Tolken in de GGZ

advertisement
Tolken in de GGZ
“De samenwerking met een tolk in de
hulpverlening”
CAROLINE VAN DEN BERG
GZ PSYCHOLOOG / PSYCHOTHERAPEUT
GGZ CENTRUM VOOR DOVEN EN
SLECHTHORENDEN, “DE RIETHORST”
Inleiding
 Opbouw van de workshop
 Theorie
 Casus
 Stellingen
via een oefening
 Verwacht : een ACTIEVE HOUDING
 Filmpje
Mind mappen
 Welke kwaliteiten moet in jullie ogen
een GGZ tolk hebben?
Verschillende disciplines
 Multidisciplinaire behandeling van dove en
slechthorende personen met een psychische
/ psychiatrische ziekte.
Samenwerken met verschillende disciplines
 Maatschappelijk werker
 Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige
 GZ psycholoog
 Logopedist
 Gebarentaal docent
 Systeemtherapeut
 Psychiater
 Psychotherapeut
Verschillende situaties
 Dove en / of horende hulpverlener
 Kliniek: koffie moment
 Groepstherapie
 Gezinsgesprekken
 Ouderbegeleiding
 Individuele therapie (o.a. speltherapie)
 Huisbezoeken
 Vergaderingen
Tolk: brug tussen hulpverlener en cliënt
 Grote verschillen in gebarenvaardigheid
 Grote verschillen in Nederlandse taal vaardigheid
 Grote verschillen tussen cognitief functioneren
 Grote verschillen tussen psychologisch functioneren
 Cliënt kan ook horend zijn: tinnitus cliënten
Voorbeelden van problematiek
 Sociale angst, sociaal onvaardig
 Selectief mutisme
 Aan autisme verwante stoornissen
 Aandachtstekortstoornissen
 Psychotische cliënten
 Depressieve cliënten
 Angstige cliënten
 Persoonlijkheidsproblematiek
Verstoord taalgebruik
 Specifiek, verstoord taalgebruik
 Een duidelijke algehele achterstand
Verstoord taalgebruik
 Dat is een behoorljke uitdaging op zowel
diagnostisch gebied als om het te vertalen.
 Hier is samenwerking cruciaal!!!
 Weinig mogelijkheden hebben om gedachten en
gevoelens te verwoorden
 Incoherente spraak / gebarentaal
 Neologismen
Verstoord taalgebruik
 Geen begin , midden en eind in verhaal
 Echolalie
 Waanbeelden, onsamenhangende context
 Geblokkeerd
 Breedsprakig
Verstoorde communicatie
 Zeg tegen de hulpverlener voor wie je vertaalt:
 Ik denk dat cliënt dit zegt of dit bedoelt wanneer je
het niet meer kan vertalen.
 Zeg dat je stukjes kan vertalen, dat het nu
onsamenhangend is etc.
Letterlijke vertaling??
 Tolken moeten vaak de woorden aanpassen die een
hulpverlener gebruikt (Nl  NGT)
 Tolken voegen geregeld informatie toe of laten
geregeld informatie weg tijdens de vertaling
 De tolkgebruiker reageert op de vertaling van de tolk
en niet op “de werkelijke boodschap”, wat de
interactie tussen hvl en cliënt kan beïnvloeden.
Voorbeeld vragen psychiatrisch intervieuw
 Ben je seksueel actief?
 Overweeg je wel eens zelfmoord
 Hoor je stemmen?
 Hoe is je stemming?
 Hoe is je eetlust?
 Heb je ooit geprobeerd jezelf te pijn te doen?
Traject van de cliënt
 Communicatie intake
 Intake met hulpverlener
 Adviesgesprek
 Behandeling (individueel, gezin, ouderbegeleiding,
speltherapie, groepstherapie, partner relatie
therapie, communicatie training)
 Communicatie observatie
 Psychodiagnostisch onderzoek
Communicatie intake
 Contact
leggen
 Uitleg geven
 Taalgewenning
 Historie in de communicatie (school en
gezin)
 Advies
Valkuilen communicatie intake
 Onverwachte uitbarsting
 Visueel maken van een onzichtbare
beperking
 Verkeerde basis voor contact
 Verkeerde verwachtingen van de cliënt
 Inschatting taalniveau nog aan de gang
tijdens uitleg
Gesprekstechnieken
 non specifieke factoren
 Intimiteit
van de situatie
 Aanwezigheid van de tolk beïnvloedt keuze
gespreksonderwerp (beschamende / pijnlijke
situaties)
 Tolken ook van invloed op slagen / falen therapie
 Eigen interpretaties en associaties bij bepaalde
woorden (vertaling)
 Heftige emoties
 Moeite een coherent verhaal maken
gesprekstechnieken
 Luisteren / rapport -> indirect contact, bondje
 Non verbaal gedrag hulpverlener
 Sleutelwoorden van de cliënt echoën
 Open vragen, oogcontact, bevestigen, herhalen
 Gebruik maken van “stilte” / pauzes
 Subtiele veranderingen in de
vraagstellingOpmerken non verbale gedrag van
cliënt ( heftige gebaren, gebruik maken
gebarenruimte, mimiek etc)
Pre- en P0st “bespreking”
 Gesprekstechnieken/
verwachte hoofdthema’s
 Geschiedenis
 Gezinssamenstelling
/ familie
 Communicatieve valkuilen
 Plek , wie zit waar
 Regie van het gesprek (onbeheerde momenten)
 Relatie van cliënt en tolk gebarentaal
 Samenwerking met tolk buitenlandse taal
 Emotionele reactie
Binnen cirkel – Buiten cirkel
 De deelnemers vormen twee cirkels. De trainer stelt
een open vraag, bijvoorbeeld: Wat doe jij als jij ziet
dat een client de vertaling niet kan volgen, omdat de
hulpverlener te moeilijke woorden gebruikt? De
deelnemers in de buitencirkel geven antwoord, de
deelnemers in de binnencirkel luisteren. Daarna
geven de deelnemers van de binnencirkel hun
antwoord. Vervolgens draait de buitencirkel vijf
plaatsen door. Dan stelt de trainer een nieuwe vraag
en geven weer de deelnemers in de buitencirkel eerst
antwoord. Daarna geven de deelnemers van de
binnencirkel hun antwoord.
Vraag 1
Taalgebruik
/ communicatie/
afstemming van hulpverlener aan
cliënt verloopt niet goed. Wat doe
jij?
Vraag 2
 Je tolkt tijdens een vergadering, je moet voor een
dove hulpverlener stemtolken. Eén horende hvl heeft
meer achtergrond kennis /context en heeft al gezien
wat de dove hvl bedoeld en jij bent aan t worstelen
met de vertaling, wat doe je dan?
Vraag 3
Zou
jij aangeven dat een
hulpverlener niet voldoende NGT
vaardigheden heeft en echt een
tolk nodig heeft? En hoe zou je dit
dan aanpakken?
Vraag 4
 Stel je bent een situatie aan het tolken met
hulpverleners van verschillende instellingen en
client. Jij bent aan het vertalen en je ziet dat een
dove hulpverlener gaat “relay tolken”.
 Wat doe je dan?
Plenair
 Wat neem je mee van de vorige
oefening?
 Wat neem je mee van de workshop?
Download