Naam : Rekenen in de chemie Klas: Datum: Informatie over de massa van 1 deeltje symbool naam eenheid voorbeeld Aa Absolute atoommassa (1 atoom) g Ar(Cl) = 35,45 Ar Relatieve atoommassa (1 atoom) / Ar(C) = 12,01 Ma Absolute molecuulmassa (1 molecule) g Ma(CH4) = 26,64 . 10-24 g Mr Relatieve atoommassa (1 molecule) / Mr(CH4) = 16,05 u Absolute referentiemassa (1 proton) g u = 1,66 . 10-24 g Informatie over het aantal deeltjes symbool naam N Werkelijke aantal deeltjes (1 voor 1 tellen) NA getal van Avogadro n Stofhoeveelheid in mol (hoeveel groepen van NA) eenheid atomen ionen moleculen deeltjes atomen/mol ionen/mol moleculen/mol deeltjes/mol mol voorbeeld N(H+) = 12,044.1023 ionen altijd 6,022.1023 deeltjes/mol n(H+) = 2 mol Verband tussen aantal mol en de massa symbool naam eenheid voorbeeld m Werkelijke massa (van heel veel deeltjes) g m(1,5 mol O2) = 48 g n Stofhoeveelheid in mol (hoeveel groepen van NA) mol n(O2) = 1,5 mol M Molaire Massa = m(1mol) g/mol M(O2)=32 g/mol Formule-overzicht Ar(Z) = Aa(Z) / u Mr(Z) = Ma(Z) / u N(Z) Ma(Z) = Σ Aa(atomen) x NA : NA Mr(Z) = Σ Ar(atomen) x Aa(Z) n(Z) of M(Z) = [Mr(Z)] g/mol (met Z = molecuul) xM Of M(Z) = [Ar(Z)] g/mol x Ma(Z) :M : Aa(Z) of : Ma(Z) m(Z) (met Z = atoom) Z = een atoom of een molecule Oefeningen molaire massa M 1. a Bereken de molmassa van Al(OH)3 b Bereken de molaire massa van CH3CH2OH (alcohol) 1. a ! Al(OH)3 Oplossing (oplossing= 78,01 g/mol) (oplossing= 46,08 g/mol) ? M(Al(OH)3) Zoek eerst Mr uit Ar, daarna M uit Mr Mr(Al(OH)3) = Σ Ar(atomen) = Ar(Al) + 3 Ar(O) + 3 Ar(H) 26,98 + 3.16,00 + 3.1,01 78,01 M(Al(OH)3) = [ Mr(Al(OH)3) ] g/mol M(Al(OH)3) = 78,01 g/mol 1. b ! CH3CH2OH Oplossing ? M(CH3CH2OH) Zoek eerst Mr uit Ar, daarna M uit Mr Mr(CH3CH2OH) = Σ Ar(atomen) = 2 Ar(C) + 6 Ar(H) + 1 Ar(O) 2. 12,01 + 6. 1,01 + 1. 16,00 46,08 M(CH3CH2OH) = [ Mr(CH3CH2OH) ] g/mol M(CH3CH2OH) = 78,01 g/mol Oefeningen verband tss. molaire massa M, stofhoeveelheid n & werkelijke massa m 1 2 3 4 1. Bereken de massa van 3,00 mol H2S (gas rotte eieren). Bereken de stofhoeveelheid in mol voor 294 g H2SO4. Bereken het aantal zwavelatomen in 48g SO2. Bereken het aantal zuurstofatomen in 48g SO2. ! n(H2S) = 3,00 mol Oplossing (oplossing: 102g) (oplossing: 3,00 mol) 23 (oplossing: 4,5 .10 atomen) 23 (oplossing: 9,0 .10 atomen) ? m(H2S) De vraag is eigenlijk hoeveel weegt 3,00 mol H2S Als je weet hoeveel 1 mol weegt kan je makkelijk berekenen hoeveel 3 mol weegt. Daarvoor moet je natuurlijk eerst de molaire massa M(H2S)kennen. Die kan je makkelijk afleiden uit Mr(H2S), want daar moet je gewoon g/mol achterzetten. Mr(H2S) kan je makkelijk vinden uit de diverse Ar Dus Mr(H2S) = Σ Ar(atomen) = 2 Ar(H) + 1 Ar(S) 2. 1,01 + 32,00 34,02 M(H2S) = [ Mr(H2S) ] g/mol M(H2S) = 34,02 g/mol Je weet nu dat 1 mol H2S 34,02 g weegt. Nu nog zoeken hoeveel 3,00 mol weegt. m(3 mol H2S) = n(H2S) . M(H2S) = 3,00 mol . 34,02 g/mol = 102 g 2. ! m(H2SO4) = 294 g ? n(H2SO4) Oplossing De vraag is eigenlijk hoeveel mol H2S zit er in 294 g H2SO4 Als je weet hoeveel 1 mol weegt kan je makkelijk berekenen hoeveel mol er in 294 g zit. Daarvoor moet je natuurlijk eerst de molaire massa M(H2SO4) kennen. Die kan je makkelijk afleiden uit Mr(H2SO4), want daar moet je gewoon g/mol achterzetten. Mr(H2SO4) kan je makkelijk vinden uit de diverse Ar Dus Mr(H2SO4) = Σ Ar(atomen) = 2 Ar(H) + 1 Ar(S) + 4 Ar(O) 2. 1,01 + 32,00 + 4. 16,00 98,02 M(H2SO4) = [ Mr(H2SO4) ] g/mol M(H2SO4) = 98,02 g/mol Je weet nu dat 1 mol H2SO4 98,02 g weegt. Nu nog zoeken hoeveel mol er in 294 g zit. n(H2SO4) = m(H2SO4) / M(H2SO4) = (294 g)/(98.02g/mol) = 3,00 mol 3. ! m(SO2) = 48g Oplossing ? N(S) De vraag is eigenlijk hoeveel atomen S zitten er in 48 g SO2 Als je weet hoeveel 1 mol SO2 weegt kan je makkelijk berekenen hoeveel mol SO2er in 48 g zit. daarvoor moet je natuurlijk eerst de molaire massa M(SO2) kennen. die kan je makkelijk afleiden uit Mr(SO2), want daar moet je gewoon g/mol achterzetten. Mr(SO2) kan je makkelijk vinden uit de diverse Ar Een keer je weet hoeveel mol SO2 je hebt (n(SO2)) weet je ook hoeveel mol S je hebt (n(S)) Als je dit aantal mol S kent kan je ook het absolute aantal S atomen berekenen (N(S)). Dus Mr(SO2) = Σ Ar(atomen) = 1 Ar(S) + 2 Ar(O) 1. 32,00 + 2. 16,00 64,00 M(SO2) = [ Mr(SO2) ] g/mol M(SO2) = 64,00 g/mol Je weet nu dat 1 mol SO2 64,00 g weegt. Nu nog zoeken hoeveel mol er in 48 g zit. n(SO2) = m(SO2) / M(SO2) = (48 g)/(64,00g/mol) = 0,75 mol Je weet nu dat je originele massa SO2 (48 g) precies 0,75 mol SO2 n(SO2) = 0,75 mol Dit wil ook zeggen dat je 0,75 mol S atomen hebt, want in 1 molecule SO2 zit slechts 1 atoom S n(S) = n(SO2) = 0,75 mol (elke appel heeft ook maar één steeltje) Hieruit kan je berekenen hoeveel atomen S dat werkelijk zijn: N(S) = n(S). NA = 0,75 mol . 6,023 1023 atomen/mol = 4,5 .1023 atomen S 4. ! m(SO2) = 48g Oplossing ? N(O) De vraag is eigenlijk hoeveel atomen O zitten er in 48 g SO2 Als je weet hoeveel 1 mol SO2 weegt kan je makkelijk berekenen hoeveel mol SO2 er in 48 g zit. daarvoor moet je natuurlijk eerst de molaire massa M(SO2) kennen. die kan je makkelijk afleiden uit Mr(SO2), want daar moet je gewoon g/mol achterzetten. Mr(SO2) kan je makkelijk vinden uit de diverse Ar Een keer je weet hoeveel mol SO2 je hebt (n(SO2)) weet je ook hoeveel mol S je hebt (n(S)) Als je dit aantal mol S kent kan je ook het absolute aantal S atomen berekenen (N(S)). Dus Mr(SO2) = Σ Ar(atomen) = M(SO2) = [ Mr(SO2) ] g/mol M(SO2) = 64,00 g/mol 1 Ar(S) + 2 Ar(O) 1. 32,00 + 2. 16,00 64,00 Je weet nu dat 1 mol SO2 64,00 g weegt. Nu nog zoeken hoeveel mol er in 48 g zit. n(SO2) = m(SO2) / M(SO2) = (48 g)/(64,00g/mol) = 0,75 mol Je weet nu dat je originele massa SO2 (48 g) precies 0,75 mol SO2 n(SO2) = 0,75 mol Dit wil ook zeggen dat je 1,50 mol O atomen hebt, want in 1 molecule SO2 zitten 2 atomen O n(O) = 2. n(SO2) = 2. 0,75 mol = 1,50 mol (elke appel heeft 2 blaadjes) Hieruit kan je berekenen hoeveel atomen O dat werkelijk zijn: N(O) = n(O). NA = 1,50 mol . 6,023 1023 atomen/mol = 9,0 .1023 atomen 0