1 De film het “Bernini Mysterie” was enkele jaren geleden een kaskraker in de bioscoop. De essentie van het verhaal: een fanatieke religieuze sekte steelt een blikje met ¼ gram antimaterie op CERN en dreigt daarmee het Vaticaan in Rome op te blazen. Onze held voorkomt dit en de antimaterie ontploft hoog boven de grond. De kracht van de ontploffing is enorm: vergelijkbaar met 10,000 ton TNT. En ¼ gram is ongeveer 10 zoutkorrels. Krachtig spul dus die antimaterie! 2 In mijn onderzoek is antimaterie essentieel. Zonder antimaterie bots je biljartballen op biljartballen en dat is nogal suf. Eens een biljartbal, altijd een biljartbal zeg ik maar. 3 Je kan de biljartballen ook wat harder op elkaar knallen. Dan krijg je kapotte biljartballen. Leuk, maar veel leer je er ook niet van. 4 Nee, echt leuk kan het worden door biljartballen op antibiljartballen te knallen. Dan gaat er letterlijk een hele wereld open. Je maakt dan bijvoorbeeld een banaan en een antibanaan! Ja echt. Allemaal mede dankzij de beroemdste formule van Einstein E=mc2: zodra je voldoende energie in de botsende deeltjes stopt, zou je nieuwe zware deeltjes kunnen maken! De vraag: Antimaterie: science fictie of realiteit? 5 Om die vraag te beantwoorden moeten we nog eens goed naar ons beeld van het atoom kijken. Een kleine positief geladen kern waar omheen een wolk negatief geladen elektronen vliegt. Zeg maar een soort mini zonnestelsel. Helaas: dit beeld is fout! Elektronen die rondjes draaien zenden elektromagnetische straling uit (dat is in essentie van de zendmasten in Hilversum) en verliezen dus energie. En voor je het weet klappen alle elektronen op de kern en dondert de hele wereld letterlijk ineen tot vrijwel niets! Het werkt gelukkig anders. Quantum Mechanica geeft de oplossing. En als jullie niet alles volgt wat nu komt, realiseer je dan dat zelfs de beroemde natuurkundige Feynman gezegd heeft: “We kunnen rustig stellen dat niemand Quantum Mechanica begrijpt”. 6 De essentie van Quantum Mechanica is onzekerheid. Zo is het bijvoorbeeld onmogelijk tegelijkertijd exact te bepalen waar een elektron zich bevindt en hoe snel hij beweegt. Hoe nauwkeuriger je b.v. de plaats van het elektron bepaalt; hoe slechter je zijn snelheid kent! Voor macroscopische zaken zoals een auto of een mens merk je hier niets van. Maar zoiets kleins als een elektron merkt hier heel veel van! 7 Kijk nog eens naar dit verkeerde beeld van een atoom. Net zoals planeten dichtbij de zon sneller om de zon heen draaien dan de planeten ver weg; draait ook een elektron dichtbij de kern zijn rondjes sneller dan een elektron ver weg. En nu die onzekerheid in plaats en snelheid. Van een elektron dichtbij de kern ken je de plaats redelijk goed namelijk dichtbij de kern. De snelheid ken je heel slecht: hij schiet namelijk met grote snelheid heen en weer. Omgekeerd van een elektron ver weg ken je de snelheid redelijk goed: heel klein. Maar je weet helemaal niet waar hij zit! Het blijkt dat er een optimale baan is waar de gecombineerde onzekerheid in plaats en snelheid minimaal is. En dit is de toestand waarin het elektron het sterkst gebonden is aan de kern. Die noemen we de grondtoestand. 8 En nu de crux van Quantum Mechanica: zo’n elektron beweegt helemaal niet om de kern. Alles wat we er van kunnen zeggen is nauwkeurig de kans vaststellen dat hij ergens zit. Met de Quantum Mechanica theorie kan je die kans exact uitrekenen! Die kans geef ik hier weer in grijswaarden: licht is grote kans, donker is kleine kans. De kans is dus het grootst het elektron hier (wijs aan) te vinden. Maar hij kan dus ook best dichterbij of verder weg zitten. Het is een kansverdeling. Hij zal nooit op de kern zelf zitten. Daar is de kans nul. 9 Het elektron kan ook in een andere toestand zitten. Dit plaatje laat de kansverdeling zien van zo’n toestand. Nu zijn er twee voorkeurs locaties: een dichtbij de kern (deze) en een verder weg (deze). In de zwarte ring daartussen zal hij nooit zitten. Vergeleken met de grondtoestand zit het elektron nu gemiddeld verder van de kern. Vergeleken met de grondtoestand is het elektron minder sterk gebonden. Daarom noemen we dit een aangeslagen toestand. En zijn nog veel meer aangeslagen toestanden. Het zijn wel allemaal specifieke toestanden. D.w.z. niet alles kan. Daarom noemen we het Quantum Mechanica. Allerlei zaken, zoals hier de toegestane toestanden van het elektron, zijn gequantiseerd. 10 Om een idee te krijgen van de verhoudingen. Stel de kern is deze voetbal en die plaats ik op de middenstip in de Amsterdam Arena. Het elektron bevindt zich dan in de grondtoestand typisch 15 km verderop. Ja 15 km dus ergens bij Haarlem! Oftewel: eigenlijk is alles wat wij om ons heen zien ontzettend leeg! 11 Voordat ik een compleet beeld kan geven van alle atomen moet ik nog twee vreemde maar cruciale eigenschappen van het elektron vertellen: (1) Ieder elektron draait rond. Net als een tolletje. Alleen het gekke is hij draait of linksom of rechtsom en altijd even snel. We noemen dit spin. Een elektron staat dus nooit stil maar tolt continu. Een onrustig beestje dus. (2) En elektronen zijn extreem asociaal. In de zin dat er nooit twee elektronen in dezelfde toestand bij elkaar gaan zitten. Ieder elektron zoekt zijn eigen unieke plek. 12 Met deze bouwregels kan je de structuur van ieder atoom in detail uitrekenen. Bijvoorbeeld die van het natrium atoom. Natrium heeft 11 elektronen. De eerste twee elektronen zitten in de grondtoestand. Eén spint linksom en één rechtsom. Daarmee is de grondtoestand vol. De volgende twee zitten in de eerste aangeslagen toestand. Daar passen er ook twee in. De volgende zes zitten in een aangeslagen toestand als drie paartjes van twee. Het laatste elektron zit helemaal alleen en ver weg. Dat elektron wil natrium graag kwijt en daarom reageert natrium chemisch zeer heftig met b.v. water of met chloor wat juist dolgraag een extra elektron inpikt! Samen maken natrium en chloor natrium-chloride ofwel gewoon keukenzout. Mooi he? 13 Is dit nu alles? Bijna. In mijn onderzoek werken we met snelle kleine deeltjes. Dat betekent dat we zowel te maken hebben met quantum mechanica als met de relativiteitstheorie van Einstein. Dirac was de eerste die er in slaagde quantum mechanica en relativiteitstheorie te combineren. En dat lukte pas na een revolutionaire ingreep. Dirac had het probleem dat zijn theorie toestanden voorspelde met negatieve energie. Klinkt misschien niet problematisch, maar is het wel. Als de energie van een elektron oneindig negatief zou kunnen worden dan heb je een oneindige bron van energie gevonden. Zou mooi zijn voor ons (en slecht voor de elektriciteitsbedrijven). Maar dit kan natuurlijk niet. Dirac maakte gebruik van het asociale karakter van elektronen door te postuleren dat alle negatieve energie toestanden bezet zijn. Zoals in dit telraam hier. Simpel dus. Maar nu kunnen er leuke dingen gebeuren. Stel ik geef een elektron met zeg energie -100 er +200 bij. Dan verhuist hij b.v. van hier naar daar. Wat heb ik nu? - Eén gewoon elektron met energie +100; - Eén missend elektron met energie -100. En nu komt het: dat missende negatieve energie elektron is niets anders als de aanwezigheid van een deeltje met tegengestelde elektrische lading en een positieve energie! Oftewel een anti-elektron! Met de injectie van energie heb ik een deeltje-antideeltje paar gemaakt! G E N I A A L 14 Maarf bestaat antimaterie nu echt? Jazeker en hier is de eerste foto van een antideeltje. Dit is een zogenaamde nevelkamer. Eigenlijk hetzelfde als de condensatiesporen die u vaak van vliegtuigen ziet. De kromming komt door het magneetveld en maakt het mogelijk te bepalen of dit een spoor is van een negatief of een positief geladen deeltje. U moet mij geloven als ik zeg dat dit de eerste foto is van het positief geladen anti-elektron. Ook wel het positron genoemd. Hier ziet u hem als knuffel. Hij lijkt heel veel op het elektron, maar gespiegeld en zwart en wit zijn omgekeerd. Zoals het hoort voor een deeltje-antideeltje paar. 15 En met antimaterie is mijn banaan – antibanaan productie ook realiteit. En let wel: die bananen zaten niet al in die biljartballen! We maken hier echt compleet nieuwe dingen. En dat maakt mijn onderzoek zo leuk en ook zo succesvol! 16 En kan je ook nog wat nuttigs doen met antimaterie? Ja hoor in de meeste ziekenhuizen staat een zogenaamde PET scanner. Dat apparaat maakt pijnloos plaatjes van ons m.b.v. antimaterie. Dat is “P” van PET want die staat voor Positron een anti-elektron dus. 17 Nu hoop ik dat jullie begrijpen dat antimaterie echt bestaat. Dat het toepassingen heeft in onze maatschappij. En accepteer ook maar dat de Quantum Mechanica een heel ander beeld van ons atoom geeft dan het mini zonnestelsel wat veel van jullie vast nog in jullie hoofd hebben. 18 En de film: ja het kan. Maar het kost CERN wel ½ miljard jaar om die ¼ gram antimaterie te maken. En realiseer je dat dat ongeveer: 150,000,000,000,000,000,000,000 antiprotonen zijn. En dan heb ik het nog niet over de energie rekening die CERN zou moeten betalen. Bovendien stop je antimaterie niet gewoon in een flesje. Daar heb je zeer complexe opstellingen voor nodig om te vermijden dat antimaterie en materie bij elkaar komt. Want dan is het inderdaad boem. In het volgende college ga ik een ander elementair deeltje aan u voorstellen: neutrino 19 20 21