RO 2012/40: Ontslag bestuurder. Betekent ontslag als statutair

advertisement
Kluwer Navigator documentselectie
RO 2012/40: Ontslag bestuurder. Betekent ontslag als statutair bestuurder van de
holding ook beëindiging van de managementovereenkomst met de werkm...
Klik hier om het document te openen in een browser venster
Instantie:
Magistraten:
Conclusie:
Noot:
Rechtbank Haarlem (Voorzieningenrechter)
Mr. S. Sicking
-
Datum:
Zaaknr:
LJN:
Roepnaam:
16 februari 2012
188184 / KG ZA 11-587
BV7745
-
Wetingang: BW art. 2:244
Essentie
Ontslag bestuurder.
Betekent ontslag als statutair bestuurder van de holding ook beëindiging van de managementovereenkomst met de
werkmaatschappij?
Samenvatting
Gedaagde 3, D. Beheer B.V. is enig aandeelhouder en statutair bestuurder van werkmaatschappij Schildersbedrijf
A. Eiseres 2, A. Beheer B.V., is samen met gedaagde 1, B. Beheer B.V. en gedaagde 2, C. Beheer B.V.
aandeelhouder en statutair bestuurder van D Beheer. A Beheer heeft tevens een managementovereenkomst
gesloten met het Schildersbedrijf waarbij eiser 1, de heer A feitelijk bij Schildersbedrijf tewerk wordt gesteld als
bestuurder en calculator. Na daartoe tijdig te zijn opgeroepen wordt A Beheer bij aandeelhoudersvergadering van
D Beheer op 5 december 2011 ontslagen als statutair bestuurder. In de aansluitende aandeelhoudersvergadering
van Schildersbedrijf wordt de managementovereenkomst per diezelfde datum (5 december 2011) opgezegd. A
Beheer en de heer A vorderen in kort geding weer toegelaten te worden tot het verrichten van werkzaamheden als
calculator en bestuurder omdat 1. A Beheer ten onrechte zou zijn ontslagen als statutair bestuurder en 2.
opzegging van de managementovereenkomst met A Beheer in strijd is met de opzeggingsbepalingen van de
managementovereenkomst en naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
Rb. (vzr.): Ten aanzien van punt 1. is het ontslagbesluit door de aandeelhouders van D Beheer niet in strijd met
enig wettelijk of statutair voorschrift en blijft het derhalve onaangetast. Bij punt 2. geldt als uitgangspunt dat een
besluit tot ontslag van een statutair bestuurder in beginsel leidt tot beëindiging van de managementovereenkomst.
De managementwerkzaamheden hangen doorgaans samen met de hoedanigheid van bestuurder en ontslag als
bestuurder maakt uitvoering van de managementovereenkomst onmogelijk en daarom eindigt ook in beginsel de
managementovereenkomst. In casu wijkt de voorzieningenrechter af van dit uitgangspunt omdat er geen/amper
samenhang bestaat tussen het bestuurderschap en de managementovereenkomst. Het statutair bestuurderschap
van A Beheer speelde in de praktijk geen enkele rol bij de invulling van de managementovereenkomst; A Beheer
was voor het overgrote deel uitsluitend als calculator werkzaam en niet als statutair bestuurder en hij kan daarom
weer worden tewerkgesteld als calculator (maar niet als statutair bestuurder).
Zie ook
Zie ook:
•
HR 15 april 2005, NJ 2005/483 en JOR 2005/144 (Bartelink/Ciris);
•
HR 15 april 2005, NJ 2005/484 en JOR 2005/145 (Eggenhuizen/Unidek);
•
Rb. Amsterdam (pres.) 16 mei 2007, RO 2007/72 (Duijves/GC Pan European Crossing Networks );
Dit document is gegenereerd op 20-02-2013. Alle (auteurs-)rechten op dit document berusten bij Kluwer B.V. of haar licentiegevers en worden uitdrukkelijk voorbehouden. Kijk voor
meer informatie over de diensten van Kluwer op www.kluwer.nl
1
Kluwer Navigator documentselectie
•
Rb. Leeuwarden 17 augustus 2011, RO 2011/67 (Hi-Light Holdings/Inventures Management).
Wenk
Wenk:
Met deze uitspraak van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem is wederom een vraag beantwoord
die na de zogeheten 15-april-arresten (over de verhouding tussen de contractuele relatie en de
vennootschapsrechtelijke relatie na ontslag van een statutair bestuurder) onbeantwoord was gebleven. In de wenk
bij het bovengenoemde vonnis van de Rechtbank Leeuwarden van 17 augustus 2011 werd al gerefereerd aan de
vraag die in de voorliggende uitspraak is beantwoord: als de aandeelhoudersvergadering (‘AVA’) van een
vennootschap de statutair bestuurder ontslaat, eindigt daarmee dan ook de managementovereenkomst met die
bestuurder? De Voorzieningenrechter beantwoordt in de voorliggende kort gedingprocedure die vraag in beginsel
bevestigend maar oordeelt dat in casu (vanwege het ontbreken van samenhang tussen beide relaties) van een
uitzondering op die regel sprake is zodat de managementovereenkomst in stand blijft.
Art. 2:244 BW bepaalt dwingendrechtelijk dat de degene die bevoegd is tot benoeming van een statutair bestuurder
(bij niet-structuurvennootschappen is dat de AVA) te allen tijde bevoegd is die bestuurder ook weer te ontslaan. Lid
3 bepaalt dat de aldus door de AVA ontslagen statutair bestuurder de rechter niet kan verzoeken om de
arbeidsovereenkomst te herstellen. In de 15-april-arresten heeft de Hoge Raad bepaald dat in het algemeen een
besluit tot ontslag van een statutair bestuurder tevens beëindiging van de dienstbetrekking van die bestuurder tot
gevolg heeft tenzij een wettelijk ontslagverbod geldt of partijen anders zijn overeengekomen. De achterliggende
gedachte is dat de twee verhoudingen — arbeidsrechtelijk en vennootschapsrechtelijk — onsplitsbaar zijn. Deze
regel geldt ook indien de statutair bestuurder zelf vennootschapsrechtelijk ontslag neemt.
In de 15-april-arresten oordeelde de Hoge Raad dat uit de wetsgeschiedenis van art. 2:244 BW blijkt dat deze
bepaling ertoe strekt dat door een vennootschapsrechtelijk ontslagbesluit ook een einde wordt gemaakt aan de
arbeidsrechtelijke verhouding omdat beide verhoudingen met elkaar verweven zijn. Uit lagere rechtspraak , zoals
die van de Rechtbank Leeuwarden van 17 augustus 2011, lijkt inmiddels te volgen dat ook bij een
managementovereenkomst sprake is van verwevenheid tussen de vennootschapsrechtelijke en contractuele relatie
en dat die verwevenheid leidt tot analoge toepassing vanart. 2:244 lid 3 BWart. 2:244 lid 3 BW dan wel de leer van
de Hoge Raad uit die 15-april-arresten. Mede gelet op het Bruijns/Arrow–arrest van de Hoge Raad (HR 9 juli 1990,
NJ 1991/215), waaruit men kan afleiden dat de bepalingen van het arbeidsovereenkomstenrecht (in die zaak betrof
het een non-concurrentiebeding) niet naar analogie van toepassing zijn op managementovereenkomsten, is het de
vraag of analoge toepassing van de 15-april-arresten c.q. art. 2:244 BW bij een managementovereenkomst
mogelijk is. In ieder geval spelen de rechtsoordelen van de Hoge Raad uit die arresten mee bij de toetsing van de
opzegging van de managementovereenkomst aan de redelijkheid en billijkheid. Terzijde: beëindiging van de
arbeids – of managementovereenkomst brengt niet eo ipso het vennootschapsrechtelijk ontslag met zich mee.
Daarvoor dient de AVA een ontslagbesluit te nemen (art. 2:244 lid 1 BW).
De Voorzieningenrechter neemt de 15 april-arrestenregel in het voorliggende geval in ieder geval als uitgangspunt
aan. Overigens was in deze zaak de managementovereenkomst gesloten tussen enerzijds A Beheer en
Schildersbedrijf terwijl anderzijds A Beheer niet werd ontslagen als statutair bestuurder van Schildersbedrijf maar
van de holding, D Beheer. Uit de uitspraak blijkt niet of de Voorzieningenrechter dit heeft meegewogen bij het
antwoord op de vraag of er voldoende verwevenheid was. Mogelijk dat dat in voorkomende gevallen wel als
argument zou kunnen worden gebruikt om het bestaan van onvoldoende verwevenheid te betogen (zie ook de noot
van Witteveen onder JOR 2005/145 over die situatie).
Hoe dan ook, de Voorzieningenrechter oordeelt dat die verwevenheid (of: samenhang) in casu er niet of
onvoldoende is omdat A Beheer feitelijk geen/amper bestuurstaken uitvoerde voor Schildersbedrijf maar vrijwel
uitsluitend als calculator werkzaam was voor Schildersbedrijf. Gedaagden hebben dat zelf ook met zoveel woorden
aangevoerd, het lijkt ook juist een reden voor het gewenste ontslag te zijn geweest. Daarmee is het statutair
bestuurderschap van A Beheer feitelijk beperkt tot enkele formele verantwoordelijkheden terwijl de dagelijkse
werkzaamheden van A Beheer de werkzaamheden als calculator betroffen. Zij was dus een zogenoemde
functioneel bestuurder. In de literatuur en lagere rechtspraak komt men dit wel tegen als aanvaarde derde
uitzondering op de regel uit de 15 april-arresten. Zie Rb Amsterdam (vzr.) 16 mei 2007, RO 2007/72 en de
conclusie van de A-G bij HR 3 februari 2006, JAR 2006/6 (Seebregts). De Rechtbank Amsterdam had in zijn
Dit document is gegenereerd op 20-02-2013. Alle (auteurs-)rechten op dit document berusten bij Kluwer B.V. of haar licentiegevers en worden uitdrukkelijk voorbehouden. Kijk voor
meer informatie over de diensten van Kluwer op www.kluwer.nl
2
Kluwer Navigator documentselectie
vonnis van 16 mei 2007 al geoordeeld dat als er onvoldoende samenhang bestaat tussen de
vennootschapsrechtelijke relatie en de (in dat geval) arbeidsrechtelijke relatie, het vennootschapsrechtelijke
ontslag niet ook het arbeidsrechtelijke ontslag met zich meebracht. De Voorzieningenrechter Haarlem past dat hier
analoog toe voor de managementovereenkomst.
Overigens blijkt uit de onderhavige uitspraak niet waarom de managementovereenkomst niet (ook) door
Schildersbedrijf (daarbij vertegenwoordigd door haar bestuurder Beheer) is opgezegd maar de
medeaandeelhouders meenden daarvoor een AVA te moeten houden. Mogelijk dat daarvoor afspraken waren
gemaakt in een aandeelhoudersovereenkomst tussen eisers en gedaagden of dat men vreesde voor tegenstrijdig
belangperikelen (art. 2:256 BW).
Partij(en)
1. A,
2. A Beheer B.V., eisers, adv. mr. D.G. Veldhuizen,
tegen
1. B Beheer B.V.,
2. C Beheer B.V.
3. D Beheer B.V., gedaagden, adv. mr. A.J. van der Veen.
Partijen zullen hierna A en A Beheer (gezamenlijk eisers) onderscheidenlijk B Beheer, C Beheer en D (gezamenlijk
gedaagden) genoemd worden.
Uitspraak
Voorzieningenrechter:
1.
De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding;
de mondelinge behandeling;
de pleitnota van eisers;
de pleitnota van gedaagden
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2.
De feiten
2.1.
Schildersbedrijf A B.V. (hierna: Schildersbedrijf A) is een schildersbedrijf. D is aandeelhouder en
bestuurder van Schildersbedrijf A. De aandelen in D worden gehouden door A Beheer, C Beheer en B
Beheer. In 2001 zijn A Beheer, C Beheer en B Beheer aangesteld als statutair bestuurder van D.
2.2.
Per 30 oktober 2000 zijn A Beheer, C Beheer en B Beheer managementovereenkomsten met
Schildersbedrijf A aangegaan. De managementovereenkomst van A Beheer luidt – voor zover van
belang – als volgt:
MANAGEMENTOVEREENKOMST
De ondergetekenden:
I.
(Schildersbedrijf A)
en
II. (A Beheer), hierna te noemen Management B.V.
In aanmerking nemende:
— dat partijen hun onderlinge rechtsverhoudingen voortvloeiende uit de directievoering door
Management B.V. ten behoeve van de vennootschap nader wensen te regelen en vast te stellen, zulks
te doen bij overeenkomst, welke komt te luiden als volgt:
Verklaren te zijn overeengekomen:
Artikel 1 - opdracht
Dit document is gegenereerd op 20-02-2013. Alle (auteurs-)rechten op dit document berusten bij Kluwer B.V. of haar licentiegevers en worden uitdrukkelijk voorbehouden. Kijk voor
meer informatie over de diensten van Kluwer op www.kluwer.nl
3
Kluwer Navigator documentselectie
2.3.
2.4.
1. Management B.V. is met ingang van 1 januari 2000 benoemd tot statutair directeur van de
vennootschap; als zodanig heeft zij alle rechten en verplichtingen, taken en bevoegdheden, die in de
statuten van de vennootschap aan de directeur zijn toegekend, respectievelijk opgelegd.
2. Management B.V. is voorts verplicht alles te doen en na te laten wat een goed directeur behoort te
doen en na te laten en zal zich naar beste vermogen inzetten om de belangen van de vennootschap
en de daaraan verbonden onderneming(en) zoveel mogelijk te bevorderen.
3. Voor de feitelijke uitvoering van voormelde opdracht wordt door Management B.V. ingezet de heer
A; Management B.V. is bevoegd doch niet verplicht naast of in plaats van de heer A ook andere
personen in te zetten voor de feitelijke uitvoering van de hiervoor vermelde opdracht, een en ander
echter eerst na voorafgaande schriftelijke toestemming door de vennootschap, aan welke toestemming
door de vennootschap voorwaarden kunnen worden verbonden.
(…)
Artikel 2 - beheersvergoeding
1. Als beheersvergoeding ontvangt Management B.V. jaarlijks een bedrag van f 125.000 (zegge:
honderdvijfentwintigduizend gulden) exclusief BTW; uit te betalen in maandelijkse termijnen van f
10.416,67.
(…)
Artikel 4 - looptijd en beëindiging
1. Deze overeenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd.
2. Deze overeenkomst eindigt in ieder geval, zonder dat opzegging is vereist, op de eerste dag van
de maand volgend op de maand waarin de directeur van de Management B.V., de heer A, de
leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, op het tijdstip waarop de heer A zijn arbeidsverhouding met de
Management 13.V. verbreekt, alsmede door faillissement, dan wel surseance van betaling van de
Management B.V.
3. Behoudens om een reden als bedoeld in artikel 4 onderdeel 2 kan deze overeenkomst door de
vennootschap niet worden opgezegd aan de heer A, indien deze door een omstandigheid als
bedoeld in artikel 5 geheel of gedeeltelijk verhinderd is werkzaamheden te verrichten, tenzij die
omstandigheid zich heeft uitgestrekt over de periode langer dan twee aaneengesloten
kalenderjaren zoals omschreven in artikel 5 onderdeel 1 en 2 van deze overeenkomst.
4. De overeenkomst eindigt eveneens, wanneer de Management B.V. geen aandelen meer houdt in
de vennootschap.
5. Indien een der partijen een of meer van haar uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen
niet, niet tijdig of niet behoorlijk nakomt en niet binnen dertig dagen nadat de andere partij haar
schriftelijk in gebreke heeft gesteld, alsnog voor een juiste nakoming van deze overeenkomst
zorgdraagt, zal de andere partij deze overeenkomst kunnen opzeggen zonder tot inachtneming
van enige opzegtermijn gehouden te zijn.
6. Ieder der partijen is gerechtigd deze overeenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen indien
de andere partij wordt failliet verklaard, surséance van betaling aanvraagt, een regeling met al
haar crediteuren treft of wordt ontbonden.
7. De vennootschap is bovendien gerechtigd deze overeenkomst met onmiddellijke ingang te
beëindigen indien in strijd wordt gehandeld met een der bepalingen van artikel 3 van deze
overeenkomst.
8. Iedere opzegging dient te geschieden bij een aan de wederpartij gericht aangetekend schrijven,
dan wel deurwaardersexploot.
9. Het bepaalde in lid 5 van dit artikel laat onverlet de mogelijkheid van ieder der partijen tot het
instellen van andere rechtsmiddelen.
Feitelijk wordt de directie van Schildersbedrijf A gevormd door de natuurlijke personen A, C en B. De
taakverdeling is als volgt. B is algemeen directeur en houdt zich bezig met financiën, personeelsbeleid,
in- en verkoop en planning. C houdt zich bezig met calculatie, beglazing, automatisering en is VCH
coördinator. A houdt zich voor 90% bezig met calculatie en voor het overige met telefonie- en
wagenparkbeheer.
Bij brief van 17 november 2011 hebben B Beheer en C Beheer een aandeelhoudersvergadering van D
uitgeschreven d.d. 5 december 2011 met als enig agendapunt het ontslag van A Beheer als statutair
Dit document is gegenereerd op 20-02-2013. Alle (auteurs-)rechten op dit document berusten bij Kluwer B.V. of haar licentiegevers en worden uitdrukkelijk voorbehouden. Kijk voor
meer informatie over de diensten van Kluwer op www.kluwer.nl
4
Kluwer Navigator documentselectie
2.5.
2.6.
2.7.
3.
bestuurder van D. Daarnaast is een aandeelhoudersvergadering van Schildersbedrijf A uitgeschreven
met als enig agendapunt de opzegging van de managementovereenkomst tussen Schildersbedrijf A en
A Beheer. De oproepingsbrief gericht aan A luidt – voor zover van belang – als volgt:
Volendam, 17 november 2011
Geachte heer A, Beste [naam],
Hierbij nodigen wij jou, in jouw hoedanigheid van statutair bestuurder van D Beheer B.V. en van
Schildersbedrijf A uit voor de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van D Beheer B.V. en van
Schildersbedrijf A B.V. De vergaderingen zullen gehouden worden op maandag 5 december 2011 te
10.00 uur op de locatie als vermeld in de bijgevoegde agenda’s. Eerst zal de
aandeelhoudersvergadering van D Beheer B.V. plaatsvinden en direct erachteraan de vergadering van
Schildersbedrijf A B.V.
Het enige agendapunt zal zijn het voorstel om A Beheer B.V. te ontslaan als statutair bestuurder van D
Beheer B.V. Tevens zal de managementovereenkomst tussen Schildersbedrijf A B.V. en A Beheer
B.V. worden opgezegd. De redenen van het voorgenomen besluit zijn jou bekend. Kort samengevat
komt het er op neer dat de overige bestuurders van de beide vennootschappen geen mogelijkheid
meer zien tot een vruchtbare samenwerking met jou in de toekomst.
In de aandeelhoudersvergaderingen kun jij jouw mening geven over het voorgenomen ontslag en kun
je gebruik maken van jouw raadgevende stem als bestuurder. Voor de volledigheid voegen wij de
beide agenda’s bij.
Tijdens de aandeelhoudersvergaderingen kun jij je ook laten bijstaan door een adviseur. Wel zouden
wij graag van tevoren van je vernemen of je naar de aandeelhoudersvergaderingen komt en zo ja, of je
alleen komt of met een adviseur. Je mag ook een schriftelijke mening en raadgevende stem aan ons
sturen voorafgaande aan de vergaderingen.
De oproepingsbrief gericht aan A Beheer luidt — voor zover van belang — als volgt:
Volendam, 17 november 2011
Geachte heer A, Beste [naam],
Hierbij nodigen wij A Beheer B.V., in haar hoedanigheid van aandeelhouder, uit voor de Algemene
Vergadering van Aandeelhouders van D Beheer B.V. De vergadering zal gehouden worden op
maandag 5 december 2011 op het tijdstip en de locatie als vermeld in de agenda. Het enige
agendapunt zal zijn het voorstel om A Beheer B.V. te ontslaan als statutair bestuurder van D Beheer
B.V. Zowel A Beheer B.V. als de heer A voeren hun taak als bestuurder onbehoorlijk uit. Dat blijkt
onder meer uit het feit dat er niet of nauwelijks overleg plaatsvindt met de medebestuurders, de
communicatie zeer moeizaam verloopt, de werkwijze en visie op calculeren en leidinggeven verschilt
met die van de medebestuurders, het onheuse gedrag van de heer A jegens klanten en voorts de
slechte samenwerking met de medewerkers van Schildersbedrijf A B.V. De onbehoorlijke
taakuitvoering van de vennootschap en de heer A als bestuurder gaat ten koste van de bedrijfsvoering.
Hierbij nodigen wij A Beheer B.V., in haar hoedanigheid van aandeelhouder, tevens uit voor Algemene
Vergadering van Aandeelhouders van Schildersbedrijf A B.V. De vergadering zal gehouden worden op
maandag 5 december 2011, op het tijdstip en de locatie als vermeld in de agenda. Het enige
agendapunt zal zijn het voorstel om de managementovereenkomst tussen Schildersbedrijf A B.V. en A
Beheer B.V. op te zeggen.
Voor de volledigheid voegen wij de agenda’s bij.
Bij brief van 25 november 2011 heeft de advocaat van eisers verzocht om een nadere toelichting op
het voorgenomen ontslagbesluit en de voorgenomen opzegging van de managementovereenkomst.
Tevens heeft de advocaat het aanbod gedaan om – al dan niet via inschakeling van een derde – te
onderzoeken of een oplossing kan worden bereikt met als doel de continuering van de samenwerking.
Op 5 december 2011 hebben de aandeelhoudersvergaderingen van D en Schildersbedrijf A
plaatsgevonden. eisers hebben hun standpunt op de vergaderingen naar voren gebracht. A Beheer is
op 5 december 2011 als bestuurder van D ontslagen. Per diezelfde datum is de
managementovereenkomst tussen A Beheer en Schildersbedrijf A opgezegd.
Het geschil
3.1.
Eisers vorderen — samengevat — primair dat gedaagden (hoofdelijk) A en A Beheer binnen 48 uur na
betekening van het vonnis toe laten tot het verrichten van werkzaamheden als calculator en directielid,
Dit document is gegenereerd op 20-02-2013. Alle (auteurs-)rechten op dit document berusten bij Kluwer B.V. of haar licentiegevers en worden uitdrukkelijk voorbehouden. Kijk voor
meer informatie over de diensten van Kluwer op www.kluwer.nl
5
Kluwer Navigator documentselectie
3.2.
3.3.
4.
onder de in de managementovereenkomst overeengekomen financiële voorwaarden, op straffe van
verbeurte van een dwangsom. Subsidiair vorderen eisers een voorschot van € 75.000 op vervangende
schadevergoeding, vermeerderd met rente. eisers vorderen voorts veroordeling van gedaagden in de
proceskosten.
Gedaagden voeren verweer.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
De beoordeling
4.1.
Eisers hebben aan hun vordering het volgende ten grondslag gelegd.
A Beheer is ten onrechte ontslagen als bestuurder van D. De ernstige verwijten die gedaagden eisers
maken, worden niet door feiten gedragen en zijn nimmer op zorgvuldige wijze met eisers besproken,
laat staan op papier gezet. gedaagden hebben ondanks een daartoe strekkend verzoek van eisers
geen toelichting op de voorgenomen besluiten gegeven. Eisers hebben zich hierdoor onvoldoende
kunnen voorbereiden op de aandeelhoudersvergaderingen. Gedaagden hebben aldus in strijd met de
wettelijke en statutaire bepalingen omtrent hoor- en wederhoor gehandeld.
Voorts zou A Beheer volgens gedaagden haar bestuurstaken onvoldoende uitvoeren, terwijl A feitelijk
nagenoeg volledig als calculator werkzaam is geweest. Er is nimmer discussie geweest over de
omvang of kwaliteit van de door eisers verrichte bestuurstaken. Eveneens is onjuist dat A onheus
gedrag zou vertonen jegens klanten en medewerkers. Voorts zou A niet over de toekomst van de
onderneming willen praten. A heeft zich echter nimmer verzet tegen een noodzakelijke reorganisatie,
maar hij heeft zijn twijfels geuit bij de adviserende rol van Deloitte. Deloitte ontpopte zich namelijk als
de persoonlijke belangenbehartiger van B en niet van de onderneming. Het ontslagbesluit is op grond
van het voorgaande niet rechtsgeldig tot stand gekomen en is in de gegeven omstandigheden naar
maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.
Het opzeggen van de managementovereenkomst met A Beheer is in strijd met de
opzeggingsbepalingen in de managementovereenkomst en is naar maatstaven van redelijkheid en
billijkheid onaanvaardbaar ex artikel 6:2 en 6:248 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Eisers
heeft de managementovereenkomst nimmer geschonden, laat staan dat Eisers in de gelegenheid is
gesteld alsnog voor juiste nakoming zorg te dragen ex artikel 4.5 van de managementovereenkomst.
Het opzeggen van de managementovereenkomst leidt daarnaast tot ernstige reputatieschade en
financiële schade voor A, die 29 jaar met veel plezier voor het familiebedrijf werkzaam is geweest.
Voor zover een terugkeer van A als calculator en bestuurder niet meer mogelijk is, hadden gedaagden
een opzegtermijn van 12 maanden in acht moeten nemen, zodat eisers thans vervangende
schadevergoeding toekomt, aldus nog steeds eisers
4.2.
Gedaagden hebben tot hun verweer aangevoerd dat er al jaren niet met A te communiceren valt. Toen
het goed ging met de onderneming was dat nog niet zo’n probleem, maar nu er door de financiële
crisis belangrijke besluiten genomen moeten worden om de toekomst van de onderneming te
waarborgen, dienen alle neuzen dezelfde kant op te staan. Juist in die situatie wringt het gebrek aan
communicatie en samenwerking. Tussen de bestuurders vond wekelijks overleg plaats, waarbij A nooit
vragen stelde en geen enkele inbreng had. Feitelijk was hij werknemer en geen bestuurder. De
aanmerkingen op zijn functioneren en het totale gebrek aan communicatie zijn uiteraard wel met A
besproken. A kwam echter steeds met verwijten en haalde oude koeien uit de sloot. Een gesprek
verzandde daarmee telkens in welles-nietes. Dit had tot gevolg dat er steeds minder met A werd
besproken, omdat het toch geen zin had. Met het functioneren van A als calculator is niets mis, maar
ook daar leidt de communicatie die samenhangt met het werk als calculator tot problemen.
Het is niet juist dat gedaagden uit zouden zijn op de aandelen van A. B heeft zelfs zijn eigen aandelen
aangeboden, maar omdat C vervolgens aangaf onder geen beding alleen met A te willen doorgaan,
heeft B dat aanbod in het belang van de onderneming weer ingetrokken.
Het ontslagbesluit van A Beheer is rechtsgeldig genomen, zodat een terugkeer als bestuurder niet
meer mogelijk is. De managementovereenkomst is eveneens rechtsgeldig opgezegd. Doordat A
Beheer als bestuurder ontslagen is, kan A Beheer nimmer uitvoering geven aan de
managementovereenkomst. Het is bestendige jurisprudentie dat de managementovereenkomst eindigt
bij ontslag van de bestuurder. Een terugkeer van A als calculator is derhalve evenmin mogelijk, te
meer nu ook dan de communicatieproblemen een rol blijven spelen. Een opzegtermijn van 12
Dit document is gegenereerd op 20-02-2013. Alle (auteurs-)rechten op dit document berusten bij Kluwer B.V. of haar licentiegevers en worden uitdrukkelijk voorbehouden. Kijk voor
meer informatie over de diensten van Kluwer op www.kluwer.nl
6
Kluwer Navigator documentselectie
4.3.
4.4.
maanden is gezien de feiten en omstandigheden irreëel, zodat het gevorderde voorschot eveneens te
hoog is, aldus nog steeds gedaagden
Het ontslag van A Beheer als bestuurder van D.
Vooropgesteld dient te worden dat een bestuurder van een besloten vennootschap te allen tijde kan
worden ontslagen door het orgaan dat bevoegd is bestuurders te benoemen, in dit geval de algemene
vergadering van aandeelhouders. Het ontslagbesluit dient evenwel niet strijdig te zijn met de uit artikel
2:8 BW voortvloeiende eisen van redelijkheid en billijkheid. eisers hebben in dat verband aangevoerd
dat in strijd met het beginsel van hoor- en wederhoor is gehandeld. Uit de stukken van het geding en
het verhandelde ter zitting is echter gebleken dat eisers in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijze
op het voorgenomen besluit in de aandeelhoudersvergadering naar voren te brengen. eisers hebben
van deze mogelijkheid ook gebruik gemaakt door tijdens de aandeelhoudersvergadering een
schriftelijke verklaring voor te dragen, waarna het ontslagbesluit alsnog is genomen. Van schending
van het beginsel van hoor en wederhoor is derhalve geen sprake.
Eisers hebben voorts aangevoerd dat de inhoudelijke gronden die aan het ontslagbesluit ten grondslag
worden gelegd onjuist zijn. De voorzieningenrechter constateert dat partijen hierin lijnrecht tegenover
elkaar staan. Volgens gedaagden valt er al jaren niet te communiceren met A en mondt elke poging tot
een gesprek uit in welles-nietes, terwijl A juist B gebrekkige communicatie verwijt en zich verder van
geen kwaad bewust is. Gelet op de beperkingen van de kort geding procedure kan niet worden
vastgesteld wie op dit punt het gelijk aan zijn zijde heeft. Voorshands heeft A evenwel niet aannemelijk
gemaakt dat (de totstandkoming van) het ontslagbesluit naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid
onaanvaardbaar is. De geschetste feiten en omstandigheden zijn daartoe onvoldoende, nog
daargelaten dat het petitum van de dagvaarding ook niet strekt tot vernietiging van het ontslagbesluit.
Nu voorts niet is gesteld of gebleken dat het ontslagbesluit in strijd is met enig ander wettelijk of
statutair voorschrift, blijft het ontslagbesluit onaangetast. De vordering tot wedertewerkstelling van A
Beheer als bestuurder van D zal derhalve worden afgewezen.
De opzegging van de managementovereenkomst
Als uitgangspunt heeft te gelden dat een besluit tot ontslag van een statutair bestuurder in beginsel ook
de beëindiging van de managementovereenkomst tot gevolg heeft. De te verrichten werkzaamheden
uit hoofde van de managementovereenkomst hangen doorgaans immers nauw samen met de
hoedanigheid van bestuurder. Een ontslag van de bestuurder maakt uitvoering van de
managementovereenkomst dan onmogelijk, zodat ook de managementovereenkomst eindigt. In de
omstandigheden van het onderhavige geval ziet de voorzieningenrechter evenwel aanleiding om af te
wijken van dit uitgangpunt. Hiertoe is redengevend dat het statutair bestuurderschap van A Beheer in
de praktijk geen enkele rol speelt bij het invulling geven aan de managementovereenkomst. Niet in
geschil is immers dat de werkzaamheden van A voor 90% bestaan uit calculatie en voor het overige uit
telefonie- en wagenparkbeheer en dat van het uitvoeren van bestuurderstaken amper of geen sprake
is (geweest). Waar partijen altijd een invulling aan de managementovereenkomst hebben gegeven die
erop neer kwam dat A Beheer nagenoeg geen bestuurderstaken vervulde, kunnen gedaagden A
Beheer thans niet tegenwerpen dat A Beheer zonder het bestuurderschap geen uitvoering meer kan
geven aan de managementovereenkomst. Partijen hebben immers zelf de samenhang tussen het
bestuurderschap en de managementovereenkomst losgelaten.
Daar komt bij dat gedaagden volstrekt niet aannemelijk hebben gemaakt dat A niet meer als calculator
aan de slag zou kunnen gaan. Vast staat dat het calculatiewerk op zichzelf naar tevredenheid werd
uitgevoerd door A. De enkele stelling dat ook in die functie het gebrek aan communicatie tot problemen
leidt en ‘dat het zo niet langer kan’, is onvoldoende om A niet meer toe te laten tot het uitvoeren van
calculatiewerk, te meer nu niet is gebleken van serieuze pogingen de gestelde
communicatieproblemen – eventueel met behulp van een externe partij – op te lossen. Mede in
aanmerking genomen de langdurige relatie tussen eisers en Schildersbedrijf A en de ingrijpende
(financiële) gevolgen die het opzeggen van de managementovereenkomst met zich brengt voor eisers,
had het op de weg van gedaagden gelegen de gerezen problemen op een andere manier aan te
pakken.
Nu het ontslagbesluit niet aan de opzegging van de managementovereenkomst ten grondslag kan
worden gelegd en voorts niet is gebleken van een andere rechtsgeldige opzeggingsgrond, moet
Dit document is gegenereerd op 20-02-2013. Alle (auteurs-)rechten op dit document berusten bij Kluwer B.V. of haar licentiegevers en worden uitdrukkelijk voorbehouden. Kijk voor
meer informatie over de diensten van Kluwer op www.kluwer.nl
7
Kluwer Navigator documentselectie
4.5.
5.
worden geoordeeld dat de managementovereenkomst in stand is gebleven. De vordering tot
wedertewerkstelling van A Beheer uit hoofde van de managementovereenkomst zal derhalve worden
toegewezen, met dien verstande dat de invulling van de werkzaamheden zal plaatsvinden
overeenkomstig de wijze waarop partijen daaraan in de praktijk altijd al invulling hebben gegeven, te
weten calculatie en telefonie- en wagenparkbeheer. De voorzieningenrechter geeft partijen in dat
verband in overweging om op korte termijn een onafhankelijke derde in te schakelen teneinde tot een
werkbare situatie te komen.
Gelet op de ter zitting gebleken weigerachtigheid van gedaagden om een terugkeer van A als
calculator zelfs maar in overweging te nemen, acht de voorzieningenrechter het aangewezen een
dwangsom op te leggen. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt als volgt.
Gedaagden zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden
veroordeeld. De kosten aan de zijde van eisers worden begroot op:
— dagvaarding € 90,81
— griffierecht € 1.789
— salaris advocaat € 816
Totaal € 2.695,81
De beslissing De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt gedaagden om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis eisers zonder enige beperking
toe te laten tot het verrichten van werkzaamheden als calculator conform de in het kader van de
managementovereenkomst overeengekomen financiële voorwaarden,
5.2.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn
bevrijd, om aan eisers een dwangsom te betalen van € 5.000 voor iedere dag dat zij niet aan de in 5.1
uitgesproken hoofdveroordeling voldoen, tot een maximum van € 150.000 is bereikt,
5.3.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn
bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van eisers tot op heden begroot op € 2.695,81,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit document is gegenereerd op 20-02-2013. Alle (auteurs-)rechten op dit document berusten bij Kluwer B.V. of haar licentiegevers en worden uitdrukkelijk voorbehouden. Kijk voor
meer informatie over de diensten van Kluwer op www.kluwer.nl
8
Download