Anatomie / fysiologie Cxx53 9 en 10 Hart acties FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 1 Het pericard is van essentieel belang voor de cardiac output. Normaal pericard (hartzakje) Pericardiale effusie Pericard (hartzakje) Effusie = het doorlekken van (lichaams)vloeistoffen naar een lichaamsholte of ander weefsel FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 2 Elektrische / mechanische activiteit FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 3 boezems Hartactie 1 Hart is ontspannen. Atria EN ventrikels stromen vol atria 2 Atria trekken samen, Beetje bloed nog naar ventrikels ventrikels 3 Ventrikels trekken samen, bloed uit hart gepompt ventrikels FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 4 Hartacties Contractiefase, de systole • Hart trekt samen en bloed wordt arteriën in gepompt • Eerst de atria dan als bijna één geheel de ventrikels • Pas bij ventriculaire contractie openen arteriële kleppen zich Diastolische fase, ontspannings- of vullingsfase FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 5 Hartactie contractiefasen Hart kent een aantal fasen waarin contractie en vulling plaatsvindt. • Atriale systole fase of atriale contractiefase • Isovolumetrische contractiefase • Snelle ejaculatiefase • Verminderde ejaculatiefase • Isovolumetrische ontspanningsfase • Snelle ventriculaire vullingsfase FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 6 Registratie van de elektrische activiteit van het hart. P-top = atriummyocard PQ-segment = vertraging AV-knoop QRS ventrikelmyocard Q = bundeltakken R = Purkinje vezels S = prikkeling tot aan annulus fibrosis ST-segment = wegebben prikkel ventrikel T-top = rust ventrikelmyocard FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 7 Atrium systole FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 8 Atriale systole • Druk in atrium stijgt door de contractie ervan. Hierdoor wordt het bloed wat zich in het atrium bevindt, naar de ventrikels gepompt. • Hoe ouder het hart, hoe stijver de wand van de atria en ventrikels, dus minder vulling tijdens de diastole • Atriumcontractie kan 10% (rust) tot 30% (inspanning) toevoegen aan het einddiastolisch ventriculaire volume FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 9 Isovolumetrische contractie FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 10 Isovolumetrische contractie • Systole is begonnen maar hart spant alleen aan, dus drukverhoging, dus sluiten AV-kleppen • De prikkel van de AV-knoop is de bundel van His voorbij en gaat via de vezels van Purkinje over de ventrikels, die bijna als één geheel contraheren. • Pas op: Arteriële kleppen nog gesloten FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 11 Snelle ejectie FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 12 Verminderde ejectie FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 13 Ejectiefase • Arteriële kleppen (aortaklep en valve pulmonalis) openen zich. • Uitstroom bloed naar lichaam en longen • 60-80 ml/0,2 sec (in rust) FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 14 FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 15 Isovolumetrische ontspanning • Contractie is voorbij en hart ontspant • Maar nog geen vulling, want geen volumeverandering • Maar wel, sluiting arteriële kleppen! Immers de druk in de arteriën wordt groter dan in het hart, bloed stroomt terug. FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 16 FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 17 Relaxatie FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 18 Regulatie cardiac output • Hoeveelheid bloed die per minuut door het hart wordt verpompt • Cardiac output (Hart Minuut Volume) is gelijk aan het slagvolume vermenigvuldigt met hartfrequentie • CO (HMV) = slagvolume x frequentie / min – Gemiddeld: 70 cc x 70 contracties = 4900 ml per minuut, in rust dus 300 liter per uur. In je leven dus zo ongeveer 4 biljard (4000 miljoen) contracties, meer dan 300 miljoen liter rondpompen. FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 19 Beïnvloedende factoren Cardiac Output • • • • • Preload Contractiliteit Afterload Hartfrequentie Perifere weerstand FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 20 Preload, afterload, contractiliteit Preload: de voorbelasting van het hart. Dit is de gemiddelde wandspanning aan het eind van de diastole (rekking voor contractie) Afterload: de nabelasting van het hart. Is de gemiddelde wandspanning van de linker ventrikel tijdens de systole Contractiliteit: het vermogen van een spier (hier de hartspier) om zich samen te trekken FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 21 FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 22 Preload • Einddiastolisch volume = hoeveelheid bloed aanwezig op einde van diastole in rechter- of linker ventrikel • Het slagvolume neemt toe naarmate de ventrikel een hoger einddiastolisch volume heeft (rekking myofibrillen) • wet van Frank-Starling FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 23 Preload afhankelijk van • Totale hoeveelheid circulerend volume • Verdeling bloedvolume • Intrapericardiale druk (-5 / +5 mm Hg) • Atrium-systole (10 tot 30 % bijdrage) FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 24 Welke compensatie mechanismen? • Hartfrequentie regulatie (instantane) via: – sympathische en parasympatische – circulerende catecholamine = positief inotrope middelen (met name contractiekracht ) • Instantane contractiekracht regulatie – idem hartfrequentie regulatie FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 25 Welke compensatie mechanismen? • Frank-Starling mechanisme = toename cardiac output als de vullingsdruk toeneemt (binnen fysiologisch bereik) Contractiekracht Boven dat punt (hogere druk dan 18mm) is geen toename contractiekracht meer. Vullingsvolume (Preload) FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 26 Frank-Starlingeffect S l a g v o l u m e Decompensatio Cordis Inspanning, toegenomen contractiliteit Rust Einddiastolische druk Contractiekracht hart hangt in 1e instantie af van de initiële spiervezellengte, begin contractie FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 27 Frank-Starlingeffect FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 28 Contractiliteit • Is de kracht waarmee het hart samentrekt • Contractiekracht hart hangt in 1e instantie af van de initiële spiervezellengte, aan het begin van de contractie FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 29 Contractiliteit • O.i.v. sympatisch en parasympatisch zenuwstelsel • Hoeveelheid energie ter beschikking • Contractie-interval • Medicamenteus beïnvloedbaar FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 30 FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 31 Afterload • Weerstand die ventrikels moeten overwinnen om bloed te verpompen in de uitstroomvaten (aorta en arteria pulmonalis) • Afterload wordt dus bepaald door weerstand in de uitstroomvaten (elasticiteit, windketelfunctie) • Gezond hart geen problemen • Cardiaal belast > probleem FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 32 Decompensatio cordis • Hartzwakte of hartfalen • Pompfunctie van het hart schiet tekort • Links decompensatie van het hart = de linker harthelft kan de gevraagde arbeid niet leveren • Rechts decompensatie van het hart = rechterhelft faalt zodanig dat het niet kan voldoen aan de vraag FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 33 Decompensatio cordis Links decompensatio cordis • Longoedeem • Dyspnoe = Kortademigheid Rechts decompensatio cordis • Oedeem in benen en buik • Meestal gevolg van een links decompensatie Links decompensatio cordis geeft op den duur dikwijls een rechts decompensatio cordis erbij FHV2009 / Cxx53_9_10 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 34