© Dierenkliniek Kapellerlaan Nieuwsbrief Overgewicht bij huisdieren In Nederland leven bijna 2 miljoen honden en ruim 3 miljoen katten. Naar schatting is maar liefst 35% van deze huisdieren te dik: ze lijden aan obesitas of overgewicht. De laatste jaren lijkt dit percentage toe te nemen. Dat geldt trouwens ook voor mensen: meer dan 46% van de volwassen mensen in Nederland is te zwaar en 10% daarvan lijdt zelfs aan zwaarlijvigheid. Ook kinderen krijgen op steeds jongere leeftijd te maken met overgewicht. Overgewicht is dus niet alleen een welvaartsziekte bij volwassenen en kinderen, maar ook bij onze huisdieren. En net als bij mensen levert dit bij dieren gezondheidsrisico's op. Hoe uw dier aan overgewicht komt, wat daarvan het effect is en wat u kunt doen om overgewicht te voorkomen of verminderen leest u hier. Oorzaken van overgewicht Net als bij mensen ontstaat ook bij dieren overgewicht door teveel eten en te weinig bewegen. Een dier dat niet genoeg beweegt, en dus weinig energie verbruikt, houdt energie over. Als dat steeds weer gebeurt, wordt het dier te dik. De balans tussen eten en bewegen kan bij uw dier op verschillende manieren verstoord worden: Misschien voert u te veel, bijvoorbeeld omdat u denkt dat uw dier anders misschien honger heeft. Of kunt u zijn smekende blik niet weerstaan? Krijgt uw huisdier vaak tussendoortjes? Daar zit vaak veel energie in waar hij dik van wordt. Is uw dier gecastreerd? Dan heeft hij veel minder energie nodig. U mag een gecastreerd dier bijna een derde minder voer gaan geven dan voor de castratie. mige ontstekingsremmers kunnen leiden tot overgewicht. Rasgevoeligheid Sommige hondenrassen zoals de Beagle, de Dashond (Teckel), de Bassethound, de Cavalier King Charles Spaniël, de Cocker Spaniël, de Cairn Terriër, de Shetland Sheepdog, de Duitse Herder en de Labrador Retriever hebben aanleg om te zwaar te worden. Ook sommige kattenrassen, zoals de Europese korthaar, de Europese middellanghaar en de Manx worden sneller te zwaar dan andere katten. Gevolgen van overgewicht Te dikke dieren een grotere kans op bepaalde ziektes: Bij zwaarlijvige katten en honden is de kans op suikerziekte twee tot vier keer zo hoog als bij slanke dieren. Bij dikke dieren slijten de gewrichten sneller. Dikke dieren zijn vaak kortademig en ze hebben minder uithoudingsvermogen dan slanke soortgeoten. Dikke dieren krijgen vaker last van vetgezwellen. Te zware poezen of teefjes kunnen problemen hebben om hun jongen te werpen. Soms is zelfs een keizersnede nodig. De totale afweer van een zwaarlijvig huisdier is minder, waardoor het dier sneller ziek kan worden en wondjes minder goed genezen. Zwaarlijvigheid verhoogt ook de kans op huidproblemen, waarbij de huid er schilferig uitziet. Voor informatie en/of hulp bij het afvallen van uw dier kunt u contact met ons opnemen. Nieuwsbrief Kapellerlaan 65 6041 JB Roermond Nummer 1 2013 RD helpt het overgewicht aan te pakken. Verkrijgbaar voor honden en katten In dit nummer: Overgewicht Alleen thuis Katten Konijn Leeftijd speelt mee. Als een dier ouder wordt, verbruikt hij minder energie. Door te weinig beweging verbruikt het dier minder energie dan het binnenkrijgt. Een dier kan te dik worden door gezondheidsproblemen zoals een te traag werkende schildklier, of door aandoeningen waardoor hij minder kan bewegen. Door bepaalde medicijnen die een hond of kat kunnen krijgen tegen bijvoorbeeld epilepsie, kan overgewicht ontstaan. Ook de kattenpil en som- Blyx Leer je hond alleen thuis te blijven. Als jij wilt dat je hond alleen thuis kan blijven, moet je hem dat aanleren. Doe je dat niet, dan is de kans groot dat je hond gaat blaffen, het huis sloopt of in huis plast. Als je je hond wilt leren alleen thuis te blijven, moet je dit zorgvuldig aanpakken. Het is belangrijk dat je hond het vertrouwen krijgt dat je terugkomt. Om honden succesvol alleen te laten blijven, is het belangrijk dat ze zelfstandig zijn. De aanpak Leer je hond dat – ook al ben je thuis – hij rustig in de kamer of op zijn eigen plekje moet blijven liggen. Doet je hond dit, dan kun je oefenen weg te gaan. Geef je hond speelgoed of een kluif en verlaat de kamer even. Gaat dit goed, dan kun je de tijd dat je de kamer uit bent, verlengen. Kan je je hond rustig een tijdje alleen laten, oefen dan dat je echt het huis verlaat. Stap eerst alleen even naar buiten, ga later een minuutje weg en breid dit verder uit. Zeg ook altijd iets als ‘tot zo’ of ‘ik ben zo terug’; dan leert je hond dat je weer terug komt. Bij het alleen leren zijn, is het belangrijk dat je nooit langer wegblijft dan je hond aankan. Als je hond in de training een kwartiertje alleen kan zijn, ga dan niet ineens een half uur weg. Het risico bestaat dan dat je hond bang wordt en je weer van vooraf moet beginnen. Tip: Wil je weten of je hond het vervelend vindt dat je weg bent? Laat dan een videocamera of voicerecorder meedraaien en kijk hoe hij zich gedraagt. 'Huiskat neemt leefgewoontes baasje over' Huiskatten hebben de neiging om het leefpatroon van hun eigenaar over te nemen. Als katten voornamelijk binnenshuis verblijven, stellen ze hun eet- en slaappatroon af op dat van hun verzorger. Katten die vooral buiten leven, blijven vooral 's nachts actief, net als hun wilde soortgenoten.De wetenschappers kwamen tot de conclusie door twee groepen katten zeer nauwkeurig te besturen. De dieren in de eerste groep mochten alleen tussen acht en negen uur 's ochtends naar buiten. De andere katten brachten bijna de hele nacht buiten door, tussen negen uur 's avonds en acht uur 's ochtends werden ze vrijgelaten in een omheinde tuin. Uit het onderzoek bleek dat het eet- en slaappatroon van de katten uit de eerste groep al snel vergelijkbaar was met dat van hun baasje. De katten die 's nachts naar buiten gingen, pasten hun leefritme niet aan. Onze bevindingen onderstrepen de grote invloed van menselijke aanwezigheid en zorg op het dagritme van katten", schrijft hoofdonderzoeker Giuseppe Piccionej. Jammer is dat er slechts tien katten werden gebruikt bij het experiment. De wetenschappers geven toe dat er meer onderzoek nodig is om de invloed van de mens op het leefpatroon van katten te specificeren. De Dierenarts en kattenexpert Jane Brunt vindt de onderzoeksresulaten echter aannemelijk n zo verklaart ze op nieuwssite LiveScience. "Katten zijn intelligente dieren met een goed geheugen. Ze observeren ons en leren van ons. Ze weten bijna altijd waar hun voedsel wordt bewaard en hoe laat het tijd is om te eten. Soms kopiëren de dieren volgens haar zelfs heel intieme gewoontes. "Ik hoor dan bijvoorbeeld dat mensen de kattenbak in de badkamer neerzetten en dat de kat daar zijn behoefte doet, precies op het moment dat zijn baasje ook op het toilet zit." Konijnen eten keutels Een konijn heeft een voorkeur voor z’n eigen keutels. Misschien een beetje een vieze gedachte, maar voor bunny’s is het de normaalste zaak van de wereld. Het is voor je konijn nodig om zijn eigen keutels op te eten, omdat niet alle voedingsstoffen en energie bij de eerste darmpassage uit het voer gehaald kunnen worden. Grote onverteerbare delen worden gelijk uitgepoept. Dit zijn de gewone droge harde keutels. Die zijn groot, stevig van Pagina 2 vorm en licht van kleur. Het is normaal als je die in grote hoeveelheden ziet liggen. De overige kleinere deeltjes worden eerst achtergehouden en bewerkt in de blinde darm: het caecum. Blindedarmkeutels zijn klein, zacht en donker van kleur. Deze keutels worden in groepjes uitgescheiden en rechtstreeks uit de anus opgegeten door het konijn. Na de tweede passage door de darmen zijn alle stoffen die het konijn nodig heeft uit deze keutels gehaald. Indien je konijn te veel voer krijgt, krijgt hij zoveel energie binnen dat hij zijn eigen poep niet meer zal opeten. Dit is een slecht teken. Pas dan het dieet van je konijn aan. Voor meer informatie neem contact met ons op. © Dierenkliniek Kapellerlaan