RICHTLIJNEN VOOR HET INDIENEN VAN PROJECTVOORSTELLEN INZAKE WATER EN SANITATIEVOORZIENING IN HET ZUIDEN IN HET KADER VAN HET VLAAMS PARTNERSCHAP WATER VOOR ONTWIKKELING EN VOOR COFINANCIERING DOOR Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Internationaal Beleid 1. Context Het Vlaams Partnerschap Water voor Ontwikkeling (VPWvO) werd op 22 maart 2004 opgericht als samenwerkingsverband tussen Vlaamse actoren in de watersector en de internationale samenwerking. Met VPWvO wilde Vlaanderen zich engageren om concreet en tastbaar bij te dragen aan de realisatie van de VN-Millenniumdoelstelling 7 c1 inzake veilig drinkwater en sanitatie. De Afdeling Internationaal Beleid van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) van de Vlaamse Overheid lanceert sedert 2005 jaarlijks een oproep voor duurzame projectvoorstellen in het Zuiden inzake water en sanitatie. Deze projecten worden mogelijk gemaakt door samenwerking tussen Vlaamse en lokale partners. 2. Oproep voor projectvoorstellen 2016 Op 27 september 2015 legden de lidstaten van de Verenigde Naties 17 nieuwe doelstellingen vast voor een duurzame ontwikkeling van de wereld tot 2030. Voortbouwend op de Millenniumdoelstellingen, werd een specifieke duurzame ontwikkelingsdoelstelling (sustainable development goal of SDG) geformuleerd rond water en sanitatie. De oproep van 2016 spitst zich toe op een aantal onderdelen van deze SDG 62. De Vlaams Minister van Omgeving, bevoegd voor het leefmilieu, maakt, als een van de partners van het VPWvO, in 2016 minstens 450.000 € vrij voor cofinanciering van drinkwater- en sanitatieprojecten in het Zuiden3. Deze projecten moeten tot stand komen door samenwerking tussen minstens 1 Vlaamse indiener, minstens 2 Vlaamse partners en minstens 1 lokale Zuidpartner. Projectvoorstellen, geformuleerd op bijgevoegde presentatiefiche, dienen geadresseerd te worden aan Remy Merckx (afdelingshoofd), Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Afdeling Internationaal Beleid, Koning Albert II laan 20 bus 1 http://www.un.org/millenniumgoals/environ.shtml https://sustainabledevelopment.un.org/sdg6 3 landen op de OESO-DAC-lijst, zie http://www.oecd.org/dac/stats/documentupload/DAC%20List%20of%20ODA%20Recipients%202014%20final.pdf 2 Richtlijnen projectvoorstellen 2016 www.lne.be 1/13 8, 1000 Brussel, [email protected], uiterlijk op donderdag 23 juni 2016 om 10 u. in 2 niet-ingebonden schriftelijke en 1 elektronische versie. De poststempel op de schriftelijke versie of de datum op het ontvangstbewijs, wanneer u de documenten persoonlijk afgeeft, geldt als bewijs. 3. Indieners en partners De indienende organisatie moet aan alle hierna opgesomde criteria voldoen om in aanmerking te komen voor een subsidie: - Een erkende ngo, vzw, overheid, onderwijs- of onderzoeksinstelling, publiek bedrijf in de watersector of privébedrijf zijn; - zijn hoofdkwartier in Vlaanderen of in Brussel hebben; - aantoonbare ervaring hebben in projectuitvoering m.b.t. water en/of sanitatie; - direct verantwoordelijk zijn voor de voorbereiding en management van het project en het samenbrengen van de Vlaamse en andere projectpartners en dus niet optreden als tussenpersoon; - respecteren van de deadline; - de projectaanvraag invullen in het Nederlands, de bijlagen mogen anderstalig zijn; Een indiener mag meerdere dossiers indienen, maar een aanvrager kan maximum voor 2 dossiers een subsidie bekomen. De indiener voegt bij zijn aanvraag een document waaruit blijkt waartoe hij zich concreet engageert in het project (zie p. 11). Een Vlaamse partner is een erkende ngo, vzw, overheid, onderwijs- of onderzoeksinstelling, publiek bedrijf in de watersector of privébedrijf, dat zijn hoofdkwartier in Vlaanderen of in Brussel heeft en effectief bijdraagt tot de doelstellingen van het project via de inzet van mensen en/of middelen. Elke Vlaamse partner voegt bij de aanvraag een document toe waaruit blijkt waartoe hij zich concreet engageert in het project (zie p. 10). De lokale Zuidpartner en zijn bijdrage in het project dient eveneens voorgesteld te worden in het projectvoorstel. 4. Traject van ingediende voorstellen en communicatie Organisaties die voorstellen hebben ingediend, ontvangen binnen 5 werkdagen na ontvangst van de papieren versie een bevestiging(smail) van ontvangst. De voorstellen die binnen de deadline ontvangen zijn, worden eerst geëvalueerd door experts van de Vlaamse Overheid op de ontvankelijkheidsvoorwaarden (zie pt. 3) en op de focus van de oproep (zie pt. 5). Indien aan die criteria voldaan is, wordt een evaluatie gemaakt op basis van specifieke criteria (zie pt. 6 en 7). Dit gebeurt aan de hand van een beoordelingskader met de volgende elementen: Kwaliteit samenwerkingsverband: taakverdeling, engagement en relevante ervaring van de projectpartners Doelstellingen: conform de focus van de oproep en voldoende specifiek en realistisch Strategie en uitvoering: opbouw en relevantie van het project, realistische methoden en aanpak evaluatie, betrokkenheid doelgroep en lokale partner(s) Impact: effect op de drinkwater- en sanitatievoorziening van de bevolking en duurzaamheid Richtlijnen projectvoorstellen 2016 www.lne.be 2/13 Projectvoorstellen dienen minimum 50 % te scoren op elk van de onderdelen ‘samenwerkingsverband’, ‘doelstellingen’, ‘strategie en uitvoering’ en ‘impact’ om de procedure verder te kunnen doorlopen. Dit wil nog niet zeggen dat het project aanvaard is voor financiële steun! Organisaties wiens voorstel niet werd weerhouden, worden in de loop van september 2016 verwittigd. De Afdeling Internationaal Beleid (AIB) legt de weerhouden voorstellen voor aan de Inspectie van Financiën en aan het kabinet van de Vlaams Minister van Omgeving. AIB zal de uiteindelijke beslissing meedelen aan de respectievelijke organisaties en de nodige administratieve stappen ondernemen zodat het project van start kan gaan. De eerste betalingsschijf kan eind 2016 of begin 2017 verwacht worden. 5. Focus oproep Met deze oproep worden projecten gezocht die passen in de uitvoering van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties (New York, 2015) voor wat betreft water en sanitatie en met name bijdragen tot verbeterde toegang tot veilig en betaalbaar drinkwater (SDG 6.1) een bijdrage leveren aan een verbeterde hygiëne op huishoudelijk niveau (SDG 6.2) een luik capaciteitsopbouw in het zuiden bevatten, gelinkt aan water en sanitatie (SDG 6a) Bovenstaande elementen moeten minstens aan bod komen in de projectvoorstellen. Surplus wordt toegekend aan projecten die inzetten op degelijke sanitaire voorzieningen (SDG 6.2) bijdragen aan een verbeterde waterkwaliteit (SDG 6.3) zich situeren binnen het kader van een integraal waterbeheer en duurzame ontwikkeling (SDG 6.5) de continuïteit van de watervoorziening en sanitatie verzekeren door een verhoogde verantwoordelijkheid van alle betrokken partijen, in het bijzonder van de gebruikers, lokale besturen en beheerders (SDG 6.b) Het project komt tot stand met medewerking en inzet van minstens 1 Vlaamse indiener, minstens 2 Vlaamse partners en minstens 1 lokale partner uit het Zuiden. Daarbij wordt gestreefd naar het ondersteunen van lokale partners met financiële en/of technische middelen, gekoppeld aan uitwisseling van expertise. 6. Algemene criteria De bijdrage van de Vlaamse Overheid voor een individueel project bedraagt minimaal 45.000 € en maximaal 150.000 €. De aangevraagde subsidie mag niet meer bedragen dan 70 % van de totale projectkosten, de overige 30 % wordt gefinancierd door de indiener, andere Vlaamse partners en/of door de lokale partner. Richtlijnen projectvoorstellen 2016 www.lne.be 3/13 Het geraamde benodigde budget dient realistisch en kosteneffectief te zijn, opgesteld in € en in voldoende detail. Enkel de kosten die hieronder gespecificeerd worden, komen in aanmerking voor een subsidie. De projectbegroting is tegelijk een schatting van de kosten en het maximum plafond voor financiering. De kosten dienen: * relevant te zijn voor de uitvoering van het project, voorzien te zijn in de projectbegroting en te stroken met de principes van degelijk financieel beheer; * gemaakt te worden tijdens de duur of uitvoering van het project. De periode van prestatie dient als criterium, niet de datering van het kostenbewijs; * gestaafd te worden door voor waar en echt verklaarde bewijsstukken. De kosten worden onderverdeeld in de volgende soorten: 1/ investeringskosten, 2/ werkingskosten, 3/ personeelskosten en 4/ administratiekosten (zie sjabloon). De administratiekosten bedragen maximaal 10 % van de projectbegroting. Kosten begroot in een andere munt dan de euro worden in de begroting opgenomen in de andere munt en vervolgens omgezet in euro. De gebruikte wisselkoers wordt verantwoord. Alle inkomsten die resulteren uit activiteiten binnen project moeten verrekend worden in de eindafrekening. Reeds lopende projecten komen in aanmerking voor financiering als ze de meerwaarde kunnen aantonen van bijkomende financiering door de overheid m.b.t. bovenstaande punten. De Vlaamse ontwikkelingssamenwerking richt zich prioritair op de volgende landen: Zuid-Afrika, Malawi, Mozambique, Angola, Botswana, Lesotho, Namibië, Swaziland, Zambia en Zimbabwe. Wanneer een project wordt uitgevoerd in een van deze landen krijgt het geografische voorrang op projecten in andere landen, mits het aan alle bovenstaande criteria voldoet en mits het een gelijke score heeft. Deze kosten komen niet in aanmerking: voorzieningen voor toekomstige verliezen of schulden, intresten, kosten van voorbereidende studies. Tijdelijke installaties komen ook niet in aanmerking voor financiering. een gesubsidieerd Tenslotte is het belangrijk om weten dat een toegewezen subsidie in 3 schijven wordt uitbetaald: 40% bij de start, 40% na de helft van de projectduur en 20% na afloop. De uitbetalingen kunnen, na overmaking van de bewijsstukken en rapporten, enkele weken op zich laten wachten. Dit gegeven moet meegenomen worden in de planning van het project, zodat er voldoende middelen ter beschikking blijven om te prefinancieren, in afwachting van het vrijkomen van een volgende schijf. 7. Duur van de projecten De duur van een project bedraagt minstens 18 maand en maximum 4 jaar. 8. Subsidiebesluit Wanneer een project goedgekeurd is voor subsidiëring, wordt een ministerieel subsidiebesluit ondertekend door de Vlaams minister van Omgeving. Dit subsidiebesluit bevat de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om de verschillende betalingsschijven te ontvangen. Het projectvoorstel geldt dan als richtsnoer voor uitvoering van het project en voor latere evaluatie. De Richtlijnen projectvoorstellen 2016 www.lne.be 4/13 rapportering dient specifieke aandacht te besteden aan de geleverde bijdrage aan SDG 6, het aantal mensen dat door het project bereikt wordt en aan de inbreng en samenwerking van de Vlaamse en lokale partners. 9. Contactadres Projectvoorstellen dienen geadresseerd te worden aan Remy Merckx (afdelingshoofd), Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Afdeling Internationaal Beleid, Koning Albert II laan 20 bus 8, 1000 Brussel, [email protected], uiterlijk op donderdag 23 juni 2016 om 10 u. in 2 niet-ingebonden schriftelijke en 1 elektronische versie. De poststempel op de schriftelijke versie of de datum op het ontvangstbewijs, wanneer u de documenten persoonlijk afgeeft, geldt als bewijs. Richtlijnen projectvoorstellen 2016 www.lne.be 5/13 Presentatiefiche projectvoorstel Gelieve dit sjabloon te gebruiken om uw projectvoorstel in te dienen. DOSSIERNUMMER (in te vullen door AIB) Projectindiener (organisatie) Titel van het project VPWvO-16/ GEGEVENS PROJECTINDIENER De indiener kan enkel een ngo, vzw, overheid, publiek bedrijf in de watersector, privébedrijf, onderwijsinstelling of onderzoeksinstelling zijn. De zetel is gevestigd in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Naam van de projectindiener (organisatie) Rechtsvorm Adres van de organisatie Rekeningnummer IBAN-nummer BIC-code Naam contactpersoon Functie Adres Telefoonnummer E-mail Website GEGEVENS SAMENWERKINGSPARTNERS Een partner is een organisatie die een actieve inbreng heeft in het project op het vlak van expertise, kennis, logistiek, personeel, sensibilisering en/of financiële middelen. De indiener moet samenwerken met minstens 2 Vlaamse partners en minstens 1 lokale partner. Een Vlaamse partner kan enkel een ngo, vzw, overheid, publiek bedrijf in de watersector, privébedrijf, onderwijsinstelling of onderzoeksinstelling zijn. De zetel is gevestigd in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Vlaamse samenwerkingspartner 1 Naam partner Naam contactpersoon Rechtsvorm Adres van de organisatie Rsz inschrijvingsnummer E-mail + website Vlaamse samenwerkingspartner 2 Naam partner Naam contactpersoon Rechtsvorm Adres van de organisatie Rsz inschrijvingsnummer Richtlijnen projectvoorstellen 2016 www.lne.be 6/13 E-mail + website Vlaamse samenwerkingspartner x Naam partner Naam contactpersoon Rechtsvorm Adres van de organisatie Rsz inschrijvingsnummer E-mail + website Lokale samenwerkingspartner A Naam partner Naam contactpersoon Rechtsvorm Adres van de organisatie E-mail + website Lokale samenwerkingspartner X Naam partner Naam contactpersoon Rechtsvorm Adres van de organisatie E-mail + website GEGEVENS PROJECT Startdatum De startdatum moet tussen 1 december 2016 en 1 maart 2017 liggen. Einddatum Looptijd in maanden Een project heeft een minimale duur van 18 maanden en een maximale duur van 48 maanden. Interventieland en –regio Aantal bijkomende mensen toegang tot watervoorziening - direct - indirect4 Aantal bijkomende mensen hygiëne op huishoudelijk - direct - indirect5 Aantal bijkomende mensen toegang tot sanitatie - direct - indirect6 maanden met (verbeterde) … mensen … mensen met verbeterde niveau … mensen … mensen met (verbeterde) … mensen … mensen 4 Dit zijn de begunstigden die indirect profiteren van de wateracties van het project bvb. zij die zullen genieten van een beter integraal waterbeheer in de regio, of zij die van een beter beheer van de waterbronnen in een regio zullen genieten. 5 Dit zijn de begunstigden die indirect profiteren van de hygïëne-acties van het project bvb de ruimere doelgroep die bereikt kan worden wanneer een persoon die een training volgde binnen het project zijn/haar kennis doorgeeft. Richtlijnen projectvoorstellen 2016 www.lne.be 7/13 Is dit project een vervolg op een vorig project? Verlengingen van een bestaand project komen niet voor subsidie in aanmerking, tenzij de verlenging een nieuwe oriëntatie inhoudt. Begroting - Totale kosten van het project - Gevraagde subsidie - % t.o.v. totale kosten Samenvatting van het project (doelstelling, resultaten, doelgroep, activiteiten, methodiek, …) (max. 250 woorden) ja neen € € % Naar waarheid opgemaakt in naam van het samenwerkingsverband Naam projectindiener (organisatie) Naam contactpersoon Functie Plaats en datum Handtekening PROJECTOMSCHRIJVING (max. 8 pagina’s) In het voorstel dienen onderstaande elementen aan bod te komen. Context Algemene en specifieke doelstellingen van het project (zie ook logisch kader) Verwachte resultaten (zie ook logisch kader) Geplande activiteiten (zie ook logisch kader) Werkmethode Gebruikte technologie / technische specificaties Oorsprong van het drinkwater (oppervlaktewater, grondwater)? Op basis van welke informatie wordt voor deze oorsprong gekozen (studies, eerdere boringen,…)? Aandacht voor kwaliteit van het water Op welke manier wordt aandacht besteed aan de bescherming van het lokale ecosysteem en waterhuishouding? Wat is de impact van het project op de beschikbaarheid en de kwaliteit van het water, ook buiten de projectzone? Op welke manier wordt aandacht besteed aan het behoud en duurzaam gebruik van biodiversiteit? Op welke manier wordt aandacht besteed aan de aanpassing aan en het omgaan met klimaatverandering? Loopt het project klimaatrisico’s (droogte, overstromingen)? Aanpak projectmonitoring (dagelijkse opvolging) en projectevaluatie 6 Dit zijn de begunstigden die indirect profiteren van de sanitatieacties van het project bvb. de ruimere doelgroep die bereikt kan worden wanneer een persoon die een training volgde binnen het project zijn/haar kennis doorgeeft. Richtlijnen projectvoorstellen 2016 www.lne.be 8/13 (extern, intern, frequentie) Wat zijn de mogelijke te verwachten risico’s m.b.t. dit project? Hoe reëel zijn deze risico’s? Hoe speelt het project hierop in? Is er opvolging van de realisaties voorzien na afloop van het project? Richtlijnen projectvoorstellen 2016 www.lne.be 9/13 DOELPUBLIEK EN LOKALE PARTNER(S) (max. 2 pagina’s) In het voorstel dienen onderstaande elementen aan bod te komen. Kwalitatieve en kwantitatieve beschrijving doelpubliek, met een indicatie van het aantal mannen, vrouwen en kinderen Hoe draagt dit project bij tot de verbetering van de watervoorziening: nagestreefd debiet (m3/dag), ter beschikking gesteld volume (l/persoon/dag), afstand tot de bron, waterverdeling per woning of per gezin of gemeenschappelijk? Hoeveel mensen worden direct en indirect bereikt? Hoe draagt dit project bij tot de verbetering van de hygiëne op huishoudelijk niveau? Hoe draagt dit project bij tot de verbetering van de sanitatievoorziening: voorzien infrastructuur, waterzuivering, afvoer afvalwater, hergebruik? Hoeveel mensen worden direct en indirect bereikt? Betrokkenheid van de doelgroep Beschrijving van de lokale partner(s) + bestaande lokale partnerschappen Betrokkenheid van de lokale partner(s) Wordt het water beschouwd als een publiek goed? Wordt een bijdrage gevraagd aan de partners of begunstigden voor de kosten van het water, het onderhoud, in het aanleggen van de infrastructuur,… ? Mogelijkheid tot capaciteitsopbouw van de lokale partner en het doelpubliek. Op welke manier worden mensen gesensibiliseerd / opgeleid? Mate van uitwisseling van kennis, informatie en middelen met de lokale partner DUIDELIJKE PLANNING (max. 1 pagina) BEGROTING (1 pagina) – onderverdeeld in 1/ Investeringskosten: kosten voor de aanschaf of voortbrenging van immateriële of materiële vaste activa. 2/ Werkingskosten of operationele kosten: kosten die in rechtstreeks verband staan met het behalen van de projectdoelstellingen. Hieronder vallen ook de reis- en verblijfskosten en de evaluatiekosten. 3/ Personeelskosten: kosten van de personeelsleden die rechtstreeks bij het project betrokken zijn en dit in verhouding tot de tijd die zij aan dit project besteden. 4/ Administratiekosten 5/ Inkomsten 6/ Andere financieringsbronnen, zoals bvb. andere subsidies 7/ Inbreng van de partners en eigen inbreng van de projectindiener Zie sjabloon. Elke voorziene kostenpost dient kort toegelicht te worden en in relatie gebracht met doelstellingen en activiteiten. Gelieve ook aan te geven waarvoor de gevraagde subsidie gebruikt zal worden. RELEVANTE INFORMATIE OVER HET SAMENWERKINGSVERBAND (max. 2 pagina’s) Voorstelling van de Vlaamse en lokale partner(s) Richtlijnen projectvoorstellen 2016 www.lne.be 10/13 Relevante expertise van de Vlaamse en lokale partner(s) Inbreng van de Vlaamse en lokale partner(s) (inbreng van expertise uitdrukken in aantal manuren) Taakverdeling / wisselwerking tussen de Vlaamse en lokale partner(s) Organisatie van overleg tussen de partners en frequentie van overleg Eerdere samenwerking … ANDERE BIJLAGEN OF EXTRA INFORMATIE Ondertekend document waaruit blijkt dat de Vlaamse indiener zich engageert tot een bijdrage aan het project + beschrijving van die bijdrage (zie p. 11) Ondertekend document waaruit blijkt dat de Vlaamse partner zich engageert tot een bijdrage aan het project + beschrijving van die bijdrage (zie p. 11) Offertes Indien wordt verwezen naar een vorig project, gelieve een korte beschrijving van de realisaties van het vorige project bij te sluiten. … LOGISCH KADER (in te vullen volgens onderstaand model) Projectbeschrijving Meetbare indicatoren Verificatiebron Veronderstellin nen gen Risicofactoren Algemene doelstelling Specifieke doelstellingen SD 1: SD 2: Resultaten Resultaat 1 Resultaat 2 Resultaat x Middelen * Kosten (€) Veronderstellin gen Voorwaarden Activiteiten bij resultaat 1 1.1 Richtlijnen projectvoorstellen 2016 www.lne.be 11/13 1.2 Activiteiten bij resultaat 2 2.1 2.2 Activiteiten bij resultaat x x.1 x.2 *Welke middelen zijn nodig om de activiteiten te realiseren? Bvb. verplaatsingskosten, kosten voor vormingssessie, aantal VTE’s personeelskosten,… Sjabloon projectbegroting Richtlijnen projectvoorstellen 2016 www.lne.be 12/13 Engagement indiener / Vlaamse partner Ik bevestig mijn inzet in het kader van het Vlaams Partnerschap Water voor Ontwikkeling, met als doel in het Zuiden bij te dragen aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstelling inzake drinkwater en sanitatie binnen het kader van integraal waterbeheer. Concreet wil ik …(naam indiener of naam partnerorganisatie/bedrijf) een bijdrage leveren aan het volgend project … (naam project) van (naam organisatie/bedrijf die een subsidie aanvraagt). Deze bijdrage bestaat uit (of: mijn rol is de volgende…) O coördinatie projectwerkzaamheden (…) O financiële steun voor een bedrag van … € (eenmalig/jaarlijks/…) O aanleveren van expertise onder de volgende vorm … (graag uitdrukken in aantal manuren) O sponsoring van materiaal O organisatie van een werkbezoek O … Naam Indiener project / Vlaamse partner (schrap wat niet past) Handtekening Datum Richtlijnen projectvoorstellen 2016 www.lne.be 13/13