BEELDEN TAAL Er is niets dat een beeld kan vervangen, beeldhouwkunst is voor mij betekenisvol materie vormgeven. Om het gematerialiseerde te kunnen doorgronden moet je het lijfelijk ervaren. Je moet het beeld kunnen zien, voelen, aanraken en eromheen kunnen lopen. `Materiaal is gestolde geschiedenis, historisch verbonden aan een reeks betekenissen die door de tijd heen veranderen. Lees hierover Primo Levi die in z’n boek ‘HET PERIODIEKE SYSTEEM’ werkelijk prachtige omschrijvingen geeft. Een beeld dat veel indruk op mij maakte zag ik op de Biënnale van Venetië in 1972. De installatie “Piedi” van Luciano Fabro. In een ruimte stonden op de vloer zeven ‘driepoten’ gemaakt van massief helder glas, die met het hoge plafond werden verbonden door middel van een zuil van shantung zijde. De fysieke ervaring van dit werk was absoluut betoverend. Díe betovering probeer ik iedere keer weer te bereiken met mijn beelden door licht te vangen en te transformeren. Ik gebruik daarbij een materiaal, dat het onverenigbare kan verenigen, glas. De aantrekkingskracht van glas bestaat voor mij uit de grote hoeveelheid eigenschappen van het materiaal. Glas is in warme toestand zacht en sensueel, eenmaal afgekoeld hard en scherp. Tegelijkertijd is het broos en kwetsbaar. Ik ervaar het als een metafysisch materiaal, glas is er en is er niet, is gestold maar nog in beweging, is doorschijnend maar gesloten. Over mijn werk is het volgende genoteerd: “Bert van Loo gebruikt de eigenschappen van een materiaal als tegenstelling in zijn beelden, maar hij gaat ook nog verder. Hij probeert iets dat doorzichtig is ondoorzichtig te laten worden en omgekeerd. Iets dat ligt te laten zweven en omgekeerd. Iets dat zwaar is wordt licht en omgekeerd. Iets dat beweegt te laten verstarren en omgekeerd. En dit alles tegelijkertijd, in een fractie van een seconde of misschien wel zonder tijd, tijdloos. De verschillende delen van zijn werk gaan onderling telkens een andere verbinding aan. Niet alleen dat: ook verschillende plekken van het beeld zoeken elkaar op of stoten elkaar af, voor en achter, binnen en buiten, boven en onder. Om dit nog meer te kunnen versterken, verduidelijken, voegt hij aan het glas andere materialen toe zoals lood, hout en natuursteen waardoor het materiaal een andere uitstraling krijgt. Samenvattend wordt de fysieke, lichamelijke vorm van het beeld omgezet in een mentaal, geestelijk beeld en daarover valt te spreken, maar liever te dromen.” (J. Buis) Bert van Loo