De Verenigde Staten en hun federale overheid 1865-1965 Centralisatie en reformatie § 1.1 Instap • Hoofdvraag – Ontwikkeling van de VS tot supermogendheid met burgerrechten issues – Drie ontwikkelingen staan centraal 1) de industrialisatie en haar gevolgen 2) ontwikkeling van de burgerrechten, m.n. die van zwarten 3) Buitenlandse politiek, die kenmerkt werd door expansie – De Rol van de oriëntatiekennis! (bekend verondersteld) Oriëntatiekennis • De Verlichting – Rationalisme – Vooruitgangsdenken – Democratische • Democratische revoluties – Franse Revolutie – De Opstand – VS • Kolonialisme & Slavernij – Plantages – Abolitionisme • Industriële Revolutie – Andere middelen van bestaan – Slechte woon-werkomstandigheden Staatsinrichting • De Amerikaanse grondwet – Wat wil je liever één tiran 5000 mijlen ver weg of 5000 tirannen dicht bij huis? Oftewel hoe moet het nieuwe bestuur eruit zien / geregeld zijn? – De losse federatie van vlak na de onafhankelijkheidsstrijd (1776) werkte niet • Iedere staat vaarde teveel haar eigen koers, waardoor overeenstemming over zaken die weldegelijk centraal geregeld dienden te worden nauwelijks tot stand kwamen – In een twee jaar durend proces smeedde de Founding Fathers een grondwet waarmee uiteindelijk alle staten konden leven (1787) Thirteen Stars Staatsinrichting • De Amerikaanse grondwet – Kan niet gewijzigd worden; wel aangevuld door amendementen. – In de eerste tien amendementen werden de burgerrechten vastgelegd (1791) – Bestuurlijke kern • Een federale overheid • Trias politica – uitvoerende (president) (vetorecht) (langzaam toenemende invloed, 20e eeuw) – wetgevende (Congres) (mogelijkheid impeachment) » Congres » Senaat (2 afgevaardigden per staat) » Huis van Afgevaardigden (grootte staat) – rechtelijke macht (o.a. Hoge Gerechtshof) Judical Branch = hooggrechtshof Legislative Branch = Congress Executive Branch = President/ Regering (Witte Huis) Tweepartijenstelsel • Democraten versus Republikeinen Hun ideeën over bestuur en hun aanhang veranderde door de tijd (zie boek) – Deze zaken zijn daarbij opmerkelijk 1. Een democraat uit het Zuiden hoeft niet dezelfde denkbeelden te hebben als zijn/haar partijgenoot in het Noorden; hetzelfde gold voor de Republikeinen 2. Door de tijd heen zijn de Republikeinen van progressief conservatief geworden; en voor veel democraten gold het omgekeerde proces