6 EMTa januari 2003 De clusters van Diognetus 6 EMTa p. 1 Pad van de hamer Het pad van de hamer leidt je binnen in de vraagstelling rond arbeid: Wat wil je later worden? Aan welk beroep denk je. In je groepje hield je een schrijfgesprek. De Vrager gaf je als stelling mee: Je leeft niet om te werken, je werkt om te leven. Lieselotte, Hannelore, Veerle, Evy en Katrien schreven: Het merendeel van de groep werkt om te leven en leeft ook nog een beetje om te werken. We willen immers nog extraatjes en reserves. Evy heeft een andere mening: zij wil alleen werken om te leven. Basismiddelen en luxeartikelen zitten voor haar al in het keven gevat. Wij veroordelen sterk de mensen die alleen leven om te werken, omdat ze geen sociaal leven meer hebben. Ze werken tot ze veel geld hebben, maar ze kunnen het niet uitgeven omdat ze daar geen tijd voor hebben. Toon, Heleen, Matthias en Kimberly stellen : Wij zijn tot het besluit gekomen dat het belangrijk is de mogelijkheid te hebben goed te kunnen leven. Dit kan enkel aan de hand van arbeidsprestaties of studieprestaties. We moeten tot een evenwicht komen tussen familieleven en werk. Het sociale en familiale leven mag niet in het gedrang komen. Om een sociaal leven te kunnen leiden dat voldoet aan de maatschappelijke norm, moet er natuurlijk voldoende gewerkt worden. Het is duidelijk onvoldoende te werken om te overleven, maar om goed te kunnen leven. Er moet dus genoeg gewerkt worden. Maar wat is een goed leven? Daarin stelt iedereen zijn prioriteiten verschillend. Rosemarie, Belinda, Mieke, Liza en Janne besluiten: We denken allen dat je werkt om te leven. Als we niet werken, krijgen we geen geld. Dan kunnen we ook niets kopen om te overleven. Dus werk je om te leven, of beter gezegd om te overleven. De clusters van Diognetus 6 EMTa p. 2 Pad van het oog Het pad van het oog introduceert de vraagstelling rond geluk en lijden. Bij de Vrager kreeg je een denkoefening: Stel je even voor dat je een jaar lang moet doorbrengen op een onbewoond eiland. Je mag vijf ‘dingen’ meenemen, op voorwaarde dat je die vijf ‘voorwerpen’ zelf in je beide handen kan dragen. Wat neem je mee? Lieselotte, Hannelore, Veerle, Evy en Katrien schreven: Hannelore: Kurt, foto’s, computer, ring, beertje. Veerle: Dieter, zwempak [ de rest passeerde de autocensuur niet] Katrien: radio, foto’s, beste maat, GSM en dagboek Evy: David, foto’s, hoofdkussen, leesboek, rugzak. Lotje: Kenzo (hond), stenen, djembé, Ulrike en dagboek. Toon, Heleen, Matthias en Kimberly stellen : Heleen : mini-disc, mes, foto’s, snoepgoed, briquet Matthias: foto’s, scampi’s in lookboter, VDK, coca, home-cinema-system Kimbery: CD-speler, CD’s, foto’s, sigaretten en eten Toon: mes, briquet, vrouw, frisse pintjes en een boek Belinda, Lisa, Janne, Rosemarie en Mieke besluiten: Rozemarie: foto’s, walkman, CD’s, zonnebril en kleren Belinda: zonnebril, zonnecrème, kleren, foto’s en muziek Mieke: boeken, tandpasta + borstel,konijn, foto’s opblaasbaar bootje Liza: foto’s, muziek, kleren, handdoek, zonnecrème Janne: bikini, muziek, zonnecrème, kat, foto’s [ een groepje celibatairen?] De clusters van Diognetus 6 EMTa p. 3 Pad van de bron Het pad van de bron stelt de vraag naar de oorsprong van alles. De Vrager legde je een stelling voor: ‘De mens is een vergissing in de evolutie. Hij is het enige dier dat zichzelf en zijn soortgenoten met alle middelen om zeep helpt.’ Belinda, Lisa, Janne, Rosemarie en Mieke openen het debat: De mens is niet noodzakelijk een vergissing. We zijn verder geëvolueerd dan de dieren. En deze evolutie heeft nadelen zoals kernenergie, atoombom, oorlog… Liselotte, Hannelore, Veerle, Evy en Katrien vullen aan: Er is een vergissing in de mens zelf, de mens is geen vergissing in de evolutie. De mens doodt om zich superieur op te stellen, om wraak te nemen. Dieren doden eerder om te overleven, of als ze zich bedreigd voelen. De clusters van Diognetus 6 EMTa p. 4 Pad van de zee Het pad van de zee brengt je op de vraag van de toekomst. De Vrager nodigde je uit om na te denken over ‘Stel dat je nog een week te leven hebt/ Wat zou je in die week doen?’ Rosemarie, Belinda, Mieke , Janne en Liza openden het gesprek: Rosemarie: eerst wenen, dan depri zijn. Daarna kalmeren door pillen of drugs. Dan gewoon voortdoen als normaal en me amuseren. Belinda: Wenen, familie en vrienden bezoeken, nog eens goed fuiven. Mieke: Op reis gaan, een bijeenkomst houden met vrienden en familie. Janne: Verdrietig zijn, proberen te genieten van de laatste dagen met vrienden en familie. Liza: Nog zoveel mogelijk plezier maken met vrienden en familie. Veerle, Lotje, Katrien, Hannelore en Evy spelen daarop in: We zouden allen een (afscheids)feestje geven voor de dierbaren. Veerle: gaan wandelen zodat ik de natuur kan zien, samen zijn met mijn vriendje, veel geld verdoen, kadootjes kopen zodat anderen herinneringen hebben aan mij. Lotje: Voor de laatste maal op een zonnige plaats zijn in de natuur; pretparken… Katrien: aan niemand iets zeggen, veel plezier maken, naar de dierbaarste mensen afscheidsbrieven schrijven Hannelore: samenzijn met mijn vrienden Evy: Mijn spullen aan iedereen uitdelen, afscheid nemen van iedereen en naar Canada gaan. Mathias, Kimberley, Heleen en Toon hadden het laatste woord: Mathias: één groot feest waar je afscheid kunt nemen van al je vrienden en kennisen: ‘Mathias funeral party.’ Kimberley: fest voor iedereen, tijd maken om afscheid te nemen, cadeautjes kopen, naar het buitenland gaan, parachuttespringen. Heleen: depri zijn Toon; een afscheidsfeestje geven. De clusters van Diognetus 6 EMTa p. 5 Pad van de weegschaal Het pad van de weegschaal laat je nadenken over je eigen waarden. Eerst tekende je je eigen wapenschild. Bij de Vrager boog je je over de stelling van Nietzsche : ‘Wie altijd de wet volgt, is eigenlijk te bang om zelf na te denken. Hij laat anderen oordelen over wat mag en niet mag, wat goed en kwaad is’ Belinda, Lisa, Janne, Rosemarie en Mieke denken: Wie de wet volgt is voorzichtig, het is niet omdat je de wet altijd volgt dat je zelf niet kunt nadenken. Lieselotte, Hannelore, Veerle, Evy en Katrien stellen: We gaan daar grotendeels mee akkoord. Wie de wet volgt, denkt zelf niet meer na over wat goed en kwaad is. De hoofdwetten moet je naleven, maar er zijn gevallen waar je tussen de regels moet lezen en er zelf eens over nadenken. Ieder geval is anders! Pad van de regenboog Het pad van de regenboog richt je blik op het mysterie dat ons overstijgt. Bij de Starter kreeg je de vraag of het al of niet bestaan van God(en) iets verandert in je leven. De Vrager citeerde Stefaan Vanistendael: ‘Waar het op aankomt zijn niet de antwoorden die we in het leven hebben meegekregen of zelf bijeengeraapt, maar wel de eerlijkheid waarmee we proberen te zoeken.’ Rosemarie, Belinda, Mieke , Janne en Liza openden het gesprek: Voor ons verandert er niets. Rosemarie schreef : God kan wel bestaan, maar veel verandert dit niet aan mijn leven. En Liza stelde: god bestaat niet. De groep gaat akkoord met de stelling van Vanistendael. ‘Ze geldt voor alle godsdiensten. De eerlijkheid is het belangrijkst!’ Toon, Heleen, Matthias en Kimberly pikken er op in: Ja, er zijn namelijk verschillen in oorsprong, grondlegger, stichter, … maar dit zijn slechts oppervlakkigheden. In essentie is de basis hetzelfde. In ieder geloof moet er een goed leven geleid worden om tot bij God te komen en beloond te worden. In ieder geloof gelooft men in een opperwezen, een drijvende kracht, maar wij hebben het hier uitsluitend over de wereldgodsdiensten. De clusters van Diognetus 6 EMTa p. 6