Zoals jullie vorig jaar hoorden te leren, heeft Griekenland allemaal

advertisement
Handel ten tijde van de oude Grieken
Door de vele bergen in Griekenland verliep de landbouw erg moeizaam. Er moest op hellingen worden
verbouwd, en ook het klimaat zat niet erg mee. Door de vele droogtes kwam het wel eens voor dat de grond
onvruchtbaar werd. Hierdoor besteedden de Grieken veel aandacht aan irrigatie. Het schaarse water werd
kunstmatig verdeeld over de gewassen door middel van sloten en kanalen.
Naast landbouw hielden de Grieken bijvoorbeeld ook schapen en geiten. Ze werden ook in de landbouw
gebruikt (samen met simpel gereedschap), om de oogst of het zaaien te vergemakkelijken. Zo waren beesten
dus handig voor melk, wol en werk, maar niet voor vlees. Vlees was namelijk een luxeproduct in het oude
Griekenland. Er was namelijk niet veel vruchtbare grond, dus nog minder voor de veeteelt.
Ondanks het gebrek aan gewassen in vele polissen, streefden de meeste polissen naar autarkie. Dat betekent
dus dat ze zo min mogelijk afhankelijk wilden zijn van andere polissen.
Voor zover bekend begonnen de Grieken zo rond 1000 v. Chr. met het stichten van nieuwe steden. Apoikia was
de Griekse term voor “nederzetting ver van huis”. Men gaat ervan uit dat de Grieken begonnen met deze
kolonisatie, vanwege de volgende redenen;




Overbevolking
Politieke onrust binnen één polis kan een groep gedreven hebben tot verplaatsing
De drang naar macht en landhonger
Verbetering van handelsroutes en contacten
Een eerste kolonisatiegolf volgde tussen 800 en 500 v. Chr. Deze landsuitbreidingen versnelden omdat er
steeds meer Griekse plaatsen koloniën waren die begonnen met veroveringen.
Tegenwoordig kun je in vele steden rondom het middelandse-zee gebied de Griekse kolonisatie terug vinden in
de cultuur van die steden. De plaatsen waar dit niet zo is zullen waarschijnlijk de fenicische cultuur hebben.
Als gevolg van de kolonisatie die plaats vond zouden niet alleen noodzakelijk goederen binnengehaald worden,
ook luxe goederen werden geïmporteerd en vervolgens verhandeld op markten rondom de haven plaatsen.
Schepen ontwikkelden ook als gevolg van de kolonisatie.
Een polis is de Griekse benaming voor een stad, met in het centrum een akropolis en een agora.
De Agora was de plek waar het sociale leven zich afspeelde, en had daarvoor verschillende functies:
een politieke functie, een sociale functie en een commerciële functie.
Het woord agora betekent verzamelplaats. De agora was in eerste instantie een ontmoetings- en
vergaderplaats voor de vrije burgers, dit waren dan wel mannen, want het werk werd in de regel door de
vrouwen en de slaven gedaan.
Conclusie, op de agora werd dus veel aan handel, onderwijs en conversatie gedaan.
Het belangrijkste en voornaamste waar een polis naar streefde en wat te maken heeft met ons thema was; Het
recht hebben om haar eigen munten te mogen slaan, indien zo over goud of zilver konden beschikkenEen
munt diende namelijk onder andere voor meer naambekendheid van de polis door haar beschermgod, het
symbool van haar hoofdactiviteit en/of haar naam af te beelden op de munten. Men dacht dat ze zo meer
macht zouden krijgen in heel het Griekse rijk.
De belangrijkste arbeidskrachten waren de slaven. Ook waren de slaven handelswaar, zij werden verhandeld
op internationale slavenmarkten. De meeste slaven waren niet van Griekse afkomst maar waren slaaf
geworden als straf of na een oorlog. Bij grote productieprocessen zoals bijvoorbeeld de productie van olijfolie
waren slaven van groot belang. Zij verrichtten het werk om het product te vervaardigen. Ook in de mijnbouw
speelden de slaven een belangrijke rol. Aan de hoeveelheden gevonden brons kan geconcludeerd worden dat
de Grieken ook tin gebruikt moesten hebben, en de enige plek waar destijds tin gewonnen werd was GrootBrittannië.
Download