14 vragen en antwoorden over uw baby

advertisement
De bloedgroep van uw kind wordt bepaald met bloed uit
de navelstreng. We kijken ook na of er geen antistoffen
aanwezig zijn die het bloed sneller afbreken. Dit kan de
kinderarts vroegtijdig alarmeren. De resultaten van de
bloedgroep zijn meestal bekend voor uw ontslag en
worden u bij problemen meegedeeld. De resultaten
kunnen we niet op papier meegeven. Als uw kind ooit
een bloedtransfusie nodig zou hebben, dan moet de
bloedgroep namelijk opnieuw bepaald worden.
12. Wanneer krijg ik het resultaat van de
onderzoeken?
De resultaten van de ‘hielprik’ worden ons, en dus ook u,
enkel meegedeeld als ze afwijkend zijn. De kans dat er
iets fout is, blijkt zeer klein (ongeveer 1 op 3000 pasgeborenen). Geen nieuws is dus goed nieuws. Zoals eerder
vermeld, kunnen we u de bloedgroep van uw kind wel
mondeling, maar niet schriftelijk meedelen.
Vitamines
14. Welke vitamines moet ik mijn kindje geven?
Alle zuigelingen moeten extra vitamine D krijgen
gedurende het eerste levensjaar (D-cure®: 5 druppels
per dag). Kinderen met donkere huidskleur (bv. NoordAfrikaans) nemen 8 druppels.
Bij borstvoeding moet u de eerste 3 levensmaanden
extra vitamine K toedienen (Vitamon-K®: 5 druppels
per dag). Als u vroeger stopt met de borstvoeding, dan
mag de vitamine K gestopt worden, maar de vitamine D
moet u verder geven gedurende het 1ste levensjaar. Deze
vitamines zijn te verkrijgen bij uw apotheker zonder
doktersvoorschrift.
• bij borstvoeding:
D-cure®: 5 druppels* per dag
Vitamon-K®: 5 druppels per dag
• bij kunstvoeding:
D-cure®: 5 druppels* per dag
© UZA, januari 2013. Niets uit deze brochure mag worden overgenomen zonder uitdrukkelijke toestemming. Materniteit 2034012
11. Wat is de bloedgroep van mijn kindje?
13. Wanneer valt het naveltje eraf?
De navelstomp droogt op en valt meestal af binnen de
7 dagen na de geboorte. Als dit nog niet gebeurd is na de
10de levensdag, raadpleeg dan uw arts.
* 8 druppels D-cure® per dag bij donker huidstype
14 vragen en antwoorden
over uw baby
Informatiebrochure patiënten
UZA / Wilrijkstraat 10 / 2650 Edegem
Tel +32 3 821 30 00 / Fax +32 3 829 05 20
www.uza.be
Beste ouder,
Als kersverse mama of papa hebt u ongetwijfeld een
aantal vragen over de verzorging van uw kindje. In
deze folder vindt u een antwoord op 14 veelgestelde
vragen.
Hebt u nog andere vragen, aarzel dan niet om een van
onze zorgverleners aan te spreken.
3. Wanneer gaat mijn baby het best op controle?
Gedurende de eerste levensweken is het belangrijk dat
de gewichtstoename optimaal verloopt. Dit kan u zelf
opvolgen, of u kan een beroep doen op een verpleegkundige
van Kind & Gezin, die bij u op bezoek komt als u wenst.
U kan ook raad vragen aan uw kraamhulp. Een eerste
artsencontact is pas nodig bij problemen of voor de toediening van het eerste vaccin op de leeftijd van 2 maanden.
Voeding
7. Bij wie kan ik terecht voor voedingsadvies?
Voor voedingsadvies kunt u terecht bij uw arts (kinderarts, huisarts of arts van Kind & Gezin).
8. Mag ik zelf beslissen om meer voeding te geven?
Ziekte
De algemene regel is dat u uw kind moet geven wat het
zelf vraagt en dat er ongeveer 150 ml/ kg voeding per
dag wordt gegeven. Hebt u vragen, raadpleeg dan uw
arts of de verpleegkundige van Kind & Gezin.
Praktisch
4. Wanneer spreekt men van koorts?
9. Moet ik mijn kindje ‘s nachts wakker maken?
1. Wanneer mag ik met mijn kindje naar buiten?
Koorts is er wanneer de lichaamstemperatuur meer dan
38°C bedraagt. Of de koorts moet behandeld worden, hangt
ervan af of uw kindje zich ziek voelt.
Als uw kindje een goede gewichtsevolutie heeft
(100 tot 150 gram/week), hoeft u het niet te wekken
om te voeden. Bij borstvoeding kan de melkproductie
wel bevorderd worden door uw kindje frequent te laten
zuigen (tot meer dan 8 keer per dag) en ook ‘s nachts.
Dit kan u verminderen als de productie en de gewichtsevolutie van uw kindje goed op gang zijn.
Het is moeilijk om een tijdstip te bepalen wanneer u met
uw kind naar buiten mag. Het grootste gevaar zit in de
afkoeling. Hoe kleiner het kindje is, hoe hoger de kans op
onderkoeling. Het meeste warmteverlies gebeurt langs het
hoofdje. Zorg dus dat uw kindje goed ondergedekt is en
bescherm ook het hoofdje tegen de koude met een mutsje.
Op controle
2. Bij wie gaat mijn baby het best op controle:
huisarts of kinderarts?
U bent vrij om te kiezen of u uw kindje laat opvolgen
door een huisarts dan wel een specialist. Kies best zoveel
mogelijk dezelfde arts zodat deze uw kind goed leert
kennen. Ook de arts van Kind en Gezin kan u bijstaan voor
advies, vaccinaties en de opvolging van de ontwikkeling
van uw baby. Bij ziekte moet deze arts uw kindje evenwel
doorverwijzen naar uw huisarts of kinderarts.
5. Wat doe ik als mijn kindje koorts heeft?
Koorts moet men altijd als een ernstig teken van infectie
beschouwen. Raadpleeg daarom altijd een arts als uw
kindje koorts heeft. Meestal is de oorzaak een virale
infectie, waarvoor enkel koortswerende medicijnen nodig
zijn. Maar ook ernstige bacteriële infecties zijn mogelijk.
Enkel een arts kan daarover uitsluitsel geven. Neem koorts
altijd serieus!
6. Wanneer krijgt mijn kindje z’n eerste spuitje?
Op de leeftijd van 2 maanden. De vaccinatie moet niet
uitgesteld worden bij koorts of een te laag gewicht. De
huidige vaccins worden veel beter verdragen dan die van
vroeger. Daarom is uitstellen van vaccinatie eerder nadelig
voor uw kindje, zelfs als het ziek is.
Onderzoeken
10. Welke bloednames doet men?
Vlak na de geboorte wordt wat bloed van de navelstreng
afgenomen om de bloedgroep en antistoffen te onderzoeken. Op de 4de of 5de levensdag gebeurt de ‘hielprik’
waarbij bloed op een kaartje wordt aangebracht voor
onderzoek. Dit bloed wordt niet meer langs de hiel
afgenomen maar met een naaldje uit de hand omdat het
minder pijnlijk is voor uw kind. De testen gebeuren bij
elke pasgeborene om een aantal zeldzame ziekten op te
sporen, zoals een aangeboren schildklierafwijking.
Download