Op welke tegemoetkomingen heb je recht?

advertisement
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
Wie in een thuiszorgsituatie belandt, kijkt vaak aan tegen
een berg extra rekeningen, meestal net op een moment
dat er een inkomensverlies is. De overheid voorziet verschillende tegemoetkomingen die dat inkomensverlies en
die extra kosten proberen op te vangen. In dit hoofdstuk
vind je een opsomming van de meest belangrijke tegemoetkomingen.
Opgelet! De cijfergegevens bij deze financiële tegemoetkomingen zijn louter indicatief. Deze tegemoetkomingen
worden immers regelmatig aangepast. Bovendien wordt
er rekening gehouden met bestaande inkomstenbronnen
(deze worden van de tegemoetkomingen afgetrokken).
Voor de meest recente bedragen kun je steeds terecht
bij de maatschappelijk werkers van CM. Zij kunnen je
ook aangeven welke tegemoetkoming jij in jouw geval
zult krijgen. Raadpleeg www.cm.be voor meer informatie.
1
Waar haal je jouw
inkomen vandaan?
1.1 Uitkering bij arbeidsongeschiktheid
“Sinds mijn ziekte erger werd, kan ik mijn job niet meer
uitoefenen. Het gaat gewoon niet meer. Sindsdien sta
ik op invaliditeit. Ik krijg een vergoeding van het ziekenfonds, maar ik zou eigenlijk wel eens willen weten
hoe ze berekenen waar ik recht op heb.”
Fons, 54 jaar
1.1.1Loontrekkenden
Gewaarborgd loon
(niet van toepassing voor werklozen en
sommige interim-werknemers)
Arbeiders genieten een gewaarborgd loon van de werkgever tijdens de eerste veertien dagen van hun arbeidsongeschiktheid. De volgende veertien dagen ontvangen
arbeiders 60 % van het brutoloon uitgekeerd door hun
ziekenfonds, met een financiële aanvulling van de werkgever. Aan deze tarieven zijn minimum- en maximumbedragen gekoppeld.
Bedienden ontvangen de eerste dertig dagen van hun
arbeidsongeschiktheid een gewaarborgd loon van hun
werkgever.
Primaire arbeidsongeschiktheid
Vanaf de 31ste dag start de primaire arbeidsongeschiktheid. Gedurende de volgende 11 maanden bedraagt de
uitkering 60 % van het brutoloon. Aan deze tarieven zijn
minimum- en maximumbedragen gekoppeld.
Vanaf de zevende maand arbeidsongeschiktheid zijn er
voor de primaire arbeidsongeschikten minimumbedragen
van toepassing. Deze minimumbedragen zijn dezelfde als
deze voor de invaliden en zijn afhankelijk van de gezinstoestand.
CM-Thuiszorgtip
Het eerste jaar wordt in principe op de uitkering
een bedrijfsvoorheffing van 11,11 % ingehouden.
De uitkering mag niet lager zijn dan het minimumbedrag.
Invaliditeit
Wie langer dan één jaar arbeidsongeschikt is, wordt in
de ziekteverzekering omschreven als “invalide”.
De invaliditeitsuitkering is afhankelijk van de gezinstoestand:
Gezinshoofden ontvangen 65 % van het brutoloon, begrensd met een minimum en een maximum bepaald door
de duur van arbeidsongeschiktheid;
Alleenstaanden ontvangen 55 % van het brutoloon, begrensd met een minimum en een maximum bepaald door
de duur van arbeidsongeschiktheid;
Samenwonenden ontvangen 40 % van het brutoloon,
met een minimum en maximum bepaald door de duur
van arbeidsongeschiktheid.
1.1.2Zelfstandigen
Primaire arbeidsongeschiktheid
De eerste 30 dagen van de arbeidsongeschiktheid worden zelfstandigen niet vergoed. Vanaf de 31ste dag krijgen zij een uitkering die afhankelijk is van de gezinstoestand:
Zelfstandige met gezinslast heeft recht op 52, 53 euro*;
Alleenstaande zelfstandige heeft recht op 40, 30 euro*;
Samenwonend zelfstandige heeft recht op 32, 73 euro*.
* Bedragen van toepassing op 01-12-2012.
Invaliditeit
Wie langer dan één jaar arbeidsongeschikt is, wordt in
de ziekteverzekering omschreven al invalide. De invaliditeitsuitkering is afhankelijk van de gezinstoestand en
het al of niet stopzetten van het bedrijf op naam van de
arbeidsongeschikte zelfstandige.
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
53
1.1.3 Hoe aangifte doen van
arbeidsongeschiktheid?
Als je arbeidsongeschikt bent, moet je tijdig je mutualiteit verwittigen. Je doet dit aan de hand van een ‘Getuigschrift van arbeidsongeschiktheid’, beter bekend
als het document ‘Vertrouwelijk’. Er bestaat een versie
voor werknemers en één voor zelfstandigen. Je kunt
een exemplaar verkrijgen in een CM-kantoor of via
www.cm.be. Je stuurt dit document altijd per post
naar de adviserend geneesheer van je mutualiteit.
De poststempel geldt als bewijs van tijdige indiening.
Deponeer je aangifte nooit in een CM-brievenbus!
Aangiftetermijnen
StatuutAangiftetermijn
Werklozen en andere personen
die niet (meer) werken bij de
aanvang van de arbeidsongeschiktheid
48 uur
Onthaalouders
48 uur
Na ontslag uit het ziekenhuis
48 uur
Hervallen na werkhervatting
48 uur
Arbeiders
14 dagen
Bedienden:
(met contract < 3 maanden)
14 dagen
(met contract > 3 maanden)
28 dagen
Zelfstandigen
28 dagen
Voor volledig vastbenoemde ambtenaren geldt een andere regeling. Zij moeten geen aangifte doen bij hun ziekenfonds.
1.1.4 Hulp van derden, RIZIV (voor loontrekkenden en zelfstandigen)
Indien je meer dan drie maanden een uitkering voor
arbeidsongeschiktheid ontvangt van de mutualiteit en
je een beroep doet op de hulp van anderen (bv. om je
te wassen, te verplaatsen, de woning te onderhouden
...) kun je een bijkomend forfait van 16,91 euro per dag
ontvangen. Om deze hogere uitkering te ontvangen, moet
je minstens 11/18 punten scoren op de medische criteria
betreffende afhankelijkheid. Deze verhoging is belastingvrij. Voor een aanvraag moet je je wenden tot de adviserend geneesheer van je mutualiteit.
Tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid is het
mogelijk om een deeltijdse activiteit bezoldigd of als vrijwilliger uit te voeren mits voorafgaandelijk akkoord van
de adviserend geneesheer van je mutualiteit. Bij de be-
54
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
rekening van de ziekteuitkering wordt er dan rekening
gehouden met de inkomsten uit de toegelaten bezoldigde
deeltijdse activiteit.
1.2 Vlaamse Zorgverzekering
“Eerlijk gezegd, ik vond het zever toen ze afkwamen
met de Vlaamse Zorgverzekering. Nog maar eens wat
geld dat ze uit onze zak klopten en waar we nooit iets
van terug zouden zien. Tot mijn vrouw zwaar hulpbehoevend werd … Omdat ik haar thuis verzorg, krijgt
zij van de Vlaamse Zorgverzekering maandelijks een
tussenkomst van 130 euro. Dat is misschien ook niet
het grote geld, maar alle beetjes helpen!”
Bernard, 62 jaar
De Vlaamse Zorgverzekering is een door de overheid verplichte verzekering met als doel de niet-medische kosten
van zwaar hulpbehoevende personen te helpen dragen.
Iedereen die ouder is dan 25 jaar moet zich aansluiten bij
een zorgkas en betaalt hiervoor een jaarlijkse bijdrage. De
zorgverzekering biedt aan de zorgbehoevende inwoner van
Vlaanderen een maandelijkse financiële tussenkomst van
130 euro. In Brussel is de aansluiting facultatief.
1.2.1 Wanneer word je als
zorgbehoevende erkend?
Voor zwaar hulpbehoevende personen is er bij thuiszorg
de mogelijkheid tot een tussenkomst van 130 euro per
maand.
Je moet een attest van zorgbehoevendheid kunnen voorleggen. Voldoe je aan één van de volgende scores, dan
kom je in aanmerking voor deze tussenkomst:
• forfait B of C op de Katz-schaal in de thuisverpleging;
• minstens een score van 35 punten behalen op de
BEL-profielschaal van gezinszorg;
• minstens een score van vijftien punten behalen op de
schaal van de zelfredzaamheid bij de Tegemoetkoming
Hulp aan Bejaarden of de Integratietegemoetkoming;
• minstens zeven punten en 66 % handicap - kinderen
geboren vóór 1993 - of minstens achttien punten - kinderen geboren na 1993 - voor de bijkomende kinderbijslag vastgesteld worden.
Indien je niet over een attest beschikt, kan er een onderzoek gebeuren naar de graad van je zorgbehoevendheid.
Je zorgkas zal in overleg met jou een dienst aanduiden
in jouw regio die gemachtigd is om dit onderzoek te verrichten.
Bewoners van een woonzorgcentrum, RVT of Psychiatrisch Verzorgingstehuis (PVT) hebben recht op een vergoeding van 130 euro.
1.2.2 Waar vraag je die vergoeding aan?
Voorwaarden
Aanvragen doe je best in het plaatselijke CM-kantoor, bij
de maatschappelijk werker van CM of bij jouw zorgkas.
• Je bent minimum 21 en maximum 65 jaar.
• Je bent in België gedomicilieerd en verblijft er werkelijk.
• Je behoort tot één van de volgende categorieën:
onderdanen van een lidstaat van de EU, Marokkanen,
Algerijnen, Tunesiërs, staatloze en vluchtelingen.
• De inkomsten overschrijden de vooropgestelde inkomensgrens niet.
Contact
016 35 95 88
Hoe aanvragen?
1.3Tegemoetkomingen
van de Federale Overheid
“Mijn man is na een zwaar auto-ongeluk verlamd aan
zijn onderste ledematen. Hij is altijd de kostwinner geweest als metselaar, maar dat is nu niet meer mogelijk. Dit wil zeggen dat we geen inkomen meer hebben.
Hij zit nu hele dagen thuis en zijn sociaal leven is ook
serieus verminderd. Kortom, hij is niet meer de man
die hij was. Hoe gaan wij financieel rondkomen? Ons
leven gaat verder en mijn man kost handenvol geld. Hij
moet verzorgd worden door een verpleger, moet naar
de kinesist, noem maar op. Zijn er eventuele financiële
tussenkomsten waar wij van kunnen genieten?”
Erna, 46 jaar
1.3.1
De nodige formulieren kun je bekomen op het gemeentehuis. Om na te gaan welke tegemoetkomingen je kunt
bekomen, neem je best contact op met de dienst Maatschappelijk Werk van CM, het CM-Thuiszorgcentrum,
een OCMW of een andere eerstelijnsdienst.
Inkomensvervangende tegemoetkoming
Deze tegemoetkoming wordt toegekend aan de persoon
die wegens zijn handicap niet in staat is meer dan een
derde te verdienen van wat een gezonde persoon, door
uitoefening van een beroep, op de algemene arbeidsmarkt kan verdienen.
Hoeveel bedraagt de
inkomensvervangende tegemoetkoming?
Het bedrag verschilt naargelang de persoon die de toelage ontvangt, personen ten laste heeft, alleen woont of
samenwoont.
Inkomensvervangende tegemoetkoming
Bedragen op
1 december 2012
Jaar
Maand
12 827,84 euro
1 068,98 euro
Alleenstaande
gerechtigde
9 620,88 euro
801,74 euro
Samenwonende
gerechtigde
6 413,92 euro
534,49 euro
Gerechtigde met
personen ten laste
Opgelet! Van deze bedragen worden eventuele bestaansmiddelen afgetrokken.
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
55
1.3.2Integratietegemoetkoming
Voorwaarden
Deze tegemoetkoming wordt toegekend aan de persoon
met een handicap die, ten gevolge van de vermindering
van zijn zelfredzaamheid, bijkomende kosten heeft om
zich in het maatschappelijk leven in te passen. Voor de
berekening van de graad van zelfredzaamheid wordt in
aanmerking genomen:
• Je bent minimum 21 en maximum 65 jaar.
• Je bent in België gedomicilieerd en verblijft er werkelijk.
• Je behoort tot één van de volgende categorieën:
onderdanen van een lidstaat van de EU, Marokkanen,
Algerijnen, Tunesiërs, staatloze en vluchtelingen.
• De vooropgestelde inkomensgrens wordt niet overschreden.
• de mogelijkheid om je te verplaatsen;
• de mogelijkheid om je voedsel te nuttigen of te bereiden;
• de mogelijkheid om voor je persoonlijke hygiëne in te
staan en je te kleden;
• de mogelijkheid om je woning te onderhouden en huishoudelijk werk te verrichten;
• de mogelijkheid om te leven zonder toezicht, bewust te
zijn van gevaar en het gevaar te kunnen vermijden;
• de mogelijkheid tot communicatie en sociaal contact.
De geneesheer van de federale overheid zal voor elke
functie onderzoeken welke moeilijkheden de betrokken
persoon ondervindt. Er kunnen vier mogelijke antwoorden verstrekt worden bij elke functie:
• geen moeilijkheden, geen bijzondere inspanning of
hulpmiddelen: 0 punten worden toegekend;
• beperkte moeilijkheden, beperkte bijkomende inspanningen of beperkt beroep op bijzondere hulpmiddelen:
één punt wordt toegekend;
• grote moeilijkheden, grote bijkomende inspanningen
of uitgebreid beroep op bijzondere hulpmiddelen: twee
punten worden toegekend;
• onmogelijk zonder hulp van derden, zonder opvang in
een aangepaste voorziening of zonder volledig aangepaste omgeving: drie punten worden toegekend.
Minder dan zeven punten geeft geen recht op de integratietegemoetkoming.
Integratietegemoetkoming 01-02-2012
Bedragen
per categorie
Per jaar
Per maand
1 (7-8 punten)
1 148,76 euro
95,73 euro
2 (9-11 punten)
3 914,52 euro
326,21 euro
3 (12-14 punten)
6 254,92 euro
521,24 euro
4 (15-16 punten)
9 112,63 euro
759,83 euro
5 (17-18 punten)
10 337,70 euro
861,47 euro
Opgelet! Ook dit zijn maximale tegemoetkomingen.
Er wordt rekening gehouden met de bestaansmiddelen.
Indien de gerechtigde verblijft in een door de overheid
gesubsidieerde instelling wordt de tegemoetkoming met
28 % verminderd.
56
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
CM-Thuiszorgtip
Deze inkomensvervangende tegemoetkoming en
de integratietegemoetkoming kunnen gelijktijdig
of afzonderlijk toegekend worden.
Hoe aanvragen?
De nodige formulieren kun je bekomen op het gemeentehuis. Om na te gaan welke tegemoetkomingen je kunt
bekomen, neem je best contact op met de dienst Maatschappelijk Werk van CM, het CM-Thuiszorgcentrum,
een OCMW of een andere eerstelijnsdienst.
1.3.3Tegemoetkoming
voor hulp aan bejaarden
“Mijn man is 72 en hulpbehoevend. Dit brengt vele
medische kosten met zich mee. Sinds kort schakelen
we ook thuiszorgdiensten in, zoals gezinshulp, en het
Wit-Gele Kruis. Dat is een welkome hulp, maar dat kost
allemaal geld. En we leven maar van een klein pensioentje. Kunnen wij een tegemoetkoming krijgen omdat
mijn man hulpbehoevend is?”
Anna, 64 jaar
Personen ouder dan 65 jaar hebben recht op een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden als zij hulpbehoevend zijn.
Voorwaarden
• Je bent minstens 65 jaar oud en hebt wegens ziekte
of handicap een gebrek aan of vermindering van
zelfredzaamheid.
• Je bent in België gedomicilieerd en verblijft er werkelijk.
• Je behoort tot één van de volgende categorieën:
onderdanen van een lidstaat van de EU, Marokkanen,
Algerijnen, Tunesiërs, staatloze en vluchtelingen.
• Er wordt rekening gehouden met al de inkomens van
het gezin.
• De aanvrager moet zijn rechten op een rust- en overlevingspensioen of de inkomensgarantie voor ouderen
doen gelden.
• Bejaarden, die inwonen bij familie tot en met de
tweede graad worden beschouwd als alleenstaande
voor de berekeningswijze van de tegemoetkoming.
Hoe wordt de tegemoetkoming berekend?
Er zijn vijf categorieën naargelang de graad van zelfredzaamheid
Tegemoetkoming voor
hulp aan bejaarden 01-02-2012
Bedragen
per categorie
1 (7-8 punten)
Per jaar
Per maand
981,68 euro
81,80 euro
2 (9-11 punten)
3 747,30 euro
312,27 euro
3 (12-14 punten)
4 556,11 euro
379,67euro
4 (15-16 punten)
5 364,69 euro
447,05 euro
5 (17-18 punten)
6 589,77 euro
549,14 euro
Opgelet! Bij de berekening wordt rekening gehouden met
de actuele bestaansmiddelen en het kadastraal inkomen
van de woning wanneer dit meer bedraagt dan 1 500
euro, vermeerderd met 250 euro per kind ten laste.
Hoe aanvragen?
De nodige formulieren kun je bekomen op het gemeentehuis. Om na te gaan welke tegemoetkomingen je kunt
bekomen, neem je best contact op met de dienst Maatschappelijk Werk van CM, het CM-Thuiszorgcentrum,
een OCMW of een andere eerstelijnsdienst. De aanvraag
kan ten vroegste ingediend worden de eerste dag van de
maand waarin de aanvrager 65 jaar wordt.
1.4 Verhoogde kinderbijslag
1.4.1 Voor arbeidsongeschikte werknemers, werklozen en gepensioneerden
en alleenstaande ouders
“Toen ik daarstraks mijn rekeninguittreksels bekeek,
merkte ik op dat ik meer kindergeld gekregen heb dan
anders. Hoe kan dat? Sinds kort krijg ik een invaliditeitsuitkering van het ziekenfonds vanwege mijn ziekte. Heeft dit daar iets mee te maken? Of hebben ze zich
gewoon vergist?”
Ward, 45 jaar
Volledig uitkeringsgerechtigde werklozen en personen
die al langer dan zes maanden ziek of arbeidsongeschikt
zijn door een arbeidsongeval, krijgen vanaf de zevende
maand een verhoogde kinderbijslag voor hun kinderen.
Dit onder bepaalde voorwaarden. Zo mag het inkomen
niet hoger zijn dan een bepaald bedrag.
1.4.2 Voor kinderen met een handicap
“Mijn zoon is met een handicap ter wereld gekomen.
Men wist mij te vertellen dat kinderen met een handicap bijkomende kinderbijslag krijgen. Maar nu heb ik
ook gehoord dat niet alle kinderen met een handicap
dezelfde bijslag krijgen. Blijkbaar hangt het af van de
geboortedatum. Klopt dat?”
Danielle, 35 jaar
Bijkomende kinderbijslag wordt momenteel toegekend
voor kinderen tot de leeftijd van 21 jaar, die een handicap of ziekte hebben. Sinds januari 2007 wordt er een onderscheid gemaakt tussen kinderen geboren vóór en na
31 december 1992.
Kinderen geboren vóór 31 december 1992 moeten een
handicap hebben van minstens 66 %. Daarbovenop onderscheiden ze drie categorieën op basis van de beperkingen rond zelfredzaamheid.
Kinderen met een handicap geboren na die datum hebben niet langer een erkenning van 66 % nodig.
Ze gaan de gevolgen van de handicap meten voor zowel
het kind als voor zijn familiale omgeving. Er wordt niet
enkel rekening gehouden met zijn geestelijke of lichamelijke handicap, maar ook met zijn graad van activiteit en
participatie.
Hoe aanvragen?
De aanvraag wordt gericht aan je kinderbijslagfonds.
Voor meer informatie kun je terecht bij de dienst Maatschappelijk Werk van CM.
Gepensioneerden die een ouderdomspensioen genieten
en personen met een handicap (66 % arbeidsongeschikt,
inkomensvervangende tegemoetkomingen of vermindering van zelfredzaamheid met minstens negen punten)
krijgen na één maand automatisch een verhoogde kinderbijslag voor hun kinderen.
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
57
2 Andere tegemoetkomingen
2.1 Forfaitaire tegemoetkomingen
voor chronische zieken
Chronisch zieken worden vaak geconfronteerd met hoge
uitgaven voor zorg- en hulpverlening. Hoewel de ziekteverzekering tegemoetkomt in vele prestaties, moeten ze
nog heel wat kosten zelf dragen. Daarom werden stapsgewijs diverse forfaitaire vergoedingen ingevoerd, die
chronisch zieken kunnen cumuleren.
2.1.1Zorgforfait
“Ik wist al langer dat ik ziek was. En ik wou eindelijk
wel eens weten wat er met me aan de hand was. Ik
verbleef meer in het ziekenhuis dan in mijn eigen huis.
Maar toch kwam het als een donderslag bij heldere
hemel: je bent chronisch ziek mevrouw. Beter zal het
nooit meer worden. Maar je leert er mee leven. Je
moet wel. Waar ik toch wel even van geschrokken
ben, waren de torenhoge dokters- en apothekerskosten. Gelukkig bleek dat ik, net door die hoge rekeningen, recht had op een forfait chronisch zieken.”
Els, 42 jaar
58
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
Het zorgforfait is een jaarlijkse tegemoetkoming voor
chronisch zieken die omwille van hun ziekte sterk afhankelijk zijn van anderen en hierdoor hoge uitgaven hebben
voor gezondheidszorg. Het jaarbedrag varieert naargelang de mate van verlies aan zelfredzaamheid. Een overzicht van de categorieën met de bijhorende tegemoetkomingen, vind je in de onderstaande tabel.
Zorgforfait
OmschrijvingBedrag
in euro
Behandeling kinesitherapie
zware pathologie
288,05
Verhoogde kinderbijslag attest 307
288,05
Minimum 120 dagen gehospitaliseerd
288,05
Minimum 6 ziekenhuisopnames
288,05
Integratietegemoetkoming voor mensen
met een handicap categorie III of IV
432,08
Hulp aan bejaarden categorie II, III, IV
432,08
Hulp van derden
432,08
Hulp van derden
arbeidsongeschiktheid / invaliditeit
432,08
Forfait thuisverzorging B of C
576,10
Voorwaarden
Om recht te hebben op het zorgforfait moeten chronisch
zieken aan twee voorwaarden voldoen: hoge uitgaven
voor gezondheidszorg en verlies aan zelfredzaamheid.
Hoge uitgaven voor gezondheidszorg
De chronisch zieke moet zowel in het betrokken als in het
voorafgaande kalenderjaar hoge uitgaven voor gezondheidszorg hebben.
Volgende drempelbedragen zijn hierbij van toepassing:
• chronisch zieken zonder recht op de verhoogde tegemoetkoming: 450 euro;
• chronisch zieken met recht op de verhoogde tegemoetkoming: 365 euro.
Als een chronisch zieke tijdens één van beide jaren minstens één dag recht heeft op de verhoogde tegemoetkoming, is voor dat jaar een drempelbedrag van 365 euro
van toepassing. Indien hij het andere jaar geen recht
heeft op de verhoogde tegemoetkoming, geldt voor dat
jaar een plafond van 450 euro.
Het berekenen van het totaalbedrag aan remgeld gebeurt
zoals voor de maximumfactuur in de ziekteverzekering
(MAF in de ziekteverzekering, zie blz. 68). Hierdoor worden een aantal uitgaven niet meegerekend zoals:
• kosten voor opname in een rusthuis of een psychiatrisch verzorgingstehuis (PVT);
• niet-terugbetaalde geneesmiddelen (categorie D);
• persoonlijk aandeel in de ligdagprijs in een psychiatrisch ziekenhuis vanaf de 366ste dag.
In tegenstelling tot de MAF in de ziekteverzekering, wordt
er echter enkel rekening gehouden met het remgeld van
de chronisch zieke zelf (bij de MAF in de ziekteverzekering daarentegen komt het totale remgeld van het gezin
in aanmerking).
• In het betrokken of voorafgaande kalenderjaar samen,
minstens zesmaal of gedurende minstens 120 dagen
opgenomen zijn in een algemeen of psychiatrisch ziekenhuis. Ook daghospitalisaties (bv. voor chemokuren)
en de dagen met nierdialyse worden meegerekend.
• Voldoen aan de medische voorwaarden die recht
geven op de verhoogde kinderbijslag voor kinderen
met een handicap of ernstige ziekte. Deze verhoogde
kinderbijslag wordt toegekend aan:
- kinderen die voor minstens 66 procent arbeidsonge-
schikt of geestelijk ongeschikt zijn (kinderen gebo-
ren vóór 1996);
- kinderen met een aandoening die gevolgen heeft voor henzelf, op het vlak van de lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid, van de activiteit en de participatie, of voor hun familiale omgeving (kinde-
ren geboren na 1996).
b. Voor de tegemoetkoming van 444,01 euro:
• voldoen aan de afhankelijkheidsvoorwaarden voor
de toekenning van de integratietegemoetkoming voor
personen met een handicap (minstens 12 punten).
• indien je de tegemoetkoming niet krijgt omwille van de
inkomensvoorwaarden, is dat geen hinderpaal.
• voldoen aan de afhankelijkheidsvoorwaarden voor de
toekenning van de tegemoetkoming hulp aan bejaarden met een handicap (minstens 12 punten).
• recht hebben op een tegemoetkoming voor hulp van
derden (mindervaliden).
• als invalide met gezinslast recht hebben op een forfaitaire tegemoetkoming voor hulp van derden.
• als invalide zonder gezinslast recht hebben op een
uitkering als gerechtigde met gezinslast wegens een
behoefte aan hulp van derden. Je kunt worden gelijkgesteld met een gerechtigde met gezinslast, indien je
voldoende hoog scoort op de schaal die de mate van
behoefte aan hulp van derden meet.
Verlies aan zelfredzaamheid
c. Voor de tegemoetkoming van 592 euro:
Het verlies aan zelfredzaamheid wordt vastgesteld aan
de hand van een aantal indicaties. Concreet moet de
chronisch zieke zich in het betrokken kalenderjaar in minstens één van onderstaande situaties bevinden.
Minstens drie maanden recht hebben op het forfait B of C
in het kader van de thuisverpleging.
a. Voor de tegemoetkoming van 296 euro :
• Minstens zes maanden erkend zijn als rechthebbende
met een zware aandoening in het kader van kinesitherapie of fysiotherapie. Het verlenen van kinesitherapie- of fysiotherapieverstrekkingen is niet vereist.
Het volstaat dat de adviserend geneesheer van je mutualiteit op basis van de score op de KATZ-schaal
zijn akkoord geeft voor het aanrekenen van het
forfait B of C. Effectief een beroep doen op thuisverpleging is geen vereiste.
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
59
Zorgforfait: hoe te verkrijgen?
Het zorgforfait wordt automatisch door de mutualiteit uitbetaald aan de leden waarvan het weet dat ze aan de
voorwaarden voldoen.
Wat betreft de remgeldvoorwaarde stellen zich geen problemen. De mutualiteit beschikt immers over de nodige
gegevens om na te gaan of het grensbedrag bereikt is.
Van het verlies aan zelfredzaamheid is de mutualiteit niet
altijd op de hoogte. Dit is het geval als de zieke aan de
voorwaarden voldoet maar er geen prestaties worden
geleverd (bv. thuisverpleging) of geen tegemoetkoming
wordt uitbetaald (bv. integratietegemoetkoming). In deze
situaties is het belangrijk dat iemand de nodige stappen
zet, die de mutualiteit toelaat om de zieke te detecteren
als rechthebbende op het zorgforfait. Dit kan bijvoorbeeld
door een aanvraag in te dienen voor een integratietegemoetkoming.
2.1.2Incontinentieforfait
“Als ik jonge ouders hoor klagen over de kostprijs van
de luiers tegenwoordig, denk ik dat ze gelukkig nog
niet weten dat de luiers die ze misschien ooit voor hun
bejaarde ouder moeten kopen nog veel duurder zijn.
Nog een geluk dat we recht hebben op een forfait incontinentie.”
Ludo, 65 jaar
Het incontinentieforfait is een jaarlijkse tegemoetkoming
in de kosten voor incontinentiemateriaal van zwaar zorgbehoevenden.
Voor 2013 bedraagt het forfait 486,39 euro. Het bedrag is
gekoppeld aan de gezondheidsindex en wordt jaarlijks op
1 januari aangepast.
Alvorens de tegemoetkoming opnieuw te verkrijgen,
moeten er minstens twaalf maanden verstreken zijn sinds
de vorige beslissing tot toekenning.
Voorwaarden
• Recht hebben op het forfait B of C in de thuisverpleging, gedurende minstens vier van de laatste twaalf
maanden. Het volstaat dat de adviserend geneesheer
van het ziekenfonds op basis van de score op de
KATZ-schaal akkoord gaat met het aanrekenen van
het forfait B of C. Het effectief een beroep doen op
thuisverpleging is geen vereiste. Voor de berekening
van de vier maanden worden de periodes met recht op
het forfait B en deze met recht op het forfait C samengevoegd. De vier maanden moeten ook niet noodzakelijk een aaneengesloten periode vormen.
60
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
• Op de KATZ-schaal een score 3 of 4 hebben voor het
criterium ‘Incontinentie’. Dit betekent concreet dat de
persoon incontinent is voor urine en/of stoelgang.
• De zorgbehoevende mag de laatste dag van de hierboven vermelde vier maanden niet verblijven in een
verzorgingsinrichting waarvoor de ziekteverzekering
een tegemoetkoming voorziet.
• De zorgbehoevende moet op de laatste dag van de
referteperiode van twaalf maanden in leven zijn.
Goed om te weten
• Een rechthebbende mag de laatste dag van de periode
van vier maanden niet verblijven in een verzorgingsinrichting waarvoor de ziekteverzekering een tegemoetkoming voorziet (zie voorwaarden). Je hebt dus geen
recht op het incontinentieforfait bij opname in een:
- algemeen of psychiatrisch ziekenhuis;
- rust- en verzorgingstehuis (RVT);
- rustoord voor bejaarden (ROB);
- psychiatrisch verzorgingstehuis (PVT);
- initiatief voor beschut wonen of bepaalde revalida-
tiecentra.
De opname in een instelling van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap vormt daarentegen geen probleem.
• Het forfait is niet gekoppeld aan een remgeldvoorwaarde.
• Het incontinentieforfait kan worden gecumuleerd met
het zorgforfait, het forfait palliatieve zorg en het PVSforfait.
• Indien je geen recht hebt op het incontinentieforfait,
maar je lijdt toch aan onbehandelbare incontinentie en
je voldoet aan de voorwaarden, maak je aanspraak op
het incontinentieforfait voor niet-afhankelijke patiënten. (zie blz. 61)
Hoe te verkrijgen?
Het incontinentieforfait wordt door CM Leuven automatisch uitbetaald aan CM-leden waarvan het weet dat ze
aan de voorwaarden voldoen.
Meestal gebeurt de aanvraag door de verpleegkundige
die aan huis komt. Heel wat personen met incontinentie
worden echter thuis door mantelzorgers verzorgd zonder
dat er een verpleegkundige aan huis komt. Om aanspraak
te maken op het incontinentieforfait is het belangrijk hun
gegevens door te geven aan de mutualiteit.
De aanvraag moet jaarlijks herhaald worden.
2.1.3 Incontinentieforfait voor
niet-afhankelijke patiënten (nieuw)
Personen die lijden aan een onbehandelbare vorm van
incontinentie, maar die niet aanmerking komen voor het
bestaande incontinentieforfait op basis van de KATZ-score, kunnen sinds eind november 2011 aanspraak maken
op het incontinentieforfait voor niet afhankelijk patiënten.
Deze tegemoetkoming bedraagt 158,75 euro (bedrag op
1 januari 2013).
2.1.4 Forfait palliatieve zorg
Dit forfait is een tegemoetkoming in de kosten voor medicatie en verzorgings- en hulpmiddelen die vereist zijn
voor de thuisverzorging van palliatieve patiënten.
Het forfait bedraagt 638,29 euro en wordt voor één maand
toegekend. Indien de patiënt na afloop ervan verder aan
de voorwaarden voldoet, kan het forfait nog een tweede
maal worden uitbetaald.
Het vaste bedrag is niet gekoppeld aan de index.
Voorwaarden
• Lijden aan een onbehandelbare vorm van incontinentie.
• Op de laatste dag van de periode van twaalf maanden
waarvoor het recht op de tegemoetkoming gevraagd
wordt, niet opgenomen zijn in een verzorgingsinstelling:
-rust- en verzorgingstehuis;
-rustoord voor bejaarden;
-psychiatrisch verzorgingstehuis;
-dagcentra;
-beschut wonen;
-medische pediatrische centra (MPI);
-algemeen of psychiatrisch ziekenhuis (uitgezonderd acute diensten: A – C – D – E – G – K – L – M – N).
• Geen tegemoetkoming voor autosondage of incontinentiemateriaal ontvangen hebben tijdens de laatste twaalf maanden waarvoor het recht op de tegemoetkoming gevraagd wordt.
Goed om te weten
• De aanvraag van het forfait mag alleen ingediend
worden voor de laatste twaalf maanden.
• De mutualiteit onderzoekt elk jaar of het forfait mag
betaald worden.
Hoe te verkrijgen?
Je laat het aanvraagformulier voor het forfait invullen,
dateren en ondertekenen door de huisarts. Je stuurt het
aanvraagformulier op naar de adviserend geneesheer
van je mutualiteit. De adviserend geneesheer geeft zijn
goedkeuring voor drie jaar. Op het einde van deze periode moet je een nieuwe aanvraag indienen. De mutualiteit
betaalt het forfait automatisch na de goedkeuring door de
adviserend geneesheer.
Je kunt het aanvraagformulier downloaden via
www.cm.be. (Diensten en voordelen, thuiszorg, forfaits)
Voorwaarden
Palliatieve patiënten die thuis verzorgd worden en de intentie hebben om tijdens de terminale fase thuis te blijven, maken aanspraak op het forfait.
Bovendien moet de patiënt voldoen aan twee van onderstaande voorwaarden:
• Nood hebben aan permanente ondersteuning en toezicht. Deze ondersteuning kan worden verleend door:
-­personen uit de directe omgeving;
­- mantelzorgers;
­-vrijwilligers, bijgeschoold door erkende instanties;
­- gezinshulp;
­-personen die palliatief verlof hebben aangevraagd.
• Nood hebben aan geneesmiddelen, hulpmiddelen of
psychosociale bijstand. Minstens twee van onderstaande vormen van ondersteuning moeten aanwezig
zijn:
-specifieke palliatieve medicatie;
-verzorgingsmateriaal;
-hulpmiddelen;
-een spuitaandrijver;
-pijnpomp;
-dagelijkse psychosociale bijstand voor het gezin.
• Nood hebben aan toezicht of dagelijkse verzorging
door een verpleegkundige. De patiënt moet op basis
van de KATZ-schaal tenminste afhankelijk zijn:
-om zich te wassen en te kleden;
-om zich te verplaatsen en naar het toilet te gaan;
-wegens incontinentie en/of om te eten.
Goed om te weten
• Het forfait kan nog een tweede maand worden toegekend indien de patiënt na afloop van de eerste dertig
dagen verder aan de voorwaarden voldoet.
• Het bedrag blijft integraal verworven, ook als de
patiënt binnen de dertig dagen overlijdt.
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
61
• Er is geen recht op het palliatief forfait bij opname in
een:
-algemeen of psychiatrisch ziekenhuis;
-rust- en verzorgingstehuis (RVT);
-rustoord voor bejaarden (ROB);
-psychiatrisch verzorgingstehuis (PVT);
-initiatief voor beschut wonen of bepaalde revalidatiecentra.
Verblijf in een instelling van het Vlaams Agentschap
voor Personen met een Handicap vormt geen
probleem.
• De tegemoetkoming kan worden gecumuleerd met de
eenmalige forfaitaire vergoeding die een multidisciplinair begeleidingsteam voor palliatieve verzorging
vanuit de ziekteverzekering kan ontvangen. Bovendien
moet een patiënt, die recht heeft op het palliatief forfait, geen remgeld betalen voor huisbezoeken van de
huisarts en verstrekkingen van thuisverpleegkundigen.
daaropvolgende maanden, betaalt het de helft van de
tegemoetkoming aan de patiënt;
• nadien betaalt het maandelijks een bedrag dat overeenstemt met 1/12 van de jaarlijkse tegemoetkoming
(= 677,51 euro).
De tegemoetkoming vervalt vanaf de tweede volledige
kalendermaand waarin de patiënt ononderbroken verblijft in een ziekenhuis, rustoord voor bejaarden, rust- en
verzorgingstehuis of psychiatrisch verzorgingstehuis.
Hoe te verkrijgen?
De verantwoordelijke arts van een erkend deskundig ziekenhuiscentrum stuurt een standaardformulier naar de
adviserend geneesheer van de mutualiteit van de patiënt.
Hierop wordt bevestigd dat de patiënt aan de voorwaarden voldoet.
Een kopie van dit formulier wordt aan de huisarts bezorgd.
Hoe te verkrijgen?
De huisarts stuurt een aanvraagformulier naar de adviserend geneesheer van de mutualiteit van de patiënt.
Onmiddelijk na de kennisgeving aan de adviserend geneesheer betaalt de mutualiteit de tegemoetkoming aan
de patiënt.
2.1.5 Tegemoetkoming voor patiënten
in een comateuze toestand
(PVS-forfait)
Deze tegemoetkoming is voor personen die door een
acute hersenbeschadiging (een niet-aangeboren hersenletsel) in coma geraakt zijn en hier niet volledig uit
ontwaken. Het PVS-forfait komt tegemoet in de kosten
voor medicatie, verzorgings- en hulpmiddelen die nodig
zijn voor de thuisverzorging van deze patiënten. Het forfait bedraagt voor 2013 maximum 8 130,16 euro per jaar.
Het bedrag is gekoppeld aan de gezondheidsindex en
wordt jaarlijk op 1 januari aangepast.
Voorwaarden
• PVS-patiënt zijn: de patiënt is in een coma verzeild na
het oplopen van een ernstige acute hersenbeschadiging en de ontwaaktechnieken konden de toestand
niet verbeteren;
• de patiënt wordt (zal) thuis of in een centrum voor
dagverzorging verzorgd (worden).
Goed om te weten
De betaling gebeurt door de mutualiteit:
• voor de maand van terugkeer naar huis en de vijf
62
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
Deze medische kennisgeving kan worden ingediend ten
vroegste een maand voordat de patiënt naar huis terugkeert en uiterlijk voor het einde van de vijfde maand na de
maand van terugkeer.
Ziekenhuizen erkend voor aanvraag
UZ Leuven Campus Pellenberg
Weligerveld 1
3212 Pellenberg
016 33 22 11
Ziekenhuis Inkendaal
Inkendaalstraat 1
1602 Vlezenbeek
02 531 51 11
Centre Hospitalier
Universitaire Brugmann
Place Van Gehuchten 4
1020 Brussel
02 477 21 11
Centre Hospitalier
Régional de Tournaisis
Bld du Roi Albert 1
7500 Doornik
069 25 54 60
Centre Hospitalier
Régional Clinique Saint Joseph
Av. Baudouin de Constantinople 5
7000 Bergen
065 38 55 11
Les Cliniques de PIPAL
Rue Montagne Ste Walburge 4B
4000 Luik
04 224 62 11
Centre Neurologique et
de Readaption Fonctionelle
Rue Champs des Alouettes 70A
4557 Fraiture
085 51 91 11
Centre Neurologique
William Lennox
Allée de Clerlande 6
1340 Ottignies
010 43 02 11
Heropbeuring v.z.w. De Mick
Papestraat 30
2930 Brasschaat
03 217 10 11
UZ Gent
De Pintelaan 185
9000 Gent
09 240 20 15
AZ Salvator – St. Ursula
Salvatorstraat 20
3500 Hasselt
011 28 91 11
H. Hartziekenhuis v.z.w.
Wilgenstraat 2
8800 Roeselare
051 23 71 11
AZ Sint Jan
Ruddershove 10
8000 Brugge
050 45 21 11
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
63
2.1.6 Specifieke forfaitaire vergoedingen
voor chronisch zieke kinderen
Voor welbepaalde chronisch zieke kinderen zijn er de volgende twee forfaitaire vergoedingen:
• het forfait voor kinderen die lijden aan chronische
nierinsufficiëntie;
• het forfait voor galactosemie bij kinderen jonger dan
twee jaar.
Voor kinderen met
chronische nierinsufficiëntie
Er wordt een forfaitaire tegemoetkoming van 30 euro
toegekend aan kinderen die lijden aan chronische nierinsufficiëntie onder dialyse of die lijden aan tubulopathie.
Deze tegemoetkoming dient om de kosten van producten
voor bijzondere voeding te dekken.
Voorwaarden:
• je kind is jonger dan achttien jaar;
• de diagnose werd gesteld door een geneesheerspecialist voor kindergeneeskunde, werkzaam in een
centrum voor pediatrische nefrologie.
Hoe te verkrijgen?
De geneesheer-specialist voor kindergeneeskunde,
werkzaam in een centrum voor pediatrische nefrologie,
bezorgt een speciaal document, de “notificatie”, aan de
adviserend geneesheer van jouw mutualiteit.
64
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
In dit document staat vermeld dat het gaat om een kind
met chronische nierinsufficiëntie dat voldoet aan de
voorwaarden om van dit forfait te kunnen genieten. Deze
eerste notificatie geeft gedurende één jaar het recht op
het forfait en kan hernieuwd worden voor een periode
van vijf jaar.
Voor galactesomie bij
kinderen jonger dan twee jaar
Er wordt een maandelijkse tegemoetkoming van 60 euro
toegekend aan kinderen jonger dan twee jaar die lijden
aan galactesomie. Deze tegemoetkoming dient om de
kosten van producten voor bijzondere voeding te dekken.
Voorwaarden:
• je kind is jonger dan twee jaar;
• de diagnose galactesomie werd gesteld door een
geneesheer-specialist in de kindergeneeskunde.
Hoe te verkrijgen?
De behandelende geneesheer-specialist in de kindergeneeskunde vult een kennisgeving in die je aan de adviserend geneesheer van je mutualiteit overhandigt. Hierin
verklaart hij dat je kind zijn patiënt is, dat het lijdt aan
galactesomie en dat de gezondheidstoestand van je kind
bijzondere voeding vereist. Het formulier vermeldt expliciet welke bijzondere voeding je kind nodig heeft.
Overzicht forfaitaire tegemoetkomingen chronisch zieken
Zorg
Incontinentie
Palliatief
Coma
Wat?
Tegemoetkoming voor
chronisch zieken die door
hun ziekte sterk afhankelijk zijn van anderen en
hierdoor hoge uitgaven
hebben voor gezondheidszorg
Wat?
Tegemoetkoming in de
kosten voor incontinentiemateriaal van zwaar
zorgbehoevenden
Wat?
Tegemoetkoming in de kosten voor de verzorging thuis
van palliatieve patiënten
Wat?
Tegemoetkoming in de kosten voor de verzorging thuis
van PVS-patiënten
Voor wie?
Chronisch zieken met:
- hoge uitgaven voor
gezondheidszorg;
- verlies zelfredzaamheid.
Voor wie?
Zwaar zorgbehoevende:
- met minstens vier
maanden recht op het
forfait B of C in de
thuisverpleging;
- met een score 3 of 4
voor het criterium ‘Incontinentie’.
Niet-afhankelijke patiënt:
onbehandelbare vorm.
Voor wie?
Palliatieve patiënten met:
- nood aan permanente
ondersteuning en toezicht;
- en/of geneesmiddelen,
hulpmiddelen of psychosociale bijstand;
- en/of toezicht of dagelijkse
verzorging door een verpleegkundige.
Voor wie?
Patiënten in coma:
- met persisterende neurovegetatieve status (PVS)
sinds minstens drie maanden;
- met een minimaal
responsieve status (MRS).
Hoeveel?
296 of 444,01 of
592 euro/jaar
(gezondheidsindex)
Hoeveel?
- Zwaar zorgbehoevende:
486,39 euro/jaar
(gezondheidsindex
(zwaar zorgbehoevenden)
- Niet-afhankelijke
patiënt: 158,75 euro/jaar
Hoeveel?
638,29 euro, maximum tweemaal (niet aangepast aan de
index)
Hoeveel?
8 130,16 euro/jaar
(gezondheidsindex)
Hoe te verkrijgen?
Automatisch
Hoe te verkrijgen?
- Zwaar zorgbehoevende:
automatisch
- Niet-afhankelijke
patiënt: Kennisgeving
aan de adviserend
geneesheer (standaardformulier)
Hoe te verkrijgen?
Kennisgeving aan de adviserend geneesheer (standaardformulier)
Hoe te verkrijgen?
Kennisgeving verantwoordelijke arts van een erkend
deskundig ziekenhuiscentrum aan de adviserend
geneesheer (standaardformulier)
Bemerkingen
- Niet bij verblijf in
verzorgingsinrichting
waarvoor ziekteverzekering tegemoetkomt
- Wel in instelling Vlaams
Agentschap voor Personen met een Handicap
Bemerkingen
- Niet bij verblijf in verzorgingsinrichting waarvoor
ziekteverzekering tegemoetkomt
- Niet in instelling Vlaams
Agentschap voor Personen
met een Handicap
Bemerkingen
- Niet bij verblijf in verzorgingsinrichting waarvoor
ziekteverzekering tegemoetkomt
- Niet in instelling Vlaams
Agentschap voor Personen
met een Handicap
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
65
2.1.7Zorgtrajecten
Algemene voorwaarden
Een zorgtraject is een overeenkomst tussen een patiënt
met een chronische ziekte, zijn huisarts en de geneesheer-specialist die betrokken is bij zijn behandeling.
De artsen hebben regelmatig overleg over de behandeling van de patiënt met het oog op een tijdige doorverwijzing van de patiënt en een optimale coördinatie en
opvolging van zijn zorg.
Voor beide types zorgtrajecten gelden volgende voorwaarden:
Er kan een zorgtraject afgesloten worden voor:
• bepaalde patiënten met diabetes type 2;
• bepaalde patiënten met chronische nierinsufficiëntie.
Diabetes type 2
Je kunt een zorgtraject aangaan als:
• je een insulinebehandeling volgt met minimaal één en
maximaal twee insuline-injecties per dag;
• je behandeling met pillen onvoldoende is en een insulinebehandeling overwogen moet worden.
Je kunt géén zorgtraject aangaan als:
• je zwanger bent of een zwangerschapswens hebt;
• je diabetes type 1 hebt.
Patiënten met een zeer ernstige vorm van diabetes kunnen in aanmerking komen voor de diabetesconventie.
De patiëntenopvolging gebeurt intensiever en door een
ziekenhuisteam, maar eveneens in samenwerking met de
huisarts.
Chronische nierinsufficiëntie
Je kunt een zorgtraject aangaan als:
• je chronische nierinsufficiëntie in een ernstig stadium
hebt (GFR lager dan 45, tweemaal bepaald door een
bloedanalyse);
• je chronische nierinsufficiëntie hebt met een proteïnurie van meer dan 1gram per dag (tweemaal bepaald
door een urineonderzoek).
Je moet:
• minstens 18 jaar zijn;
• geen nierdialyse of transplantatie ondergaan.
66
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
• je ondertekent een zorgtraject voor vier jaar;
• je raadpleegt minsten twee keer per jaar je huisarts;
• je raadpleegt minstens één keer per jaar je geneesheer-specialist of je huisarts komt minstens twee keer
per jaar aan huis;
• je huisarts beheert je Globaal Medisch Dossier (zie
Globaal Medisch Dossier blz. 69).
Voordelen zorgtraject
Het zorgtraject houdt volgende voordelen in voor de patiënt:
• de behandeling van je aandoening wordt georganiseerd op maat van jouw specifieke situatie;
• je krijgt meer inzicht in je aandoening en bent nauwer
betrokken bij de opvolging ervan;
• je krijgt alle nodige informatie om zo goed mogelijk
met je ziekte om te gaan (bv. advies van diëtist, podoloog …);
• naargelang je aandoening krijg je specifiek materiaal
(bv. bloeddrukmeter op doktersvoorschrift);
• je consultaties bij de huisarts en de behandelende
geneesheer-specialist worden volledig terugbetaald
(zelfs het remgeld) door de mutualiteit tijdens de duur
van het zorgtraject.
Hoe een zorgtraject opstarten?
Een zorgtraject begint na afsluiting van een zorgtrajectcontract tussen de patiënt, de huisarts en de geneesheerspecialist. Dit is een geschreven verbintenis die geldig is
voor vier jaar. De huisarts stelt zo’n zorgtrajectcontract
op en bezorgt een kopie van het ondertekende contract
aan je mutualiteit. De adviserend geneesheer van de
mutualiteit laat de patiënt weten wanneer het contract
ingaat.
Je bent volledig vrij om te bepalen of en wanneer je een
zorgtrajectcontract afsluit. Je kunt dit bespreken met je
huisarts.
2.2Terugbetalingen
2.2.1 Verhoogde tegemoetkoming (VT)
“Omdat ik een tegemoetkoming aan personen met een
handicap heb, heb ik blijkbaar automatisch recht op
een verhoogde tegemoetkoming. Dat wil zeggen dat ik
minder moet betalen voor geneeskundige prestaties,
geneesmiddelen en hospitalisatie. Ik betaal bijvoorbeeld 23,32 euro voor een bezoek aan de huisarts, en
krijg 22,31 euro terugbetaald. Zonder verhoogde tegemoetkoming zou ik maar 19,32 euro terugbetaald krijgen.”
Louis, 62 jaar
Sommige mensen betalen minder voor hun gezondheidszorg dan anderen. Onder meer omdat ze een laag inkomen
hebben, krijgen ze recht op de verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering. Wie hierop recht heeft, betaalt minder remgeld bij uitgaven voor gezondheidszorg.
Dit geldt zowel bij een bezoek aan de dokter, de tandarts
of de kinesitherapeut als bij opname in het ziekenhuis.
Je betaalt ook minder voor sommige geneesmiddelen.
De verhoogde tegemoetkoming geeft eveneens recht op
andere voordelen zoals vermindering bij het openbaar
vervoer en het sociaal telefoontarief.
Gepensioneerden, weduwen en weduwnaars, wezen, invaliden, langdurig werklozen, ambtenaren die langer dan
een jaar in disponibiliteit zijn wegens ziekte, eenoudergezinnen, personen met een handicap, verblijvenden in België vanaf 65 jaar, rechthebbenden op een tegemoetkoming
van het stookoliefonds en religieuzen vanaf de pensioenleeftijd kunnen het recht op de verhoogde tegemoetkoming verkrijgen indien hun inkomen een bepaalde grens
niet overschrijdt. Ook kinderen met recht op bijkomende
kinderbijslag wegens handicap (zie blz. 57) kunnen deze
tegemoetkoming aanvragen. De personen ten laste van al
deze mensen kunnen ook hetzelfde voordeel genieten.
De verhoogde tegemoetkoming wordt toegekend na een
onderzoek van het gezinsinkomen. Je inkomen mag niet
meer bedragen dan 16 632,81 euro bruto per jaar verhoogd met 3 079,19 euro per persoon ten laste (bedrag op
1 december 2012).
Indien je behoort tot een van de hierboven opgesomde
groepen, kun je de verhoogde tegemoetkoming aanvragen bij je mutualiteit. Je mutualiteit stelt in veel gevallen
vast dat je mogelijk recht hebt op de verhoogde tegemoetkoming en neemt dan zelf contact met jou op. De
consulent van CM zal je helpen om de nodige documenten in te vullen. Daarvoor moet je wel alle vereiste bewijsstukken in verband met je inkomen meenemen.
Sommige mensen hebben recht op de verhoogde tegemoetkoming zonder dat daarvoor een inkomensonderzoek nodig is. Zij ontvangen het leefloon, het gewaarborgd inkomen voor bejaarden, de inkomensgarantie voor
ouderen (IGO) of een tegemoetkoming aan personen met
een handicap (inkomensvervangende tegemoetkoming,
integratietegemoetkoming of tegemoetkoming hulp aan
bejaarden). Om voor al deze uitkeringen in aanmerking te
komen, gebeurde er immers al een inkomensonderzoek.
Mensen die recht hebben op het leefloon moeten bewijzen dat zij gedurende een bepaalde periode recht hebben
op deze uitkering.
Wie het gewaarborgd inkomen, de inkomensgarantie
voor ouderen, een tegemoetkoming voor personen met
een handicap (inkomensvervangende tegemoetkoming,
integratietegemoetkoming of de tegemoetkoming hulp
aan bejaarden) ontvangt, krijgt de verhoogde tegemoetkoming automatisch. Dit kan van zodra de mutualiteit op
de hoogte is van het recht op een van deze uitkeringen.
2.2.2OMNIO-statuut
De bestaande regeling rond de verhoogde tegemoetkoming wordt uitgebreid met het OMNIO-statuut. Er wordt
niet langer rekening gehouden met het statuut van een
persoon (bv. weduwe, gepensioneerd, langdurig werkloos ouder dan 50 jaar), maar enkel met het bruto belastbaar gezinsinkomen. Dit mag niet meer bedragen dan
16 306,86 euro bruto per jaar, verhoogd met 3 018,84 euro
per persoon ten laste. Zo wordt het VT-statuut uitgebreid
tot alle gezinnen met een laag inkomen.
Ook het begrip ‘gezin’ is bij het OMNIO-statuut anders
gedefinieerd. Het verwijst niet langer naar de persoon in
kwestie, zijn echtgeno(o)t(e) en hun personen ten laste,
maar naar het feitelijke gezin (personen die op hetzelfde
adres gedomicilieerd zijn). De inkomsten van iedereen
die op 01-01 van het jaar van de aanvraag op hetzelfde
adres woont, worden in aanmerking genomen.
Het gezin verkrijgt het OMNIO-statuut vanaf de eerste
dag van het kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin de
verklaring op erewoord werd ingediend bij de mutualiteit.
Goed om te weten
Indien je de verhoogde tegemoetkoming hebt, hoef je het
OMNIO-statuut niet aan te vragen. Je behoudt de verhoogde tegemoetkoming zolang je aan de inkomensvoorwaarde voldoet. Ook de bijkomende voordelen (bv. korting NMBS, De Lijn, MIVB) blijven gelden zoals voorheen.
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
67
2.2.3 Maximumfactuur (MAF)
in de ziekteverzekering
“Als invalide heb ik medische kosten die erg kunnen
oplopen en die ook een flinke hap uit mijn budget betekenen. Nu heb ik iets gelezen over de maximumfactuur
in de ziekteverzekering, waardoor ik geld terug krijg
zodra ik een bepaald bedrag aan kosten heb. Ik vraag
mij af aan welke dienst ik moet doorgeven dat ik hoge
medische kosten heb en of ik hen dan moet vertellen
wat mijn uitgaven precies zijn.”
Tony, 55 jaar
De MAF in de ziekteverzekering is een financiële beschermingsmaatregel die de jaarlijkse medische kosten
voor gezinnen tot een plafondbedrag beperkt.
Zodra de uitgaven voor geneeskundige zorg in de loop
van het kalenderjaar een plafondbedrag bereiken, krijgt
een gezin, voor de daaropvolgende verstrekkingen, het
remgeld volledig terugbetaald.
Met remgeld wordt het door jou betaalde persoonlijk
aandeel bedoelt, dus het verschil tussen het door jou betaalde ereloon en de tegemoetkoming van de mutualiteit.
Als gezin wordt in aanmerking genomen: alle personen
die samenwonen op hetzelfde adres. Hierop zijn twee uitzonderingen mogelijk:
• Personen in een zorgafhankelijk situatie. Als bijzondere bescherming kunnen zij, onder bepaalde voorwaarden, als een apart gezin beschouwd worden. Dit kan
bijvoorbeeld belangrijk zijn voor chronisch zieken of
personen met een handicap die inwonen bij een gezin
met een hoog inkomen.
• Gezinnen waarvan één of meerdere personen recht
hebben op de verhoogde tegemoetkoming. De
rechthebbende, de partner en hun personen ten laste
worden beschouwd als een apart gezin waarvoor de
Sociale MAF (zie verder) van toepassing is. Voor het
volledige gezin blijft evenwel de Inkomens-MAF (zie
verder) van toepassing.
Opgelet! Wat de MAF in de ziekteverzekering betreft,
wordt er rekening gehouden met volgende remgelden:
• het remgeld voor A-, B- en C-medicatie;
• het remgeld op erelonen van artsen, kinesitherapeuten, verpleegkundigen, paramedici ...;
• het remgeld op technische prestaties zoals operaties,
bloedonderzoeken ...;
• het remgeld van de vergoedbare magistrale bereidingen;
• de afleveringsmarge van implantaten;
• bepaalde kosten bij opname in het ziekenhuis;
• …
68
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
Er zijn twee categorieën MAF in de ziekteverzekering:
• Sociale MAF: gezinnen waarvan één van de rechthebbenden behoort tot een bepaalde sociale categorie
(bv. weduwnaars of weduwen, invaliden, gepensioneerden … zie verhoogde tegemoetkoming blz. 67)
vallen hieronder. Zodra het plafondbedrag van 450
euro aan remgelden bereikt is, wordt een terugbetaling van het remgeld op geneeskundige prestaties
gewaarborgd;
• Inkomens-MAF: voor gezinnen die geen aanspraak
maken op de Sociale MAF. Het jaarlijkse plafondbedrag voor de medische kosten is afhankelijk van het
netto gezinsinkomen van het derde jaar voorafgaand
aan dat waarvoor het recht op de MAF in de ziekteverzekering wordt onderzocht. Onderstaande tabel geeft
de plafondbedragen weer op basis van het inkomen.
MAF in ziekteverzekering
Gezinsinkomentot remgeldplafond
vanaf
0 euro
17 039,73 euro
450 euro
17 039,74 euro
26 195,40 euro
650 euro
26 195,41 euro
35 351,10 euro
1 000 euro
35 351,11 euro
44 125,29 euro
1 400 euro
44 125,30 euro
...
1 800 euro
Voor kinderen is er een extra bescherming ingebouwd:
• voor kinderen die jonger zijn dan negentien jaar geldt
steeds een plafondbedrag van 650 euro, ongeacht
het gezinsinkomen. Als het gezinsplafond 450 euro
bedraagt, is dit bedrag van toepassing;
• voor kinderen met verhoogde kinderbijslag is een
plafond van 450 euro van toepassing indien ze:
-op 4 juli 2002 recht hadden op verhoogde
kinderbijslag;
-én tijdens het betreffende kalenderjaar verhoogde kinderbijslag ontvangen.
Rechthebbenden op de MAF in de ziekteverzekering
moeten geen bijzondere stappen ondernemen. De mutualiteiten houden alle kosten voor geneeskundige verzorging bij die voor de eventuele toekenning van de MAF in
de ziekteverzekering in aanmerking worden genomen.
De MAF in de ziekteverzekering zal hen automatisch worden toegekend.
2.2.4 Globaal Medisch Dossier (GMD)
“Ik heb mijn Globaal Medisch Dossier laten aanleggen
bij dokter Janssens. Hij was toch al jaren mijn huisarts.
Als ik er minder remgeld door moet betalen, waarom
zou ik het dan niet doen? Maar ik begin al wat ouder
te worden en bij de dokter op consultatie gaan, wordt
moeilijk. Geldt die remgeldvermindering ook als de
dokter op huisbezoek komt?”
Simonne, 76 jaar
Iedereen kan aan een erkende huisarts naar keuze vragen om zijn Globaal Medisch Dossier aan te leggen en
bij te houden. De huisarts mag hiervoor per kalenderjaar
een honorarium aanrekenen dat volledig terugbetaald
wordt door de mutualiteit. In het GMD worden alle gegevens bijgehouden over je gezondheid. Indien je een
GMD hebt, krijg je een remgeldverlaging van 30 % voor
consultaties bij de huisarts die je GMD bijhoudt of bij een
andere huisarts die toegang heeft tot het GMD. Personen vanaf de leeftijd van 75 jaar en personen die erkend
zijn als chronisch zieke, krijgen deze vermindering zowel
voor consultaties als voor huisbezoeken. Er kan maar één
Globaal Medisch Dossier per patiënt zijn dat wordt bijgehouden door één huisarts. Jouw globaal medisch dossier
wordt automatisch verlengd indien je minstens eenmaal
per jaar een consultatie hebt bij jouw vaste huisarts.
2.3 Financiële steun
2.3.1 Bijzonder solidariteitsfonds
“Mijn broer heeft kanker. Blijkbaar is het een erg uitzonderlijke vorm van kanker, want de specifieke medische zorgen die hij nodig heeft, zijn zo uitzonderlijk
en zo nieuw dat ze onvoorstelbaar duur zijn. Maar het
is zijn enige hoop, dus wil je hem die zorgen ook geven. Tot we tot de conclusie kwamen dat het ziekenfonds hier helemaal niet in tussenkomt. De behandeling is nog niet opgenomen in hun tegemoetkomingen.
Maar alleen kunnen wij die kostprijs niet betalen! ”
Leo, 52 jaar
Het Bijzonder Solidariteitsfonds is opgericht om tussen
te komen in uitzonderlijke situaties waarbij patiënten aan
zeer ernstige aandoeningen lijden, met grote kosten tot
gevolg, maar hiervoor geen tegemoetkoming kunnen krijgen.
Het Bijzonder Solidariteitsfonds kan, binnen de perken
van zijn financiële middelen, tussenkomen in de gezondheidszorgen die niet op de lijst van terugbetaalde prestaties van gezondheidszorgen voorkomen.
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
69
Voorwaarden
2.3.2 Fonds voor Beroepsziekten
• de kosten moeten hoog zijn;
• de behandeling moet een zeldzame aandoening betreffen die levensbelangrijke functies aantast;
• de behandeling moet een erkende wetenschappelijke
waarde en doeltreffendheid hebben;
• de behandeling moet het proefstadium overschreden
hebben;
• de behandeling moet absoluut noodzakelijk zijn op
medisch-sociaal vlak;
• de behandeling moet voorgeschreven zijn door een
geneesheer-specialist.
Wanneer je aan een ziekte lijdt waarbij de oorzaak ligt
in de werkomgeving, kun je een schadeloosstelling krijgen van het Fonds voor Beroepsziekten. Een patiënt die
een erkenning beroepsziekte wil aanvragen, bespreekt
dit met de adviserend geneesheer van zijn mutualiteit.
Er wordt dan een medisch attest ingediend bij het fonds.
Je kunt ook een aanvraag indienen om het persoonlijk
aandeel van de begunstigde te vergoeden voor in het buitenland verleende geneeskundige verstrekkingen, reisen verblijfskosten (ook van de vergezellende persoon).
Ook verstrekkingen die opgenomen zijn in de nomenclatuur (lijst waarin het materiaal en de prestaties zijn opgenomen die door de verplichte ziekteverzekering worden
terugbetaald), maar waarbij niet aan de voorwaarden
voldaan is om terugbetaling te bekomen, kunnen voor
een tussenkomst van het solidariteitsfonds in aanmerking
komen.
De aanvraag richt je tot de adviserend geneesheer van
je mutualiteit, waarbij een medisch verslag toegevoegd
wordt. Doe hierbij ook een verklaring op erewoord dat
je op geen andere wijze terugbetaling van deze prestaties kunt bekomen. De beslissing over het toekennen van
deze tegemoetkoming ligt bij het RIZIV, de betaling gebeurt door de mutualiteit.
Voor meer informatie kun je terecht bij de dienst Maatschappelijk Werk van CM.
Alleen loontrekkenden kunnen terecht bij het
Fonds voor Beroepsziekten.
Werknemers in openbare diensten hebben een specifieke regeling.
Voor meer informatie kun je terecht bij de dienst Maatschappelijk Werk van CM.
Contact
• Fonds voor Beroepsziekten
Sterrekundelaan 1
1210 Brussel
02 226 62 11
2.3.3Zelfhulpgroepen
Financiële steun aan kankerpatiënten
Personen met een gezinsinkomen onder een bepaalde
grens kunnen financiële steun krijgen in de kosten die
specifiek veroorzaakt worden door een kankeraandoening. Er zijn twee organisaties waar een aanvraag kan
ingediend worden: de Vlaamse Liga tegen Kanker en de
Stichting tegen Kanker. Opgelet, want beiden hanteren
verschillende voorwaarden!
De Belgische federatie tegen kanker komt ook tussen in
de aankoop van haarprothesen en/of schoonheidscheques. Met de schoonheidscheques kan de betrokkene
een beroep doen op een klinisch schoonheidsspecialist.
Ook de ziekteverzekering komt in bepaalde gevallen tussen bij de aankoop van pruiken.
Je kunt bij beide organisaties ook terecht voor infosessies, workshops, cursussen, gespreksgroepen en themaavonden rond kanker.
Meer info
Contacteer de dienst Maatschappelijk Werk van
CM of:
• De Vlaamse Kankertelefoon 078 15 01 51
[email protected]
• Kankertelefoon van de Belgische federatie
0800 15 802
70
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
2.3.4OCMW’s
3.2 Korting op openbaar vervoer
In geval van te zware medische uitgaven, kun je steun
vragen bij het OCMW (dit is niet het leefloon).
3.2.1 De trein – NMBS
Meer informatie kun je verkrijgen bij het OCMW van jouw
gemeente (zie blz. 20).
Voorkeurtarief voor senioren vanaf 65 jaar
2.3.5 Gemeentelijke mantelzorgpremie
Een gemeentelijke mantelzorgpremie is een financiële
aanmoediging die wordt toegekend aan personen die
een zorgbehoevende uit hun omgeving (familielid, buur,
vriend …) thuis helpen en verzorgen. In bepaalde gemeenten betaalt het OCMW of het gemeentebestuur een
dergelijke premie uit.
De voorwaarden en het bedrag van deze premie zijn afhankelijk van gemeente tot gemeente. Meer informatie
kun je verkrijgen bij het OCMW van jouw gemeente (zie
blz. 20).
3Mobiliteit en vervoer,
welke mogelijkheden zijn er?
3.1Parkeerkaart
Met een parkeerkaart kun je onbeperkt gratis parkeren:
• op voorbehouden plaatsen voor personen met een
handicap;
• op parkeerplaatsen van de NMBS;
• op plaatsen waar de parkeertijd beperkt is (in de
blauwe zone).
De volgende personen hebben recht op een parkeerkaart:
• personen met een invaliditeitsattest van 80 % (of minstens twaalf punten);
• personen met een vermindering van hun verplaatsingsmogelijkheden met ten minste twee punten;
• personen met een blijvende invaliditeit van ten minste
50 % aan de onderste ledematen;
• personen die volledig verlamd zijn aan de bovenste
ledematen of bij amputatie.
Je kunt een aanvraag indienen via jouw gemeente.
Senioren vanaf 65 jaar kunnen op dezelfde dag één heenen terugbiljet bekomen aan de vaste prijs van 5,30 euro.
Het biljet is geldig vanaf 9 uur tijdens weekdagen. In juli
en augustus is het biljet niet geldig op zaterdag en zondag.
Verminderingskaart
De verminderingskaart is bestemd voor alle personen die
recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming of het
OMNIO-statuut en voor de personen die zij ten laste hebben. Op vertoon van de kaart krijgen zij 50 % korting op
een biljet in tweede klasse.
Je kunt de verminderingskaart bekomen aan een NMBSloket op vertoon van een attest van de mutualiteit.
Kaart kosteloze begeleider
De kaart kan aangevraagd worden door personen met:
• een vermindering van zelfredzaamheid van tenminste
twaalf punten;
• een blijvende invaliditeit van 80 %;
• een blijvende invaliditeit aan de onderste ledematen
van minstens 50 %;
• een volledige verlamming of amputatie van de bovenste ledematen.
Met deze kaart kun je samen met een andere persoon reizen met één enkel vervoersbewijs. De persoon met een
handicap moet een geldig vervoersbewijs voor eerste of
tweede klasse hebben, de begeleider reist gratis.
Je kunt de kaart aanvragen bij NMBS-Reizigers nationaal, bureau B - RN 051 sectie 13/5. Het formulier is ook
te downloaden op www.nmbs.be.
Contact
• NMBS-Reiziger nationaal
Bureau B - RN 051 sectie 13/5
Hallepoortlaan 40
1060 Brussel
02 528 28 28
www.nmbs.be
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
71
Voorrangskaart voor een zitplaats in de trein
De kaart is bestemd voor personen die door een lichamelijke handicap of ziekte niet of moeilijk kunnen blijven
rechtstaan in de trein. Op vertoon van de kaart krijg je
voorrang bij het innemen van een zitplaats. Je kunt de
voorrangskaart bekomen aan een NMBS-loket op vertoon van een doktersattest dat verklaart dat je niet lang
mag rechtstaan.
Nationale verminderingskaart voor
het openbaar vervoer
Blinden en slechtzienden met een invaliditeit van ten
minste 90 % reizen gratis in tweede klasse. Je kunt de
kaart aanvragen bij de Federale Overheidsdienst (FOD)
Sociale Zekerheid, Administratief Centrum Kruidtuin Finanace Tower. Deze kaart kun je combineren met de
kaart ‘kosteloze begeleider’.
Contact
• FOD Sociale Zekerheid
DG Personen met een handicap
Administratief Centrum Kruidtuin – Finance Tower
Kruidtuinlaan 50 bus 150
1000 Brussel
02 507 87 99
Begeleiding door NMBS-personeel
De NMBS voorziet begeleiding voor reizigers in een rolstoel op het vertrek- en aankomststation en bij eventuele overstappen. Een personeelslid begeleidt je naar het
perron en helpt je plaats te nemen in de trein. Geef minstens 24 uur voor vertrek jouw reisgegevens, aard van de
handicap en de precieze hulp die je wenst door op het
telefoonnummer 02 528 28 28. Je dient jezelf minstens
20 minuten voor vertrek aan te melden bij het loket van
het vertrekstation.
3.2.2 De bus – De Lijn
Gratis tram en bus met de Omnipas 65+
Voor senioren vanaf 65 jaar. Ben je nog geen 65 maar wel
ouder dan 60, dan heb je recht op een Omnipas aan verminderd tarief.
nen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming
of het OMNIO-statuut.
Je kunt met deze verminderingskaart ook een jaarabonnement (Buzzypazz of Omnipas) kopen voor 32 euro.
Gratis kaart voor personen met een handicap
Als je recht hebt op een tegemoetkoming voor personen
met een handicap of ingeschreven bent bij het Vlaams
Agentschap voor Personen met een Handicap, krijg je
een Buzzy Pazz of Omnipas om gratis te reizen met bus
en tram. De kaart wordt automatisch toegestuurd door
De Lijn.
Kaart kosteloze begeleider
De kaart kosteloze begeleider voor het openbaar vervoer
(zie trein) is ook geldig op de bussen van De Lijn. Deze
kaart vraag je aan bij De Lijn.
Contact
• De Lijn
Martelarenplein 19
3000 Leuven
016 31 37 20
www.delijn.be
Nationale verminderingskaart voor
blinden en slechtzienden
Blinden en slechtzienden rijden gratis met bus en tram.
De chauffeur zal je begeleiden, meedelen wanneer de
gewenste halte bereikt is en jou vooraan laten uitstappen. Deze kaart vraag je via het gemeentebestuur aan bij
FOD Sociale Zekerheid.
DINA-abonnement
Gratis reizen voor heel het gezin gedurende één jaar voor
mensen die een wagen uit het verkeer halen, bv. om reden van ziekte of handicap. Dit abonnement vraag je aan
bij De Lijn.
3.3Vrijstellingen
3.3.1Verkeersbelastingen
Verminderingskaart
Deze reductiekaart van de NMBS geeft ook bij De Lijn
recht op een vermindering van 50 % bij aankoop van een
Lijnkaart (niet bij aankoop van een ticket) voor alle perso-
72
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
Bepaalde personen met een handicap (personen met
50 % blijvende invaliditeit aan de onderste ledematen,
volledige blindheid of een volledige verlamming aan of
amputatie van de bovenste ledematen) kunnen vrijgesteld worden van verkeersbelasting en de belasting op
de inverkeerstelling (deze belasting zijn ze verschuldigd
bij elke eerste inschrijving van een nieuw of tweedehands voertuig op jouw naam).
Je vraagt de vrijstelling schriftelijk, met de specifieke
aanvraagformulieren, aan bij het Agentschap Vlaamse
Belastingdienst te Aalst. Deze formulieren staan ter beschikking op de website (belastingen.vlaanderen.be) of in
de (regionale) kantoren van de Vlaamse Belastingdienst.
Je voegt bij je aanvraag een kopie van het invaliditeitsattest en je verklaart dat je het voertuig uitsluitend voor
persoonlijk vervoer gebruikt. In voorkomend geval bezorg
je eveneens een attest van de behandelend geneesheer
dat de noodzaak van het gebruik van een voertuig voor
dubbel gebruik, minibus of lichte vrachtwagen bevestigt.
Let wel: het medisch attest moet uitgereikt zijn door de
dienst voor tegemoetkomingen mindervaliden, de administratie pensioenen voor oorlogsinvaliden of het ministerie van volksgezondheid.
Je kunt enkel een vrijstelling voor de belasting op inverkeerstelling bekomen indien je reeds een vrijstelling
verkeersbelasting geniet. De vrijstellingen gelden slechts
voor één voertuig dat uitsluitend wordt gebruikt als persoonlijk vervoermiddel van de persoon met een handicap.
3.3.2 BTW bij aankoop en
onderhoud wagen
Oorlogsinvaliden en personen met 50 % blijvende invaliditeit aan de onderste ledematen, volledige blindheid of
een volledige verlamming aan of amputatie van de bovenste ledematen genieten de volgende voordelen:
• zij betalen bij de aankoop van een wagen 6 % BTW in
plaats van 21 % BTW, nadien wordt ook de betaalde
6 % BTW terugbetaald;
• zij betalen slechts 6 % BTW voor onderhoud van de
wagen en aankoop van onderdelen en uitrustingsstukken;
• zij hoeven geen verkeersbelasting of belasting inverkeerstelling te betalen.
Om van deze voordelen te kunnen genieten, moet je vóór
de levering, maar na de aankoop van het voertuig het formulier 716 aanvragen in jouw plaatselijk BTW-kantoor.
Dit formulier bestaat uit vier exemplaren:
toe. Je bezorgt de verkoper het voor hem bestemde
exemplaar;
• Voor de terugbetaling van de 6 % BTW, vul je vak 3
in van de twee resterende exemplaren. Dit bezorg je
samen met de originele aankoopfactuur aan de eerstaanwezend inspecteur van je plaatselijk BTW-kantoor.
Hij overhandigt je vervolgens formulier 717;
• Je betaalt slechts 6 % BTW voor de aankoop van
onderdelen en uitrustingsstukken en onderhouds- en
herstellingswerken indien je de verkoper/hersteller
het formulier 717 bezorgt.
Deze voordelen gelden slechts voor één voertuig dat enkel gebruikt wordt voor het vervoer van de hulpbehoevende persoon en dat op diens naam geregistreerd staat.
Meer informatie bij de dienst Maatschappelijk Werk van CM.
Contact
• Agentschap Vlaamse Belastingdienst,
Verkeersbelastingen
Bauwensplaats 13 bus 1
9300 Aalst
Tel. 1700
(van 9 tot 19 uur)
belastingen.vlaanderen.be
3.3.3 Vrijstelling van veiligheidsgordel
Op grond van gewichtige medische indicaties kun je (permanent of voor een bepaalde periode) vrijgesteld worden van het dragen van de veiligheidsgordel. Richt jouw
schriftelijke aanvraag, vergezeld van een medisch attest
aan FOD Mobiliteit en Vervoer, Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid.
Contact
• FOD Mobiliteit en Vervoer
Directie verkeersveiligheid
Dienst rijbewijs
CITY ATRIUM - Vooruitgangstraat 56 - LOCAL 5A07
1210 Brussel
02 277 38 25/27
www. mobilit.fgov.be
• Voor aanvraag van het verlaagde BTW-tarief bij aankoop van de wagen, vul je vak 1 van alle vier de exemplaren in. Je bezorgt alle exemplaren van het formulier
716, jouw invaliditeitsgetuigschrift en een voorlopig
verkoopscontract van de wagen aan de eerstaanwezend inspecteur van je plaatselijk BTW-kantoor. Door
het invullen van vak 2 staat hij de verlaagde BTW
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
73
4
Waar vind je tussenkomsten
voor hulp en hulpmiddelen?
4.1 Persoonlijk Assistentie Budget
(PAB)
“Ik ben er trots op te kunnen zeggen dat ik alleen woon,
ook al zit ik in een rolstoel. Mijn huis is volledig aangepast aan mijn behoefte en dankzij het Persoonlijk Assistentie Budget heb ik de hulp kunnen inschakelen
van Rudy. Hij helpt mij bij mijn dagelijkse bezigheden
die ik niet alleen kan. Ik ben zogezegd Rudy’s werkgever en ik betaal zijn loon van het budget dat ik krijg. Het
geeft mij ook meer het gevoel dat ik zelf alles in handen
heb, dat ik als persoon met een handicap niet hoef af
te hangen van anderen.”
Jan, 28 jaar
Vanaf 2001 kunnen mensen met een handicap hun eigen
leven beter in handen nemen via een Persoonlijk Assistentie Budget. Dit budget wordt enkel toegekend aan
mensen met een handicap die een aanvraag hebben ingediend vooraleer ze 65 jaar werden.
Het budget dient om de persoonlijke assistenten te vergoeden die hen helpen bij de activiteiten van het dagelijkse leven. Deze assistenten moeten via een arbeidscontract ingeschreven worden of bij een georganiseerde
dienst worden aangevraagd.
Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) registreert alle vragen naar handicapspecifieke ondersteuning. Het doel hiervan is om personen met
een handicap op een vlotte en rechtvaardige manier naar
de gepaste ondersteuning toe te leiden. Hiertoe heeft
het VAPH de databank Centrale Registratie van de zorgvragen (CRZ) ontwikkeld. Alle vragen naar PAB moeten
geregistreerd worden, zowel vragen naar ondersteuning
nu als in de toekomst. Enkel de PAB-vragen waarvoor de
spoedprocedure wordt ingeroepen, moeten niet geregistreerd worden.
Het registreren van het PAB-dossier in de Deskundigheidscommissie en de toewijzing van een ernstcategorie
is slechts een stap in de richting van de effectieve toekenning van een PAB.
Indien de aanvrager zich in een situatie bevindt waarvan
hij van mening is dat hij onmiddellijk of op zeer korte termijn ondersteuning of assistentie nodig heeft, kan hij een
aanvraag ‘prioritair te bemiddelen zorgvraag’ doen.
Voor meer informatie hierover of voor hulp bij de aanvraag kun je terecht bij de dienst Maatschappelijk Werk
van CM.
74
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
Contact
• Vlaams Agentschap voor
Personen met een Handicap (VAPH)
PAB-cel
Sterrenkundelaan 30
1210 Brussel
02 225 85 26
(van 9 tot 12 uur)
[email protected]
www.vaph.be
• Absoluut
Tiensesteenweg 63
3010 Kessel-Lo
016 23 51 61
[email protected]
www.absoluutvzw.be
4.2Hulpmiddelen
4.2.1 Vlaams Agentschap voor
Personen met een Handicap (VAPH)
“Mijn handicap heeft mijn leven veranderd, zonder
enige twijfel. De simpelste dingen lukken gewoon
niet meer. Gelukkig bestaat er zoiets als het Vlaams
Agentschap voor Personen met een Handicap, dat tegemoetkomingen geeft voor hulpmiddelen en aanpassingen. Hierdoor wordt het iets makkelijker voor mij om
mee te draaien in de maatschappij. Mijn wagen werd
bijvoorbeeld aangepast aan mijn handicap.”
Bart, 32 jaar
Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap
is een Vlaamse overheidsinstelling. Het VAPH verleent financiële ondersteuning aan personen met een handicap
die het minder gemakkelijk hebben dan anderen om zich
in onze samenleving te integreren. Deze handicap kan
lichamelijk, zintuiglijk, mentaal of psychisch zijn. De beperkingen die hieruit voortvloeien moeten langdurig en
ernstig zijn én moeten een invloed hebben op de sociale
integratie van de betrokkene in de maatschappij. Op het
moment van de inschrijving bij het VAPH mag je de leeftijd van 65 jaar nog niet bereikt hebben!
Voor welke hulpmiddelen en aanpassingen
verleent het VAPH een tegemoetkoming?
Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap kan onder bepaalde voorwaarden een tegemoetkoming verlenen in de (meer-)kosten van hulpmiddelen en
aanpassingen.
Het VAPH kan bijvoorbeeld een tegemoetkoming verlenen voor het aanpassen van de woning aan de noden
van de persoon met de handicap (ombouwwerken, keukenmeubilair ...). Ook hulpmiddelen en aanpassingen die
bijdragen tot een betere mobiliteit (aanpassing wagen,
aanhangfiets ...) of vlottere communicatie (schermuitleesprogramma, communicatietoestel ...) kunnen bij het
Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap
voor een tegemoetkoming in aanmerking komen. De
hulpmiddelen en aanpassingen waarvoor het Vlaams
Agentschap voor Personen met een Handicap een tegemoetkoming verleent, staan beschreven in een refertelijst. In deze lijst staat aangegeven hoe groot het maximumbedrag van de tegemoetkoming is.
Hoe aanvragen?
Wie behoefte heeft aan een hulpmiddel, moet daarvoor
een aanvraag doen bij de Provinciale Afdeling van het
Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.
Deze aanvraag opstellen is niet gemakkelijk. Daarom
heeft het VAPH teams erkend om personen bij te staan
bij het opstellen van de aanvraag. De dienst Maatschappelijk Werk van CM is ook erkend als multidisciplinair
team (MDT).
Het MDT heeft als taak een dossier op te maken waarin
de aanvraag gemotiveerd wordt. In het kader van hulpmiddelen en aanpassingen houdt dit ook in dat er adviesrapporten ingevuld worden. Het MDT bekijkt samen met
de persoon met een handicap welke hulpmiddelen en
aanpassingen hij nodig heeft.
Dat resulteert in een individuele vraag naar hulpmiddelen, waarvan de noodzaak, behoefte, doelmatigheid en
doeltreffendheid zijn aangetoond.
Voor het opmaken van dit dossier mag er geen vergoeding gevraagd worden aan de persoon met een handicap
omdat het VAPH hiervoor al een vergoeding betaalt.
Tegemoetkoming voor incontinentiemateriaal
Het VAPH kan voor personen met incontinentieproblemen een tegemoetkoming verlenen voor incontinentiemateriaal. Sinds 2011 wordt hiervoor een jaarlijks forfait
uitgekeerd. Personen die in het verleden een goedkeuring kregen, kunnen tijdens een overgangsfase van twee
jaar een nieuwe aanvraag indienen om over te stappen
naar het nieuwe systeem.
Een aanvraag indienen gebeurt met het formulier ‘Aanvraag van een tegemoetkoming in de kosten van incontinentiemateriaal’.
Dit document moet ingevuld worden door de behandelende arts. Naargelang de persoon met een handicap al
is ingeschreven bij het Vlaams Agentschap voor Perso-
nen met een handicap of niet, dient het dossier nog aangevuld te worden met een A001 en een multidisciplinair
verslag.
Tegemoetkomingen voor rolwagens
Het verlenen van tegemoetkomingen voor een rolstoel,
duwwagen of een orthopedische driewieler behoren in
de eerste plaats tot de bevoegdheid van het Rijksinstituut
voor Ziekte- en Invaliditeitsuitkering (RIZIV). Een persoon
met een handicap dient zich hiervoor eerst tot zijn mutualiteit te wenden. Indien het RIZIV een tegemoetkoming
geheel of gedeeltelijk weigert, kan het VAPH eventueel
wel een tussenkomst verlenen. Het Vlaams Agentschap
voor Personen met een Handicap komt enkel tussen in
het onderhoudscontract (met inbegrip van herstellingen)
en eventueel in de aankoop van een tweede rolwagen
(indien je een traplift hebt of in een residentie verblijft).
Voor meer informatie kun je terecht bij de dienst Maatschappelijk Werk van CM, deze helpt je verder met het
invullen van de nodige papieren.
4.2.2 Ziekte- en
invaliditeitsverzekering (ZIV)
“Mijn man is twee jaar geleden betrokken geweest
in een auto-ongeluk. Na maanden van onderzoeken,
onzekerheid en harde revalidatie viel het verdict: de
verlamming in de onderste ledematen blijft … Een
harde noot om te kraken, maar ik wil dat hij nog zoveel
mogelijk zelfstandig kan doen. Gelukkig kwam het ziekenfonds deels tussen in de aankoop van een rolwagen, zodat ik me daar al geen kopzorgen over moest
maken.”
Agnes, 46 jaar
In vorig puntje werd gezegd dat het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap aanvullend is
ten aanzien van tegemoetkomingen voor rolwagens.
Dit wil zeggen dat je bij de aanschaf van een rolwagen
eerst contact moet nemen met de mutualiteit voor een
financiële tussenkomst.
Wanneer je een financiële tegemoetkoming wenst voor
de aankoop van een standaardrolwagen of een orthopedische driewielfiets, moet je met een medisch voorschrift
contact nemen met een erkend verdeler van hulpmiddelen. Deze verdeler zal, na jouw keuze van hulpmiddel, de
voorvermelde administratieve stukken bezorgen aan de
mutualiteit.
Indien je een financiële tegemoetkoming wenst voor de
aankoop van een verzorgingsrolstoel of een modulaire
rolstoel (rolstoel met aangepaste hulpmiddelen) of voor
een combinatie van een driewielfiets met rolstoel is ook
een medisch voorschrift nodig. De erkende verdeler moet
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
75
een motiveringsrapport opstellen. Deze verdeler zal al de
stukken bezorgen aan de mutualiteit.
Als je een financiële tegemoetkoming wenst voor de aankoop van een kinderrolstoel, een actieve rolstoel, een
elektronische rolstoel, elektronische scooter of een stasysteem, dan is een medisch voorschrift nodig. De erkende verdeler moet een motiveringsrapport opstellen. De
revalidatiearts moet met een kinesist of ergotherapeut
een functioneringsrapport opstellen.
Je behandelende arts of je arts die het Globaal Medisch
Dossier beheert, zal de vergoeding aanvragen bij de
adviserend geneesheer. Indien je aan de voorwaarden
voldoet, krijg je de terugbetaling gedurende een jaar. De
verlenging gebeurt automatisch.
Voorwaarden
Je lijdt aan een welomschreven aandoening, namelijk:
Indien je na de financiële tussenkomst van de mutualiteit
nog supplementen moet betalen voor de aankoop van de
rolwagen, kun je een aanvraag indienen bij het Vlaams
Agentschap voor Personen met een Handicap. Het
Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap
biedt ook een financiële tussenkomst voor de herstelling
of onderhoud van de rolwagen.
• kankerpijn;
• chronische artritis/artrosepijn;
• neurogene of neuropatische pijn van centrale of perifere oorspring (multiple sclerose inbegrepen);
• perifere vasculaire pijn;
• postchirurgische pijn (fantoompijn inbegrepen);
• fibromyalgie.
Voor meer informatie kun je terecht bij de dienst Maatschappelijk Werk van CM.
4.3.3Oncorevalidatie
4.3 Bijzondere tussenkomsten
Een aantal ziekenhuizen organiseert een groepstherapeutisch programma voor ex-kankerpatiënten met het
verhogen van de levenskwaliteit als doel. Leden die zo’n
programma volgen, krijgen 40 euro tegemoetkoming.
4.3.1 Actieve verbandmiddelen
Actieve verbandmiddelen zijn speciale en dure verbanden die een gunstig vochtig klimaat creëren dat de wondheling bevordert. Voor actieve verbanden is er een forfaitaire toelage voorzien van 21,98 euro per maand en een
bijkomende tegemoetkoming van 0,25 euro voor bepaalde
verbanden. Deze kun je krijgen als:
• er chronische wonden zijn die na zes weken behandeling onvoldoende geheeld zijn;
• de behandelende arts een kennisgeving doet aan de
adviserend geneesheer van het ziekenfonds;
• de behandelende arts op de voorschriften voor de apotheker “derdebetalers regeling van toepassing” aanduidt.
De forfaitaire toelage wordt voor een periode van
drie maanden toegekend en kan maximaal drie keer verlengd worden met dezelfde periode. Het persoonlijk aandeel dat nog betaald moet worden, wordt meegenomen
in de maximumfactuur in de ziekteverzekering (zie blz. 68).
4.3.2Pijnmedicatie
Sommige chronische pijnpatiënten krijgen een tegemoetkoming voor bepaalde verpakkingen van paracetamol.
Ze betalen slechts een beperkt aandeel in de plaats van
het volledige bedrag. Het bedrag dat ten laste van jou
blijft, wordt meegenomen in de maximumfactuur in de
ziekteverzekering (zie blz. 68).
76
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
Voorwaarden
• Het groepstherapeutisch programma kent zowel een
multidisciplinaire invalshoek waarbij ze zowel de
fysieke conditie wil verbeteren, als aandacht hebben
voor psychosociale aspecten, als de levenskwaliteit
van de patiënt.
• Het programma is verbonden aan een algemeen
ziekenhuis.
• De tegemoetkoming wordt uitbetaald als het volledige
programma succesvol wordt beëindigd.
4.3.4CM-Thuiszorgpas
Deze informatie vind je terug op blz. 39.
5
Wonen, welke tussenkomsten zijn er?
5.1 Sociale tarieven
5.1.1 Financiële bijdrage plaatsingsen abonnementskosten
van een telefoontoestel
Een financiële tegemoetkoming in de plaatsings- en
abonnementskosten van een telefoontoestel kan worden
toegekend aan:
• personen met een zware handicap die geïsoleerd
leven;
• personen ouder dan 75 jaar die geïsoleerd leven;
• gezinnen bestaande uit personen met een zware
handicap en/of personen ouder dan 75 jaar die als
geïsoleerd kunnen beschouwd worden;
• personen die in aanmerking komen voor een sociaal
telefoontarief.
De provinciale tegemoetkoming in de kosten van de
plaatsing van een telefoontoestel bedraagt maximum
50 euro en wordt slechts éénmaal aan dezelfde begunstigde toegekend. De jaarlijkse financiële bijdrage in de
abonnementskosten van een telefoontoestel bedraagt
40 euro.
De provinciale tegemoetkoming kan niet toegekend worden aan personen die een financiële bijdrage ontvangen
van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap of van ieder ander openbaar bestuur (uitgezonderd
Belgacom) of privé-instelling.
Wens je de provinciale financiële bijdrage te ontvangen?
Dien een verzoek op het daartoe bestemde formulier in bij
het provinciebestuur van Vlaams-Brabant, dienst welzijn
en gezondheid.
Contact
• Provincie Vlaams-Brabant
Dienst welzijn en gezondheid
Provincieplein 1
3010 Kessel-Lo
016 26 73 89
[email protected]
www.vlaamsbrabant.be
5.1.2 Sociaal telefoontarief
Het sociaal telefoontarief geeft je recht op een vermindering van:
• 50 % op de aansluitingskosten van een telefoontoestel;
• 8,40 euro op maandelijkse abonnementskosten;
• 3,10 euro op het maandelijks gebruik (gesprekken,
sms, mms)
Voor wie?
• je hebt minstens een gehoorverlies van 70 dB voor het
beste oor of je hebt een laryngectomie ondergaan.
Je beschikt over een voor doven goedgekeurd telefoontoestel;
• je bent officieel erkend als militaire oorlogsblinde;
• je bent meerderjarig, minstens 66 % mindervalide en
woont alleen of woont samen met hoogstens twee
personen of met aanverwanten van de eerste of
tweede graad (gelijk welk aantal). Jouw bruto belastbaar gezinsinkomen is lager of gelijk aan lager of gelijk
aan 16 632,81 euro verhoogd met 3 079,19 euro per
persoon ten laste;
• je bent ouder dan 65 jaar en woont alleen, samen met
een of meerdere personen die ouder zijn dan 60 jaar
of met kinderen en kleinkinderen. Je bruto belastbaar
gezinsinkomen is lager of gelijk aan lager of gelijk aan
16 632,81 euro verhoogd met 3 079,19 euro per persoon
ten laste.
Het sociaal telefoontarief wordt maar aan één begunstigde per huishouden en voor één telefoonaansluiting toegekend. Het sociaal telefoontarief wordt alleen gegeven
voor een standaardabonnement.
Je dient een aanvraag in bij de operator van jouw keuze.
Momenteel bestaat enkel bij Telenet ook een sociaal
tarief voor internet als je aan bepaalde voorwaarden
voldoet. Op een basisaansluiting krijg je een korting van
7 euro per maand. Indien je een andere operator hebt,
kun je altijd navragen of ze een gelijkaardig sociaal tarief
hebben.
Voor mensen met een leefloon, is er een tarief dat
3,10 euro korting geeft op de gesprekken.
5.1.3 Service Card voor personen met
een visuele handicap (reductieplan)
De Service Card wordt door Belgacom ter beschikking
gesteld aan personen met een visuele handicap die op
de inlichtingendienst van Belgacom aangewezen zijn om
een telefoonnummer te bekomen.
De eigenaar van de kaart dient naar de nationale inlichtingendienst te bellen vanuit zijn vaste telefoonaansluiting. De normale prijs voor deze dienst is 1,1155 euro per
gesprek. Aan de houder van de Service Card worden per
maand vier van deze oproepen gratis verleend. De kaart
blijft maximum twee jaar geldig. Op aanvraag kan ze vernieuwd worden.
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
77
Voor wie?
Blinden en slechtzienden die beschikken over één van
volgende documenten:
• een algemeen attest van volledige blindheid, uitgereikt
door het ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu;
• de nationale verminderingskaart op het gemeenschappelijk vervoer.
Aanvragen
Het volstaat bij een gewone brief een kopie van het algemeen attest of van de verminderingskaart op te sturen
naar Belgacom – Service card voor blinden en slechtzienden.
Contact
• Belgacom
Service Card voor blinden en slechtzienden
Keizer Karellaan 1
9000 GENT
Voor bijkomende informatie kun je tijdens de kantooruren terecht op het gratis nummer 0800 91 133.
5.1.4 Maximumtarief voor
aardgas en elektriciteit.
Je komt in aanmerking voor het sociaal tarief elektriciteit
en gas indien jij of een persoon waarmee je samenwoont
één van deze financiële middelen ontvangt:
• het leefloon;
• het gewaarborgd inkomen voor bejaarden;
• een tegemoetkoming mindervaliden met een invaliditeit van minstens 65 % en/of hulp van derden;
• inkomensvervangende tegemoetkoming en/of hulp
aan derden;
• de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden;
• financiële steun van het OCMW aan erkende vluchtelingen;
• een wachtuitkering van het OCMW.
De tarieven liggen lager, je betaalt geen vast recht voor
jouw dagteller (wel voor je nachtteller en bij zware aansluitingen) en de eerste 500 kWh die je per jaar verbruikt,
is gratis.
78
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
Het sociaal tarief voor aardgas en/of elektriciteit
door de energieleveranciers wordt sinds 2010 automatisch toegekend voor de hierboven omschreven categorieën. Soms dient de rechthebbende
toch nog zelf initiatief te nemen, daarom is het
belangrijk je factuur te controleren op de toepassing van de maximumtarieven. Deze toepassing
staat vermeld op je factuur.
5.1.5 Sociaal tarief kabelabonnement
Personen met minstens 12/18 punten of minstens 80 % invaliditeit genieten een sociaal tarief kabelabonnementsgeld. Dit sociaal tarief bedraagt iets meer dan de helft van
de normale prijs voor de kabel. Het al dan niet toekennen van het sociaal tarief is niet wettelijk vastgelegd en
dus de vrije keuze van de kabelmaatschappij. De meeste
maatschappijen kennen het echter toe.
Om dit tarief te bekomen moet je jouw kabelmaatschappij een algemeen attest van de Federale Overheidsdienst
Sociale Zekerheid bezorgen. Dit attest kun je bekomen
door via jouw gemeentebestuur een aanvraag te doen bij
FOD Sociale Zekerheid.
5.2 Verwarmingstoelage en
sociaal verwarmingsfonds
Volgende personen kunnen genieten van een verwarmingstoelage als ze hun woning verwarmen met bulkpropaangas, huisbrandolie (in bulk of aan de pomp), of
verwarmingspetroleum aan de pomp:
• één van de gezinsleden heeft recht op een verhoogde
tegemoetkoming van de ziekte- en invaliditeitsuitkering;
• je bruto belastbaar gezinsinkomen is lager of gelijk
aan lager 16 632,81 euro verhoogd met 3 079,19 euro
per persoon ten laste;
• je geniet een collectieve schuldenregeling of een
schuldenbemiddeling.
Je kunt de toelage het hele jaar door aanvragen ongeacht de prijs van de brandstof. Let wel! De aanvraag moet
binnen 60 dagen na levering gebeuren. Het bedrag van
de toelage schommelt tussen 14 en 20 cent per liter en is
afhankelijk van de brandstofsoort en de prijs per liter. De
toelage kan nooit hoger zijn dan 300 euro. Dit maximum
is afhankelijk van de brandstofsoort en de prijs per liter.
Voor de aanvraag van deze toelage, wendt je je tot het
OCMW. Een uitgebreide adressenlijst vind je op blz. 20.
5.3 Vrijstelling saneringsbijdrage
bij de waterfactuur
Volgende personen moeten geen saneringsbijdrage betalen voor hun waterverbruik:
• je ontvangt het gewaarborgd inkomen voor bejaarden,
het leefloon, de inkomensvervangende tegemoetkoming, de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden of
de integratietegemoetkoming;
• het heffingsbiljet, en dus ook de factuur van de
drinkwatermaatschappij, staan op jouw naam (tenzij
je een watermeter met andere woningen deelt of één
van jouw gezinsleden ‘verlengd minderjarig’ is en een
tegemoetkoming aan gehandicapten geniet);
• indien één van je huisgenoten (minstens 21 jaar oud)
recht heeft op één van de bovenvermelde vervangingsinkomens, kan een abonnementswijziging aangevraagd worden bij de watermaatschappij waardoor je
gezin in aanmerking komt voor de vrijstelling.
In principe zijn de personen die voor deze vrijstelling in
aanmerking komen, gekend bij de watermaatschappij.
Indien je van deze vrijstelling kunt genieten maar toch
een heffingsbiljet ontvangt, moet je binnen de drie maanden na de verzendingsdatum van het heffingsbiljet een
schriftelijke vraag tot vrijstelling aan de watermaatschappij richten.
5.4 Vlaamse tegemoetkoming
in de huurprijs
De tegemoetkoming in de huurprijs ondersteunt mensen
met een laag inkomen die verhuizen van een slechte, onaangepaste woning naar een goede, aangepaste woning.
Ook als je verhuist van een private huurwoning naar een
woning verhuurd door een sociaal verhuurkantoor, kun je
de tegemoetkoming in de huurprijs aanvragen.
5.4.1 Wie kan de aanvraag indienen?
Je kunt de tegemoetkoming in de huurprijs aanvragen als
je verhuist (of net verhuisd bent) naar een nieuwe huurwoning. Je dient de aanvraag in als huurder. Dit is de persoon die de huurovereenkomst ondertekent.
Je moet meerderjarig zijn op de aanvraagdatum.
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
79
5.4.2Voorwaarden
5.4.3 Hoe aanvragen?
Als aanvrager van een tegemoetkoming in de huurprijs
moet je voldoen aan een aantal voorwaarden qua:
Je dient jouw aanvraag voor een tegemoetkoming in de
huurprijs in bij het agentschap Wonen-Vlaanderen in je
provincie. Gebruik hiervoor het aanvraagformulier van de
provincie waarin jouw nieuwe huurwoning zich bevindt.
Let op: huur je een huurwoning van een sociaal verhuurkantoor, dan moet je daarvoor een speciaal aanvraagformulier gebruiken.
1.inkomen;
2.woning;
3.eigendom.
1. Inkomen
Voor aanvragen in 2012 mag de som van het aan de personenbelasting inkomen, alsook van de niet-belastbare
vervangingsinkomsten van de huurder en van de inwonende gezinsleden, niet meer bedragen dan 16 320 euro.
Dit maximum wordt verhoogd met 1 460 euro per persoon
ten laste.
Er wordt gekeken naar het inkomen van het derde jaar
dat voorafgaat aan de aanvraagdatum. Voor een tegemoetkoming in de huurprijs die wordt aangevraagd in
2012 wordt dus het inkomen van 2009 in aanmerking genomen.
2. Woning
Er worden zowel voorwaarden gesteld voor de woning
die verlaten wordt, als voor de nieuwe huurwoning. Beide moeten in elk geval in het Vlaamse Gewest liggen.
3. Eigendom
De huurder en de inwonende gezinsleden mogen op de
aanvraagdatum en tijdens de drie jaar die daaraan voorafgaan geen woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben (gehad).
Hierop zijn enkele uitzonderingen:
• de huurder heeft deze woning verlaten nadat ze onbewoonbaar of overbevolkt is verklaard;
• de huurder heeft deze woning verlaten nadat ze ongeschikt is verklaard, waarbij minstens twee problemen
van categorie III en 50 strafpunten werden vastgesteld;
• de huurder heeft deze woning, na daar minstens
twaalf maanden ingeschreven te zijn, verlaten omdat
ze qua bezetting onaangepast was;
• de woning is op de aanvraagdatum gesloopt of de
eigenaar verbindt zich ertoe ze te slopen;
• de woning ligt in het Vlaamse Gewest en is het voorwerp van een onteigeningsbesluit;
• de eigenaar of de vruchtgebruiker kan ten gevolge van
een wettelijke regeling of van een uitvoerbare rechterlijke beslissing niet beschikken over de woning.
80
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
5.4.4 Wanneer aanvragen?
Je vraagt de tegemoetkoming in de huurprijs het best
aan voordat je naar jouw nieuwe huurwoning verhuist.
Je moet wel binnen de negen maanden na de aanvraagdatum de nieuwe woning te huren.
Als je al verhuisd bent, moet je de tegemoetkoming in de
huurprijs binnen de zes maanden na de inschrijvingsdatum (dit is de eerste dag van de maand waarin je je ingeschreven hebt in de nieuwe woning) aanvragen.
Als je jouw aanvraag pas indient nadat je verhuisd bent,
moet je er rekening mee houden dat de toestand van de
woning die je verlaten hebt nog moet kunnen vastgesteld
worden door de onderzoeker van Wonen-Vlaanderen.
5.4.5 Hoeveel bedraagt de
tegemoetkoming in de huurprijs?
De tegemoetkoming in de huurprijs bestaat uit twee delen: enerzijds is er een maandelijkse huursubsidie, anderzijds een eenmalige installatiepremie.
Maandelijkse huursubsidie
De huursubsidie wordt bepaald op basis van jouw inkomen. Ze wordt maximaal gedurende negen jaar uitbetaald en neemt af in de loop van die periode.
Eenmalige installatiepremie
De eenmalige installatiepremie bedraagt drie keer de
maandelijkse huursubsidie tijdens jaar één en twee.
Bv.: als je op basis van jouw inkomen recht hebt op een
maandelijkse huursubsidie van 150 euro tijdens de eerste
twee jaren, dan bedraagt de eenmalige installatiepremie
450 euro.
Opgelet: als je dakloos was en van het OCMW al een installatiepremie hebt ontvangen voor jouw nieuwe huurwoning, dan heb je geen recht meer op een nieuwe installatiepremie.
5.4.6 Wanneer uitbetalen?
De huursubsidie wordt een eerste keer uitbetaald binnen
de vier maanden nadat jouw aanvraag is goedgekeurd (of
een beslissing in beroep is genomen).
De eenmalige installatiepremie wordt uitbetaald samen
met de eerste huursubsidie. Nadien zal deze om de drie
maanden uitbetaald worden. Als je dus recht hebt op een
maandelijkse huursubsidie van 200 euro, dan zal je één
keer om de drie maanden 600 euro ontvangen.
Als je een woning huurt van een sociaal verhuurkantoor,
dan worden zowel de installatiepremie als de huursubsidie gestort op rekening van dit sociaal verhuurkantoor.
Het sociaal verhuurkantoor zal vervolgens de installatiepremie aan jou bezorgen en de huursubsidie rechtstreeks
van jouw huurprijs aftrekken.
5.4.7 Is de tegemoetkoming in
de huurprijs cumuleerbaar?
Je krijgt de tegemoetkoming in de huurprijs slechts één
keer toegewezen. Als je al een huursubsidie hebt ontvangen op basis van de oude regeling (besluit van de Vlaamse Regering van 11-12-1991 tot instelling van individuele
huursubsidies en een installatiepremie bij het betrekken
van een gezonde of aangepaste huurwoning), kom je
niet meer in aanmerking voor een tegemoetkoming in de
huurprijs. Ontving je toen echter enkel een installatiepremie, dan kom je wel nog in aanmerking.
Contact
• Agentschap Wonen Vlaanderen en
Wonen Vlaams-Brabant
Diestsepoort 6 bus 92
3000 Leuven
016 66 59 30
5.5 Vlaamse huurpremie voor
kandidaat-huurders van een
sociale woning
Gezinnen met een laag inkomen die al vijf jaar of langer
wachten op een sociale woning en in een private woning
wonen, krijgen in de loop van 2012 een tegemoetkoming.
5.5.1 Wie komt in aanmerking?
Hiervoor moet je:
• een woning huren:
- als hoofdverblijfplaats;
- in het Vlaamse Gewest;
- met een huurprijs die afhangt van het aantal perso-
nen ten laste en de ligging van de woning;
- die conform is.
• ingeschreven zijn voor een sociale huurwoning bij een
sociale huisvestingsmaatschappij (SHM):
- die werkzaam is in jouw gemeente. (Als de SHM niet werkzaam is in jouw gemeente, heb je tot 31 mei 2013 de tijd om je in te schrijven bij de domicilie
maatschappij);
- ononderbroken ingeschreven zijn voor een periode van vijf jaar.
• een inkomen hebben van maximaal 16 320 euro. Dit
maximum mag verhoogd worden met 1 460 euro per
persoon ten laste. (Zie ook Vlaamse tegemoetkoming
in de huurprijs blz 79).
De huurpremie is niet voor personen:
• die al in een sociale woning wonen;
• die een woning huren van vader, moeder, grootvader,
grootmoeder, broer of zus als die op hetzelfde adres
woont;
• van wie het inkomen, zoals berekend door de sociale
huisvestingsmaatschappij, hoger ligt dan de maximumgrens in het huursubsidiebesluit;
• die nu een huurprijs betalen hoger dan het maximum
zoals voorzien in het huursubsidiebesluit. Dit maximum wordt verhoogd met 10 % voor huurwoningen in
Vlabinvestgebied en in de dertien centrumsteden;
• die al een huurpremie ontvingen die werd stopgezet.
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
81
5.5.2 Hoeveel bedraagt de huurpremie ?
De huurpremie wordt berekend op basis van:
• de huurprijs van de woning die je huurt;
• het aantal personen ten laste.
Huurpremie
Bedraagt je huurprijs
Berekening
maandelijkse huurpremie
minder dan 360 euro
(huurprijs gedeeld door 3) +
(aantal personen ten laste x
20 euro)
360 euro of meer
120 euro + (aantal personen
ten laste x 20 euro)
5.5.3 Hoe aanvragen?
Je hoeft zelf niets te doen. De sociale huisvestingsmaatschappijen waar je bent ingeschreven, geven de gegevens door van diegenen die in aanmerking komen voor
een huurpremie.
6
Welke belastingsvoordelen zijn er?
6.1 Vermindering van
belastingen op inkomsten (aanslagjaar 2013, inkomsten 2012)
Je hebt recht op een bijkomende vrijstelling op een deel
van je belastbaar inkomen wanneer er binnen je gezin
één of meer personen zijn met een handicap (de belastingsplichtige zelf, zijn kinderen of andere personen ten
laste). In volgende situaties kun je een vrijstelling krijgen:
• voor de volwassen persoon met een handicap ten
laste: vrijstelling van 2 800 euro per persoon;
• elke kind ten laste met een handicap, telt voor twee
kinderen ten laste: vrijstelling van 1 440 tot 13 480 euro
per kind te laste. (Vrijstelling van het eerste tot het
vierde kind: respectievelijk 1 440 euro, 3 720 euro,
8 330 euro, 13 480 euro. Elk volgend kind krijg je
+ 5 150 euro per kind);
• een ouder, broer of zus ten laste van ten minste
65 jaar: vrijstelling van 2 890 euro per persoon (met
erkenning handicap: 5 780 euro).
Deze vrijstelling komt bovenop de basisvrijstelling van de
belastingsplichtige van:
• 7 070 euro voor belastingsplichtige met een belastbaar
inkomen minder dan 25 270 euro;
• 6 800 euro voor belastingsplichtige met een belastbaar
inkomen meer dan 25 270 euro.
Op vervangingsinkomsten, zoals werkloosheid, ziekte- en
invaliditeitsuitkeringen, pensioenen … worden volgende
verminderingen verleend:
• 1 968,18 euro indien het netto-inkomen uitsluitend
bestaat uit pensioenen, vervangingsinkomsten en
werkloosheidsuitkeringen;
• 2 526,49 euro indien het netto-inkomen uitsluitend bestaat uit wettelijke ziekte- en invaliditeitsuitkeringen.
6.1.1 Voor wie?
De vrijstelling wordt verleend voor de personen waarvan:
- de arbeidsgeschiktheid verminderd is;
- het inkomen aan bepaald voorwaarden voldoet.
De arbeidsgeschiktheid is verminderd
De arbeidsgeschiktheid is verminderd in één van volgende gevallen:
• de lichamelijke of geestelijke toestand heeft het vermogen
om een inkomen te verwerven verminderd tot 1/3 (d.w.z.
een arbeidsongeschiktheid van 66 %) van wat een gezond
persoon kan verdienen op de algemene arbeidsmarkt;
82
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
• de gezondheidstoestand veroorzaakt een vermindering van zelfredzaamheid van minstens negen punten;
• er is een administratieve of gerechtelijke beslissing
voor ten minste 66 % arbeidsongeschiktheid.
De handicap waarmee rekening wordt gehouden, is deze
die werd vastgesteld vóór de leeftijd van 65 jaar en op 1
januari van het aanslagjaar. Volgende attesten komen in
aanmerking:
• voor volwassenen kan het attest afgeleverd worden
door:
- de mutualiteit indien je langer dan één jaar ziek bent en uitkeringen ontvangt;
- de Federale Overheidsdienst (FOD) Sociale
Zekerheid;
- elke andere administratieve of gerechtelijke instatie
die uitspraak kan doen over arbeidsongeschikt
heid.
• voor kinderen ten laste kan de handicap vastgesteld
worden door
- het organisme dat de verhoogde kinderbijslag uitbetaalt;
- de medische dienst van de FOD Sociale Zekerheid.
Het inkomen voldoet aan
bepaalde voorwaarden:
Het netto-belastbaar jaarinkomen (= brutobedrag – 20 %)
van de persoon ten laste is maximaal 2 990 euro (respectievelijk 4 320 euro voor kinderen ten laste van éénoudergezinnen en 5 480 euro als die ouder een handicap heeft).
Volgende inkomsten worden niet als inkomen beschouwd:
• kinderbijslagen en studiebeurzen;
• inkomsten van een persoon met een handicap die niet
hoger zijn dan het overeenstemmende bedrag van het
medisch attest van de FOD Sociale Zekerheid;
• inkomsten van het loon uit de beschermde werkplaats;
• pensioen of rente van een (groot-)ouder of broer of
zus ten laste tot maximum 23 250 euro per jaar;
• onderhoudsgeld betaald aan kinderen;
• achterstallig onderhoudsgeld;
• inkomen uit studentenarbeid tot 2 410 euro.
6.1.2 Hoe verloopt de aanvraag?
De belastingplichtige die een persoon met een handicap
ten laste heeft en/of zelf een handicap heeft, moet op de
daarvoor bestemde plaats in zijn belastingsaangifte vermelden welke persoon van zijn gezin een handicap heeft.
Je dient het bewijs van invaliditeit ter beschikking te houden voor de administratie.
Indien je nog niet over een geldig attest beschikt, kun je
een aanvraagformulier bekomen bij de controleur van de
belastingen, waarmee een onderzoek kan aangevraagd
worden bij de medische dienst van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid. Bij een gunstige beslissing zal deze dienst het nodige attest afleveren. Tegen
de beslissing van de Federale Overheidsdienst Sociale
Zekerheid, waarbij geen of onvoldoende handicap toegekend werd bij de arbeidsrechtbank, is een beroepsprocedure mogelijk. Je laat, binnen de drie maanden,
schriftelijk aan de bevoegde arbeidsrechtbank weten dat
je niet akkoord gaat met de genomen beslissing en om
welke redenen. Bij het beroepsschrift voeg je een door
de behandelend geneesheer ingevuld formulier 3 en 4,
eventueel aangevuld met recente verslagen die de handicap aantonen.
Voor meer informatie kun je terecht bij de dienst Maatschappelijk Werk van CM, het CM-infopunt voor Chronisch Zieken, de administratie van Financiën, de Vlaamse infolijn of de sociale dienst van je gemeente.
Contact
• CM-Infopunt Chronisch Zieken
078 05 08 05
[email protected]
• Administratie van Financiën – directe belastingen
(aanvraag + inlichtingen)
Contactcenter personenbelasting
02 572 57 57
www.fisconet.fgov.be
www.fiscus.be
• Vlaamse Infolijn
Tel. 1700
6.2 Belastingvermindering voor
inwonende oudere familieleden
Indien er een bejaard familielid bij je inwoont, kun je een
belastingvermindering krijgen. Bij het berekenen van je
personenbelasting wordt een gedeelte van je inkomen
niet belast (belastingvrije som). Deze belastingvrije som
kan verhoogd worden met 2 890 euro voor het aanslagjaar 2013 (inkomsten 2012) wanneer er een ouder familielid bij jou inwoont die voldoet aan de voorwaarden.
Indien een bejaard koppel inwoont, kan deze verhoging
van de belastingvrije som voor beiden worden verkregen
indien beide ouderen aan de voorwaarden voldoen.
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
83
Indien de oudere een handicap heeft van 66 %, vastgesteld vóór de leeftijd van 65 jaar, wordt deze extra ten
laste gerekend. De belastingvrije som wordt nog eens
verhoogd met 2 840 euro. Een handicap wordt aangetoond met een attest waaruit blijkt dat de betrokkene vóór
65 jaar erkend was voor minstens 66 % arbeidsongeschiktheid.
Om de verhoging aan te vragen, geef je de betrokken persoon in je belastingaangifte op als persoon ten laste.
6.2.1Voorwaarden
Er wordt in de wetgeving niet vermeld dat je moet zorgen
voor deze persoon om van dit voordeel te kunnen genieten. Het is voldoende dat het domicilie van een familielid
tot de tweede graad, ouder dan 65 jaar, op jouw adres
staat.
Aan volgende voorwaarden moet voldaan worden om in
aanmerking te komen voor de verhoging van de belastingvrije som:
• samenwonen met familie tot de tweede graad (broer,
zus, ouder, grootouder);
• het netto-inkomen van die persoon is maximum
2 440 euro (waarbij pensioen- of rente-inkomsten
vrijgesteld zijn tot 24 070 euro);
• die persoon is op hetzelfde adres gedomicilieerd op
1 januari van het aanslagjaar.
Voor meer informatie kun je terecht bij de dienst Maatschappelijk Werk van CM.
6.3 Vermindering van
onroerende voorheffing
84
6.3.1 Automatisch toegekende
verminderingen
Vermindering voor
kinderbijslaggerechtigde kinderen
Er wordt een vermindering voor onroerende voorheffing
toegekend aan kinderen die recht hebben op kinderbijslag. Deze vermindering kan enkel worden toegekend als
aan onderstaande voorwaarden voldaan wordt op 1 januari van het aanslagjaar:
• het gezin telt minstens twee kinderbijslaggerechtigde
kinderen;
• deze kinderen hebben volgens het bevolkingsregister
hun domicilie in de woning waarvoor de vermindering
wordt aangevraagd.
De vermindering wordt alleen toegekend aan die specifieke woning, niet aan andere eigendommen.
Volgende kinderen met een handicap worden gelijkgesteld met twee kinderen:
• kinderen met bijkomende kinderbijslag (kind met een
handicap) tot de leeftijd van 21 jaar;
• kinderen die minstens 66 % ongeschikt zijn en recht
hebben op kinderbijslag tot de leeftijd van 25 jaar;
• kinderen, minstens 66 % arbeidsongeschikt, die recht
hebben op verlengde kinderbijslag.
Overzicht bedragen
Aantal kinderen Bedragen aanslagjaar 2013 (inkomsten 2012)
2
7,51 euro
Op onroerende goederen in het Vlaamse Gewest moet
onroerende voorheffing betaald worden. Er worden wel
verminderingen toegekend. Enerzijds zijn er verminderingen die automatisch worden toegekend en anderzijds zijn
er verminderingen die je moet aanvragen.
3
11,89 euro
4
16,65 euro
5
21,82 euro
6
27,37 euro
• Automatisch toegekende verminderingen:
- vermindering voor kinderbijslaggerechtigde kinde-
ren;
- vermindering voor één (of meerdere) perso(o)n(en) met een handicap.
• Verminderingen op aanvraag:
- bescheiden woning –
verhoogde vermindering (50 %);
- vermindering voor oorlogsverminkte;
- verminderingen voor een huurder.
7
33,34 euro
8
39,73 euro
9
46,49 euro
10
53,70 euro
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
Vanaf het elfde kind wordt er per bijkomend kind een vermindering toegekend dat overeenkomt met het bedrag
dat toegekend wordt voor twee kinderen.
Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd tegenover
het basisjaar 1996. De meest actuele cijfers vind je terug
op www.cm.be.
Vermindering voor
personen met een handicap
Voor personen met een handicap wordt de vermindering
toegekend voor de woning waarin hij op 1 januari van het
aanslagjaar zijn officiële woonplaats heeft volgens het
bevolkingsregister. De volwassen persoon met een handicap telt voor de berekening van de vermindering mee
als twee kinderen ten laste.
De vermindering kan enkel worden toegekend als aan
onderstaande voorwaarden voldaan wordt op 1 januari
van het aanslagjaar:
• de persoon met een handicap is minstens voor 66 %
invalide, heeft een vermindering van een verdienvermogen van 1/3 of minder of heeft een vermindering
van zelfredzaamheid van minimum negen punten;
• de handicap werd officieel vastgesteld vóór de leeftijd
van 65 jaar;
• de persoon met een handicap heeft volgens het bevolkingsregister zijn domicilie in de woning waarvoor
vermindering wordt aangevraagd.
6.3.2 Verminderingen op aanvraag
Onderstaande verminderingen moet je zelf aanvragen.
Bescheiden woning –
verhoogde vermindering
Vermindering voor grootoorlogsverminkte
Een grootoorlogsverminkte met recht op vergoedingspensioen krijgt een vermindering van 20 % op de onroerende voorheffing voor de woning waarin hij zijn hoofdverblijfplaats heeft op 1 januari van het aanslagjaar.
Deze aanvraag is slechts éénmalig.
Verminderingen door een huurder
Indien je de woning huurt en je hebt recht op een vermindering onroerende voorheffing, wordt deze toegekend aan de eigenaar-belastingsplichtige en mag je het
bedrag aftrekken van de huurprijs. Je wordt als huurder
door de Vlaamse Belastingdienst per brief op de hoogte
gesteld van het bedrag van de vermindering.
Om te kunnen genieten van deze vermindering moet je
een meldingsformulier invullen en opsturen naar de
Vlaamse Belastingdienst. Het meldingsformulier vind je
terug op www.onroerendevoorheffing.be.
Een uitzondering hierop zijn huurders van een sociale
woning. Zij moeten geen meldingsformulier opsturen.
De sociale huisvestingsmaatschappij geeft hun gegevens door aan de Vlaamse Belastingdienst. De verminderingen worden rechtstreeks geregeld met de sociale
huisvestingsmaatschappij. Deze moet haar huurders inlichten over het bedrag van de vermindering en deze in
mindering brengen op de huurlast.
Wanneer je eigenaar bent van een bescheiden woning
die je hebt laten bouwen of die je nieuwgebouwd aangekocht hebt, kan de verhoogde tegemoetkoming verhoogd
worden tot 50 % voor een periode van vijf jaar indien:
• je op 1 januari van het aanslagjaar volgens het bevolkingsregister in deze woning je domicilie hebt;
• je totale kadastrale inkomen van je eigendommen,
gelegen in het Vlaamse gewest, niet hoger is dan
745 euro;
• je de woning hebt laten bouwen of nieuw aangekocht
(de woning is nog niet in gebruik genomen);
• je geen bouw- of aankooppremie hebt ontvangen van
het Vlaamse Gewest.
De periode van vijf jaar start met het eerste jaar waarvoor je de onroerende voorheffing verschuldigd bent (dit
is het jaar volgend op het jaar van ingebruikname). Indien
je nog aan bovenstaande voorwaarden voldoet is de vermindering na vijf jaar weer gewoon 25 %.
Deze vermindering moet je éénmalig aanvragen bij de
Vlaamse Belastingsdienst.
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
85
6.4 Vermindering van
successierechten
Personen met een zware handicap kunnen in aanmerking komen voor een 'voetvrijstelling' bij de aanrekening
van successierechten. Ze zullen bij een erfenis tot een
bepaald bedrag geen successierechten moeten betalen.
De grootte van de vrijstelling is afhankelijk van de leeftijd
van de persoon met een handicap en met de graad van
verwantschap. Hoe lager de leeftijd, hoe groter de vrijstelling.
De vrijstelling wordt eerst toegepast op het netto onroerend gedeelte. Het eventueel restant van de vrijstelling
wordt dan toegepast op het netto roerend gedeelte.
Alle personen die voor de basiswetgeving beschouwd
worden als personen met een zware handicap kunnen
aanspraak maken op deze voetvrijstelling. Daarnaast
moet de persoon de handicap verworven hebben vóór
de leeftijd van 65 jaar en moet hij op 1 januari van het
aanslagjaar voldoen aan de voorwaarden om belastingvermindering te genieten.
86
Op welke tegemoetkomingen heb je recht?
Een handicap kan aangetoond worden met:
• een attest van verminderde zelfredzaamheid van
tenminste negen punten of categorie twee van de
integratietegemoetkoming;
• een attest van 66 % arbeidsongeschiktheid;
• een attest voor kinderen met minstens 66 % ontoereikende of verminderde lichamelijke of geestelijke
geschiktheid wegen één of meerdere aandoeningen.
Contact
• Belastingportaal Vlaanderen
Provincie Vlaams-Brabant
Diestsepoort 6
3000 Leuven
www.onroerendevoorheffing.be
• Vlaamse belastinglijn
1700
• Gemeentebesturen
Download