Handout Hanze Bas, Guido, Marco & Tom V5 Geschiedenis Hanze was een samenwerkingsverband tussen handelaren en steden tijdens de middeleeuwen. Het doel was elkaar te beschermen en hun handel uit te breiden. In het begin waren dit voornamelijk Duitse Steden maar later ook Nederlandse, Belgische, Poolse, Noorweegse, Zweedse en de Baltische Staten. In de steden vestigde zich de Hanze kantoren. Die kantoren stonden onder toezicht van de Ältermänner. En ook op de kooplieden hadden de Ältermänner toezicht. De 4 hoofdsteden van de Hanze waren: Brugge(later Antwerpen), Bergen, Novgorod en Londen. Door een kouder en natter klimaat mislukte de oogsten en ontstonden er hongersnoden. Mensen moesten op een andere manier aan voedsel komen en trokken massaal naar de steden. Omdat Nederland in deze tijd vrijwel geen exportproducten had werden er vooral producten doorgevoerd. Hierdoor ontstonden Stapelsteden. Dit betekend dat wanneer je langs een stad met het stapelrecht voer, het verplicht was om de producten op de plaatselijke markt te brengen. Landheren verdiende hier geld door omdat ze belastingen heften op producten. Ze werden rijker en rijker en gingen stadsrechten verlenen. Hierdoor ontstond de verstedelijking van Nederland. Om de handel in bepaalde buitenlandse gebieden te vergemakkelijken sloten handelaren zich dus aan bij Hanze. Door de verandering van de economie, wat mede gebeurde door de Hanze, kwam er meer vraag naar een beter, veiliger en standaard betaalmiddel. Na de opkomst van de Arabieren met hun goudhandel. Begonnen de Italianen met het drukken van gouden munten. Maar de bevolking gebruikte nog steeds de kleine zilveren muntjes. Als oplossing hiervoor werd een soort wisselkoers bedacht. Dan werd de waarde van bepaalde munten gerelateerd aan één 'rekenmunt'. Een andere oplossing was de wisselbrief. Dan kreeg je te maken met een tussenpersoon, een notaris, die er ook wat aan verdiende. Het was echter wel veilig en was ideaal voor lange afstandshandel, daar grote transacties mogelijk waren. Deze wisselbrieven zijn de voorlopers van het papiergeld en de cheque. Belangrijke voordelen en ontwikkelingen door de Hanze: In de 14e eeuw vond een belangrijke ontwikkeling plaats: de commercialisering van de landbouw. Gevolg hiervan: overgang van polycultuur naar monocultuur. Dit houdt in dat gebieden zich gingen specialiseren voor één product. Oekraïne werd bijvoorbeeld een grote graanleverancier. Ook Rusland werd een graanleverancier omdat de exportkosten daar laag waren, dat kwam doordat de graanvelden dicht bij de Oostzee lagen. De Hanze profiteerden hiervan. De specialisatie had een stimulerend effect: het werd economisch aantrekkelijker om grotere scheepstypen te bouwen. Een gevolg van de specialisatie was concurentie tussen de gebieden die dezelfde producten leverden. Elk gebied probeerde zo goedkoop mogelijk zijn product te maken en hield de prijzen van de concurent voortdurent in de gaten. Er ontstond hierdoor een supranationaal marktmechanisme: ook landen die heel ergens anders lagen hadden invloed op het aanbod. De Hanze heeft waarschijnlijk een belangrijke rol gespeeld in de vorming van dit internationale marktmechanisme. De Hanzesteden waren namelijk steeds op zoek naar de goedkoopste manier om een bepaald product te verkrijgen. De Hanze was een enorm groot handelsnetwerk en had dus ook een grote invloed op de producenten. Want als de Hanze bijvoorbeeld zou besluiten om het graan ergens vandaan te halen, dan zou dit voor bv Rusland een groot economisch probleem betekenen. De producenten zorgden dus dat zij zo goedkoop mogelijk aan de Hanze konden leveren en hierdoor ontstond dus een internationale concurrentie. Een ander belangrijk voordeel was opbloei van de wereldhandel. Dankzij de Hanze werd er handel gevoerd met een groot aantal landen tegelijk, hierdoor kon men spreken van een echte wereldhandel. Ook het aantal handelsroutes zijn hierdoor bevorderd, aangezien er steeds meer van werden ontdekt Een groot deel van de handel van de Hanze werd gedreven over water, hiervoor werden de oude schepen gemoderniseerd. Er werd zorgvuldig omgegaan met de ruimte die de schepen hadden en er werd niets verspild door bijvoorbeeld met een leeg schip terug te varen. Lübeck was een grote tussenhaven op de route richting o.a. Danzig. Toen de Hollanders schepen gingen bouwen probeerde Lübeck dit tegen te houden uit economisch oogpunt, Dit leidde tot de Hollands-Wendische Oorlog(1438-1441) waardoor de Hanze het monopolie op de Oostzeehandel verloor en minder handel ging drijven omdat de Hollanders goedkoper waren.