WAP(BLIEF) ? U weet ongetwijfeld dat het pensioenlandschap hertekend werd en dat de nieuwe regeling vanaf 1 januari 2004 van kracht wordt. Misschien weet U ook dat dit het gevolg is van “WAP”. Wablief ? WAP staat voor de nieuwe Wet op Aanvullende Pensioenen. Het zou ons echter sterk verbazen mocht U voor de vuist weg kunnen antwoorden op de vraag wat WAP wijzigt aan de fiscale regels over aanvullende pensioenvorming. Daarom is dit een eerste bijdrage in een reeks over “WAP”. Stap voor stap willen wij U vertrouwd maken met de regeling die binnenkort in werking treed. WAP bestaat uit twee luiken: een sociaal en een fiscaal luik. Voor loontrekkenden gelden ze allebei. Voor zelfstandigen geldt enkel het fiscaal gedeelte. In deze eerste bijdrage schetsen we het waarom, wat, waar, wanneer en wie van “WAP”. Elders in dit nummer vindt U een volledige uiteenzetting over het sociale luik van WAP. In volgende nummers zullen we één voor één de fiscale wijzigingen behandelen. Waarom WAP ? Het is een publiek geheim dat de bevolking vergrijst en/of verkaalt en dat het bestaande pensioenstelsel onder druk komt te staan. Met het Zilverfonds alleen zal het probleem in de toekomst wellicht niet opgelost geraken. Daarom wil de Overheid de aanvullende pensioenvorming promoten. Daarnaast was het aanvullend pensioen tot voor kort vooral een voorrecht van werknemers van grotere bedrijven en van kaderleden. De nieuwe WAP is een poging om het aanvullend pensioen te democratiseren en toegankelijk te maken voor alle bedienden en arbeiders, zowel van grote bedrijven als van kleine ondernemingen. De nieuwe regeling heeft bovendien de ambitie om transparanter te zijn naar de leden toe. De pensioeninstellingen worden verplicht meer en doorzichtiger te rapporteren. Wat is WAP ? Als men praat over pensioenen, dan heeft men het steevast over de drie pensioenpijlers. De eerste pijler wordt gevormd door het wettelijk pensioen. Tot de tweede pijler behoren de pensioenen die opgebouwd worden met bijdragen dit in een verhouding staan tot het bedrijfsinkomen. De derde pijler slaat op de aanvullende pensioenen die de zelfstandige op eigen houtje opbouwt via pensioensparen. WAP moet gesitueerd worden binnen de tweede pijler van de pensioenvorming. In de huidige regeling bestaan binnen die tweede specifiek voor zelfstandigen twee soorten pensioenplannen. 1) Alle zelfstandigen kunnen vrijwillig bijdragen betalen voor een Vrij Aanvullend Pensioen Zelfstandigen (VAPZ). Met de bijdragen die ze storten kunnen ze een aanvullend rustpensioen opbouwen, eventueel ook een aanvullend overlevingspensioen voor de overlevende echtgenoot. De bijdragen worden gestort aan een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen; dit fonds maakt op zijn beurt de bijdragen over aan een pensioeninstelling. De betaalde bijdrage VAP is fiscaal aftrekbaar zoals sociale bijdragen voor zover ze minimum 1% en maximum 7% van het bedrijfsinkomen bedraagt. Er is ook een maximumplafond. Dit ligt momenteel op 2290 EUR per jaar. 2) Voor een aantal beroepscategorieën bestaat nog een voordeligere regeling: geneesheren, apothekers en tandheelkundigen enerzijds, notarissen, advocaten en gerechtsdeurwaarders anderzijds. Hun maximumplafond ligt 15 % hoger (2634 EUR). 10% van hun bijdrage wordt (evenwel) gebruikt om solidariteit te organiseren tussen de leden van de pensioenkas. Die “pot” wordt gebruikt om leden te vergoeden die door ziekte een tijdlang geen bijdragen kunnen betalen of die arbeidsongeschikt worden. Met WAP worden voor alle deelnemers-leden sociale pensioenplannen ontwikkeld die dezelfde eigenschappen hebben als de bestaande voordelige regeling voor de bovenvermelde vrije beroepen. Fiscaal kan een hogere premie worden afgetrokken en er wordt in een solidariteitsregeling voorzien. Waar vinden we WAP ? De nieuwe regeling is terug te vinden in de Wet van 28 april 2003 “betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid”. Deze Wet komt in de plaats van de Wet van 6 april 1995 over de aanvullende pensioenen (Wet Colla) en verscheen op 15 mei 2003 in het Belgisch Staatsblad (er verscheen ook nog een erratum in het Belgisch Staatsblad van 26 mei 2003). Op 14 november 2003 verschenen een reeks van UitvoeringsKB’s. Deze koninklijke besluiten verschenen diezelfde dag nog in het Belgisch Staatsblad. Voor de goede en voor de volledigheid van deze bijdragen, sommen we hierna even de betreffende KB’s op. Er is vooreerst een lijvig uitvoeringsbesluit bij de Wet op de Aanvullende Pensioenen: het Koninklijk Besluit van 14 november 2003 tot uitvoering van de Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen. Dit KB vervangt integraal het Koninklijk Besluit van 10 januari 1996 tot uitvoering van de wet van 6 april 1995 betreffende de aanvullende pensioenen. Daarnaast verschenen op dezelfde dag in het Belgisch staatsblad nog: - het KB van 14 november 2003 tot vaststelling van de regels inzake de financiering en het beheer van de solidariteitstoezegging - het KB van 14 november 2003 tot vaststelling van de solidariteitsprestaties verbonden met de sociale aanvullende pensioenstelsels - het KB van 14 november 2003 tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 mei 1985 tot toepassing op de voorzorgsinstellingen van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen - het KB van 14 november 2003 betreffende de levensverzekeringsactiviteit - het KB van 14 november 2003 betreffende de toekenning van buitenwettelijke voordelen aan de werknemers bedoeld bij KB nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en aan de personen bedoeld in artikel 32, eerste lid, 1° en 2° van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992, tewerkgesteld buiten een arbeidsovereenkomst - het KB van 14 november 2003 tot vaststelling van de erkenningvoorwaarden van de verzekeringsondernemingen en –instellingen met het oog op het uitoefenen van de verzekeringsverrichtingen bedoeld in het KB van 14 november 2003 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en aan de personen bedoeld in artikel 32, eerste lid, 1° en 2° van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992, tewerkgesteld buiten een arbeidsovereenkomst. Al deze KB’s zullen in de volgende bijdragen aan bod komen, doch enkel in de mate dat zij impact hebben op het fiscale luik van WAP. Wanneer geldt WAP ? WAP treedt globaal genomen in werking op 1 januari 2004. De pensioenreglementen en –overeenkomsten moeten ten laatste op 1 januari 2007 formeel zijn aangepast. De inrichters (hiermee worden de werkgevers bedoeld) moeten hun werknemers vóór 1 juli 2004 een schriftelijke nota bezorgen waarin zij hen uitleggen welke gevolgen de nieuwe regeling zal hebben voor hun pensioenrechten. Wie valt onder WAP ? Zoals hoger reeds vermeld, bestaat WAP uit twee luiken: een sociaal en een fiscaal luik. Voor loontrekkenden gelden beide luiken. Voor zelfstandigen geldt enkel het fiscaal gedeelte. Headlines van WAP Bij wijze van smaakmaker voor de volgende bijdrage, hierna alvast de headlines van WAP: Sociaal - Het toepassingsgebied is uitgebreid: vroeger was er enkel sprake van ondernemingspensioenen, nu zijn er ook sectorpensioenen. - Naast de gewone pensioenplannen zijn er voortaan ook sociale pensioenplannen. - Het systeem van de individuele pensioenplannen is strikter geworden. De toekenning van onderhandse interne individuele pensioenbeloftes voor werknemers is niet meer mogelijk. Individuele pensioentoezeggingen moeten voortaan extern worden opgebouwd. - Nieuw is ook de invoering van een verplicht gewaarborgd minimumrendement (3,25%) voor werkgeversbijdragen zodat het beleggingsrisico nooit op de werknemers valt. - De regering ontmoedigt de uitbetaling van verworven reserves voor de leeftijd van 60 jaar. Fiscaal - De werkgeversbijdragen voor aanvullende pensioenplannen zijn uitdrukkelijk vrijgesteld van belasting. - De aanvullende pensioenuitkering in rente wordt gestimuleerd. De rente wordt niet belast als pensioen maar wel als roerend inkomen. - - Het fiscaal regime van de aanvullende pensioenuitkeringen in kapitaal werd vereenvoudigd. Overdrachten van opgebouwde reserves binnen hetzelfde pensioenvehikel zijn voortaan belastingvrij. De fiscale aftrekbaarheid van de premies voor arbeidsongeschiktheid werd gewijzigd. Premies die worden gestort in een “cafetariaplan” zijn voortaan fiscaal aftrekbaar. Een “cafetariaplan” is de regeling waarbij de aangeslotene over een globaal premiebudget beschikt dat hij/zij mag aanwenden in functie van zijn persoonlijke behoefte (pensioenvorming, hospitalisatie, enz.). Alle groepsverzekeringscontracten van het type tak 23 (levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen) worden fiscaal aanvaard als vorm van pensioenopbouw. Wordt vervolgd … Peter Verschelden 24 november 2003