Stapelbanen: uitkomst voor werknemer en werkgever Ze werkt achter de bar bij een sportkantine én ze is pedagogisch medewerker. Chantal Robbescheuten combineert twee parttimebanen. Ze is niet de enige. Steeds meer mensen hebben een ‘stapelbaan’. Soms in dezelfde branche, soms in verschillende sectoren. Arbeidsmarkteconoom Ronald Dekker van Tilburg University legt uit waarom stapelbanen uitkomst kunnen bieden aan de kinderopvangbranche. ‘Een functie van twaalf uur levert meestal geen volwaardig salaris op. Een baan erbij is dan een oplossing.’ Aan het woord is Ronald Dekker, arbeidseconoom van Tilburg University en lid van de adviesraad van FCB. Het aantal mensen in Nederland met twee of meer kleine banen groeit. Hadden in 2003 ongeveer 300.000 mensen een zogenaamde ‘stapelbaan’, in 2014 waren dat er volgens het CBS al zo’n 500.000. Dekker: ‘Doordat bedrijven moeten bezuinigen en krimpen, ontstaan er meer deeltijdfuncties. Dat zien we ook in de kinderopvang. Grote kinderopvangorganisaties kunnen medewerkers op meerdere locaties inzetten. Maar bij kleine organisaties is dat geen optie. Dan is een tweede baan nodig om een volwaardig salaris te verdienen.’ De vacatures voor pedagogisch medewerker liggen momenteel niet voor het oprapen. Daarom is het volgens Dekker zinvol om te kijken naar raakvlakken met aanpalende sectoren, zoals onderwijs. ‘Met gerichte bijscholing kan een pedagogisch medewerker misschien ook aan de slag als onderwijsassistent. De ervaring met kinderen hebben ze immers al.’ Maar ook in andere sectoren ziet hij mogelijkheden. Zo zijn er goede combinaties te maken met deeltijdfuncties in supermarkten of horeca. ‘Het voordeel van een andere sector is dat medewerkers zich breder ontwikkelen en hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten.’ meent Dekker. ‘Op korte termijn heeft de branche te maken met krimp. Maar in de toekomst zal de behoefte aan goed geschoolde krachten weer toenemen, is de verwachting.’ Openstaan voor stapelbanen is volgens Dekker de eerste stap. Daarnaast kunnen organisaties medewerkers een handje helpen. ‘Bijvoorbeeld door zelf contact te leggen met lokale bedrijven waar mensen aan de slag zouden kunnen. Maak interessante combinaties, waardoor je gezamenlijk meer uren kunt bieden. Zo blijf je als werkgever en branche aantrekkelijk voor medewerkers.’ Maak van je hobby je beroep Van een hondenuitlaatservice op je vrije dag tot nagelstyliste in de avonduren: de mogelijkheden voor een stapelbaan zijn legio. FCB stimuleert werknemers in de kinderopvang om hun kansen te verkennen en hun koers uit te zetten. Van welke passie kunnen zij hun beroep maken? In loondienst, of juist als zzp’er. De regeling ‘Omscholing werknemers Kinderopvang’ maakt het mogelijk om een kort opleidingstraject te volgen. Denk aan een opleiding tot gewichtsconsulent, budgetcoach of danslerares. Heeft jouw werknemer een passende opleiding of training gevonden? Op onze website vind je meer informatie over de financiële bijdrage van FCB. Openstaan voor stapelbanen 8 Kinderopvang w w -en-ontwikkelen/subsidies-enregelingen-omscholing/omscholingstrajecten/ w Stapelbanen bieden niet alleen uitkomst aan medewerkers. Ook werkgevers in de kinderopvang hebben er belang bij, ‘De afwisseling bevalt me goed’ Chantal Robbescheuten combineert haar functie in de kinderopvang met een horecabaan. ‘Mijn vriend en ik hebben net een huis gekocht. Hiervoor hebben we twee volwaardige salarissen nodig. Mijn parttimebaan bij Kinderopvang Piggelmee levert niet genoeg op. Daarom sta ik ook nog achter de bar in een sportkantine. Meestal ’s avonds en in de weekenden. Dit bijbaantje heb ik al sinds mijn achttiende. Omdat ik mijn uren zelf kan indelen, is het goed te combineren met mijn vaste baan als pedagogisch medewerker. Mijn beide werkgevers zijn erg flexibel. Bij Piggelmee mocht ik bijvoorbeeld zelf aangeven welke dagdelen ik wilde werken. Zo hoef ik na een late bardienst niet meteen de ochtend erna op de groep te staan. Bij de sportkantine weten ze dat mijn baan bij Piggelmee altijd voorgaat. De afwisseling van twee banen bevalt me goed. Het zijn allebei sociale functies, de ene met kinderen en de andere met volwassenen. Ik weet niet of ik ooit fulltime in de kinderopvang wil werken. De twintig uur die ik nu werk bij Piggelmee, houden me fris en energiek. Daarvan hebben de kinderen ook profijt.’