Kleine Zaal Concertgebouw Amsterdam, woensdag 30 oktober en

advertisement
KM12 Vocaal Serie
Vrijdag 15 april 2011
Het Concertgebouw
Amsterdam
Kleine Zaal, 20.15 uur
Stichting KAMermuziek Amsterdam
i.s.m. Stichting 20ste Eeuwse Lied
HEIMWEH
Een geënsceneerd liederenrecital rond Eduard Mörike
Wolfgang Holzmair, bariton
Reinild Mees, piano
Michael Autenrieth, acteur
Klaus Bertisch, regie
Mmv Michel van Reijn, licht
Hugo Wolf (1860-1903)
Franz Kafka (1883-1924)
Hugo Wolf
Günter Kunert (1929)
Hugo Wolf
Hugo Wolf
Hanns Eisler (1898-1962)
Hugo Wolf
Ágota Kristóf (1935)
Joseph Marx (1882-1964)
Hugo Wolf
Hugo Wolf
Karl Valentin (1882-1948)
Othmar Schoeck (1886-1957)
Zbigniew Herbert (1924-1998)
Hugo Wolf
Hugo Wolf
Denk es, o Seele!
Der Aufbruch
Fußreise
Heimkunft
Begegnung
Um Mitternacht
An den Schlaf
Elfenlied
Zu Hause
Septembermorgen
Lied eines Verliebten
Gebet
Die Fremden
Restauration
Das Land
Neue Liebe
Er ist's
Pauze
Hugo Wolf
Hugo Wolf
Robert Walser (1878-1956)
Hugo Wolf
Hugo Wolf
Othmar Schoeck
Friedrich Nietzsche (1844-1900)
Robert Schumann (1810-1856)
Othmar Schoeck
Hugo Wolf
Albert Träger (1830-1912)
Hugo Wolf
Luis Cernuda (1902-1963)
Hugo Wolf
Im Frühling
Gesang Weyla’s
Die Sonne scheint…
Peregrina 1
Peregrina 2
Peregrina 2
Die Krähen schrei’n
Jung Volkers Lied
In ein Autographen-Album
Selbstgeständnis
Eine zarte Frauenhand
In der Frühe
Und später…
Heimweh
Alle liedteksten zijn van Eduard Mörike (1804-1875)
De lied- en spreekteksten van HEIMWEH worden uitgedeeld na afloop van het
concert.
CD’s van Wolfgang Holzmair en Reinild Mees zijn te verkrijgen in de foyer tijdens de
pauze en na afloop.
N.B. Helaas heeft de acteur Gerd Böckmann wegens ziekte op korte termijn moeten
afzeggen. De Duitse acteur Michael Autenrieth is bereid gevonden om zijn rol over te
nemen en als tegenspeler van de bariton Wolfgang Holzmair op te treden.
Met dank aan SNS Reaalfonds, Dr.Hofstee Stichting, J.E. Jurriaanse Stichting, St.
Fonds voor de Geld- en effectenhandel, Oostenrijkse Ambassade, De Nederlandse
Opera en particulieren
Toelichting
‘Anders wird die Welt mit jedem Schritt’.
Zo begint Hugo Wolfs lied ‘Heimweh’ op een gedicht van Eduard Mörike. Ja, de wereld
verandert snel. Soms sneller dan wij denken en sneller dan ons lief is. En toch
hebben wij vaak niet genoeg aan alle indrukken die we ondergaan. We willen graag
verandering en zoeken die. We willen altijd meer: meer zien, meer ervaren; we willen
de wereld veroveren. Maar als we dan eenmaal ergens aangekomen zijn, verlangen
we weer terug naar ons thuis, want – zoals Mörike zegt – ‘das Herz, das will nicht
weiter mit’.
Thuisblijven of weggaan, dat is de vraag waar het om gaat in het programma
‘Heimweh’. De dichter Mörike werd heen en weer geslingerd tussen religie en
sarcasme, hij was op zoek naar liefde en rust en tegelijkertijd suggereerde hij met zijn
fantasieland ‘Orplid’ een onbereikbaar verlangen naar iets dat heel ver weg ligt.
Precies zo vergaat het de hoofdpersoon in ‘Heimweh’, die zich enerzijds wil binden en
anderzijds toch vrij wil zijn.
Een mens is altijd op zoek naar zijn ‘centrum’, maar vaak, als hij denkt dit centrum
eindelijk gevonden te hebben, wordt hij meegesleept om weer verder te gaan, om
nieuwe plekken te ontdekken en nieuwe impulsen te krijgen. Sommige mensen
hebben altijd heimwee hebben, waar ze zich ook bevinden. Anderen hebben daarmee
geen probleem, ze hebben hun ‘centrum’ altijd bij zich, net als een rugzak of een
koffer.
Misschien is het een innerlijke stem die ons steeds weer aanspoort om op te breken
en alle tradities en gewoontes achter ons te laten, om deze te overwinnen. Deze
zelfde stem maant ons immers ook, als een alter ego, om niet te vergeten wat we al
kennen en om te waarderen wat we bereikt hebben in onze eigen, vertrouwde
omgeving. Zo staan we steeds voor het dilemma: weggaan of blijven. Het liefst willen
we weggaan en op hetzelfde moment toch blijven waar we zijn, met andere woorden
onszelf willen blijven en tegelijkertijd bevrijden van wat ons benauwt. We hopen
uiteindelijk zekerheid te vinden, onafhankelijk van de plaats waar we zijn.
Over deze menselijke gevoelens gaan de liederen op teksten van Eduard Mörike. De
gesproken teksten zijn van de hand van meer recente auteurs: ze gaan weliswaar
over dezelfde gevoelens, maar ze zijn ‘moderner’ en vormen zo een contrast met de
romantische gedichten van Mörike: ze halen ons uit de romantische emoties waarin
we ons anders teveel zouden kunnen verliezen. Ze staan dichter bij het denken van
vandaag. Maar wat op het eerste gezicht een grote tegenstelling lijkt, blijkt toch ook
weer heel dicht bij Mörike te staan: net zoals lachen en huilen, dichtbij en veraf, het
verlangen om afstand te nemen en het verlangen naar thuis ook heel dicht bij elkaar
liggen. Het draait steeds om hetzelfde: ons leven is gecompliceerd, we moeten altijd
zoeken naar ons geluk. Soms ontmoeten we een mens die ons daarbij helpt, soms
hebben we iemand nodig die ons aanspoort en soms iemand die ons voor domheden
behoedt. Wat voor ons juist is, kan niemand zeggen. We moeten zelf uitmaken, of we
het geluk gevonden hebben of nog niet. Misschien vinden we het nooit. Dan moeten
we eeuwig verder zoeken…
Klaus Bertisch
De Oostenrijkse bariton Wolfgang Holzmair studeerde aan de Musikhochschule te
Wenen bij Hilde Rössel-Majdan (zang) en Erik Werba (lied). Hij bouwde een grote
naam op als lied-, concert- en operazanger met een omvangrijk repertoire. Als
liedzanger trad hij op in vooraanstaande concertzalen, onder andere in Londen, New
York, Washington, Amsterdam, Wenen en bij het Bath Festival (GB), het Menuhin
Festival Gstaad (Zwitserland) en de Bregenzer Festspiele. Als operazanger zong hij
rollen als Papageno (Die Zauberflöte), Eisenstein (Die Fledermaus), Don Alfonso (Così
fan tutte), Faninal (Der Rosenkavalier), Muziekleraar (Ariadne auf Naxos), Wolfram
(Tannhäuser), Eduard (Neues vom Tag) van Hindemith en Demetrius (Midsummer
Night’s Dream) van Britten. Onlangs zong hij aan de Metropolitan Opera te New York
als Don Alfonso (Così fan tutte) onder William Christie. In het volgende seizoen zal hij
Beckmesser (Die Meistersinger von Nürnberg) in Tokyo zingen, evenals Agamemnon
in Iphigenie in Aulis van Gluck/Wagner te Bayreuth.
Als concertzanger trad Wolfgang Holzmair op bij orkesten als het Israel Philharmonic
Orchestra, de Berliner Philharmoniker, het Gewandhausorchester Leipzig, het
Cleveland Orchestra, het Orchestra of the Age of Enlightenment, de Wiener
Symphoniker en het Koninklijk Concertgebouworkest onder dirigenten als Pierre
Boulez, Riccardo Chailly, Bernard Haitink, Nikolaus Harnoncourt, Seiji Ozawa. Dit
seizoen zingt hij onder andere Mahlers Lieder eines fahrenden Gesellen (in Wenen en
Amsterdam) en georkestreerde Wolf-liederen met het Budapest Festival Orchestra
o.l.v. Iván Fischer.
Wolfgang Holzmair nam talrijke cd’s op, onder andere met liederen van Franz
Schubert, Clara en Robert Schumann, Hugo Wolf en Songs from the British Isles.
Deze cd’s werden met zeer lovende kritieken ontvangen. Holzmairs opname van
Brahms‘ Ein deutsches Requiem onder Herbert Blomstedt werd zelfs met een
Grammy onderscheiden. Ook nam hij Pelléas et Mélisande op met het Orchestre
National de France onder Bernard Haitink. Daarnaast zette hij zich bijzonder in voor
de liederen van componisten die door de Nazis vervolgd werden, getuige ook zijn cdopname’s van Ernst Krenek, Erich Zeisl, Franz Schreker en van componisten uit
Theresienstadt.
Sedert 1998 is Wolfgang Holzmair professor voor lied en oratorium aan het
Mozarteum in Salzburg en tevens gastprofessor aan het Royal College in Londen. Hij
geeft regelmatig masterclasses in Europa en in de USA.
De Nederlandse pianiste Reinild Mees concentreerde zich na haar opleiding bij
Gérard van Blerk, Noël Lee en Malcolm Frager op het begeleiden van zangers en
instrumentalisten in recitals. Zij treedt regelmatig op in de belangrijkste Europese
muziekcentra aan de zijde van solisten als Olaf Bär, Sergei Leiferkus, Camilla Nylund,
Roman Trekel, François Le Roux, Piotr Beczala, Amanda Roocroft, Marlis Petersen,
Claudia Barainsky en vele anderen. Naast het begeleiden van masterclasses van
zangers als Elisabeth Schwarzkopf, Irmgard Seefried, Grace Bumbry en Galina
Vishnyevskaya speelde Reinild ook vaak als begeleidster bij internationale
competities. Als vocal coach gaf zij les aan het Conservatorium van Amsterdam, het
Europese Centrum voor Opera en Vocale muziek te Gent, de Opera Studio Nederland,
de Academia Vocale Tiroliensis te Wörgl (Oostenrijk) en aan de faculteit muziek van
de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Momenteel is zij als docente aan de Jong
Talentopleiding van het Conservatorium van Amsterdam verbonden.
In 1998 richtte zij de Stichting 20ste-eeuwse Lied op, om het vocale oeuvre van
‘vergeten’ liedcomponisten uit de vorige eeuw weer onder de aandacht te brengen.
Als artistiek leider van deze stichting stelt Reinild Mees themaprogramma’s samen,
waarin het liedrepertoire op een theatrale of informatieve wijze wordt gebracht.
Reinild Mees nam een groot aantal cd’s op, met liederen van onder andere Felix
Mendelssohn, Robert Schumann, Franz Schreker, Ottorino Respighi, Edward Elgar en
Karol Szymanowski. In 2004 kreeg zij de Szymanowski-Award en de onderscheiding
Merit of Polish Culture voor haar initiatief tot het uitbrengen van Karol Szymanowski’s
complete liedoeuvre op vier cd’s, die tevens bekroond werden met de Fryderyk
Award, de meest prestigieuze muziekprijs in Polen. De komende maand gaat zij in
Berlijn twee cd’s met liederen van Erich Wolfgang Korngold opnemen, met sopraan
Iwona Sobotka en bariton Konrad Jarnot.
De Duitse acteur Michael Autenrieth kreeg zijn toneelopleiding aan de FolkwangHochschule in Essen. Na engagementen bij de theaters van Dortmund, Tübingen,
Freiburg, Bochum en Mannheim maakte hij vele jaren deel uit van de Städtische
Bühnen in Frankfurt. Sinds het begin van de negentiger jaren is hij gespecialiseerd in
spreekrollen bij het muziektheater. Zo was hij te gast bij het Aalto-Theater in Essen
(Carmen), bij het Théâtre Royale de la Monnaie in Brussel, bij De Nederlandse Opera
(Die Zauberflöte), bij de Nationale Reisopera (Die lustige Witwe), bij de Opéra du Rhin
in Straatsburg en bij de operahuizen van Lyon, Rennes, Nancy en Oslo.
Onlangs trad hij op bij de Salzburger Festspiele als Sprecher in Die Zauberflöte en bij
de Musikbiennale te München, in de hoofdrol van Der alte Pietro/Ende der Nacht van
Jens Joneleit, een muziektheaterstuk dat daarna bij de Opera van Frankfurt ging. In
het komende seizoen zal Michael Autenrieth bij laatstgenoemd operahuis de rol van
de verteller in een nieuwe productie van Stravinsky’s L’histoire du Soldat op zich
nemen. In Keulen trad hij op in de musical Jeckyll & Hyde. Ook als recitant van
klassieke en eigentijdse muziekwerken heeft Michael Autenrieth naam gemaakt,
onder andere bij concerten van het Radio-Sinfonie-Orchester Frankfurt, bij het
symfonie-orkest van de Bayerische Rundfunk en bij recitals van de gerenommeerde
bariton Christian Gerhaher.
De in Nederland gevestigde Duitse regisseur en dramaturg Klaus Bertisch studeerde
Engelse en Duitse taal- en letterkunde, pedagogiek en kunstzinnige vorming aan de
Johann Wolfgang Goethe Universiteit te Frankfurt. Van 1979 tot 1987 was hij
dramaturg aan de Oper Frankfurt en gastdramaturg bij de operahuizen in Freiburg,
Gelsenkirchen en Brussel. Daarna werkte hij voor het Siemens Kultur Programm te
München en operahuizen en festivals in Duitsland, Frankrijk, België en Oostenrijk. Bij
het Volkstheater München was hij dramaturg en acteur bij de wereldpremière van
Franz Helms Kaktus. Als regisseur realiseerde hij het project Verschollen in Essen,
The Rake’s Progress en Groots en meeslepend wil ik leven (Ansink/Martinu˚
/Puccini) in Amstelveen in samenwerking met Marcel Sijm. In het Amsterdamse
Concertgebouw regisseerde hij Die lustige Witwe van Franz Lehár en De spelers, een
onvoltooide opera van Dimitri Sjostakovitsj. Met regisseur Willy Decker werkte hij als
dramaturg samen aan Der Ring des Nibelungen voor de Semperoper te Dresden, aan
Korngolds Die tote Stadt en Verdi’s La Traviata bij de Salzburger Festspiele en
Brittens Death in Venice in Barcelona. Met regisseur Dale Duesing aan Chabriers
L’Etoile bij de Staatsoper Berlijn. Met regisseur Pierre Audi werkte hij behalve aan De
Nederlandse Opera in Amsterdam ook in Brussel, bij de Salzburger Festspiele en bij
de Ruhrtriennale. Klaus Bertisch is als docent verbonden aan de Opera Studio
Nederland, waar hij ook de soloavonden Food of Love en Vrouwen, liefde, leven
regisseerde. Voor Stichting 20ste-eeuwse Lied stelde hij eerder al een Rilkeprogramma (met mezzosopraan Margriet van Reisen en bariton Martijn Sanders), een
Heine-programma (met de Duitse bariton Olaf Bär) en een Goethe-programma (met
sopraan Marlis Petersen) samen dat hij tevens regisseerde. Naast talrijke bijdragen
aan boeken en tijdschriften behoren tot zijn belangrijkste publicaties de verzameling
Schwanenmärchen en een boek over regisseur Ruth Berghaus. Klaus Bertisch is
sinds 1990 verbonden als chefdramaturg aan De Nederlandse Opera.
Heimweh is een productie van Stichting 20ste-eeuwse Lied www.20ste-eeuwselied.nl
en de Vereniging Vrienden van het Lied www.vvhl.nl in samenwerking met Stichting
KAM www.kamconcerten.nl
Download