SLZ9312 Pijnbehandeling met ruggenprik

advertisement
Pijnpolikliniek
telefoonnummer 020 512 5101
Epidurale injectie
Pijnbehandeling met een ruggenprik
DE PIJNPOLIKLINIEK
Voor de behandeling van uw aandoening
bent u doorverwezen naar de
pijnpolikliniek.
De artsen die daar werken zijn
anesthesioloog.
Zij hebben zich daarnaast gespecialiseerd
in de behandeling van pijn.
ALGEMEEN
Bij een aantal pijnbeelden bestaat de
behandeling uit het geven van medicijnen
via een ruggenprik (epidurale injectie). De
medicijnen bestaan uit een lokaal
verdovingsmiddel en hormonen (
corticosteroïden).
Pijnbeelden die hiervoor in aanmerking
kunnen komen zijn: Gordelroos (Herpes
Zoster, zie ook de folder over gordelroos),
lage rugpijn met of zonder uitstraling naar
de benen (Lumbago) en pijn in de nek
met of zonder uitstraling naar de armen
(Cervicobrachialgie).
In de nek en rug lopen grote zenuwen
vanuit het ruggenmerg naar de armen en
benen.
DE BEHANDELING
Na plaatselijke verdoving van de huid
brengt de anesthesioloog een naaldje via
de rug in tot de ruimte rondom het
ruggenmerg. Het naaldje komt niet in de
buurt van het ruggenmerg. Vervolgens
spuit de arts een ontstekingsremmend
hormoon in (corticosteroïden: Depomedrol
of Kenakort) en indien nodig een lokaal
verdovingsmiddel. Deze behandeling kan
plaatsvinden ter hoogte van de nek,
borstkas, lage rug of het stuitje. De
behandeling duurt doorgaans een
kwartier.
IS DE BEHANDELING PIJNLIJK?
In het algemeen is de ruggenprik niet
pijnlijker dan een gewone injectie.
Zonodig kunt u extra verdoving krijgen.
SLZ9312/0214
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Na de behandeling kunt u op de plaats waar
geprikt wordt last hebben van napijn.
Hiervoor kunt u pijnstillers nemen, b.v.:
- paracetamol 500 mgr, 3-4x2tabl. per 24
uur;
- voltaren 50 mg, 3x1tabl. per 24 uur of
- tramal 50 mg, maximaal 3x1tabl. per 24
uur.
Indien nodig kan, in overleg met de
anesthesioloog, van deze medicatie worden
afgeweken.
Het toegediende hormoon (corticosteroïd)
kan:
•
bij de vrouw opvliegers veroorzaken
en de menstruatie korte tijd verstoren.
•
bij patiënten met suikerziekte
gedurende een aantal dagen leiden
tot hogere bloedsuikers dan normaal.
MOGELIJKE COMPLICATIES
Bij de behandeling kan het ruggenmergsvlies
worden aangeprikt. Dit kan leiden tot
hoofdpijnklachten die meestal vanzelf
overgaan. Deze hoofdpijn onderscheidt zich
van ‘gewone’ hoofdpijn omdat de pijn minder
wordt bij platliggen en juist erger wordt bij
overeind komen. Als de klachten zo hevig
zijn dat u het bed moet houden, neem dan
contact op met de pijnpolikliniek. Uw
behandelend arts heeft mogelijkheden om
het natuurlijk herstel te bespoedigen.
In zeer zeldzame gevallen kan een infectie
optreden. Dit kan leiden tot een hersenvliesontsteking of een ophoping in de rug. Dit
laatste zal vaak door middel van een
operatie ontlast moeten worden.
In zeer zeldzame gevallen kan een bloeding
optreden op de plaats waar geprikt is en kan
zich een stolsel vormen rond het
ruggenmergsvlies. Dit uit zich in verlammingsverschijnselen en toenemende
pijnklachten. Dit stolsel zal dan door middel
van een operatie verwijderd moeten worden.
HET RESULTAAT
Het resultaat is na enkele dagen tot
weken te beoordelen; in een aantal
gevallen zal een herhaling van de
ruggenprik of een aanvullende
behandeling noodzakelijk zijn.
ZWANGERSCHAP
Wilt u ons laten weten als u zwanger bent,
of denkt te zijn? Als u daaraan twijfelt, kan
het helpen om te weten dat u alleen de
eerste 10 dagen na de eerste dag van de
menstruatie zekerheid hebt dat u niet
zwanger bent.
OVERGEVOELIGHEID
Bij dit onderzoek wordt een
jodiumhoudend contrastmiddel gebruikt.
Als u ooit een allergische reactie hebt
gehad op een contrastmiddel is het
belangrijk om vooraf contact op te nemen
met de arts van de pijnpoli. Laat ook
weten als u allergisch bent voor een
lokaal verdovingsmiddel.
MEDICIJNGEBRUIK
Met bloedverdunnende medicijnen, zoals
Sintrom(mitis), Marcoumar, of Acenocoumarol dient u minstens vier dagen
voor de behandeling te stoppen. Voor
Ascal, Naprosyne, Voltaren, Aspirine e.d.
is dat 5 tot 10 dagen voor de behandeling.
Doe dit altijd in overleg met uw
behandelend arts. Als uw bloed op de dag
van de behandeling te '
dun'is kan de
behandeling niet doorgaan.
Overige medicijnen die u altijd gebruikt,
mag u gewoon innemen.
VERVOER
De verdere dag van de behandeling mag u
niet actief aan het verkeer deelnemen. Regel
daarom vooraf dat iemand u naar huis
brengt. U kunt bij het naar huis gaan ook bij
de receptie vragen om een taxi voor u te
bellen.
VRAGEN?
Indien u vragen hebt kunt u deze altijd met
uw behandelend arts bespreken.
U kunt ook tijdens kantooruren bellen naar
de pijnpolikliniek, tel: 020 – 512 5101.
Download