De intelligentie van de mens heeft zijn eindpunt nog

advertisement
interview
De intelligentie van de mens heeft zijn eindpunt nog niet
bereikt, meent filosoof Jos de Mul. ‘Het koppelen van
verschillende breinen, daarin zit de toekomst.’
oe ziet ‘collectieve intelligentie’ eruit? De stad
Rotterdam, bezien vanaf
de vijfde verdieping van
de Erasmus Universiteit,
lijkt een goede kandidaat. Een vergezicht
van hoge kantoorgebouwen, verbonden
door een complex verkeersnetwerk. Dat
uitzicht is het decor van de werkkamer
van Jos de Mul, hoogleraar wijsgerige
antropologie. De Mul schreef Kunstmatig
van nature. Onderweg naar Homo sapiens
3.0, het essay voor de Maand van de
Filosofie. Die titel is ontleend aan het
werk van Helmuth Plessner (1892-1985).
Volgens de Duitse filosoof Plessner is de
mens een cyborg: technologische en culturele supplementen zijn onlosmakelijk
verbonden met de condition humaine.
In zijn essay bouwt De Mul op die these
voort. Van de prehistorische mens
tot Homo sapiens 3.0, het menselijke
evolutieproces kenmerkt zich door een
toenemende gang naar kunstmatigheid. ‘Wij leven in een technotoop’ zegt
De Mul, terwijl hij zijn tablet in het
stopcontact steekt en een waterkoker
leegschenkt in een glazen theepot. ‘Op
allerlei manieren is ons leven technologisch bemiddeld. De auto waar we in
rijden, de trein die we nemen. E-mails,
internet, we kunnen niet meer zonder.’
Ook úw leefomgeving is door en
door kunstmatig.
‘Ja, hoewel ik wel een balans probeer te
20
Filosofie Magazine / april 2014
vinden. Zo ben ik nauwelijks actief op
sociale media: dat is heel tijdrovend en er
komen veel onbenulligheden voorbij. Er
gaat een erg verslavende werking vanuit.’
Als we vooruitblikken naar het jaar
2040…
‘Dat is wel heel erg ver. Zullen we niet
tien jaar nemen?’
Is de toekomt te onzeker, om zover
vooruit te kijken?
‘Tien jaar is al ver: als er net zulke
ingrijpende veranderingen optreden als
het afgelopen decennium, dan hebben we nauwelijks een idee wat ons te
wachten staat. Sociale media, de cloud,
de mobilisering van het internet, had je
daar tien jaar geleden al een beeld van
kunnen vormen? 2040, daar valt nog
weinig over te zeggen. Het enige dat je
kan doen is trends van nu doortrekken
naar de toekomst. Maar er zullen ook
vernieuwingen zijn, waarvan we nog
helemaal geen benul hebben.’
Hoe ziet de wereld er over tien jaar
uit? Welke verandering springt in
het oog?
‘Technologie wordt steeds minder zichtbaar. Je moet niet verwachten dat je
meer techniek zal zien, eerder minder.
Alles krimpt: de grote computer is nu
een kleine laptop of smartphone. Over
een paar jaar lopen veel mensen met
Google Glasses, misschien zelfs met
ingebouwde chips. Wanneer het zover
is, dan is technologie echt onzichtbaar geworden. Het wordt deel van
je lichaamsschema, je bent je van die
technologie niet meer bewust. De menselijke levensvorm is kunstmatig van
nature, maar we krijgen ook echt een
kunstmatige natuur. Het onderscheid
tussen natuur en technologie vervaagt.’
ROBOTAAP
De trend richting de versmelting van
het menselijk lichaam met technologische hulpstukken is onmiskenbaar.
Medici brengen al regelmatig prothesen
in het lichaam aan: een kunstheup, of
kunsthart. Wat als zulke reparaties ook
plaatsvinden in het centrale besturingsorgaan van de mens: het brein?
‘Deep brain stimulation gebeurt al volop’
vertelt De Mul. ‘Bijvoorbeeld bij parkinsonpatiënten, die daardoor betere
controle krijgen over hun bewegingen.’
Maar behalve reparaties zijn ook verbeteringen mogelijk – misschien zelfs het
creëren van geheel nieuwe zintuigen.
De Mul pakt zijn laptop en toont een
filmpje van recent experiment, uitgedacht door de Braziliaanse wetenschapper Miguel Nicolelis. Te zien is Aurora,
een kleine aap die is verbonden met een
reusachtige robotarm. Het aapje kan de
arm met zijn hersenactiviteit besturen.
‘Eerst heeft dat aapje geleerd om de arm
met een joystick te bedienen. Terwijl
hij dat deed, registreerden onderzoe-
homo sapiens 3.0
‘We gaan nieuwe
zintuigen creëren’
21
interview
‘Nieuwe zintuigen voor de mens: infrarood zien als een
ratelslang en magnetische velden waarnemen als een vogel’
kers met elektroden de activiteit van Aurora’s
brein. Vervolgens vertaalden zij de geregistreerde hersenpatronen naar computercommando’s die de robotarm aanstuurden. Toen
de onderzoekers de joystick wegnamen, maar
doorgingen met het vertalen van de hersenpatronen naar de beweging van de robotarm,
bleek Aurora nog steeds in staat te zijn de arm
te laten bewegen – puur met zijn gedachten!’
‘Het denken aan die bewegingen is blijkbaar
voldoende om dezelfde hersenpatronen te
genereren.’ Dat is mogelijk, benadrukt de
Mul, omdat waarneming en handeling heel
dicht bij elkaar zitten. ‘Dezelfde delen van de
hersenen die actief zijn bij de waarneming,
gebruiken we ook als we dingen manueel manipuleren. Dat is ook het idee van spiegelneuronen: als ik iemand zie die verdrietig is, dan
begin ik mezelf ook verdrietig te voelen.’
REVOLUTIES
Revolutionair als de hedendaagse technologisering van de mens en zijn leefomgeving mag
22
Filosofie Magazine / april 2014
Techniek als nabootsing
Het denken over techniek begon al bij
de oude Grieken; het woord techniek
vindt dan ook zijn oorsprong in het
Griekse woord technè, wat kunst of
vaardigheid betekent. Aristoteles gebruikte de term technè om te verwijzen
naar de menselijke activiteit van het maken of vervaardigen. Bij zulke activiteiten, waaronder hij bijvoorbeeld het werk
van de meubelmaker verstond, legt de
mens een nieuwe vorm op aan materie.
Zo maakt de meubelmaker van hout een
bed, de nieuwe vorm. Omdat volgens de
filosofie van Aristoteles vorm en materie in de natuur altijd samengaan, is
techniek niets anders dan het imiteren
van de natuur en om die reden kan
het de natuur nooit voorbijstreven qua
complexiteit. Techniek maakt de levens
van mensen wel een stuk makkelijker
en is dus volgens Aristoteles niets meer
of minder dan een handig instrument.
Aristoteles
En zulke technologieën maken het op
den duur mogelijk om nieuwe zintuigen
te creëren?
‘Nicolelis is er inmiddels in geslaagd de breinmachine-interface uit te breiden met tastzin en
kan apen met een robotarm de textuur van een
object laten ‘voelen’. Dat opent volgens hem
ook opzienbarende mogelijkheden voor mensen, zoals het creëren van nieuwe zintuigen:
infrarood zien als een ratelslang, magnetische
velden waarnemen als een vogel, of ultrasoon
geluid horen. Dat brengt ons dicht bij wat de filosoof Thomas Nagel ooit onmogelijk achtte: ervaren wat het is om een vleermuis te zijn. Maar
de arts Nicolelis houdt het vooralsnog praktisch: hij wil een exoskelet bouwen, een harnas
dat de drager bestuurt door een brein-machine
interface. Zo kunnen dwarslaesiepatiënten hun
lichaam opnieuw in gebruik nemen.’
jos de mul
Jos de Mul (1956)
is hoogleraar wijsgerige antropologie aan
de Erasmus Universiteit
Rotterdam. Hij schreef
onder meer Cyberspace
Odyssee, waarvoor hij
in 2003 de Socrateswisselbeker kreeg.
zijn, De Mul benadrukt dat die ontwikkeling
een lange voorgeschiedenis heeft. Gedurende
zijn evolutionaire en culturele geschiedenis is
Homo sapiens meerdere keren op de grenzen
van zijn ontwikkeling gestuit, maar telkens
maakten technologische innovaties een bevrijdende doorbraak mogelijk.
‘Het geslacht Homo is in Afrika ontstaan en
heeft zich gaandeweg over de hele wereld
verspreid. Dat zegt natuurlijk iets over ons
explorerende karakter, maar die verspreiding
had ook een externe oorzaak: de noodzaak
om voedsel te vinden. Jagen is een extensieve
activiteit: toen prehistorische bevolkingen
groeiden, waren er al snel niet meer genoeg
dieren om van te eten, dus trokken volkeren
verder naar onbevolkte gebieden. Grofweg
10.000 jaar geleden was de Aardbol bijna
helemaal bewoond en veel grote prooidieren
uitgestorven. Vervolgens hebben op een stuk
of zes plaatsen tegelijk landbouwrevoluties
plaatsgevonden. De mens ging verbouwen.
Door die kunstmatige manier van ingrijpen
in de natuur kon de wereldbevolking weer
verder groeien. Een paar eeuwen geleden
stuitte onze groei op een nieuwe barrière,
die wij met de industriële revolutie hebben
‘Internet is meer dan alleen een reusachtige bibliotheek:
het is een actief onderdeel van ons denken’
Uit moreel oogpunt staan sommige
mensen terughoudend tegenover
het genetisch modificeren van
gewassen, laat staan van de mens.
Geeft het besef dat wij van nature
kunstmatig zijn, reden om die terughoudendheid te laten varen?
‘Er zijn principiële argumenten die
worden ingebracht tegen modificatie:
we mogen niet voor God spelen, bijvoorbeeld. Op grond van onze natuurlijke
kunstmatigheid kan je over zulke argumenten zeggen: die zijn niet overtuigend. De mens heeft met landbouw en
methodische teelt altijd al een beetje
‘voor God gespeeld’ – de evolutie in
eigen hand genomen. Maar er kunnen
ook praktische redenen zijn om kanttekeningen te plaatsen bij genetisch
ingrijpen. We kunnen de gevolgen heel
moeilijk overzien. Zo kan het ingrijpen
in gewassen leiden tot een enorme verschraling van biodiversiteit. En als het
gaat om het modificeren van mensen,
dan kunnen we ons afvragen of dat niet
alleen voor de rijken zal zijn weggelegd.
Zou dat kunnen leiden tot twee verschillende soorten, die uiteindelijk niet meer
met elkaar kunnen kruisen?’
In uw essay karakteriseert u de
filosoof als een ‘conceptueel stuntman’: met zijn verbeeldingskracht
probeert hij dat soort mogelijkheden in kaart te brengen.
‘Ja, ik houd een pleidooi voor een ‘speculatieve antropologie’, die niet kijkt
naar hoe de mens is, maar hoe die zou
kunnen zijn. Daarbij wel aansluitend
bij reële ontwikkelingen in wetenschap
en technologie. Eigenlijk zijn filosofen
altijd al conceptuele stuntmannen
geweest: Plato die nadenkt over de
‘ideale staat’, dat is natuurlijk net zo
goed een conceptueel stuntwerk. Het
is belangrijk dat ook filosofen zich met
mogelijke scenario’s bezighouden, want
technologieën ontwikkelen zich niet
vanzelf. Ook al kunnen we ze nooit volledig controleren, we kunnen hun pad
wel degelijk beïnvloeden met ideeën.
En dat is de core business van filosofen!’
De mens van de toekomst is Homo
sapiens 3.0. Wat kenmerkt de twee
edities die daaraan voorafgingen?
‘Tussen Homo sapiens 1.0 en 2.0 heeft
een aantal grote omwentelingen plaatsgevonden. De landbouwrevolutie was
een breukpunt, net als de uitvinding
van het schrift: die bracht een cognitieve revolutie teweeg. De hersenen van
Homo sapiens één en twee verschillen
niet veel. Het brein is echter plastisch,
en je zou kunnen zeggen dat er met het
schrift een nieuw besturingssysteem is
aangebracht. Dat wetenschap en filosofie pas opkwamen na de uitvinding van
het schrift is niet toevallig: het schrift
maakte het mogelijk om het denken op
een heel andere manier te structureren.
Orale culturen zijn narratief, zij vertellen verhalen en mythen. In schriftculturen zie je voor het eerst theoretische
kennis ontstaan.’
Filosofie Magazine / april 2014
23
homo sapiens 3.0
beslecht. De landbouw intensiveerde en
dankzij kunstmest en bio-industrie kon
onze voedselproductie weer een heel
eind vooruit.’
Volgens de Mul naderen we dankzij
ons intensieve en eenzijdige gebruik
van grondstoffen al snel een nieuwe
barrière. Bovendien veroorzaakt de
bio-industrie veel dierenleed. Maar een
oplossing lijkt voorhanden. ‘Voedsel- en
energieproductie zijn de belangrijke
vraagstukken van deze tijd. Tenzij de
wereldbevolking gaat krimpen, denk
ik dat we aangewezen zijn op gemodificeerde en synthetisch geproduceerde
microben en planten.’
interview
‘De aarde is vrijwel helemaal bevolkt, dus we gaan straks
naar een volgende planeet toe’
EMERGENTIE
Het is moeilijk om de kunstmatige component van de menselijke evolutie nog strikt van
de natuurlijke component te scheiden. Sinds
de landbouwrevolutie en de domesticatie van
grote landdieren heeft de mens zijn omgeving
door artificiële selectie sterk naar zijn hand
gezet. Artificiële selectie is veel efficiënter dan
natuurlijk selectie, legt de Mul uit: waar de
natuur zich aanpast volgens een proces van
trial-and-error, gaat de moderne mens doelbewust naar aanpassingen op zoek.
De kunstmatige selectie die de mens
toepast, heeft een nieuwe evolutionaire
dynamiek gecreëerd.
‘Ja, je kan het uitleggen als een vorm van
emergentie. Emergentie betekent dat er op
een gegeven moment een mate van complexiteit bestaat, die een sturende instantie op een
hoger niveau vereist. Dat is downward causation: de complexere processen van bovenaf
worden sturend. Neem het brein: dat wij kunnen denken is slechts mogelijk door fysieke
processen, maar toch kan je met die gedachten ook fysieke processen aansturen. Zodat je
kan zeggen: ik wil mijn hand optillen…’
De Mul tilt zijn hand op.
‘En het lukt. Dat is magisch! Die aap met een
robotarm vinden we bijzonder, maar dit is
minstens zo magisch.’
Maar met de sturende intelligentie van de
mens is het hoogst ‘geëmergeerde’ niveau
misschien nog niet bereikt?
‘Precies. De volgende stap is om te zeggen: wij
mensen zijn in zekere zin net als die fysieke
processen, die van bovenaf worden aangestuurd. In zekere zin gebeurt dat natuurlijk
ook. Door de economie bijvoorbeeld, dat is
een systeem dat ons aanstuurt. Het internet
heeft ook zo’n eigen dynamiek. Er ontstaat
een soort van intelligentie die boven het
individu uitstijgt.’
Kunstmatig van nature
Jos de mul
homo sapiens 3.0
Met het schrift ontstaat de protovorm
van een ‘collective mind’: een vorm van
intelligentie die het individu overstijgt…
‘Zeker. Eén van de grote vernieuwingen
van het schrift is dat kennis zich niet meer
beperkt tot het individu, maar gedeeld kan
worden in tijd en ruimte. Meer dan twee millennia geleden vond via de zijderoute al een
enorme disseminatie van kennis plaats tussen
Oost en West. Daar ontstond al iets van een
collectieve kennisdatabase. In onze tijd heeft
het internet die database een nieuwe dimensie gegeven. Met het schrift externaliseer je
de producten van het denken, maar dankzij
slimme computers kan je ook denkprocessen zelf uitbesteden. Als je een zoekopdracht
in Google typt, dan outsource je in feite je
eigen denkwerk. Internet is meer dan alleen
een reusachtige bibliotheek: het is een actief
onderdeel van ons denken.’
(Lemniscaat)
180 blz. / € 4,95
Via het internet is de menselijke intelligentie al mondiaal verbonden. Is er een
overtreffende trap mogelijk? Een nog
hoger niveau van emergentie?
‘Laten we nog eens terugkeren naar de expansie van de mens. De aarde is vrijwel helemaal
bevolkt, dus de logische volgende stap is: we
gaan naar een volgende planeet toe. Futuristisch als dat klinkt, je kunt op dit moment al
boeken voor een commerciële reis naar Mars.
Maar voorlopig is dat nog een enkele reis.’
auteur jeroen hopster
fotografie martin dijkstra
Jos de Mul schreef het essay voor de Maand
van de Filosofie 2014: Kunstmatig van nature.
Het boek wordt op 4 april gepresenteerd in de
Arminiuskerk in Rotterdam.
 filosofie.nl
Meer optredens
van Jos de Mul:
Filosofie Magazine / april 2014
25
Download