomgebieden met de
bijbehorende grond- en kustwateren.
Het stroomgebiedsdistrict wordt omschreven als de
voornaamste eenheid voor stroomgebiedbeheer.
Als een stroomgebied het grondgebied van meer dan
één lidstaat bestrijkt, dan wordt het toegewezen aan een
internationaal stroomgebiedsdistrict. In die internationale
stroomgebiedsdistricten zorgen de lidstaten samen voor de
coördinatie van o.a. het maatregelenprogramma en streven
zij ernaar één gezamenlijk stroomgebiedbeheerplan te
maken.
Het internationale stroomgebiedsdistrict (ISGD) van de
Schelde is samengesteld uit de stroomgebieden van de
Schelde, de Somme, de Authie, de Canche, de Boulonnais
(met de rivieren Slack, Wimereux en Liane), de Aa,
de IJzer en de Brugse Polders, en uit de bijbehorende
kustwateren.
• De individuele uitvoering door de oeverstaten en
-gewesten van hun verplichtingen, opgelegd in de
Europese Kaderrichtlijn Water, onderling af te stemmen.
Het Scheldedistrict heeft een oppervlakte van 36.416 km²
en behoort daarmee tot de kleinere stroomgebiedsdistricten
binnen Europa.
• De maatregelen ter voorkoming en bestrijding van
calamiteuze waterverontreiniging onderling af te
stemmen.
Het is één van de dichtstbevolkte en meest geïndustrialiseerde
stroomgebiedsdistricten binnen Europa.
www.isc-cie.org
• Eén enkel beheerplan voor het internationaal stroomgebiedsdistrict van de Schelde, overeenkomstig de
kaderrichtlijn Water, op te stellen.
• Over de voorzorgsmaatregelen en beschermings­
maatregelen tegen hoogwater te overleggen.
INTERREG IVB Noordwest-Europa
INTERREG IVB NWE is een financieel instrument in het
kader van het cohesiebeleid van de Europese Unie. Het is
specifiek toegespitst op Noordwest-Europa en is bedoeld
om de doelstelling ‘Europese territoriale samenwerking’
te realiseren door het subsidiëren van transnationale
projecten.
Het algemeen doel van het project is bij te dragen tot een
betere kwaliteit van oppervlakte- en grondwaterlichamen
in het internationale stroomgebiedsdistrict van de Schelde.
Dit zal gebeuren door de ontwikkeling en implementatie
van een set kosteneffectieve, innovatieve en transnationale
acties die erop gericht is een goede toestand te bereiken van
oppervlakte- en grondwaterlichamen. Door het transnationale
effect van deze acties te monitoren, zal de basis gelegd
worden voor de ontwikkeling van een transnationaal
opvolgingssysteem voor de maatregelenprogramma’s die in
het kader van de kaderrichtlijn Water voor het internationaal
stroomgebiedsdistrict van de Schelde werden opgesteld.
Met deze projectdoelstellingen kapitaliseert het ScaldWINproject de resultaten van het Interreg IIIB NWE Scalditproject.
De druk op het watersysteem verschilt tussen de regio’s.
De meeste van de onderzochte grensoverschrijdende
of gelijkaardige oppervlaktewateren en grondwaterlagen
lopen het risico de goede toestand zoals vooropgesteld
door de kaderrichtlijn Water niet te bereiken. Alle bevoegde
autoriteiten van het internationale stroomgebiedsdistrict van
de Schelde zullen extra maatregelen moeten nemen.
Het IVB-programma is bedoeld om het NWE-gebied
concurrerender, milieuvriendelijker en samenhangender
te maken. Om deze ambitie waar te maken, wil IVB de
werkgelegenheidskansen vergroten, de milieukwaliteit
verhogen, de bereikbaarheid verbeteren door middel van
Europese kaderrichtlijn Water
intelligente vervoersoplossingen, en zorgen voor aantrekkelijke, duurzame steden en landelijke gebieden. Hiertoe
moeten de bestaande territoriale waarden zo veel mogelijk worden benut, zodat er een optimaal resultaat kan
worden geboekt met een maximale hefboomwerking.
www.nweurope.eu
Een van de belangrijkste milieurichtlijnen voor water is de
Europese kaderrichtlijn Water.
De richtlijn hanteert concrete doelstellingen voor de
kwaliteit van oppervlakte- en grondwater. Die doelstellingen
worden bereikt via stroomgebiedbeheerplannen en
maatregelenprogramma’s.
De milieudoelstellingen zullen ook dienen als toetssteen
voor de evolutie van de watertoestand en de effectiviteit
van het waterbeheer.
De richtlijn bepaalt dat tegen eind 2015 een ‘goede
oppervlaktewatertoestand
en
grondwatertoestand’
moet worden bereikt in alle Europese wateren. Dit
houdt in dat de achteruitgang van de toestand van het
oppervlaktewater en het grondwater moet worden
voorkomen en dat de nodige maatregelen dienen te
worden genomen om de toestand van het oppervlakte- en
grondwater te beschermen, verbeteren of herstellen. De
richtlijn legt meer bepaald karakteristieke doelstellingen
op voor oppervlakte- en grondwater en voor water in
beschermde gebieden.
Partners:
België
Lead Partner
Vlaamse Milieumaatschappij (VMM)
VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ
De VMM is medeverantwoordelijk voor de uitvoering van het
Vlaamse milieubeleid. Ze speelt een belangrijke rol in het
integraal waterbeleid en het luchtbeleid. Zo is ze op vlak van
waterbeheer o.a. verantwoordelijk voor de controle van de
kwaliteit van oppervlaktewater, waterbodems, afvalwater en
zwemwater. De VMM staat ook in voor de meting en controle van de kwaliteit en kwantiteit van grondwater.
De Vlaamse Milieumaatschappij heeft meer dan 10 jaar ervaring in het beheer van onbevaarbare waterlopen(zowel
van kwalitatieve als kwantitatieve aspecten). Ze is voorzitter van de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid,
die de bevoegde autoriteit is voor de implementatie van
de EU kaderrichtlijn Water. De VMM is verder actief in de
European Common Implementation Strategy (CIS) voor
de kaderrichtlijn Water en is ook een van de drijvende
krachten achter de Internationale Scheldecommissie.
Leefmilieu Brussel
(IBGE-BIM)
Leefmilieu Brussel is verantwoordelijk voor milieu, natuur en energie in het Brussels Hoofdstedelijk gewest.
IBGE-BIM staat in voor het water-, bodem-, lucht- en afval-
beleid. Op het vlak van waterbeheer is Leefmilieu Brussel
o.a. verantwoordelijk voor de controle van de kwaliteit van
oppervlaktewater, waterbodems, afvalwater en drinkwater.
Verder controleert en beheert IBGE-BIM de kwaliteit en
kwantiteit van grondwater.
Het departement Blauw Netwerk heeft meer dan tien jaar
ervaring in het beheer van de kwalitatieve aspecten van onbevaarbare waterlopen. Leefmilieu Brussel is verantwoordelijk voor de voorbereiding van het beheerplan voor de
realisatie van de EU kaderrichtlijn Water.
Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources Naturelles, Environnement (DGARNE)
In Wallonië is DGARNE verantwoordelijk voor het beheer
van onbevaarbare waterlopen, de kwaliteit van oppervlaktewater, het beheer van grondwater (kwalitatieve en
kwantitatieve eigenschappen) en de controle van drinkwater.
DGARNE heeft in die zaken de voorbije twintig jaar wettelijke competenties, technische en wetenschappelijke
ervaring ontwikkeld, soms in samenwerking met universiteiten.
DGARNE is als coördinator van het Waals Gewest betrokken bij de realisatie van de kaderrichtlijn Water.
FRANKRIJK
Direction Régionale de
l’Environnement, de l’Aménagement
et du Logement Nord-Pas-de-Calais
(DREAL)
De “Préfet coordinateur de bassin” (PCB) is de overheidsinstelling die verantwoordelijk is voor het waterbeleid op
stroomgebiedniveau (Artois-Picardie). Hij is het officieel
aanspreekpunt op het vlak van de EU kaderrichtlijn Water. DREAL is het regionaal departement van het Ministerie van Ecologie, Energie, Duurzame ontwikkeling en de
Zee. Een van zijn taken is het voorbereiden van beslissingen die de PCB moet nemen. Samen met het Wateragentschap is DREAL verantwoordelijk voor het waterbeleid op het niveau van het Scheldestroomgebied.
Op het vlak van waterbeheer, is DREAL verantwoordelijk
voor de organisatie van het informatiesysteem over water
op het Artois-Picardie niveau. Het is voornamelijk verantwoordelijk voor de ontwikkeling van een database over
waterkwantiteit.
DREAL is een van de drijvende krachten van de Internationale Scheldecommissie.
Lille Métropole
Communauté Urbaine
(LMCU)
Lille Métropole Communauté Urbaine (LMCU) heeft de
bevoegdheid om drinkwater te leveren aan 62 steden en
werkt aan een actief beheer van grondwater.
LMCU is een afgevaardigde van de Franse delegatie in
de Internationale Scheldecommissie en is partner van de
Interreg IIIB projecten Urban Water en Blue Links..
NEDERLAND
Waterschap
Zeeuws-Vlaanderen (WSZV)
Het Waterschap Zeeuws-Vlaanderen (WSZV) is rechtstreeks verantwoordelijk voor het waterbeheer in de regio
Zeeuws-Vlaanderen. Het Waterschap heeft de volgende
taken:
• Watercontrole: bescherming tegen overstromingen
door middel van duinen, dijken en kanalen.
• Waterbeheer: waterkwantiteit: het beheer van de hoeveelheid water en veilig stellen dat het op het juiste niveau wordt gehouden; waterkwaliteit: watervervuiling
tegengaan en de kwaliteit van het oppervlaktewater
verbeteren.
• Beheer van binnenlandse vaarwaters en wegen.
Vandaag is het Waterschap Zeeuws-Vlaanderen ook verantwoordelijk voor water als onderdeel van het ecosysteem; water moet zuiver genoeg zijn voor de planten en
dieren die erin leven.
Migratieobstakels, vooral voor vissen, moeten waar mogelijk verwijderd worden of op zijn minst verminderd.
Provincie Zeeland
(Prov. Zeeland)
De Provincie Zeeland is een regionale regering tussen
enerzijds de nationale regering in Den Haag en anderzijds de gemeenten en de waterschappen.
Een van de taken is Natuur en Milieu. Het Departement
Ruimtelijke Ordening, Milieu en Waterbeheer is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van nieuwe natuur en
voor het regionaal waterbeleid met inbegrip van de voorbereiding op klimaatsveranderingen, voor de controle van
milieuvergunningen en –voorschriften, voor de controle
van de grondwaterkwaliteit en voor het vrijwaren van het
regionale landschap.
Het departement heeft meer dan dertig jaar ervaring in
het beheer van grondwater, meer bepaald in de interactie
tussen zoet en zout grondwater in ondiepe waterhoudende lagen in de kustzone.
Nederlands Ministerie voor
Verkeer en Waterstaat, DG Water
Het DG Water (DGW, Directoraat-Generaal Water) is een
van de beleidsdirecties van het Nederlandse Ministerie
van Verkeer en Waterstaat. Het DG Water is op nationaal
niveau verantwoordelijk voor de beleidsontwikkelingen
met betrekking tot het integraal waterbeheer. Dat omvat
zowel waterkwaliteits- als waterkwantiteitsaspecten.
Het DG Water is de coördinerende instantie en de bevoegde autoriteit voor de implementatie van de Europese
kaderrichtlijn Water.
Het DG Water neemt ook deel aan de activiteiten van
de CIS voor de kaderrichtlijn Water en de Internationale
Scheldecommissie.
www.scaldwin.org
[email protected]
+32 (0) 53 72 64 92
A. Van de Maelestraat 96
9320 Erembodegem
België
ScaldWIN,
een project voor een betere waterkwaliteit.
DUURZAAM
WATERVOORRADENBEHEER VOOR
GRONDWATERLICHAMEN
RIVIERECOSYSTEEMONTWIKKELING
EN BIODIVERSITEIT
• Het transnationaal controleren van grondwaterkwaliteit en
-kwantiteit om zo tot een gezamenlijk beheer van de grondwatervoorraden in het kolenkalk, dat wordt gedeeld door
Frankrijk, Wallonië en Vlaanderen en de ondiepe waterhoudende laag van de polderregio op Nederlands en Belgisch
grondgebied, te komen.
• Het opbouwen van een conceptueel en numeriek model
voor het kolenkalk.
• De verdeling van zoet en zout water in het grondwater
van het poldersysteem onderzoeken met een digitaal
model en de mogelijke effecten van die verdeling als
mogelijk gevolg bij een zeespiegelverhoging bekijken.
• Gezamenlijke verklaring door de bevoegde overheden voor
een grensoverschrijdend grondwatervoorraadbeheer van
het kolenkalk en het grondwater van het Nederlands-Vlaamse poldergebied.
Herstel van vismigratie in het transnationale oppervlaktewaterlichaam de Marke op Vlaams en Waals
grondgebied.
• Oplossen van de vismigratieknelpunten door het bouwen van vistrappen.
• Herstel van de riviermorfologie door het verwijderen
van een stuwdam en de natuurlijke rivierhelling te herstellen door afgesneden meanders weer te verbinden.
• Herstel van het natuurlijk overstromingsregime.
Aangezien een riviersegment wordt verbreed, zal het
piekdebiet door dat deel van de rivier beter verlopen.
Door het hogere waterpeil in de vroegere rivierloop reactiveren natuurlijke overstromingsgebieden.
• Behoud van afwatering. Door het herstel van de natuurlijk rivierhelling, wijzigt de afwatering van de omliggende vallei niet.
ZIERIKZEE
MIDDELBURG
VLISSINGEN
BRUGGE
• Herstel van de natuurlijke morfologie van de oevers in
het zuidelijk deel van de Othene om een goed ecologisch potentieel te bereiken en om het paaigebied uit
te breiden. 3,2 km aan waterlichamen worden hersteld.
• Oplossen van vismigratieknelpunten tussen de zee
en het opwaartse ecologisch waardevol stroomgebied
door het bouwen van 2 vistrappen bij de watermolens
van Buth en Moenspui.
Herstel van de natuurlijke riviermorfologie en de mogelijkheid van vismigratie in het transnationale oppervlaktewaterlichaam Molenbeek in de Brusselse regio.
• Het propere water scheiden van afvalwater, een nieuwe
rivierbedding creëren door het herstellen van de Molenbeekvallei en de continuïteit van de rivier. De Molenbeek opnieuw verbinden met het Willebroekkanaal.
• Twee waardevolle groene zones met een hoog ecologisch potentieel herstellen met het oog op verbetering
van de biodiversiteit, het landschap, de recreatie en de
waterkwaliteit (Kattenbroek en Hunderenveld).
• Deze ervaring kan gebruikt worden voor alle
waterontwikkelings­projecten binnen een stedelijke omgeving
SINTNIKLAAS
DUNKERQUE
CALAIS
ANTWERPEN
GENT
MECHELEN
ROESELARE
AALST
BOULOGNE
SUR MER
GENK
KORTRIJK
SAINT
OMER
BRUXELLES/BRUSSEL
TOURNAI
BETHUNE
MONTREUIL
LEUVEN
HASSELT
WAVRE
LILLE
LENS
Het monitoren van deze acties is voorzien voor en na
de implementatie van de investeringen. Dit laat toe
om het transnationale effect van de investeringen
voor vismigratie en de ecologische toestand van het
waterlichaam te analyseren en evalueren.
Transnationale inventaris van de belangrijkste vismigratie­knelpunten en een gezamenlijke intentie-verklaring voor een oplossing.
GOES
TERNEUZEN
OOSTENDE
Herstel van natuurlijke oevers en vismigratie in het
stilstaand grensoverschrijdend oppervlaktewaterlichaam de Othene in Nederland.
BERGEN
OP ZOOM
MONS
DOUAI
VALENCIENNES
ARRAS
ABBEVILLE
CAMBRAI
SEDIMENTBEHEER
Ontwikkelen en testen van een methodologie voor
een kosten- en batenanalyse voor het verwijderen of
verbeteren van vismigratieknelpunten.
Om een goed kwalitatief en kwantitatief sedimentbeheer
te bereiken worden de volgende acties ondernomen:
AMIENS
• Een transnationale monitoring van sedimentenvrachten en
de kwaliteit van sediment in suspensie op onbevaarbare waterlopen in Vlaanderen en Wallonië. In Vlaanderen worden
bestaande stations gemonitord, stations worden verplaatst
en nieuwe stations worden geplaatst. In Wallonië worden
nieuwe stations geplaatst.
PERONNE
SAINT
QUENTIN
ONTWIKKELING VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE SET VAN INDICATOREN OP HET
NIVEAU VAN HET INTERNATIONALE SCHELDESTROOMGEBIEDSDISTRICT OM DE
UITVOERING VAN DE MAATREGELENPROGRAMMA’S, INCLUSIEF KOSTEN, EFFECTEN EN BATEN VAN DE MAATREGELEN TE BEOORDELEN OVER HET HELE DISTRICT
MONTDIDIER
0
Verantwoordelijke uitgever: Philippe D'Hondt - VMM
• Calibratie en afstemmen van een sedimenttransportmodel.
Dit laat toe om een gedetailleerd overzicht te hebben van de
sedimentvrachten, rekening houdend met het transnationale
sedimenttransport.
• Bouwen van een sedimentvang, evaluatie van de efficiëntie
van verschillende configuraties en optimalisering van het
sedimentvangplan. 5 sedimentvangen zullen hiervoor gemonitord worden.
• Het resultaat wordt samengevat in een handboek met
richtlijnen aangaande sedimentbeheer.
Foto's: Koen De Langhe, Vilda Yves Adam, Vilda Ludo Goossens, Vilda Rollin Verlinde
20
40
60
VERSPREIDING VAN INFORMATIE M.B.T. GRENSOVERSCHRIJDEND INTEGRAAL
WATERBEHEER IN HET SCHELDESTROOMGEBIEDSDISTRICT
Download