Kleuters uit hun dak van popliedjes

advertisement
Kleuters uit hun dak van popliedjes
Door Robert van Gijssel
gepubliceerd op 05 januari 2009
Het kinderpopsterrendom valt Dirk Scheele na vijftien
jaar nog niet zwaar. Met zijn Liedjesband en zijn
gitaar, een ‘gaaf stuk speelgoed’, brengt hij muziek
tot leven. ‘Niet te simpel, dan wordt het saai.’
Kinderen mogen meespelen op het podium bij Dirk
Scheele tijdens zijn muzikale familievoorstelling Z'n
leukste liedjes in de Omval in Diemen.
Kinderen mogen meespelen op het podium bij Dirk
Scheele tijdens zijn muzikale familievoorstelling Z'n
leukste liedjes in de Omval in Diemen. (Joost van den
Broek / de Volkskrant)
Als de kinderliedjeszanger Dirk Scheele zingt: ‘Doe
de hóóónd na’, dan zit je als niet-kind toch even
vreemd om je heen te kijken in het theater, omringd
door tweehonderd snuffelende kinderneusjes en twee
keer zoveel als hondenoren wapperende kleuterhanden.
Dit dus is het Dirk Scheele-effect. Dirk Scheele
heeft peuter en kleuter aan een touwtje, en zo gaat
het deze zondagmiddag in het ramvolle en broeierige
theater De Omval in Diemen anderhalf uur van ‘wif
woef waf’, ‘broem broem’, ‘tsjoeketsjoeketsjoek’ en
‘tokkerdetok’.
Iets als een ‘moeilijke zaal’, een gevreesd fenomeen
in de grote-mensen-artiestenwereld, kent Scheele
niet, zo zal hij later uitleggen, na het uitdelen van
tweehonderd handtekeningen. Ja, er zit natuurlijk
weleens een klier van een kind door de wat gevoeliger
liedjes heen te brullen. En het gebeurt ook wel dat
een wel heel vrij opgevoed mannetje niet op zijn
theaterstoel, maar per se op het podium achter het
drumstel wil gaan zitten, maar daarmee weet Scheele
wel om te gaan. ‘Lichte dwang, niet té lief doen.’ Of
anders de bijbehorende ouder een seconde indringend
aankijken.
Jubileum
De ervaring telt hier. Dirk Scheele viert dit jaar
zijn jubileum: vijftien jaar in het kinderpopvak. Na
een aanvankelijke carrière als muziektherapeut voor
gehandicapte kinderen toert hij nu al vijftien jaar
met band langs theaters, buitenpodia en popzalen,
waar hij vrijwel nooit tegen een lege stoel hoeft aan
te kijken.
Vijftien jaar kinderpopster, goed voor negen cd’s,
drie dvd’s, een tv-serie bij Nickelodeon en vanaf
september dit jaar weer op tv. Honderden optredens en
meer dan honderd liedjes, inclusief hits als De
kinderboerderij en het onvolprezen Elastiekje.
In deze laatste kinderfavoriet zitten alle geheimen
van het goede Dirk Scheele-kleuterpoplied verstopt.
Allereerst de tekst: ‘Ik heb een elastiekje, ik doe
het om de stoel, en als ik er dan op speel dan doetie doing doing.’ Rechtstreeks uit de kinderwereld:
verveelde peuter ontdekt de kwaliteiten van elastiek
en bedenkt toch weer wat te spelen. Doing doing. En
dus niet boing boing, want dat doet een stuiterbal.
Dan de muziek: aanstekelijk springende rock-’n-roll,
waarbij het doing doing van het elastiek wordt
vertaald naar vrolijke wah wah-effecten op de
elektrische gitaar.
Elastiekje is mee te zingen na één keer luisteren, en
zelfs het scheurende gitaarsolootje aan het eind is
na een keer of dertig draaien nog leuk. Scheele maakt
pure popmuziek waarbij de opgeroepen beelden uit het
kinderuniversum (thema’s: het dierenrijk, ergens
naartoe gaan, het menselijk lichaam, spelen) in
directe relatie staan tot melodie en instrumentarium.
Gitaarfreak
Dirk Scheele is een gitaarfreak, zegt hij zelf, en
dat is te zien aan de gitaareffecten die hij voor
zijn podiumplaats heeft uitgestrooid: wah wah-pedalen
dus, scheureffecten, echo. In Diemen zingt Scheele:
‘Ik heb een gitaar. Met zes snaren. Ik schud met mijn
haren.’
En net op het moment dat je je gaat afvragen of de
onstuimige gitaarsolo die volgt nog wel leuk is voor
kleuters, neemt Scheele de kindjes bij de hand.
‘Luister maar eens naar het verhaaltje van mijn
gitaartje’, fluistert hij samenzweerderig. De gitaar
wil wat vertellen.
‘Weeh, weeh, weeh’, doet de gitaar. Scheele: ‘Hé! Wat
is er gitaartje, ben je een beetje verdrietig of zo?’
De gitaar: ‘Meuh, meuh’. Scheele: ‘O, je bent op de
boerderij geweest.’ Et cetera, en Scheele kijkt in
tweehonderd opengevallen kindermondjes.
Een truc? Zo zou Scheele het zelf niet noemen. Dat
klinkt te banaal, en dat wat zich tussen hem en het
kind afspeelt in een theaterzaal, of thuis met
Scheele in de cd-speler, is magie op een veel
spiritueler vlak. Een geraffineerd spel met de
kinderpsyche, dat live vooral lijkt neer te komen op
het beheersen van opwindingsgolven.
Zie bijvoorbeeld een volle zaal voor aanvang van het
optreden, zegt Scheele. ‘Heel veel drukte. De ene
helft van het publiek is door het dolle heen, de
andere helft is misschien nooit in een theater
geweest en vindt het heel spannend, een beetje eng.’
Dan komt Scheele natuurlijk niet met vierkoppige
band, huilende gitaren en schuddend haar het podium
op. Scheele begint solo, heel rustig, als een lieve
vriend of de favoriete oom, met een akoestische
gitaar en een breekbaar liedje als Schildpad, of een
traag rond tokkelakkoorden wiegend Lieveheersbeestje:
‘Lieve lieveheersbeestje, kom je op mijn
verjaarsfeestje. Lieve lieveheersbeestje, kom je ook
zo langs? Al mijn vriendjes zijn er, zij zijn al heel
groot, jij bent nog zo klein, maar dat vind ik wel
fijn.’
‘Zo maak je contact’, zegt Scheele. ‘Het kind weet
onmiddellijk: dit is veilig, en het is helemaal van
mij, het gaat over een lieveheersbeestje, of een
emmer. Niet te ingewikkeld, maar ook niet te simpel,
dan wordt het saai. Ik zing ook zoals ik tegen ze zou
spreken, heel zachtjes.’
Kalmeren
Resultaat: de druktemakers zijn gekalmeerd, bange
kindjes op hun gemak gesteld, de duimen gaan in de
mond. En dan mag er wat adrenaline bij. Band komt op,
met drummer, bassist en toetseniste, en zet
bijvoorbeeld het feestelijke doowopnummer In de
speeltuin in: ‘In de speeltuin, in de speeltuin, daar
ga ik lekker spelen, ik zal me niet vervelen in de
speeltuin.’
Er kan op stoelen gedanst worden. En als er dan een
energieoverschot dreigt los te komen, nodigt de
zanger de kleuters die zich echt niet meer kunnen
beheersen uit op het podium, voor een
participatieliedje als de Fruitshake, waarbij op
emmers geroffeld mag worden, en geschud met
sinaasappelmaracas. Daarna doet de band nog een
rondje ‘lopen als een beer’ en zo worden de kinderen,
lopend als een beer, weer naar hun stoelen
gedirigeerd.
Een boodschap heeft Dirk Scheele niet, ‘er komt geen
wereldproblematiek voorbij’, maar als de band het
kind een ding wil bijbrengen, dan is dat toch de
liefde voor de muziek, voor echte, levende muziek.
‘Daarom laat ik mijn gitaar spreken met al die
effecten. Voor een kind wordt een gitaar zo een gaaf
stuk speelgoed, muziek komt tot leven.’ Als daarmee
een interesse ontwaakt in het zelf muziek maken, is
dat meegenomen.
Is Dirk Scheele daarmee een antwoord op de
kleutermuziek uit een zekere Belgische
kindervermaakfabriek? Scheele: ‘Over wat goede of wat
slechte kindermuziek is, laat ik me niet uit.’
Kabouter Plop-house? ‘Daarvan kan makkelijk gezegd
worden dat het niet best is, maar kinderen bepalen
zelf wat ze leuk vinden. Ik heb nu een kind van 1, en
dat vindt de meest verschrikkelijke geluiden uit het
speelgoed prachtig. Die dance vinden veel kinderen
toch ook erg leuk.’
Kinderpopsterrendom
Het kinderpopsterrendom valt Scheele na vijftien jaar
nog niet te zwaar. De verwondering van het kind, zegt
hij, geeft hem energie. ‘En dat handtekeningen
uitdelen na het concert is voor mij gewoon even op
een andere manier contact hebben met mijn publiek.’
Waartussen regelmatig dezelfde koppies opduiken. ‘De
fans, ik pik ze er zo tussenuit. Hé, jou zag ik
vorige week ook, denk ik dan.’ Mooi moment voor
Scheele: ‘Ik zag pas een nu volwassen gehandicapte
man tussen de kinderen zitten, die ik therapie heb
gegeven. Fijn, dacht ik, dat jij het ook nog leuk
vindt.’
Download