Statenvoorstel nr. PS/2013/849 Addendum begroting 2014 Datum GS-kenmerk Inlichtingen bij 29.10.2013 2013/0359751 mw. J. Regterschot telefoon 038 499 85 38 e-mail [email protected] Aan Provinciale Staten Onderwerp Addendum begroting 2014 Bijlagen I. Ontwerpbesluit nr. PS/2013/849 (bijgevoegd) II. III. Addendum begroting 2014 (te raadplegen via www.overijssel.nl/sis onder het bovengenoemde PS-kenmerk en ligt ter inzage bij de receptie van het Provinciehuis) Begrotingswijziging (te raadplegen via www.overijssel.nl/sis onder het bovengenoemde PSkenmerk en ligt ter inzage bij de receptie van het Provinciehuis) Samenvatting van het voorgestelde besluit In het Natuurpact zijn afspraken gemaakt tussen Rijk en provincies over de verdeling van verantwoordelijkheden voor het natuurbeleid tussen Rijk en provincies. Op het moment van opstellen van de kerntakenbegroting 2014 was er geen duidelijkheid over de inhoud van het Natuurpact. Daarom zijn in kerntaak 3 (Inrichting Landelijk Gebied) van de kerntakenbegroting 2014 alleen de regulier lopende zaken opgenomen. Nu de inhoud van het Natuurpact bekend is, bieden Gedeputeerde Staten middels een addendum een verdere uitwerking van kerntaak 3 (Inrichting Landelijk Gebied) aan ter vaststelling, inclusief bijbehorende begrotingswijziging op de primaire kerntakenbegroting 2014. In de begrotingswijziging is een bijraming van budgetten opgenomen voor taken waarvoor de provincie vanwege het Natuurpact vanaf 1 januari 2014 verantwoordelijk wordt en waarbij sprake is van aangegane verplichtingen. Naast inzicht in de opgave vanuit het Natuurpact, is inmiddels ook duidelijkheid ontstaan over de afwikkeling van lopende pMJP-opgaven. Voor een aantal pMJP-prestaties is nu duidelijk dat de financiële afwikkeling na 2013 plaatsvindt. PS wordt tevens voorgesteld in te stemmen met beschikbaarstelling van de daarvoor benodigde budgetten vanuit de voor deze prestaties beschikbare pMJP-middelen, egalisatiereserve ILG en uitvoeringsreserve EHS. Een verdere actualisatie van ramingen voor kerntaak 3 wordt op een later moment gekoppeld aan het Statenvoorstel over de uitvoeringsstrategie EHS, dat na afstemming met de partners van het Akkoord “Samen werkt beter” aan uw Staten wordt voorgelegd. Inleiding en probleemstelling Op het moment van opstellen van de Kerntakenbegroting 2014 was er geen duidelijkheid over de inhoud van het Natuurpact. Ook de hoogte van de rijksbijdrage voor de uitvoering van de taken voortvloeiend uit het Natuurpact was niet bekend. Daarom zijn in de beschrijving van kerntaak 3 in de Kerntakenbegroting 2014 (paragraaf 2.3) slechts de regulier lopende zaken opgenomen. In de Kerntakenbegroting is in verband hiermee een addendum op de begroting 2014 toegezegd. Nu het Natuurpact is vastgesteld op 18 september 2013 en er afspraken zijn gemaakt over de rijksbijdragen, leggen wij u dit addendum, inclusief begrotingswijziging, ter besluitvorming voor. Overwegingen Via het Statenvoorstel Decentralisatie Natuurbeleid (PS/2013/761), dat wij eveneens voor uw statenvergadering van 13 november 2014 hebben aangeboden, informeren wij u over de inhoud van het Natuurpact, de daaruit voortvloeiende opgave voor Overijssel en de beschikbare middelen. Tezamen met de afspraken zoals die in het Bestuursakkoord Natuur, waarmee u op 21 december 2011 hebt ingestemd (PS/2011/974), bestaat daarmee duidelijkheid over de taken waarvoor de provincie vanaf 1 januari 2014 met betrekking tot de uitvoering van het natuurbeleid verantwoordelijk is. Op grond van de adviezen van de Commissie-Jansen 1 en 2 is het Overijssels aandeel in de rijksgelden die daarvoor beschikbaar worden gesteld, bepaald. Na terugkoppeling met onze partners van het Akkoord “Samen werkt beter” zullen wij u naar verwachting in januari 2014, in samenhang met de uitvoeringsagenda, een uitgewerkt overzicht bieden van de financiële doorrekening van de opgaves. Vooruitlopende hierop is het noodzakelijk om voor de afwikkeling van een aantal taken waarvoor de provincie verantwoordelijk is, middelen beschikbaar te stellen en daarvoor kerntaak 3 verder uit te werken. Het betreft: - de zogenaamde juridische verplichtingen in integrale en sectorale projecten, - de lopende verplichtingen met betrekking tot (agrarisch) natuurbeheer en - een aantal gedecentraliseerde uitvoeringstaken. De dekking van deze uitgaven vindt plaats ten laste van de tot op heden in de uitvoeringsreserve EHS gestorte middelen. Uitwerking kerntaak 3 Middels bijgevoegd addendum leggen wij u bovengenoemde nadere uitwerking van kerntaak 3 voor. In het addendum wordt inzicht gegeven in de opgave op het terrein van (agrarisch) natuurbeheer. De aantallen te beheren hectaren op basis van lopende verplichtingen worden in het addendum gespecificeerd voor natuur, landschapselementen en agrarisch natuurbeheer. Daarnaast zijn de structuur en de indicatoren benoemd op basis waarvan wij aan u willen rapporteren over de voortgang van de realisatie van de ontwikkelopgave. De feitelijke invulling van de indicatoren wacht nog op afstemming met de partners van het Akkoord “Samen werkt beter”. Deze invulling leggen wij na genoemde afstemming aan u voor via het statenvoorstel over de uitvoeringsstrategie EHS. In dat voorstel worden ook de verdere voeding van de uitvoeringsreserve EHS en de bijbehorende spelregels meegenomen. Op landelijk niveau wordt momenteel nog tussen provincies en Rijk gewerkt aan een manier om de afspraken in het Natuurpact te rapporteren en verantwoorden richting elkaar. Dit traject kan invloed hebben op de structuur en de indicatoren voor de toekomst. Voor de beschikbaarstelling van de benodigde middelen wordt het addendum aangevuld met een begrotingswijziging. Het betreft de volgende actualisaties, waarvan de dekking verloopt via de uitvoeringsreserve EHS: - - - 2 Realisatie van juridische verplichtingen: € 21,5 miljoen in 2014 en in 2015 voor integrale projecten (prestatie 3.7.1) en € 11,8 miljoen in 2014 en 2015 voor sectorale projecten (prestatie 3.7.2). Het gaat hier om de juridische verplichtingen die gedekt worden via het Grond-voor-grondprincipe. Beheerskosten EHS, prestatie 3.8.3: bijstelling van de beschikbare budgetten tot structureel € 12,3 miljoen per jaar. Agrarisch natuurbeheer, prestatie 3.8.4: een bijraming van € 3,5 miljoen in 2014, aflopend tot een bijraming van € 1,0 miljoen in 2018. Subsidie aankopen inrichting natuurterreinen, prestatie 3.8.8: een structurele bijraming van € 2,7 miljoen vanaf 2014. (dit betreft de afwikkeling van juridische verplichtingen Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap die vanaf 2007 tot nu zijn aangegaan) PAS, opbouw en onderhoud systeem, prestatie 3.9.2: een structurele bijraming van € 0,4 miljoen, ten behoeve van de in IPO-verband afgesproken bijdrage aan de gemeenschappelijke werkorganisatie (GWO). Statenvoorstel nr. PS/2013/849 - - Kaderstelling voor de uitvoering van groene wetten, prestatie 3.9.3: een structurele bijraming van € 0,3 miljoen, ten behoeve van de in IPO-verband afgesproken bijdrage aan de GWO. Vergoeden schade via faunafonds, prestatie 3.9.5: een structurele bijraming van € 1,2 miljoen in 2014, oplopend tot € 1,3 miljoen in 2018. Via de begrotingswijziging wordt verder geregeld dat de budgetten die in de Kerntakenbegroting 2014 zijn opgenomen voor de prestatie 3.7.3 (Ontwikkelopgave EHS PAS) en 3.8.3 (natuurbeheer in de EHS) aan de uitvoeringsreserve EHS worden toegevoegd, waarna de voor deze prestaties benodigde budgetten aan deze reserve worden onttrokken. Overheveling pMJP prestaties Ten slotte is voor een aantal pMJP-prestaties duidelijk dat de (financiële) afwikkeling na 2013 plaatsvindt. Voor deze prestaties moet in de komende jaren budget beschikbaar te zijn. Een deel van deze prestaties is aangemerkt als juridische verplichting en worden ten laste van de uitvoeringsreserve EHS afgewikkeld. De overige dekking komt uit de pMJP-budgetten, die voor deze prestaties beschikbaar zijn voor de periode 2007 tot en met 2013 en onttrekking van middelen uit de egalisatiereserve ILG. Het betreft de volgende prestaties: Prestaties met een langere verplichting Boeren voor Natuur, prestatie 3.8.4: een structureel budget van € 120.000 per jaar vanaf 2015. Dekking komt uit de Egalisatiereserve ILG. In 2013 worden de niet bestede middelen voor Boeren voor Natuur ter grootte van € 2,3 miljoen via de tweede monitor toegevoegd aan deze reserve. Prestaties via convenanten met 5 waterschappen Uitfinanciering synergieprojecten, prestatie 3.10.7: € 360.000 in 2014 en € 95.000 in 2015. Dekking komt uit de egalisatiereserve ILG. De niet bestede middelen uit 2013 worden via de tweede monitor toegevoegd aan deze reserve. . Integrale projecten via plan- en gebiedsuitwerkingen HS verbinding met ADT-terrein, prestatie 3.7.1: € 1,4 miljoen in 2014. De dekking komt uit de middelen die binnen de Egalisatiereserve ILG voor dit project zijn opgenomen. De niet bestede middelen van € 0,4 miljoen in 2013 worden via de tweede monitor van 2013 toegevoegd aan de egalisatiereserve EHS. Uitfinanciering integrale projecten, waarbij de aan deze projecten verbonden prestaties op de volgende posten worden verantwoord: o 3.7.1 Ontwikkelopgave EHS, afronding juridische en bestuurlijke verplichtingen in integrale projecten, o 3.10.2 Uitfinanciering laatste pMJP-projecten buiten convenanten; o 3.10.8 Uitfinanciering lopende verplichtingen van vóór 2007. Via de begrotingswijziging bij het addendum van de kerntakenbegroting 2014 wordt voor deze beleidsprestaties een bedrag toegevoegd van €11,1 miljoen in 2014. Deze toevoeging wordt gedekt uit de Uitvoeringsreserve EHS (voor prestatie 3.7.1) en de pMJP-middelen (voor prestatie 3.10.2 en 3.10.8), te weten: € 5,0 miljoen uit de Uitvoeringsreserve EHS, als onderdeel van de raming voor de realisatie van de juridische verplichtingen ter grootte van €21,5 miljoen zoals opgenomen op pagina 2; € 4,7 miljoen uit de Egalisatiereserve ILG. Via de tweede monitor 2013 wordt dit bedrag aan niet bestede budgetten voor pMJP-prestaties 2013 toegevoegd aan die reserve. € 1,4 miljoen uit de Egalisatiereserve ILG. De voor de realisatie van de ontwikkelopgave Natura 2000/PAS benodigde budgetten en de resterend benodigde dekking voor de verbetervoorstellen worden in de begroting verwerkt nadat u zich hebben uitgesproken over de verdere storting van middelen in de uitvoeringsreserve EHS. Conclusie Via het bij dit statenvoorstel gevoegde addendum en de bijbehorende begrotingswijziging wordt in de begroting een verdere invulling gegeven aan de provinciale taken op het terrein van inrichting landelijk gebied. Statenvoorstel nr. PS/2013/849 3 Die invulling sluit aan op het vastgestelde Natuurpact en wordt geconcretiseerd voor zover het uitvoering van lopende taken en aangegane verplichtingen betreft. De te behalen prestaties en benodigde budgetten voor realisatie van de ontwikkelopgave Natura 2000/PAS worden eerst na afstemming met de partners uit het Akkoord “Samen werkt beter” ter besluitvorming aan u voorgelegd en maken geen onderdeel uit van dit voorstel. Voorstel Gelet op het voorgaande stellen wij u voor het besluit te nemen, als in concept in bijlage I verwoord. Gedeputeerde Staten van Overijssel, voorzitter, A.TH.B. BIJLEVELD secretaris, H.A.TIMMERMAN 4 Statenvoorstel nr. PS/2013/849 Bijlage I Ontwerpbesluit nr. PS/2013/849 Provinciale Staten van Overijssel, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 29 oktober 2013, kenmerk 2013/0359751 overwegende besluiten: 1. Het addendum op de kerntakenbegroting 2014 vast te stellen; 2. De bij het addendum behorende begrotingswijziging vast te stellen; 3. In te stemmen met beschikbaarstelling van de in dit voorstel genoemde budgetten voor (financiële) afwikkeling van pMJP-prestaties na 2013. Zwolle, Provinciale Staten voornoemd, voorzitter, griffier, Statenvoorstel nr. PS/2013/849 5 ADDENDUM KERNTAKENBEGROTING 2014 Behorende bij PS/2013/849 13 oktober 2013 Leeswijzer: de tekst uit de primaire kerntakenbegroting 2014 is vet/cursief in dit stuk. Daaronder volgt de nieuwe tekst ter aanvulling op de kerntakenbegroting 2014. Kerntaak 3 Inrichting Landelijk Gebied Inleiding: Wat willen we bereiken? In 2014 zijn provincies voor het eerst volledig verantwoordelijk voor het gedecentraliseerde natuurbeleid. De wederzijdse afhankelijkheid van de ruimtelijke en sociaal-economische ontwikkeling van onze provincie en de de inrichting van ons landelijk gebied, en de noodzaak van een maatschappelijk breed gedragen natuurbeleid maken de wijze waarop we deze kerntaak uitvoeren beeldbepalend voor de gebieds- en beleidsveldoverstijgende regierol die we als provincie binnen het openbaar bestuur willen innemen. Uitvoering van ons natuurbeleid is echter met de nodige onzekerheden omgeven. De ontwikkelingen op Rijksniveau rond de aangekondigde beleidsintensivering (het beschikbaar komen en de verdeling over de jaarschijven van € 200 miljoen per jaar voor natuur in de periode 2014-2017) en uw besluit van 3 juli 2013 (PS/2013/412) om vóór 1 oktober 2013 samen met partners tot een uitvoeringsagenda „Samen Werkt Beter‟ te komen maken dat het proces rondom de Kerntakenbegroting voor kerntaak 3 dit jaar niet op de gebruikelijke wijze plaats kan vinden. Omdat we zo nadrukkelijk afhankelijk zijn van landelijke ontwikkelingen, én omdat we recht willen doen aan de intenties van het akkoord ‘Samen Werkt Beter’ zijn in de voorliggende Kerntakenbegroting enkel de regulier lopende zaken vanaf 1 januari 2014 opgenomen, die niet onder invloed van genoemde processen staan. Dit najaar zullen wij u een addendum op de Kerntakenbegroting 2014 voorleggen. Omdat we zo nadrukkelijk afhankelijk zijn van landelijke ontwikkelingen hebben wij met de afronding van de kerntakenbegroting voor kerntaak 3 gewacht totdat er duidelijkheid bestond over het rijksbeleid. Met de op 18 september 2013l verschenen Natuurpact is die duidelijkheid ontstaan. De effecten daarvan hebben wij zo volledig mogelijk verwerkt in deze kerntakenbegroting. 2014 staat daarmee – naast realisatie van onze opgaven – in het teken van het überhaupt kúnnen nemen van onze voorgenomen rol met het uitkristalliseren van de landelijke beleidskeuzes en vaststelling van beleid in een uitvoeringsagenda met provinciale partners. In 2014 zijn speerpunten: uitwerking van de decentralisatie natuurbeleid (recente besluiten afwikkeling ILG); 1 - vaststellen van de eigen beleidskoers via een samen met partners op te stellen uitvoeringsagenda „Samen Werkt Beter‟. 2 Maatschappelijke ambitie Beleidsdoel Prestaties Kerntakenbegroting 2014 3. Een toekomstbestendig, vitaal en aantrekkelijk landelijk gebied waarin het goed wonen, werken en recreëren is en waarin ontwikkelingen hand in hand gaan met behoud en versterking van natuur- en landschapswaarden. 3.6 Het verbeteren van het vestigingsklimaat voor agrarische bedrijven door bij te dragen aan goede fysiek-ruimtelijkelijk inrichting en randvoorwaarden. Investeringsprestaties: 3.6.1 Herverkaveling / kavelruil (Kracht van Overijssel) 3.6.2 Herverkaveling (afronding bestuurlijke verplichtingen) 3.6.3 Herverkaveling via gebiedsontwikkelingen (zie kerntaak 9) Reguliere prestaties: 3.7 Het realiseren van de ontwikkelopgave EHS in samenhang met de versterking van de ruimtelijke kwaliteit en met sociaaleconomische ontwikkeling. 3.6.4. Beleids- en instrumentontwikkeling fysiek ruimtelijke inrichting en randvoorwaarden agrarische sector Investeringsprestaties: 3.7.1 Ontwikkelopgave EHS afronding juridische en bestuurlijke verplichtingen in integrale projecten 3.7.2 Ontwikkelopgave EHS afronding juridische en bestuurlijke verplichtingen in sectorale projecten 3.7.3 Ontwikkelopgave EHS Programmatische aanpak Stikstof. 3.7.4 Overige ontwikkelopgaven EHS 3.8 Toekomstbestendige (duurzaam en kosteneffectief) ontwikkeling en beheer van de natuur- en landschaps waarden. Investeringsprestaties: 3.8.1 Groen-Blauwe Diensten 3.8.2 Frictiekosten Reguliere prestaties: 3.8.3 Natuurbeheer in de EHS 3.8.4 Agrarisch natuurbeheer (inclusief weidevogels) 3.8.5 Beleidsontwikkeling natuur en landschap 3.8.6 Stimulering en instrumenten natuur en landschap 3.8.7 Monitoring natuur- en landschapsbeleid 3.8.8 Subsidie aankopen inrichting natuurterreinen 3.9 Bescherming van natuur- en landschapswaarden. Investeringsprestaties: 3.9.1 Beperken ammoniak vanuit de landbouw Reguliere prestaties: 3.9.2 Programmatische Aanpak Stikstof en Natura 2000, opbouw en onderhoud systeem 3.9.3 Kaderstelling voor en uitvoering van groene wetten 3.9.4 Advisering en borging wettelijke eisen inrichting landelijk gebied in ruimtelijke plannen 3.9.5 Vergoeden schade via Faunafonds 3 3.10 Afwikkeling lopende verplichtingen en pMJP Reguliere prestaties: 3.10.1 Afronden pMJP convenanten met waterschappen en gemeenten 3.10.2 Uitfinanciering laatste pMJP projecten buiten convenanten 3.10.3 Uitfinanciering de Doorbraak 3.10.4 Uitfinanciering doeluitkering Koopmansgelden Gooiermars 3.10.5 Uitfinanciering faunapassage N333 3.10.6 Uitfinanciering kwaliteitsimpuls rietteelt sector 3.10.7 Uitfinanciering synergieprojecten 3.10.8 Uitfinanciering lopende verplichtingen van vóór 2007 4 AMBITIE + KENGETAL Beleidsdoel 3.6 Het verbeteren van het vestigingsklimaat voor agrarische bedrijven door bij te dragen aan goede fysiek-ruimtelijke inrichting en randvoorwaarden Een goed vestigingsklimaat met goede ruimtelijke randvoorwaarden is essentieel voor een toekomstbestendige agrarische sector. Als beleidsbepaler hebben we de ruimtelijke randvoorwaarden voor de agrarische sector vast gelegd in onze omgevingsvisie. Als ontwikkelaar en investeerder ondersteunen wij de sector door bij te dragen aan het verbeteren van de verkaveling. Investeringsprestaties Prestatie 3.6.1 Herverkaveling / kavelruil (Kracht van Overijssel) Projectresultaat 11.200 ha verbeterde verkaveling in 2018. Realisatie Coalitieperiode Het verbeteren van de verkaveling van de grondgebonden landbouw is een prioriteit binnen de kerntaak Inrichting Landelijk Gebied. De realisatie loopt langs meerdere lijnen. Dit is de lijn: Uitvoering opgave landbouwstructuurverbetering in overige gebieden op grond van het in 2012 in overleg met de sector opgestelde uitvoeringsprogramma 2012-2015 (besluit PS/2012/870). Prestaties 2014 - Mijlpalen 2014 - 10 projecten in uitvoering (circa 8.000 ha). 1 project afgerond (circa 800 ha). 5 Prestatie 3.6.2 Herverkaveling (afronding bestuurlijke verplichtingen) Projectresultaat 18.000 ha verbeterde verkaveling in 2018. Realisatie Coalitieperiode Het verbeteren van de verkaveling van de grondgebonden landbouw is een prioriteit binnen de kerntaak Inrichting Landelijk Gebied. De realisatie verloopt langs meerdere lijnen. Dit is de lijn: Uitvoering opgave voor landbouwstructuurverbetering via afronding bestuurlijke verplichtingen landelijk gebied (besluit PS/2011/699). Prestaties 2014 In 2014 zijn er negen projecten in uitvoering (circa 18.000 ha). Twee daarvan, Enter-Ypelo en Losser, zullen naar verwachting via de aktepassering inhoudelijk worden afgerond (circa 3.100 ha). Mijlpalen 2014 - Prestatie 3.6.3 Herverkaveling via gebiedsontwikkelingen (zie kerntaak 9) Projectresultaat 120 ha verbeterde verkaveling in 2015. Realisatie Coalitieperiode In deze coalitieperiode lopen negen gebiedsontwikkelingen. Afhankelijk van de fase waarin de gebiedsontwikkelingen zich bevinden worden er hectares landbouwstructuurversterking gerealiseerd. Prestaties 2014 1 project in uitvoering (IJsseldelta-Zuid), realisatie 2014 120 ha. Mijlpalen 2014 - 6 Reguliere prestaties Prestatie 3.6.4 Beleids- en instrumentontwikkeling fysiek ruimtelijke inrichting en randvoorwaarden agrarische sector Toelichting Ontwikkeling van beleid en instrumenten voor verbetering van het vestigingsklimaat door bij te dragen aan goede fysiek-ruimtelijke randvoorwaarden. In 2014 accenten op het doorontwikkelen van de instrumenten voor kavelruil, het ondersteunen van de investeringsprestaties door toepassing van het Revolving Fund en het maken van ruimtelijk beleid voor de (intensieve) veehouderij. Beleidsdoel 3.7 Het realiseren van de ontwikkelopgave EHS in samenhang met de versterking van de ruimtelijke kwaliteit en met de sociaal economische ontwikkeling Na een intensief proces hebben uw Staten op 3 juli 2013 de herbegrenzing van de EHS vastgesteld in de Actualisering van de Omgevingsvisie. Belangrijke peiler van dit besluit is het Akkoord ‘Samen werkt Beter’, waarin wij met maatschappelijke partners afspraken hebben gemaakt over het realiseren van de ontwikkelopgave van de natuur in Overijssel. Natuur is niet alleen van betekenis voor de bescherming van de biodiversiteit. Zij is ook van belang voor de provinciale waterhuishouding en levert een bijdrage aan meerdere provinciale doelen, zoals het behoud en de versterking van een goed vestigingsklimaat voor bedrijven, een goede woonomgeving en de vrije tijdseconomie. Hier ligt een directe relatie met kerntaak 1, waar wij in beleidsdoel 1.4 hebben beschreven waar ons beleid voor de ontwikkelopgave EHS op is gericht. Wij richten ons op de realisatie en het beheer van de Ecologische Hoofdstructuur en op het bieden van ruimte en het stimuleren van sociaal-economische ontwikkelingen die de natuurkwaliteit versterken. Tijdens het kabinet Rutte I (‘Lenteakkoord’) is voor 2013 een reductie van € 200 miljoen op de uit het Onderhandelingsakkoord voortvloeiende ombuigingen vastgelegd. Het kabinet Rutte II wil deze extra middelen vanaf 2014 structureel vrij maken voor natuur. In vervolg op het Bestuursakkoord natuur (2011) hebben Rijk en provincies samen met maatschappelijke organisaties gewerkt aan een Hoofdlijnennotitie met kaders en ambities voor het gebiedsgerichte deel van het natuurbeleid. De Hoofdlijnennotitie werkt deze rijksvisie uit en gaat in op belangrijke onderdelen van de instrumentatie van het natuurbeleid in Nederland, zoals de robuuste EHS, het agrarisch natuurbeheer en de inzet van de € 200 miljoen beleidsintensivering uit het Regeerakkoord Rutte II. De Staatssecretaris biedt deze Hoofdlijnennotitie na afronding van de begrotingsbehandeling aan de Tweede Kamer aan. De provincies (IPO) hebben de commissie Jansen gevraagd, in aansluiting op het advies van de commissie Jansen-1, met een voorstel te komen voor de verdeling van de € 200 miljoen vanaf 2014. De Hoofdlijnennotitie en het verdelingsvoorstel Jansen-2 leggen wij dan aan uw Staten voor. In relatie daarmee bieden wij uw Staten dan ook een voorstel over de voeding van de uitvoeringsreserve EHS en de aanwending van die middelen aan, met daaraan gekoppeld een voorstel om de kernbegroting 2014 met een aantal prestaties in kerntaak 3 aan te vullen. 7 Na een intensief proces hebben uw Staten op 3 juli 2013 de herbegrenzing van de EHS vastgesteld in de Actualisatie van de Omgevingsvisie. Belangrijker peiler van dit besluit is het Akkoord „Samen werkt Beter‟, waarin wij met maatschappelijke partners afspraken hebben gemaakt over het realiseren van de ontwikkelopgave van de natuur in Overijssel. Natuur is niet alleen van betekenis voor de bescherming van de biodiversiteit. Zij is ook van belang voor de provinciale waterhuishouding en levert een bijdrage aan meerdere provinciale doelen, zoals het behoud en de versterking van een goed vestigingsklimaat voor bedrijven, een goede woonomgeving en de vrije tijdseconomie. Hier ligt een directe relatie met kerntaak 1, waar bij in beleidsdoel 1.4 hebben beschreven waar ons beleid voor de ontwikkelopgave EHS op is gericht. Wij richten ons op de realisatie en het beheer van de Ecologische Hoofdstructuur en op het bieden van ruimte en het stimuleren van sociaal-economische ontwikkelingen die de natuurkwaliteit versterken. Tijdens het Kabinet Rutte I („Lenteakkoord‟) is voor 2013 een reductie van € 200 miljoen op de uit het Onderhandelingsakkoord voorvloeiende ombuigingen vastgelegd. De verantwoordelijke Staatssecretaris van Economische Zaken heeft de ambitie van het Kabinet vertaald in het realiseren van een „robuuste EHS‟. De € 200 miljoen uit het Regeerakkoord is met het op 18 september verschenen Natuurpact voor de komende 4 jaar als volgt beschikbaar: in 2014 en 2015 jaarlijks € 100 miljoen, in de jaren 2016 en 2017 jaarlijks € 300 miljoen. Vanaf 2018 tot 2027 is jaarlijks € 200 miljoen beschikbaar. Op 13 november 2013 heeft u kennis kunnen nemen van: het beleid en middelen die totaal jaarlijks beschikbaar worden gesteld zoals opgenomen in het Natuurpact de afspraken die met de Manifestpartijen zijn gemaakt over de uitvoering van het Natuurpact het advies van Commissie Jansen 2 dat Gedeputeerde Staten hebben overgenomen als bindend besluit over de verdeling van de Middelen. Aan uw Staten zullen wij in vervolg hierop een voorstel voor de verdere uitwerking van de uitvoeringsreserve EHS aanbieden. Daarom hebben wij in deze kerntakenbegroting alleen die uitgaven opgenomen, die juridische zijn verplicht, en uitvoeringskosten van taken waarvoor de provincie vanaf 1 januari 2014 verantwoordelijk is. Nadat uw Staten zich over de verdere voeding van de uitvoeringsreserve en de betaalbaarheid van de opgave kunnen uitspreken, zullen ook de overige met de realisering van de ontwikkelopgave samenhangende uitgaven in de kerntakenbegroting worden verwerkt. In de door uw Staten op 3 juli 2013 vastgesteld omgevingsvisie is de resterende ontwikkelopgave gedefinieerd. Daarbij kunnen worden onderscheiden: de bestuurlijke verplichtingen: de verplichtingen waarover bestuurlijke harde afspraken waren gemaakt hebben en waarover uw Staten vooruitlopend op de totstandkoming van het Deelakkoord Natuur op basis van statenvoorstel PS/2011/699 € 37,6 miljoen, middelen beschikbaar hebben gesteld juridische verplichtingen: alle verplichtingen die, tot aan de bezuinigingen van het kabinet Rutte II, vanuit het pMJP zijn aangegaan worden aangeduid als de juridische verplichtingen en worden gedekt via het grond-voor-grond principe ontwikkelopgave Natura 2000/PAS; de uitvoering van de PAS maatregelen, die nodig zijn om Natua 2000 doelen zeker te stellen alsmede de overige maatregelen, die noodzakelijk zijn om de Natura 2000 doelen te realiseren overige te realiseren natuur: de maatregelen in gebieden die zijn toegevoegd aan de EHS en die resulteren in een ecologische meerwaarde. 8 Figuur 1. Ontwikkelopgave conform omgevingsvisie Figuur 2: Maatregel Ontwikkelopgave Figuur 3: Maatregelen herstelbeheer en hydrologie 9 Investeringsprestatie Prestatie 3.7.1 ontwikkelopgave EHS afronding juridische en bestuurlijke verplichtingen in integrale projecten Projectresultaat De vanuit het pMJP programma voortvloeiende juridische en bestuurlijke verplichtingen zijn gerealiseerd en administratief afgewikkeld. Realisatie Coalitieperiode In integrale projecten worden de volgende bestuurlijke verplichtingen deze coalitieperiode gerealiseerd: Voorbereiden van de inrichting van circa 130 ha EHS in twee integrale projecten (Enter-Ypelo en Losser) De dekking van de juridische verplichtingen voor grond en inrichting vindt conform de afspraken van het Deelakkoord Natuur via het grond-voor-grond principe plaats. In integrale projecten worden de volgende bestuurlijke verplichtingen deze coalitieperiode gerealiseerd: Voorbereiden van de inrichting van circa 130 ha EHS in twee integrale projecten (Enter-Ypelo en Losser) De dekking van de juridische verplichtingen voor grond en inrichting vindt conform de afspraken van het Deelakkoord Natuur via het grond-voor-grond principe plaats. Inrichting van 138 ha natuur in de gebiedsontwikkeling luchthaven Twente vindt in 2014 plaats, terwijl de inrichting van 350 ha in het Majeure Project Ijsseldelta Zuid naar verwachting in 2018 wordt afgerond. Met de realisering van Ruimte voor de Vecht start de afwikkeling van 86 ha in 2014. pMJP projecten Enter 1e module, Kavelruil Damsholte, Enschede Noord Lonnekemarke, Wetering Oost en West, Varsen, Gooiemars 1e Halte, Azelerbeek 3e module, Enschede Zuid 3e module, Saasveld Gammelke, Rijssen 6e module en EHS verbinding met ADT. De realisatie zal na verwachting in 2013 worden afgerond, de financieel administratieve afwikkeling zal nog doorlopen tot 2014/2015. 10 Prestaties 2014 Voorbereiding van de inrichting van totaal 130 hectare EHS. Mijlpalen 2014 - 11 Prestatie 3.7.2 ontwikkelopgave EHS afronding juridische en bestuurlijke verplichtingen in sectorale projecten Projectresultaat De vanuit het pMJP-programma voortvloeiende juridische en bestuurlijke verplichtingen zijn gerealiseerd en administratief afgewikkeld. Realisatie Coalitieperiode In sectorale projecten zijn de bestuurlijke verplichtingen in uitvoering via twee sporen: Via sectorale inrichtingsprojecten. Via particuliere natuurrealisatie. Onderstaand is de realisatie per spoor in deze coalitieperiode weergegeven: Uitvoering van drie sectorale inrichtingsprojecten langs IJssel en Zwarte water (circa 130 ha, oplevering in 2015). Administratieve afhandeling van de projecten die eind 2013 fysiek zijn afgerond. 730 ha EHS ingericht en afgewaardeerd via particuliere natuurrealisatie uiterlijk in 2018. De dekking van de juridische verplichtingen voor grond en inrichting vindt conform de afspraken van het Deelakkoord Natuur via het grond-voor-grond principe plaats. Prestaties 2014 Totaal 90 hectare EHS ingericht en afgewaardeerd. Mijlpalen 2014 - 12 Prestatie 3.7.3 ontwikkelopgave EHS Programmatische aanpak Stikstof Projectresultaat Binnen de EHS-begrenzing ligt het “Uitwerkingsgebied Ontwikkelopgave Natura 2000”. In dit gebied worden maatregelen genomen die nodig zijn om de achteruitgang van natuurwaarden in Natura 2000-gebieden te voorkomen en op langere termijn de doelen voor de Natura 2000-gebieden te realiseren. Met het realiseren van de doelen voor de Natura 2000 wordt economische ontwikkelingsruimte gecreëerd. De te nemen maatregelen zullen gericht zijn op het realiseren van de in de gebiedsanalyses beschreven na te streven effecten. De PAS richt zich op na te streven effecten voor de korte termijn (te realiseren binnen zes jaar na inwerkingtreding van de PAS) en langere termijn (te realiseren in de tweede en derde periode van zes jaar). Daarvoor is onder meer effectgericht beheer, herstelbeheer en het treffen van hydrologische maatregelen noodzakelijk. In het Statenvoorstel PS /2013/412 is inzicht geboden in de totaal voor de ontwikkelopgave Natura 2000 / PAS beschikbare middelen. In de Perspectiefnota 2013 hebben wij becijferd dat voor het PASdeel van deze opgave € 260 miljoen noodzakelijk is om deze te kunnen dekken. Na verschijnen van de Hoofdlijnennotitie van de staatssecretaris EZ en nadat duidelijkheid bestaat over de beschikbaarheid van de € 200 miljoen beleidsintensivering uit het Regeerakkoord Rutte II kan worden vastgesteld welk deel van de PAS-maatregelen daadwerkelijk door het Rijk gedragen wordt. De deelnemers aan het Akkoord ‘Samen werkt beter’ stellen gezamenlijk een uitvoeringsagenda inclusief een uitvoeringsstrategie voor de EHS op. Uitwerking en uitvoering vinden waar nodig plaats via gebiedsprocessen. In het Statenvoorstel PS/2013/412 is inzicht geboden in de totaal voor de ontwikkelopgave Natura 2000/ PAS beschikbare provinciale middelen. Op 13 november 2013 heeft u kennis kunnen nemen van de rijksmiddelen die komende jaren via de uitkering provinciefonds beschikbaar worden gesteld. Daarmee is duidelijk welke middelen beschikbaar zijn voor uitvoering PAS maatregelen. In de Perspectiefnota 2013 hebben wij becijferd dat voor het PAS-deel van deze opgave € 260 miljoen noodzakelijk is om deze te kunnen dekken. Na terugkoppeling met onze partners van het Akkoord Samen werkt Beter zullen 13 wij u naar verwachting in januari 2014, in samenhang met de uitvoerignsagenda, een uitgewerkt overzicht bieden van de financiële doorrekening van alle opgave waaronder de PAS opgave Realisatie Coalitieperiode Prestaties 2014 Mijlpalen 2014 PM wordt geconcretiseerd na besluitvorming PS over de verdere vulling uitvoeringsreserve PM wordt geconcretiseerd na besluitvorming PS over de verdere vulling uitvoeringsreserve 14 Prestatie 3.7.4 overige ontwikkelopgave EHS Projectresultaat Realisatie van 415 hectare EHS liggend binnen de EHS-begrenzing, aanvullend op de onder 3.7.3 genoemde ontwikkelopgave Natura 2000. Verder dragen de tot het “Uitwerkingsgebied Ontwikkelopgave Natura 2000” behorende, niet PAS maatregelen, bij aan het projectresultaat. Realisatie Coalitieperiode Uitvoering projecten voor de € 10 miljoen die door het Rijk in 2013 beschikbaar is gesteld voor realisatie robuuste EHS 2014 / 2015. De deelnemers aan het Akkoord „Samen werkt beter‟ stellen gezamenlijk een uitvoeringsagenda inclusief een uitvoeringsstrategie voor de EHS op. De nietPAS maatregelen maken daar ook deel van uit. Uitwerking en uitvoering vinden waar nodig plaats via gebiedsprocessen. Prestaties 2014 Voorbereiding uitvoering door partners in 2014 van de projecten Noordwest Overijssel, Reestdal, Regge, Schultenwolde en Lankheet. Mijlpalen 2014 - Beleidsdoel 3.8 Toekomstbestendige (duurzaam en kosteneffectief) ontwikkeling en beheer van de natuur- en landschapswaarden. De decentralisatie van het beleid op het gebied van natuur en landschap heeft de provinciale rol in het landelijk gebied verder versterkt. Als ontwikkelaar en investeerder bekijken wij op welke wijze het natuur- en landschapsbeheer duurzaam én kosteneffectief vorm kan krijgen. De decentralisatie van het beleid op gebied van natuur en landschap heeft de provinciale rol in het landelijk gebied verder versterkt. In het recent verschenen Natuurpact is die rol verder versterkt doordat de provincie ook verantwoordelijk wordt voor het (agrarisch) natuurbeheer buiten de EHS. Als ontwikkellaar en investeerder bekijken wij op welke wijze het natuur- en landschapsbeheer duurzaam en kosteneffectief vorm kan krijgen. De in voorbereiding zijnde beheersstrategie voor de langer termijn zal daar richting aan moeten geven. Daarnaast wordt het stelsel van agrarisch natuurbeheer omgevormd. Gebiedscollectieven krijgen een centrale rol bij beheer van de natuur en landschapsdoelen in de agrarische gebieden. 15 INDICATOR In verband met de hiervoor geschetste beleidsontwikkelingen en zijn in onderstaande prestatie-indicator alleen de arealen, waarop subsidieverplichtingen zijn aangegaan, weergegeven. Daarbij is rekening gehouden met afloop van lopende beschikkingen buiten de EHS. Na actualisatie van het beheerbeleid zullen deze indicatoren worden aangepast. 16 Investeringsprestaties Prestatie 3.8.1 Groen- Blauwe Diensten Projectresultaat Afhankelijk van besluitvorming door Provinciale Staten over de evaluatie van het huidige Groen-Blauwe Diensten beleid. Realisatie Coalitieperiode Afhankelijk van besluitvorming door Provinciale Staten over de evaluatie van het huidige Groen-Blauwe Diensten beleid. Prestaties 2014 Herziening vastgesteld beleid rondom Groen-Blauwe diensten in samenhang met de totale visie op beheer van natuur en landschap. Mijlpalen 2014 Statenvoorstel Herijking Groen-Blauwe Diensten beleid in tweede kwartaal. 17 Prestatie 3.8.2 Frictiekosten Projectresultaat Afhankelijk van besluitvorming over en uitwerking van de Hoofdlijnennotitie natuurbeleid (voorzien in najaar 2013), nader invulling geven aan decentralisatie natuurbeleid en daarmee samenhangende vervallen rijkstaken zoals: Voortzetten financiering Nationale Parken Sallandse Heuvelrug en Wieden-Weerribben. Frictiekosten decentralisatie DLG. beheer door Staatsbosbeheer (SBB). Bijdrage aan in het kader van het IPO op te richten Gemeenschappelijke werkorganisatie (GWO) voor ontwikkeling en uitvoering gedecentraliseerde taken natuurbeleid, waaronder PAS. Realisatie Coalitieperiode - Prestaties 2014 Mijlpalen 2014 Besluitvorming over al dan niet voortzetting van de ondersteuning van de beide Nationale Parken. Bijdragen aan op te richten GWO in het kader van het IPO. - Ondersteunen organisatie Nationale Parken Sallandse Heuvelrug en Wieden-Weerribben. - Afhankelijk van de besluitvorming over de Hoofdlijnennotitie Natuurbeleid zullen wij nadere voorstellen doen voor inzet op frictiekosten (DLG, SBB, Gemeenschappelijke Werk Organisatie IPO). - Statenvoorstel financiering EHS naar aanleiding van Hoofdlijnennotitie en advies commissie Jansen-2. 18 Reguliere prestaties Prestatie 3.8.3 Natuurbeheer in de EHS Toelichting Met de regeling Subsidiestelsel voor Natuurbeheer en Landschapsbeheer (SNL), onderdeel natuurbeheer ondersteunen wij natuurbeheerders, waaronder particulieren, bij het beheer van natuurgebieden in de Ecologische Hoofdstructuur. In het pMJP 2007-2013 zijn meerjarige verplichtingen aangegaan voor SNL; deze voeren wij uit. - In overleg tussen Rijk en IPO worden in aansluiting op het Deelakkoord Natuur nadere afspraken gemaakt over de uitvoering van nieuwe verplichtingen vanaf 2014. Deze worden opgenomen in het addendum op de Kerntakenbegroting 2014. Met de regeling Subsidiestelsel voor Natuurbeheer en Landschapsbeheer (SNL), onderdeel natuurbeheer ondersteunen wij natuurbeheerders, waaronder particulieren, bij het beheer van natuurgebieden in de Ecologische Hoofdstructuur. In afgelopen jaren zijn op basis van deze regeling ook subsidietoezeggingen gedaan in gebieden, die na de herijking buiten de huidige EHS vallen. De daaraan verbonden uitgaven zijn verwerkt in de ramingen In 2014 wordt 42.256 ha natuur en 1.473 ha landschapselementen beheerd. Dit is meer dan in 2013 omdat nu ook de gronden van Staatsbosbeheer en de ingerichte natuurbeheerterreinen onder beheer van de SNL zijn gekomen. Prestatie 3.8.4 Agrarisch Natuurbeheer (inclusief weidevogels) Toelichting Voor weidevogels hebben wij zogenaamde collectieve weidevogelbeheerplannen vastgesteld die doorlopen in 2014 en volgende jaren. Pilot Boeren voor Natuur Twickel, die wij samen met verschillende partners uitvoeren. In het kader van deze pilot zijn met agrariërs langjarige contracten zijn gesloten voor de subsidiering van natuurvriendelijke agrarische bedrijfsvoering. In pilot is nog 19 ruimte voor uitbreiding van contracten. - Over agrarisch natuurbeheer worden najaar 2013 nog afspraken gemaakt door het Rijk en IPO. Deze zullen worden verwerkt in het addendum op de Kerntakenbegroting 2014. - Met de subsidieregeling voor Natuurbeheer en Landschapsbeheer (SNL) onderdeel agrarische natuurbeheer ondersteunen wij agrariërs, bij het beheer van natuur en landschapswaarden op landbouwgronden. Voor weidevogels hebben wij zogenaamde collectieve weidevogelbeheerplannen vastgesteld die doorlopen in 2014 en volgende jaren. Ook voor het botanische en landschappelijk agrarisch natuurbeheer worden vanaf 2014 via gebiedscollectieven gefinancierd. In 2014 wordt er voor 6.093 ha agrarisch natuurbeheer uitgevoerd. - Pilot Boeren voor Natuur Twickel, die wij samen met verschillende partners uitvoeren. In het kader van deze pilot zijn met agrariërs langjarige contracten (30 Jaar) gesloten voor de subsidiëring van natuurvriendelijke agrarische bedrijfsvoering. In 2014 zal verdere ervaring worden opgedaan met de inzat van dit instrument en bekeen worden of het kan worden ingezet op meerdere locaties. 20 Prestatie 3.8.5 Beleidsontwikkeling Natuur en Landschap Toelichting 2014 staat in het teken van het samen met partners in de uitvoeringsagenda „Samen werkt Beter‟ uitwerken van nieuw beleid als gevolg van de nadere afspraken tussen Rijk en IPO in het kader van het Deelakkoord Natuur. Het gaat in ieder geval om vormgeving van een voorstel voor het toekomstig bestendig beheer van de EHS, Groene en Blauwe Diensten (zie prestatie 3.8.1) en agrarisch natuurbeheer. Bovendien gaat het om uitwerking van voorstellen betreffende de toekomstige positie van Nationale Parken en de toekomstige relatie met DLG, DR, SBB en eventuele gemeenschappelijke voorzieningen die bij de gezamenlijke provincies nodig zijn in verband met de decentralisatie van Rijkstaken (zie ook prestatie 3.8.2). Prestatie 3.8.6 Stimulering en instrumenten natuur en landschap Toelichting Voorbereiding en actualisering van beleid en instrumenten in het kader van natuur en landschap. Voor het uitvoeren en de subsidiëring van het beheer van natuur en landschap het ontwerp maken en vaststellen van onder andere het Natuurbeheerplan en de coördinatie van het Agrarische Natuurbeheer. Het uitvoeren van verkenningen, pilots en onderliggende onderzoeken, bijvoorbeeld rond particulier natuurbeheer, Boeren voor Natuur en Groene en Blauwe diensten. Prestatie 3.8.7 Monitoring natuur- en landschapsbeleid Toelichting Door decentralisatie van natuurtaken is monitoring van natuur- en landschapsbeleid nodig voor landelijke rapportages, voorbereiding en bijstelling van provinciaal beleid en vergunningverlening. In 2014 stellen wij een plan op dat inzicht geeft in wat we op welke wijze willen monitoren. 21 Prestatie 3.8.8 Subsidie aankopen inrichting natuurterreinen Toelichting Deze prestatie betreft de administratieve afhandeling van leningen aan het Groenfonds voor natuurrealisatie. Deze leningen zijn vóór 2007 door de provincie op zich genomen, met een looptijd tot en met 2023. Beleidsdoel 3.9 Bescherming van natuur- en landschapswaarden Wij voeren een aantal wettelijke taken uit, waaronder de kaderstelling voor en de uitvoering van de Flora- en Faunawet en de Natuurbeschermingswet. Als gevolg van de eerder genoemde decentralisatie van het natuurbeleid wordt deze taak groter. Bij dit beleidsdoel geven we ook uitvoering aan onze structurele taken in het N2000 beleid, zoals de Programmatische Aanpak Stikstof. De investeringen in voor de PAS noodzakelijke gebiedsmaatregelen zijn opgenomen onder prestatie 3.7.3. Investeringsprestaties Prestatie 3.9.1 Beperken ammoniak vanuit de landbouw Toelichting Eerder hebt u een besluit genomen om flankerend aan Natura 2000 stimuleringsbeleid voor emmissiebeperkende technieken en maatregelen en effectgerichte maatregelen in te zetten (PS/2010/562). In uw besluit werd uitgegaan van twee fasen voor dit beleid. De eerste fase die tot eind 2013 liep is afgerond. De huidige planning voor invoering van de Programmatische Aanpak Stikstof is 1 januari 2014. Afhankelijk van de keuzes die landelijk nog gemaakt worden rondom generieke en lokale maatregelen, zullen wij u in overleg met onze partners, aanvullend een voorstel voorleggen voor besteding van de middelen voor het stimuleringsbeleid vanaf 2014. 22 Reguliere prestaties Prestatie 3.9.2 Programmatische Aanpak Stikstof en Natura 2000, opbouw en onderhoud systeem Toelichting Met de invoering van de PAS in 2014 zijn nog een aantal standaard maatregelen voor alle provincies voorzien in het kader van databeheer en monitoring. Daarnaast gaat het om een gestandaardiseerde verdere voorbereiding en afwerking van gebiedsanalyses en beheerplannen Natura 2000, hiermee worden de randvoorwaarden geschapen om het PAS-systeem geautomatiseerd te kunnen toepassen en de ontwikkelruimte PAS actueel te houden. Dit is onder meer noodzakelijk voor de vergunningverlening en handhaving. Prestatie 3.9.3 Kaderstelling voor en uitvoering groene wetten Toelichting Ter behoud en versterking van natuur- en landschapswaarden in Overijssel, heeft de provincie vergunningverlenende, toezichts- en handhavingstaken op grond van de Boswet, de Flora- en Faunawet, de Natuurschoonwet en de Natuurbeschermingswet 1998. De Kaderstelling voor de uitvoering voor de Groene Wetten vindt plaats in het Jaarplan Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving. De uitvoering vindt aan de hand daarvan plaats. Het betreft onder andere het tijdig afhandelen van aanvragen en verzoeken in het kader van de Natuurbeschermingswet, de Natuurschoonwet, de Flora- en Faunawet en de Boswet. Daarnaast gaat het om het periodiek actualiseren van het faunabeleidsplan en goedkeuren en toezien op uitvoering prestatieovereenkomst Faunabeheereenheid. De huidige planning is dat de Programmatische Aanpak Stikstof als kader voor NB-wet vergunningverlening 1 januari 2014 in werking treedt. Eerder hebben wij aangegeven dan inzichtelijk te maken welke totale structureel benodigde inzet voor vergunningverlening, handhaving, bezwaar en beroep noodzakelijk is. De afgelopen jaren hebben wij circa € 1,5 miljoen uit verschillende incidentele budgetten benut om de kosten te dekken. Wij 23 zien dat ook na de invoering van de PAS dit structureel nodig zal zijn voor deze taken. Daarbij zal er na de inwerkingtreding een incidentele piek optreden, doordat alle bedrijven die vanaf de midden jaren negentig tot 2010 uitgebreid hebben zonder vergunning, alsnog een vergunning moeten aanvragen. Verlening van deze aanvragen kan alleen op basis van de PAS. Voor 2014 voorzien wij de afdoening van circa 930 950 vergunningaanvragen. De Provinciewet biedt de mogelijkheid leges te heffen voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning teneinde kostendekkend te werken. Als onderdeel van de Belastingverordening 2014 (PS/2013/792)) wordt voorgesteld om per 1 januari 2014 leges te heffen voor vergunningverlening in het kader van de Natuurbeschermingswet. Prestatie 3.9.4 Advisering en borging provinciale belangen in ruimtelijke plannen Toelichting Vanuit wettelijk kader advisering ruimtelijke plannen van gemeenten en anderen, bijvoorbeeld waterschappen, met betrekking tot het provinciaal belang op het gebied van natuur en landschap (zie ook beleidsdoel 1.2). Prestatie 3.9.5 Vergoeden van schade via Faunafonds Toelichting Dit betreft het verzorgen van schadeuitkeringen veroorzaakt door beschermde diersoorten aan landbouw, bosbouw en visserij. Hieronder valt ook schade door ganzen. Met het Rijk is overeengekomen dat per 1 januari 2014 het faunafonds wordt gedecentraliseerd. Afhankelijk van de voortgang in de afspraken tussen het Rijk en de gezamenlijke provincies wordt dit in 2014 geëffectueerd. 24 Beleidsdoel 3.10 Afwikkeling lopende verplichtingen en pMJP Op dit beleidsdoel is een aantal aflopende verplichtingen samengebracht. Beleidsdoel 3.10 bevat de afronding van een aantal langlopende verplichtingen én de afronding van de pMJP-verplichtingen na 2013. Het pMJP loopt van 2007 t/m 2013, maar de administratieve afwikkeling loopt door tot na 2013. Daarnaast zijn, gelet op de aard van enkele prestaties, verplichtingen aangegaan met een looptijd tot na 2013 (bijvoorbeeld het project de Doorbraak en de synergieprojecten). In het kader van het programma Investeren in Overijssel (PS/2011/460), bij de verschillende IMG-tranches (met PS/2010/10 als eerste) en mutaties in het kader van de P&C-cyclus zijn middelen ingezet om een impuls te geven aan het uitvoeren van de pMJP-prestaties. Per saldo betreft het een bedrag van circa € 58 miljoen dat conform de begrotingssystematiek nu onder het regiem van het KvO-budget valt en daarom als investeringsprestatie zou moeten worden verantwoord. Om een duidelijke knip te maken tussen oud en nieuw beleid kiezen wij ervoor deze middelen, waarvan circa € 5 miljoen resteert, via de reguliere prestaties te verantwoorden. Het betreft onderstaande prestaties. 25 Reguliere prestaties Prestatie 3.10.1 Afronden pMJP convenanten waterschappen en gemeenten Toelichting Gemeenten en waterschappen dienen op basis van de afgesloten convenanten voor 1 mei 2014 een verantwoording in te dienen voor de nog vast te stellen convenantsprestaties. Op basis van deze verantwoording zal de subsidie voor de in het convenant geprogrammeerde pMJP-prestaties definitief worden vastgesteld. In totaal gaat het om 25 convenanten met gemeenten en 5 convenanten met waterschappen. Het gaat hier om administratieve afrondingen, waarvoor geen nieuwe begrotingsmiddelen meer ingezet worden. Prestatie 3.10.2 Uitfinanciering laatste pMJP projecten buiten convenanten Toelichting De realisatie en administratieve afwikkeling van vijf voortkomende projecten loopt door tot ná 2013. Dit betreft: Mountainbikeroute (oplevering 2015). Boerenlandschapommetjes (oplevering 2014). Roman over de IJssellinie (oplevering 2014). Kunst en stromarkt (oplevering 2014). Proeftuin N2000 (oplevering 2014) 6 bedrijfsverplaatsingen t.b.v. de realisering EHS. uit het pMJP Prestatie 3.10.3 Uitfinanciering de Doorbraak Toelichting De uitvoering van het project de Doorbraak (het realiseren van een watergang met brede oeverstroken in te richten als ecologische verbinding) is in 2012 overgedragen van DLG naar het Waterschap Regge en Dinkel. De afronding van het project is voorzien in 2017. Prestatie 3.10.4 Uitfinanciering doeluitkering Koopmansgelden Gooiermars Toelichting Eind 2014 kan bij het Rijk de definitieve beschikking voor de Koopmansgelden worden aangevraagd. Conform de met het Rijk gemaakte afspraken kunnen de nog beschikbare middelen de komende jaren worden geinvesteerd in het 26 gebied Gooiermars. Prestatie 3.10.5 Uitfinanciering faunapassage N333 Toelichting In de provinciale weg Blokzijl-Steenwijk, ter hoogte van Muggenbeet wordt een robuuste faunapassage aangelegd. Verwachte oplevering 2014. Prestatie 3.10.6 Uitfinanciering kwaliteitsimpuls rietteelt sector Toelichting De beheervergoeding rietimpuls 2012 / 2013 wordt (conform de SNLsystematiek) uitbetaald in het jaar volgend op dat van de uitgevoerde werkzaamheden. De vergoeding over de werkzaamheden in 2013 wordt uitbetaald begin 2014 en drukt dus op de Kerntakenbegroting 2014. Ook de gemeente Steenwijkerland draagt financieel bij aan deze prestatie. Prestatie 3.10.7 Uitfinanciering synergieprojecten Toelichting Het betreft hier zeven projecten (Kristalbad, Ruimte voor de Vecht en herstelprojecten voor Regge, Dinkel, Buurserbeek, Reest en Soestwetering) waarvoor met het Rijk een looptijd is afgesproken tot en met 2015. Met de betreffende waterschappen bespreken we elk half jaar de voortgang. Prestatie 3.10.8 Uitfinanciering lopende verplichtingen van vóór 2007 Toelichting Alle lopende verplichtingen van vóór 2007 worden naar verwachting eind 2013 fysiek opgeleverd. De financiële afronding, en daarmee de eventuele laatste betalingen, zal medio 2014 plaatsvinden. Het betreft de navolgende projecten: , NoordWest Overijssel 3e module, Rijssen 4e module en Enschede Zuide 2e module. 27 28 Bijlage nr. 1 : overzicht budgettaire gevolgen van de nr.1 e wijziging van de Kerntakenbegroting 2014 (PS nota 2013/849) PS/2013/849: Addendum begroting 2014 (bedragen x € 1.000) VolgKernnummer taak 3 Beleidsdoel Investerings- I/S prestatie 3.7 Omschrijving Lasten 3.7.1 I 3.7.1 I 3.7.2 I 3.7.3 S Het realiseren van de ontwikkelopgaven EHS in samenhang met de versterking van de ruimtelijke kwaliteit en sociaal-economische ontwikkeling Ontwikkelopgave EHS afronding juridische en bestuurlijke verplichtingen in integrale projecten (t.l.v. uitvoeringsreserve EHS) Ontwikkelopgave EHS afronding juridische en bestuurlijke verplichtingen in integrale projecten (t.l.v. egalisatiereserve ILG) Ontwikkelopgave EHS afronding juridische en bestuurlijke verplichtingen in sectorale projecten (t.l.v. uitvoeringsreserve EHS) Ontwikkelopgave EHS Programmatische aanpak Stikstof I Ontwikkelopgave EHS Programmatische aanpak Stikstof (t.l.v. uitvoeringsreserve EHS) S I I I I Toekomstbestendige (duurzame en kosteneffectieve) ontwikkeling en beheer van de natuurwaarden en landschapswaarden Natuurbeheer in de EHS Natuurbeheer in de EHS (t.l.v. uitvoeringsreserve EHS) Agrarisch natuurbeheer (t.l.v. uitvoeringsreserve EHS) Agrarisch natuurbeheer (t.l.v. egalisatiereserve ILG) Subsidie aankopen inrichting natuurterreinen (t.l.v. uitvoeringsreserve EHS) 3.8 3.8.3 3.8.3 3.8.4 3.8.4 3.8.8 3.9 3.9.2 I 3.9.4 3.9.5 I I 3.10 Bescherming van natuurwaarden en landschapswaarden Programmatische Aanpak en Stikstof en Natura2000, opbouw en onderhoud systeem (t.l.v. uitvoeringsreserve EHS) Advisering en borging wettelijk eisen inrichting landelijk gebied in ruimtelijke plannen (t.l.v. uitvoeringsreserve EHS) Vergoeding schade via Faunafonds (t.l.v. uitvoeringsreserve EHS) Saldo 21.492 21.492- 1.413 1.413- 11.783 11.783- Lasten 2015 Baten Saldo 21.492 21.492- 11.783 11.783- Lasten 2016 Baten Saldo Lasten 2017 Baten Saldo Lasten 2018 Baten Saldo 900- 900 900- 900 900- 900 900- 900 900- 900 900 900- 900 900- 900 900- 900 900- 900 900- 9.00012.288 3.517 9.000 12.2883.517- 10.50012.297 2.946 120 2.700 10.500 12.2972.9461202.700- 12.00012.302 2.354 120 2.700 12.000 12.3022.3541202.700- 13.50012.284 1.679 120 2.700 13.500 12.2841.6791202.700- 15.00012.263 979 120 2.700 15.000 12.2639791202.700- 2.700 2.700- 390 390- 394 394- 399 399- 405 405- 409 409- 332 1.221 3321.221- 338 1.243 3381.243- 344 1.265 3441.265- 350 1.287 3501.287- 356 1.309 3561.309- 4.330 360 375 4.330360375- 95 95- 6.478 9.90054.623 11.400 120 12.90020.264 14.400 120 14.40019.605 15.900 Afwikkeling lopende verplichtingen en pMJP 3.10.2 3.10.7 3.10.8 I I I Uitfinanciering laatste pMJP projecten buiten convenanten (t.l.v. egalisatiereserve ILG) Uitfinanciering synergieprojecten (t.l.v. egalisatiereserve ILG) Uitfinanciering lopende verplichtingen van voor 2007 (t.l.v. egalisatiereserve ILG) I S I Financiering en algemene dekkingsmiddelen - programmakosten (Egalisatiereserve ILG) - programmakosten (Uitvoeringsreserve EHS) - programmakosten (Uitvoeringsreserve EHS) 20 6.478 9.900 54.623 Totaal Waarvan Structureel Waarvan Incidenteel LEGENDA nr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 2014 Baten kerntaak Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer Milieu en Energie Inrichting landelijk gebied Regionale bereikbaarheid, regionaal OV Regionale Economie Culturele infrastructuur en monumentenzorg Kwaliteit Openbaar Bestuur Sociale infrastructuur, jeugdzorg en overige niet-kerntaken Gebiedsontwikkeling geen kerntaak, wel gegroepeerd 20 Financiering en algemene dekkingsmiddelen 215 54.093 215 11.40054.093 120 12.900 20.264 120 19.605 120 18.916 61.101 61.101 54.308 54.308 20.384 20.384 19.725 19.725 19.036 19.036 61.101 61.101 54.308 54.308 20.384 20.384 19.725 19.725 19.036 19.036 Lasten: - = verlaging + = verhoging Baten: - = verlaging + = verhoging Saldo: 120 15.90018.916 - = financiële ruimte neemt af + = financiële ruimte neemt toe I/S: betreft incidentele lasten & baten (I) of structurele lasten & baten (S) conform uitgangspunten Kerntakenbegroting 2014, paragraaf 4.4.2 Bijlage behorend bij Statenvoorstel PS/2013/849 Pagina 1 van 1