T H E M A N U M M E R D I A B E T E S T Y P E 2 D I A B E T E S Z O R G B I J A L L O C H T O N E N Hogere incidentie, meer complicaties en toch een vergeten groep G. YILDIZ, D. AVONTS, L. VAN GAAL, P. VAN ROYEN Diabetes komt bij migranten meer voor, en gaat ook gepaard met ernstigere complicaties. En toch gebeurt hier weinig onderzoek rond. Wat zijn de prevalentie- en incidentiecijfers? Waarom komt diabetes in deze populatie vaker voor? En wat is het verloop van complicaties bij hen? De geringe onderzoeken in België suggereren een diabetogene levensstijl als voornaamste oorzaak. Ook sociaaleconomische status, taal, godsdienst en attitudes ten opzichte van ziekte en gezondheid blijken beïnvloedende factoren. Methode Definitie van diabetes type 2 Er is sprake van diabetes type 2 vanaf twee gedocumenteerde labowaarden van nuchtere glucose van ≥126 mg/dL of een OGTT van ≥200 mg/dL 2,3. Diabetes type 2 is in het elektronisch medisch dossier (EMD) gecodeerd met de ICPC-1-codes T90, T90.1 of T90.2. Definitie van complicaties We richten ons in dit onderzoek voornamelijk op de totale mortaliteit in de bestudeerde populaties en in het bijzonder op drie niet-fatale complicaties, die specifiek zijn voor diabetes: • nefropathie: vroeg stadium micro-albuminurie; laat stadium terminaal nierfalen met dialyse of transplantatie; • retinopathie: vroeg stadium fundusafwijkingen; laat stadium blindheid; • diabetesvoet: vroeg stadium chronisch ulcus; laat stadium amputatie. Er gebeurt tegenwoordig heel wat onderzoek met betrekking tot diabetes type 2 in de huisartsengeneeskunde. Dat is niet verwonderlijk, want naar schatting treft diabetes type 2 bijna 4 % van de Vlaamse bevolking en heeft één op tien zestigplussers diabetes 1. Maar binnen deze ruime groep van patiënten is er opvallend weinig aandacht voor diabetespatiënten van allochtone origine. De huidige organisatie van de diabeteszorg is in ons land vooral toegespitst op de autochtone diabetespatiënt. Is dat terecht? We kunnen deze vraag eigenZoekstrategie lijk niet beantwoorden, want er zijn De literatuurzoektocht volgde het pringeen epidemiologische gegevens beEpidemiologisch onderzoek bij alcipe van de watervalmetafoor tot een schikbaar over het voorkomen van dialochtonen heeft aangetoond dat helder en genuanceerd antwoord werd betes type 2 bij allochtonen in Vlaande prevalentie van diabetes melligevonden op de twee eerder genoemde deren. Vanuit deze bekommernis en latus type 2 na migratie naar een vragen. cune in de epidemiologie van diabetes meer westerse samenleving stijgt Er werd gezocht in PubMed, Clinical type 2 hebben we een literatuurondertot ver boven de prevalentie in het Evidence, The Cochrane Library, Evizoek verricht om een antwoord te vinland van herkomst dence-Based Medicine (EBM), British den op volgende vragen: Medical Journal (BMJ), Huisarts en 1 Wat is de prevalentie en incidentie van Wetenschap en Huisarts Nu. diabetes type 2 bij mensen die emigreren naar een land met een westerse levenswijze? Komt In PubMed (april 2004) zochten we met behulp van voldiabetes bij hen vaker voor dan in het land van herkomst? gende MeSH-termen: “Diabetes Type 2”, “Minority Groups”, “Ethnic Minority”, “Complications”, “Prevention”, “PreEn welke hypothesen kunnen de verschillen verklaren? 2 Hoe is het verloop van complicaties ten gevolge van dia- valence”, “Mortality” en “Risk Factors”. Volgende limieten betes type 2 bij allochtone personen? Welke verwikke- werden gehanteerd: artikels van de laatste tien jaar, in het lingen hebben een hoger dan wel een lager risico? Zijn er Engels of Nederlands, review of meta-analyse. bevorderende factoren? En welke verklaringen kunnen In de elektronische versies van Clinical Evidence, The Cochrane Library, EBM en BMJ (april 2004) zochten we met de daarbij een rol spelen? zoektermen “Diabetes Type 2” AND “Ethnic Minority” naar 510 Huisarts Nu november 2005; 34(9) T H E M A N U M M E R artikels vanaf 1989. Alle artikels (inclusief reviews en metaanalyses) werden geselecteerd. In Huisarts Nu en Huisarts en Wetenschap doorzochten we manueel de titels van de jaargangen 1989 tot april 2004. Alle artikels met als onderwerp diabetes bij allochtonen werden behouden. Zwarten D i a b e t e s z o r g Land van herkomst Verenigde Staten Mexicanen Porto Ricanen Japanners Filipijnen Resultaten Chinezen Koreanen Opbrengst 0 5 10 15 20 25 Met de trefwoorden “Diabetes Mellitus Type 2” [MeSH] AND “Minority Groups” [MeSH] vonden we 31 artikels, één metaFiguur: Prevalentie van diabetes mellitus type 2 bij minderheidsgroepen in de Verenigde Staten (prevalentie van land van herkomst vergeleken met de analyse en dertig reviews. Met de beperking “Complications” prevalentie in de Verenigde Staten) 10. behielden we er negen. Deze artikels vormden de basis voor de literatuurstudie. Het visueel doorlopen van ‘related articles’ leverde nog ze- autochtone diabetespatiënten tegenover 23 allochtonen. ven extra artikels of lezersbrieven op. De zoektocht in Clinical Wat is de prevalentie van diabetes mellitus type 2 in het Evidence, The Cochrane Library, EBM en BMJ leverde vijf land van herkomst? Epidemiologisch onderzoek bij alextra artikels op. In Huisarts en Wetenschap en Huisarts Nu lochtonen heeft aangetoond dat de prevalentie van diabevonden we nog vier bijkomende artikels die vooral een beeld tes mellitus type 2 na migratie naar een meer westerse saschetsen van de situatie in Nederland en Europa. menleving stijgt tot ver boven de prevalentie in het land Via gesprekken kwamen we in het bezit van een ongepu- van herkomst 8-10 (zie figuur). Zo bleken migranten in bliceerd eindwerk van een vierdejaarsstudent geneeskun- Amsterdam afkomstig uit Suriname, Turkije, Marokko en Zuidoost-Azië een veel hogere prevade aan de Vrije Universiteit Brussel lentie van diabetes type 2 te hebben dan (VUB) 4 en kregen we de resultaten te zien van een diabetesproject in wijkgein hun geboorteland. Bij Turken in Hoewel de prevalentie van diabezondheidscentra in Gent 5. Amsterdam bedroeg de diabetesprevates hoger ligt bij minderheidslentie 10,9 %, terwijl die in Turkije in groepen, is het onmogelijk om de Incidentie en prevalentie dezelfde periode 5,4 % bedroeg. Bij de grootteorde van de diabetesspeEen onderzoek uit 2003 in huisartsenMarokkanen in Amsterdam was de precifieke mortaliteit binnen de totapraktijken in Amsterdam vond een tweevalentie 12,4 %; in Marokko slechts 2 à le mortaliteit nauwkeurig in te tot driemaal hogere prevalentie van dia5 %. Bij Surinamers (hindoestanen) in schatten betes bij allochtonen ten opzichte van Amsterdam was de prevalentie 17,3 %, 6 autochtonen : 9,9 % bij Turken (n=282), vergeleken met 8 % in hun geboorte12,1 % bij Marokkanen (n=470) en land. Gegevens over de prevalentie of 4,8 % bij Nederlanders (n=4 500). Er was geen verschil tus- incidentie van diabetes type 2 bij allochtonen in België wasen mannen en vrouwen. De Nederlandse diabetespatiën- ren in de geraadpleegde bronnen niet beschikbaar. ten waren gemiddeld ouder dan de allochtone: 61,8 jaar (Nederlanders), 57,7 jaar (Marokkanen) en 54,6 jaar Verloop van complicaties MORTALITEIT (Turken). Een gelijkaardig onderzoek uit 1998 observeerde dat al- Minderheden in een samenleving vertonen steeds een holochtone diabetespatiënten gemiddeld jonger waren dan gere mortaliteit ten opzichte van de meerderheid. Zo bleek de Nederlandse (55,2 jaar versus 68,6 jaar) 7. Per leeftijds- de mortaliteit onder de inheemse bevolking van Newcohorte was het verschil nog opvallender. In de cohorte van Mexico (Verenigde Staten) hoger dan bij de latino’s, terwijl 35-54 jaar was de prevalentie 6,7 keer hoger bij allochto- die dan weer hoger lag dan bij blanke Amerikanen 11. Hoewel nen dan bij autochtonen: vijf gekende autochtone diabe- de prevalentie van diabetes inderdaad hoger lag bij mintespatiënten tegenover 33 van allochtone herkomst. Vanaf derheidsgroepen, was het onmogelijk om de grootteorde 55 jaar keerde de verhouding allochtonen/autochtonen om: van de diabetesspecifieke mortaliteit binnen de totale morin de cohorte ouder dan 54 jaar waren er 64 geregistreerde taliteit nauwkeurig in te schatten. Huisarts Nu november 2005; 34(9) 511 T H E M A N U M M E R D i a b e t e s z o r g Het verband tussen een hogere diabetesprevalentie en een verhoogde mortaliteit is hoe dan ook complex. In NewMexico vertoonden mensen met diabetes in etnische minderheden een hogere incidentie van terminaal nierlijden 12. Maar in het stadium van terminaal nierlijden was hun overleving gunstiger dan van een blanke diabeticus in dezelfde situatie. Mexicaanse diabetespatiënten met terminaal nierlijden hadden één derde minder risico op overlijden dan blanke Amerikanen. Zwarte Amerikanen hadden zelfs een 40 %-reductie van het risico om te overlijden ten gevolge van terminaal nierfalen. In Engeland werd een gelijkaardige vaststelling gedaan. Zuid-Aziaten met diabetes hadden een hogere mortaliteit ten gevolge van cardiovasculaire complicaties dan Europese diabetici 13-17. latino’s is het beeld niet zo duidelijk. Eén onderzoek toonde een verhoogde incidentie op retinopathie 18, maar dit wordt in een andere studie tegengesproken 19. DIABETESVOET Vroeg stadium Uit Noord-Amerika hebben we gegevens gevonden die bevestigen dat perifere vasculaire complicaties doorgaans vaker voorkomen bij zwarte Amerikanen dan bij blanke 10. Vergelijkend onderzoek bij diabetici bracht aan het licht dat de prevalentie van perifere vasculaire pathologie bij Mexicaan-Amerikanen 15,8 % bedroeg en bij blanken 10 %. Ook Hopi- en Navajo-indianen vertoonden een hoge prevalentie (28 %). Laat stadium Amputaties van de onderste ledematen kwamen bij zwarVroeg stadium te diabeten in Noord-Amerika bijna 50 % vaker voor dan Een onderzoek in Londen toonde een hogere prevalentie bij blanke 20. In Californië was er geen verschil tussen lativan micro-albuminurie bij Zuid-Aziatische diabetici, ver- no’s en blanken wat de incidentie van amputaties betreft. geleken met Europese patiënten 17: bij De Pima-indianen met diabetes hadden mannen 40 % versus 33 %, en bij vroudaarentegen een 3,7 keer grotere kans Een voor de hand liggende verwen 33 % versus 19 %. op amputatie dan de blanke diabetici 10. klaring voor de hogere incidentie In Australië hadden Italianen, Grieken, en prevalentie van diabetes type Verklaring Arabieren, Chinezen, Indiërs en Abori2 bij migranten is hun specifieke Hoe kunnen we verklaren dat de inciginals een verhoogd risico op proteïndentie en prevalentie van diabetes type urie vergeleken met de Anglo-Kelten genotype dat hen in staat stelt om 12 2 bij migranten hoger liggen dan in hun (Groot-Brittannië) . In Noord-Amerika in moeilijke omstandigheden te werd een ander etnisch verschil vastgeland van herkomst? Welke hypotheses overleven steld: bij beginnende nefropathie vercirculeren er in de gevonden literatuur? toonden latino’s en zwarte Amerikanen ERFELIJKE ASPECTEN een hogere proteïnuriewaarde dan blanke Amerikanen 10. Een voor de hand liggende verklaring is het specifieke geLaat stadium notype van migrantengroepen. Volgens sommige auteurs In Noord-Amerika was een duidelijke trend merkbaar: ter- geciteerd in een meta-analyse, zouden minderheden over minaal nierfalen kwam bij diabetici in minderheidsgroe- een geselecteerd genotype beschikken dat hen in staat stelt pen drie- tot zevenmaal vaker voor dan bij blanke Ameri- om in moeilijke omstandigheden te overleven 10. Maar dit kanen 10. Dit verhoogd risico bleef bij de zwarte bevolking ‘thrifty genotype’ speelt in het nadeel van migranten, verovereind na correctie voor systolische bloeddruk, inkomen, mits voeding in het migratieland overvloedig en constant leeftijd en andere risicofactoren op nierlijden. aanwezig is. Deze hypothese zou een mogelijke verklaring Ook in Engeland kwam men tot de opvallende vaststelling zijn voor de hogere prevalentie van obesitas en diabetes dat niertransplantaties zesmaal vaker voorkomen bij Zuid- mellitus type 2 bij bepaalde populaties. Daarnaast lijkt het Aziatische diabetespatiënten dan bij Europese. Tevens was familiaal voorkomen van diabetes in migrantengroepen ook de kans op nierdialyse hoger bij Zuid-Aziaten 15. een sterk suggestieve factor voor een genetische voorgeschiktheid 10. NEFROPATHIE Retinopathie Er waren enkel gegevens beschikbaar uit Noord-Amerika. Zwarte Amerikanen met diabetes hadden een dubbel zo hoge kans op blindheid dan de blanke Amerikanen. Bij de 512 Huisarts Nu november 2005; 34(9) IN UTERO-MILIEU Naast de zuiver erfelijke aspecten zou ook het in utero-milieu een risicofactor zijn voor het ontwikkelen van diabe- T H E M A N U M M E R tes. Dat blijkt uit een cohortonderzoek bij Pima-indiaanse moeders 21. Nakomelingen van moeders met zwangerschapsdiabetes of een gestoorde glucosetolerantie hadden een hogere prevalentie van obesitas en diabetes dan nakomelingen van moeders zonder zwangerschapsdiabetes. Een laag geboortegewicht predisponeert voor insulineresistentie op volwassen leeftijd. In de Verenigde Staten hadden zwarte, Porto Ricaanse, Japanse, Hawaïaanse en Filipijnse vrouwen meer kans op een kind met laag geboortegewicht dan autochtone vrouwen 22. Verder wees het onderzoek uit dat deze vrouwen in de Verenigde Staten ook minder prenatale zorg nodig hadden dan autochtone vrouwen. D i a b e t e s z o r g lichamelijke inspanning en meer beperkte consumptie van dierlijke vetten – vertoonden een lagere prevalentie van overgewicht en diabetes mellitus dan de Pima-indianen in Arizona, die de traditionele gewoonten hadden verlaten. DIABETOGENE LEVENSSTIJL De geringe onderzoeken in België wijzen ook in de richting van een diabetogene levensstijl van migranten in ons land. In Gent werd een studie uitgevoerd naar de voedingsgewoonten bij Turkse diabetespatiënten 25. Aanleiding was de vaststelling dat in deze bevolkingsgroep hardnekkige zwaarlijvigheid voorkomt door een niet-aangepaste voeding. Een aantal mogelijke factoren onderhouden het VOEDING, OVERGEWICHT EN GERINGE LICHAAMSBEWEGING problematische overgewicht. Zo eten Turken bijvoorbeeld De meest doorslaggevende factoren die maken dat mi- zelden op regelmatige tijdstippen en in de meeste gezingranten vaker diabetes type 2 ontwikkelen zijn voeding, nen wordt tweemaal per dag warm gegeten. Men eet groovergewicht en geringe lichaamsbeweging. De totale ca- te porties, uit een pot of kom, en er wordt wit brood gelorie- en vetinname zouden de twee bebruikt om de saus op te soppen. Na het langrijkste consistente risicofactoren eten wordt een glaasje zoete thee ge23 zijn . Dat lichaamsbeweging en een dronken. Een studie in Maasmechelen naar aangepaste voeding belangrijk zijn, Een studie in Maasmechelen naar carcardiovasculaire risico’s in de voekwam duidelijk tot uiting in het diovasculaire risico’s in de voedingsgedingsgewoonten van allochtonen ‘Diabetes Prevention Program’, een gewoonten van allochtonen bracht aan bracht aan het licht dat de inname randomiseerd prospectief onderzoek het licht dat de inname van energie en van energie en verzadigde vetten in de Verenigde Staten 24. Een juist dieet verzadigde vetten het hoogst was bij het hoogst was bij Turken; bij en lichaamsbeweging konden het ontTurken 26. Bij Italianen was de koolhyItalianen was de koolhydratenindrateninname het hoogst en de vetinstaan van diabetes mellitus bij mensen name het hoogst en de vetinname name het laagst, in vergelijking met de met een gestoorde glucosetolerantie andere allochtone groepen. Verder viel met gemiddeld drie jaar vertragen. De het laagst op dat de voedingssamenstelling van levensstijlinterventie reduceerde het riMarokkanen en Belgen vergelijkbaar is. sico om diabetes te ontwikkelen met 58 %, terwijl het risico in de groep die metformine kreeg, GEBREKKIGE KENNIS met 31 % daalde. Migratiestudies van Aziatisch-Amerikanen toonden aan In Anderlecht onderzocht een laatstejaarsstudent geneesdat het dieet in de Verenigde Staten een hoger gehalte aan kunde het verschil tussen de Marokkaanse en Belgische vet en calorieën bevatte, met meestal minder vezels, in ver- patiënten met diabetes mellitus type 2 4. Hij vergeleek tien gelijking met het dieet van het land van herkomst. Door Belgische met tien Marokkaanse diabetes type 2-patiënten het ‘thrifty genotype’ bleek deze groep een groter risico te en peilde bij de Marokkaanse respondenten naar hun kenhebben van overgewicht en diabetes, zelfs met een iden- nis over diabetes, de informatie die ze van hun huisarts tiek dieet aan dat van de autochtone bevolking 10. Een stu- hadden gekregen, de therapie, het dieet en alternatieve gedie over de effecten van een traditionele levensstijl op over- neeswijzen. Slechts enkelen wisten dat suikers en vetten gewicht bij Pima-indianen wees uit dat de prevalentie van verminderd moesten worden. Ze vonden het moeilijk om diabetes mellitus was gestegen als gevolg van een veran- de dieettips die ze van hun huisarts meekregen toe te pasderd dieet- en bewegingspatroon 11. sen in hun eigen eetgewoontes, want meestal bereiden de In een prospectieve studie in Amerika zag men dat de hoe- vrouwen het eten. veelheid lichamelijke activiteit omgekeerd voorspellend was voor de incidentie van diabetes mellitus type 2 bij Verschil in evolutie van complicaties Mexicaan-Amerikanen 20. De Pima-indianen in Mexico met De hypothesen die de verhoogde incidentie en prevaleneen traditionele levensstijl – hoger energieverbruik door tie van diabetes bij migranten verklaren, leggen niet uit Huisarts Nu november 2005; 34(9) 513 T H E M A N U M M E R D i a b e t e s z o r g waarom de evolutie van bepaalde complicaties verschilt. tonen hadden een hoger opleidingsniveau: 19 % had geen Volgens diverse auteurs spelen hier culturele en sociaal- diploma, 39 % had enkel lager onderwijs en 43 % middeleconomische factoren een belangrijke rol. baar of hoger onderwijs gevolgd. Een goede parameter om de metabole regeling van een pa- In een studie uitgevoerd in Marseille was 70 % van de tiënt te volgen is het HbA1c. Ideaal zijn waarden rond of on- Noord-Afrikaanse diabetici ongeschoold en had 20 % ender de 7 %. Elke daling van 1 % in HbA1c is gerelateerd aan kel lager onderwijs gevolgd 28. een daling van 21 % in overlijden ten gevolge van diabetes, INKOMEN een afname van 14 % in de incidentie Wanneer we de inkomenssituatie van van acuut myocardinfarct en een verUit een Gentse studie blijkt 29 % allochtonen en autochtonen willen vermindering van 37 % in het voorkomen van de allochtonen onder de laaggelijken, moeten we een aantal armoevan microvasculaire complicaties 10. ste armoedegrens te leven, hetzij Onderzoek in zes huisartsenpraktijken degrenzen hanteren. Het Centrum voor het dubbele van het aantal auin Amsterdam vergeleek de metabole Sociaal Beleid gaat uit van wat de bevolregeling van diabetici en wees uit dat de king zelf nodig acht om rond te komen tochtonen Nederlandse patiënten (7,6±2,1) lage(CBS-norm). Het onderzoek in Gent pasre HbA1c-waarden hadden dan Turkse te deze toe en zag dat 64 % van de al(8,3±1,2) of Marokkaanse patiënten (8,5±1,9) 27. Tussen lochtonen minder verdiende dan de CBS-norm, tegenover de groepen werden geen verschillen gevonden in diastoli- 51 % van de Vlaamse bevolking 5. sche of systolische bloeddruk. De prevalentie van beken- Een ander norm, de wettelijke norm, is de laagste armoede hypertensie verschilde wel: 36,6 % bij Nederlandse, degrens. Deze grens geeft weer hoeveel men volgens de po24,1 % bij Marokkaanse en 14,3 % bij Turkse diabetespa- litieke overheden in ons land nodig heeft om een leven te tiënten. Verder toonde de studie dat Marokkaanse diabe- leiden dat voldoet aan de menselijke waardigheid. Uit detespatiënten minder kans hadden op een goede of accep- zelfde Gentse studie blijkt 29 % van de allochtonen onder tabele glykemie, maar wel meer op een normale bloeddruk. deze norm te leven, hetzij het dubbele van het aantal auTurkse en Nederlandse patiënten vertoonden een verge- tochtonen 5. Verder vermeldt 53 % te moeten bezuinigen lijkbare glykemie, maar Turken hadden meer kans op een op uitgaven, voornamelijk medicatie (19 %), consultaties bij tandarts (15 %), specialist (11 %), diëtist (8 %), oogarts normale cholesterolwaarde. (6 %) en huisarts (4 %). Oorzaken van minder goede metabole regeling Uit beschrijvend onderzoek kunnen we afleiden welke fac- BEROEPSSITUATIE toren een rol spelen bij een minder goede metabole regeling Wat de beroepssituatie betreft, krijgen we een gelijkaardig van diabetes. Een Gents wijkgezondheidscentrum (WGC) beeld. Volgens de Gentse studie was 76 % van de allochonderzocht de sociaaleconomische status van allochtone en tonen tewerkgesteld in de lage beroepsklasse en 24 % in de middenlage klasse, tegenover 45 % autochtone diabeten 5. De behandelende artsen bestempelden 76 % van de alVlamingen in de lage beroepsklasse en Bij minderheden van wie de moelochtonen en 20 % van de autochtonen 55 % in de middenklasse 5. dertaal niet dezelfde is als in het In de diabetespopulatie in Marseille als ‘kansarm’. Het ging weliswaar om een migratieland zijn er belangrijke werkte 92 % van de Noord-Afrikaanse subjectief aanvoelen; de ene arts intercommunicatieproblemen in het mannen als arbeider; de allochtone preteerde het begrip al ruimer dan de anvrouwen waren bijna allemaal huisdere. In de gevonden literatuur worden arts-patiëntcontact. Dit gaat gevrouw 27. Van de Franse diabetici was opleidingsniveau, inkomen en beroepspaard met een lagere compliantie slechts 12 % arbeider. Ook de invalidisituatie algemeen aanvaard als indicatoop gebied van medicatie, dieet en teit lag hoger bij allochtone diabeten: ren van de sociaaleconomische status. levensstijl 20 % was invalide, tegenover 2 % van OPLEIDINGSNIVEAU de Franse diabeten. In het Gents WGC ging men ook de opleidingsgraad van diabetici na 5: 45 % van de allochtonen had geen diploma, COMMUNICATIE EN TAAL 48 % had enkel de lagere school afgerond en slechts 7 % Bij minderheden van wie de moedertaal niet dezelfde is als had middelbaar of hoger onderwijs gevolgd. De autoch- in het migratieland zijn er belangrijke communicatiepro- 514 Huisarts Nu november 2005; 34(9) T H E M A N U M M E R D i a b e t e s z o r g blemen in het arts-patiëntcontact. Zo is er een lagere ‘pa- (86 % versus 23 %). In deze onderzoekspopulatie werden tient information recall’. Dit betekent dat de patiënt de in- ook duidelijke verschillen geobserveerd in de beleving van formatie niet of onvolledig begrijpt, maar dit niet laat mer- diabetes. De autochtone diabeten ervoeren hun ziekte vaken. Er wordt ook een lager ‘patient question-asking be- ker als een aandoening die vooral klachten geeft. Ze voelhavior’ waargenomen. Met andere woorden: patiënten den zich zieker en verwachtten minder effect van de bedurven geen vragen te stellen als iets niet duidelijk is. Deze handeling. fenomenen gaan tevens gepaard met een lagere compliantie op gebied van medicatie, dieet en levensstijl. In centra Bespreking met naast de huisarts een intercultureel bemiddelaar, blijkt de motivatie van diabetici inzake therapietrouw veel ho- De incidentie en prevalentie van diabetes type 2 liggen bij migranten hoger dan in hun land van herkomst. De morger te liggen 20. Naast deze communicatieproblemen zijn ook talenkennis taliteit van etnische minderheden ligt ook hoger dan in de en analfabetisme een beïnvloedende factor bij de diabe- algemene bevolking, maar het aandeel van diabetes hiertesregeling. Dit wordt bevestigd in het onderzoek in in is moeilijk te schatten. Een bijzondere vaststelling is de Marseille 27. Van de vrouwen sprak 42 % geen Frans en 15 % verlaagde kans van zwarten en latino’s in Noord-Amerika van de mannen sprak het slechts een beetje. Dit gegeven op overlijden ten gevolge van terminaal nierfalen. Blanke bemoeilijkt uiteraard het verwerven van kennis over dia- diabeten uit West-Europa hebben een lagere kans op nebetes. Bovendien is zelfmonitoring van fropathie en terminaal nierlijden. Diade glykemie haast onmogelijk als de pabetesvoeten komen in Noord-Amerika Er werden ook duidelijke verschiltiënt geen cijfers kan lezen en niet kan vaker voor bij minderheden (zwarten schrijven. en indianen), terwijl de latino’s en de len geobserveerd in de beleving In Anderlecht kreeg slechts één patiënt blanke bevolking op dit vlak vergelijkvan diabetes tussen allochtonen van de huisarts een brochure in het baar zijn. en autochtonen. De autochtone Arabisch mee 4. De anderen kregen De betrouwbaarheid van de resultaten diabeten ervoeren hun ziekte vamondelinge informatie. Maar omdat is afhankelijk van de kwaliteit van onze ker als een aandoening die vooral hun kennis van het Nederlands erg gezoektocht. Deze was immers niet sysklachten geeft. Ze voelden zich ziebrekkig was, hadden ze het grootste tematisch en vooral toegespitst op de ker en verwachtten minder effect deel niet begrepen. Nochtans knikten selectie van Engelstalige literatuur van van de behandeling ze bevestigend als de arts vroeg of ze de laatste tien jaar. Deze keuze is nochhet begrepen hadden. Dit deden ze uit tans relevant om een gefundeerd antbeleefdheid of om niet dom over te kowoord te vinden op de onderzoeksvramen. Ze hadden allemaal wel al gehoord van een intercul- gen. De Engelstalige literatuur heeft vooral betrekking op tureel bemiddelaar bij huisartsen, maar die was er bij hun migranten naar een westers land (West-Europa, Noordarts niet. Toch wilden de meesten graag uitleg in hun ei- Amerika en Australië). En het zijn net die migratiestrogen taal om alles beter te kunnen begrijpen. men die gelijklopend zijn met die in Vlaanderen en In een studie in Parijs kon 40 % van de allochtone diabe- Nederland. Ook de beperking van artikels tot de voorbije ten geen Frans lezen. Van hen zegde 58 % niet goed geïn- tien jaar voldoet om een antwoord te formuleren. Het gaat formeerd te zijn over diabetes, tegenover 14 % van de Franse namelijk om de actuele situatie van migranten en hun ridiabetici 27. Ook de houding van allochtonen ten opzich- sico op diabetes en bijbehorende verwikkelingen. te van ziekte of de betekenis die ze aan ziekte geven, bleek Het is best mogelijk dat via onze zoektocht niet alle artiwezenlijk te verschillen van de autochtone bevolking. Over kels of bronnen zijn gevonden. Maar dit heeft vermoedede oorzaak van diabetes hadden moslimallochtonen een lijk geen onoverkomelijke impact op de resultaten. Alle andere opvatting dan autochtonen. Voor de allochtone dia- bevindingen uit de literatuur wijzen immers in dezelfde beten in Frankrijk speelde God een belangrijk rol: 20 % richting: allochtonen hebben meer kans op diabetes type noemde God als oorzaak van diabetes, terwijl de Fransen 2 en vertonen een hoger risico op een aantal belangrijke dat nooit deden. complicaties. De studie in Maasmechelen onderzocht eveneens de atti- De heterogeniteit van de landen waar de onderzoeken tudes ten aanzien van diabetes 5. Allochtonen waren het plaatsvonden, kan wel een invloed hebben gehad op de besignificant vaker eens met de stelling dat diabetici ziek zijn sluiten. Zo is de levensstijl in Noord-Amerika meer se- Huisarts Nu november 2005; 34(9) 515 T H E M A N U M M E R D i a b e t e s z o r g dentair dan in West-Europa en bevat de voeding er meer snelle suikers. Ook obesitas komt er vaker voor. Een genetische voorbeschiktheid om diabetes te ontwikkelen zal dan ook frequenter en krachtiger tot uiting komen bij migranten in Noord-Amerika dan bij dezelfde groepen in West-Europa. Er werd geen onderzoek gevonden dat de gezondheidsopvattingen van allochtonen in kaart brengt. En toch speelt de attitude ten opzichte van ziekte en gezondheid een belangrijke rol bij de diagnose en aanpak van diabetes type 2. In het Westen leeft bij artsen en patiënten de opvatting dat gezondheid kan worden gecontroleerd. Ziekten zijn te voorkomen en te beïnvloeden door anders te leven en medicatie te nemen. Vele moslims geloven daarentegen dat gezondheid of ziekte iets is waar men als individu geen vat op heeft. Deze opvatting is zeer sterk aanwezig bij eerstegeneratiemigranten. De oorzaken van ziekten worden eerder gezocht in ‘de wil van God’, het lot enzovoort. Bij westerlingen staat een goede gezondheid bovenaan de waardeschaal. Bij vele migranten ligt dat anders. Vaak komt geloof op de eerste plaats en is gezondheid ondergeschikt aan de geloofsgebruiken en geloofsopvattingen. Dit speelt wellicht een belangrijke rol in de motivatie om gezond te leven en een behandeling correct te volgen. Besluit Preventie, informatie en vroegdetectie zijn bij allochtone patiënten een nog grotere prioriteit dan bij autochtonen. Diabetes komt bij hen vaker voor, en gaat ook gepaard met ernstigere complicaties. In Vlaanderen is er voor deze bevolkingsgroep een specifieke onderzoeksagenda nodig. Deze doelgroep accuraat informeren is slechts mogelijk als we een antwoord hebben op volgende vragen: wat is de huidige kennis over diabetes bij allochtone diabetici? Welke opvattingen hebben zij over ziekte, therapie en follow-up? Welke kanalen zijn het meest aangewezen om hen te informeren? En welke mogelijkheden en beperkingen zijn er om hun follow-up te organiseren? Vroegdetectie van diabetes zonder symptomen kan een manier zijn om de negatieve impact op de gezondheid te verkleinen. Hierbij zijn volgende vragen cruciaal: vanaf welk leeftijd is vroegdetectie aangewezen? Welk soort screening is doeltreffend en wat zijn de kosten en baten? Hoe bereiken we de risicogroepen in de allochtone gemeenschap? Is familiaal opsporen van diabetes nuttig naar aanleiding van het vinden van één geval? En met welke motieven kunnen we allochtone personen overtuigen om zich te laten testen? 516 Huisarts Nu november 2005; 34(9) DIT ARTIKEL IS EEN HERWERKING VAN HET EINDWERK TER BEHALING VAN HET DIPLOMA VAN ARTS VAN G. YILDIZ. DIABETES MELLITUS TYPE 2 BIJ ALLOCHTONEN. EEN VERGELIJKING MET AUTOCHTONE TYPE 2-POPULATIE. UNIVERSITEIT ANTWERPEN, 2003-2004. Dankbetuiging Wij danken Johan Wens voor het bewaken van de deadlines van het eindwerk, Etienne Vermeire voor de suggesties bij het opzoeken van de literatuur en Louis Ferrant voor de inspiratie en achtergrondinformatie. AUTEURS G. Yildiz is als huisarts verbonden aan de dienst diabetologie van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen; D. Avonts is als huisarts verbonden aan het Centrum voor Huisartsgeneeskunde van de Universiteit Antwerpen; L. Van Gaal is verbonden aan de dienst diabetologie van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen; P. Van Royen is huisarts en professor aan het Centrum voor Huisartsgeneeskunde van de Universiteit Antwerpen. L i t e r a t u u r 1 Wens J, Nobels F, Baeten H, Feyen L, et al. De invoering van een diabetespas in België. Een opportuniteit voor een betere diabeteszorg. Huisarts Nu 2003;32:138-46. 2 King HD, Rewers M, for the WHO Ad Hoc Diabetes Reporting Group. Global estimates for prevalence of diabetes and impaired glucose tolerance in adults. Diabetes Care 1993;16:157-77. 3 Wens J, Sunaert P, Nobels F, Feyen L, et al. Aanbeveling voor goede medische praktijkvoering. Diabetes Mellitus type 2. Berchem/Gent: WVVH/VDV, 2005. 4 Abdellatif R. Een vergelijking van Marokkaanse met Belgische type 2 diabetespatiënten. [eindwerk] Vrije Universiteit Brussel, 1999-2000. 5 De Maeseneer J, Derese A, Sunaert P, Feyen L. De zorg voor type 2 patiënten in de eerste lijn. Een onderzoek bij 236 diabetespatiënten in 6 wijkgezondheidscentra. Gent: Vakgroep Huisartsgeneeskunde en EerstelijnsGezondheidszorg, 1999. 6 Kriegsman DMW, Van Langen J, Valk GD, Stalman WAB, Boeke AJP. Hoge prevalentie van diabetes mellitus type 2 bij Turken en Marokkanen. Huisarts Wet 2003;46:363-8. 7 Querido JD. De prevalentie van diabetes mellitus type 2 in een achterstandsbuurt. Een onderzoek in drie huisartspraktijken. Huisarts Wet 1995;38:250-4. 8 Middelkoop BJC, Kesarlal-Sadhoeram SM, Ramsaransing GN, Struben HWA. Diabetes mellitus among South Asian inhabitants of the Hague: high prevalence and an age-specific socioeconomic gradient. Int J Epidemiol 1999;28:1119-23. 9 Middelkoop BJC. Diabetes mellitus type 2 onder Hindostanen. Huisarts Wet 2002;45:529-33. 10 Carter JS, Pugh JA, Monterrosa A, et al. Non-insulin-dependent diabetes mellitus in minorities in the United States. Ann Int Med 1996;125:221-32. T H E M A N U M M E R D i a b e t e s z o r g 11 Ravussin E, Valencia ME, Esparza J, Bennett PH, Schultz LO. Effects of a traditional lifestyle on obesity in Pima Indians. Diabetes Care 1994;17:1067–74. 19 Hamman RF, Franklin GA, Mayer EJ, et al. Microvasculair complications of NIDDM in Hispanic and non-Hispanic whites. San Luis Valley Diabetes study. Diabetes Care 1991;14:655-64. 12 Medina RA, Pugh JA, Monterossa A, Cornell J. Minority advantage in diabetic ESRD survival on hemodialysis: due to different proportions of diabetic type ? Am J Kidney Dis 1996;28:226-34. 20 Lavery L, Ashry H, Harkless L, et al. Mortality associated with lower extremity amputations in minorities with diabetes. Diabetes 1994;43:29A. 13 Mather HM, Chaturvedi N, Fuller JH. Mortality and morbidity from diabetes in South Asians and Europeans: 11-year follow-up of the Southall Diabetes Survey. Diabet Med 1998;15:53-9. 14 Chaturvedi N, Fuller J. Ethnic differences in mortality from cardiovascular disease in the UK: do they persist in people with diabetes? J Epidemiol Community Health 1996;50:137-9. 15 Burden AC, McNally PG, Feehally J, Walls J. Increased incidence of end stage renal failure secondary to diabetes mellitus in Asian ethnic groups in the UK. Diabet Med 1992;9:641-5. 16 Samantha A, Burden AC, Jagger C. A comparison of the clinical features and vascular complications of diabetes between migrant Asians and Caucasians in Leicester, UK. Diabetes Res Clin Pract 1991;14:205-13. 17 Roderick PJ, Raleigh VS, Hallam L, Mallick P. The need and demand for renal replacement therapy amongst ethnic minorities in Engeland. J Epidemiol Community Health 1996;50:334-9. 18 Goldschmid MG, Domin WS, Ziemen DC, et al. Diabetes in urban AfricaAmerican. II. High prevalence of micro albuminuria and nephropathy in African-American with diabetes. Diabetes care 1995;18:955-61. 21 Pettitt DJ, Baird HR, Bennett PH. Excessive obesity in offspring of Pima Indian women with diabetes during pregnancy. N Engl J Med 1983;308: 242-5. 22 Childbearing patterns among selected racial / ethnic minority groups. United States 1990. MMWR Morb Mortal Wkly Rep 1993;42:398-403. 23 Stern MP. Kelly West Lecture. Primary prevention of type II diabetes mellitus. Diabetes Care 1991;14:399-410. 24 Larkin M. Diet and exercise delay onset of type 2 diabetes, say US experts. Lancet 2001;358:565. 25 De Ridder R. Voedingsadviezen aan Turkse diabetespatiënten. Huisarts Nu 1989;18:11-3. 26 Buntinx F, Scheepers L, Coemans E, D’Haene V. Cardiovascular risks in the diet of people of different origin living in one municipality and the impact of marriage. Int J Health Sciences 1995;6:127-32. 27 Dutour O, Ouertani M, Fakir S, Feissel A, Dutour A. Aspects antropologiques du diabète sucré. Problèmes d’équilibration de la maladie dans une ethnie transplantée. Ecol Hum 1989;1:21-31. Huisarts Nu november 2005; 34(9) 517