neurostimulatie Inleiding U hebt al verscheidene behandelingen ondergaan om uw pijn te bestrijden, helaas zonder het gewenste resultaat. Uw behandelende arts denkt dat een behandeling via elektrische zenuwstimulatie van het ruggenmerg uw pijn zou kunnen verlichten. Daarom komt u eventueel in aanmerking voor neurostimulatie. Vaak gebruiken we voor de term ‘neurostimulatie’ ook wel de afkorting SCS (Spinal Cord Stimulation). In deze folder vindt u informatie over de werking van neuro-stimulatie. Daarnaast geven we u ook uitleg over de operatie en geven we mee waar u als patiënt tijdens de behandeling voor moet zorgen of op moet letten. Daarnaast beantwoorden uw arts en/of pijnverpleegkundige graag eventuele vragen over uw behandeling. Neurostimulatie / ruggenmergstimulatie Wanneer we pijn voelen, sturen pijnreceptoren via het ruggenmerg een impuls naar de hersenen. De hersenen vertellen ons dat we ergens pijn hebben. Door de pijnsignalen ter hoogte van het ruggenmerg te beïnvloeden, kunnen we pijn beheersen en onderdrukken. De neurostimulatie (ruggenmergstimulatie) blokkeert de pijnsignalen voordat ze de hersenen bereiken. Ter verduidelijking een voorbeeld. Wanneer u uw hand verbrandt, koelt u die af onder stromend water. De koude waterstroom leidt u van de pijn af, waardoor u de pijn in mindere mate ervaart. Neurostimulatie werkt gelijkaardig: de stimulatie wekt tintelingen op in het pijngebied. Deze tintelingen ervaart u als aangenaam en leiden u geheel of gedeeltelijk af van de pijn. De vermindering van de pijn varieert van patiënt tot patiënt. Bij de meeste patiënten wordt de pijn aanzienlijk verlicht (60-75%). Voorafgaande evaluatie Voordat u in aanmerking komt voor neurostimulatie moet u eerst een grondige evaluatie ondergaan waarbij zowel fysieke als psychologische factoren aan de orde komen. De pijnarts of neurochirurg voert hiervoor een uitgebreide onderzoek uit naar uw medische voorgeschiedenis en een lichamelijk onderzoek om vast te stellen of er sprake is van een objectieve grond voor de pijn. Voor het RIZIV is het verplicht op consultatie te gaan bij een psychiater, voordat u het dossier tot terugbetaling bij de adviserende geneesheer van uw ziekenfonds kan indienen. Deze consultatie vindt plaats bij de psychiater dr. Lodewyck in de Minister Liebaertlaan 41 of in de Heilige Familie, Groeningepoort 4 in Kortrijk. Het secretariaat van de dienst neurochirurgie / pijnkliniek zal een afspraak voor u maken. Voor meer informatie over een eventuele terugbetaling van de ziektekosten en de consultatie bij de psychiater kan u terecht bij uw ziekenfonds. Een bezoek bij de psychiater roept vaak tegenstrijdige reacties op. Niemand denkt dat de pijn tussen uw oren zit. Net omdat de artsen zoveel belang hechten aan uw klachten en uw pijn, wordt er vanuit diverse invalshoeken gekeken naar u, als patiënt. Uw pijn is echt, maar de mate waarin iemand pijn voelt/ervaart kan variëren. Sommige mensen hebben een lagere pijndrempel dan anderen, zonder dat ze daar zelf in te kiezen hebben. Die drempel wordt meebepaald door allerlei factoren: stress, spanning, reacties van de omgeving, verwachtingen en gedachten over de pijn … Deze factoren zijn bepalend voor de pijnervaring en de prognose voor de toekomst. Door de psychiatrische screening kunnen we een gepersonaliseerde aanpak bieden. Voorbereiding op de ingreep Na een positief advies van de psychiater kunnen we starten met de medische procedure. Voor de proefimplantatie plaatsvindt, gaat u op consultatie bij de neurochirurg. Tijdens deze consultatie overlopen we alles nog eens, beantwoorden we alle nog bestaande vragen en brengen we een aantal formaliteiten in orde: Wanneer beslist wordt tot een proefstimulatie, krijgt u een evaluatieformulier voor de behandeling van chronische pijn met implantaten, dat u moet invullen voor de proefstimulatie plaatsvindt. U krijgt een patiëntenboekje (identificatie, preoperatieve onderzoeken) mee dat u moet nalezen, invullen en ondertekenen. We nemen tijdens de preoperatieve consultatie een cultuurwisser in de neus ter preventie van infectie. Bij een positief resultaat vragen we u Bactroban® neuszalf te gebruiken en u de dagen voorafgaand aan de operatie te wassen met de antiseptische zeep Hibiscrub®. Indien het preoperatief onderzoek in het ziekenhuis plaatsvindt, wordt u de dag voor de ingreep om 8.30 uur opgenomen. Wanneer de huisarts het preoperatief onderzoek uitvoert, volstaat het de dag voor de ingreep om 16.30 uur aanwezig te zijn. Voor de dag van de ingreep informeert uw neurochirurg u uitvoerig over deze operatie. Doorgaans is een opname van drie tot vier dagen noodzakelijk. De ingreep plannen we in principe op maandag of woensdag. Proefstimulatie Na een uitgebreid medisch onderzoek, waarbij we besluiten tot neurostimulatie, voeren we eerst een proefstimulatie uit. Het doel van de proefstimulatie is nagaan of neurostimulatie u kan helpen uw pijn te verminderen. Het inbrengen van de elektrode gebeurt liggend op uw buik op de operatietafel. Via een kleine insnede in de huid ter hoogte van de rug plaatsen we de elektrode in de epidurale ruimte (ruimte gelegen achter het ruggenmerg). Deze elektrode verbinden we met een externe neurostimulator. Deze elektrode geeft elektrische impulsen, die de pijnsignalen blokkeren voordat ze de hersenen bereiken. Door middel van neurostimulatie trachten we het hele pijngebied te bedekken met tintelingen die u als aangenaam ervaart. Een tijdelijke stimulator (batterij), die een gespecialiseerde medewerker na de ingreep bedient, wekt deze tintelingen op. Daarbij stellen wij u vragen over de plaats waar u de tintelingen ervaart en over de sterkte en kwaliteit van de aangeboden tintelingen. Op basis van de verkregen antwoorden programmeren we de neurostimulator. Na de operatie zal u via een patiënten-programmeerapparaat de neurostimulator aan en uit kunnen zetten en bepaalde instellingen kunnen wijzigen. Zo kan u onder andere de sterkte van de tintelingen bepalen die u als aangenaam ervaart. Deze proefstimulatie testen we meestal gedurende ongeveer achtentwintig dagen om te zien hoe u reageert op deze vorm van behandeling, want pijnvermindering varieert van patiënt tot patiënt. Na analyse van uw pijnvermindering gaan we al dan niet over tot een definitieve stimulatie. Het komt wel eens voor dat er geen pijnvermindering optreedt, ondanks de tintelingen die u voelt. In dat geval gaan we niet over tot een definitieve implantatie. Als de proefperiode een positief resultaat kent en er een pijnvermindering van minstens 50% is, kunnen we beslissen om een definitieve implantatie uit te voeren. Patiënten bij wie de pijn onvoldoende verlicht tijdens de periode van proefstimulatie, krijgen geen definitieve neurostimulator en de elektrode zal dan ook verwijderd worden. Voor het welslagen van neurostimulatie is het belangrijk dat de patiënt actief meewerkt aan de behandeling. We zullen u dan ook vragen een evaluatieformulier na proefstimulatie in te vullen om uw pijnvermindering in kaart te brengen. Definitieve implantatie De definitieve implantatie gebeurt pas na een schriftelijke goedkeuring van de adviserende geneesheer van uw ziekenfonds. Tijdens deze operatie zullen we de elektrode verbinden met een definitieve neurostimulator. Bij de definitieve implantatie verbinden we de al geïmplanteerde elektrode via een onderhuidse verbindingskabel met de neurostimulator (batterij en programmeerbare pulsgenerator). Meestal kiezen we voor implantatie ter hoogte van de buikzijde of het zitvlak. Deze ingreep vereist een opname van een tweetal dagen. Het secretariaat neurochirurgie/pijnkliniek zal u - na een schriftelijke goedkeuring van uw ziekenfonds - de datum, het uur en de plaats telefonisch en schriftelijk meedelen. Na de operatie Na de operatie schrijft uw arts u bedrust voor. Doorgaans betekent dit de dag van de operatie strikte rugligging en pas de volgende dag uit bed. Dit vermindert de kans op een eventuele nabloeding en verschuivingen. In en uit bed gaan, doet u best met een rechte rug. Hierdoor vermindert u het risico dat de elektrode eventueel verschuift. Als u van houding verandert of plotselinge bewegingen maakt, kan de elektrode zich namelijk iets verplaatsen in de ruimte achter het ruggenmerg. Dit kan een wijziging veroorzaken van het gebied waar u de tintelingen voelt. Het kan ook zijn dat, afhankelijk van de hoogte van de elektrode in het ruggenmergkanaal, de sterkte van de tintelingen verandert wanneer u uw nek naar achteren buigt, naar achteren leunt of wanneer u gaat liggen of zitten. Na verloop van tijd zal deze zogenaamde houdingsafhankelijkheid van de elektrode echter afnemen. Om verplaatsing van de elektrode tot een minimum te beperken, krijgt u de volgende adviezen voor de periode dat de elektrode nog niet is vergroeid met omgevend weefsel (meestal 6 tot 8 weken nadat de elektrode is ingebracht). De dag van operatie heeft u bedrust. Het hoofdeinde van uw bed mag 30 graden omhoog en na 6 uur mag u zich draaien met een rechte rug. Wat mag NIET tijdens de ziekenhuisopname? Maak geen plotselinge bewegingen met rug of nek. Niet bukken, tillen en uitrekken. Niet bruusk bewegen. Trek niet aan de (verleng)draad die uit uw lichaam komt. Ga niet douchen, laat de insnede (wonde) en het verband niet nat worden. Laat ook de uitwendige batterij niet nat worden. Houd uw armen niet boven het hoofd. Gebruik de ‘papegaai’ niet (de driehoek die boven uw ziekenhuisbed hangt). Slaap niet op uw buik. Wat MOET tijdens de thuissituatie? Om een goede wondgenezing te bevorderen, moet u de adviezen over het verzorgen van uw operatiewonden goed opvolgen. Lichaamshygiëne en het regelmatig verversen van kledij en bedlinnen zijn erg belangrijk. Pas ook steeds op met het knuffelen van huisdieren. De kans op complicaties (direct) na de operatie is aanwezig. Raadpleeg altijd uw arts in geval van meer pijn, koorts, zware hoofdpijn, bloeding, roodheid, zwelling of etter. Bij acute problemen kan u ons bereiken op het noodnummer 056 63 63 63. We vragen u eveneens een evaluatieformulier in te vullen na de proefbehandeling. Dit brengt u best mee op een volgende consultatie betreffende uw neurostimulator. Wat MAG in de thuissituatie? Wandel en loop gedurende korte periodes met rechte rug. Stap in en uit uw bed of auto met een rechte rug. Wat mag NIET in de thuissituatie? Ga niet douchen, laat de insnede en het verband niet nat worden. Verwijder nooit zelf de pleister. Laat het verband best gesloten. Trek niet aan de (verleng)draad die uit uw lichaam komt. Laat de uitwendige batterij niet nat worden. De eerste 6 à 8 weken niet heffen (maximaal 2 kilo) en buigen. Fiets niet voor u de goedkeuring krijgt van de arts. Rij bij voorkeur niet zelf met de auto gedurende de eerste 4 weken. Thuisverpleging Wij raden aan een dagboek bij te houden over uw pijn. Dit bestaat best uit een kort verslag van uw dagelijkse activiteit en de ervaren pijnscore van nul tot tien. Nul is geen pijn, tien is de ergst mogelijke pijn ooit. Dagelijks komt een thuisverpleegkundige langs om uw pijn, uw neurostimulator (= uitwendige batterij) en het verband te controleren. Het is niet nodig om dit verband dagelijks te wisselen. Indien de wonde geen wondvocht produceert, is het aangeraden dit verband dicht te laten. Bij ontslag krijgt u een wondzorgkaart mee, bestemd voor de thuisverpleegkundige, waarop de richtlijnen voor de wondzorg staan. Wanneer u één van de volgende symptomen voelt … koorts (meer dan 37,5°C) hoofdpijn (stijf aanvoelen van de nek) misselijkheid/braken draaierigheid plotse toename van de pijn lichtschuwheid, verminderd of troebel zicht pijn ter hoogte van de wonde vochtig aanvoelen van het verband losgekomen verband Wanneer u problemen met uw stimulator opmerkt … plots uitvallen van de stimulator leiding tussen uzelf en de stimulator is niet meer intact … neem dan onmiddellijk contact op met uw thuisverpleegkundige, behandelende arts en/of pijnverpleegkundige! Na de definitieve batterij-implantatie De thuisverpleegkundige zal opnieuw een 10-tal dagen de wonde komen opvolgen en verzorgen. We leggen u enkele beperkingen op bij de uitoefening van uw dagelijkse activiteiten tijdens de 6 à 8 weken die volgen na de operatie. Het gaat om bepaalde bewegingen zoals heffen en buigen. In het begin moet u namelijk voorkomen dat de elektrode door zo’n extreme beweging van plaats kan veranderen. Weetjes Ruggenmergstimulatie is veilig en de laatste twee decennia succesvol toegepast bij duizenden mensen. Er is Europese goedkeuring (CE-markering) voor de producten en goedkeuring door de U.S. food and Drug Administration (FDA). Het aantal uur per dag dat u de neurostimulator gebruikt en de programmainstellingen, bepalen de levensduur van de batterij van de neurostimulator. Gemiddeld kan u rekening houden met een levensduur tussen twee en vijf jaar. Met uw programmeerapparaat kunnen wij bij controle zien hoe ‘vol’ de batterij nog is. Als de batterij leeg is, moeten we tijdens een kleine heelkundige ingreep de neuro-stimulator vervangen. De elektrode in de rug en de verbindingsdraad moeten we niet vervangen. De vervanging gebeurt onder een korte algemene verdoving. Afhankelijk van uw omvang, lichaamsbouw en de plaats waar de stimulator is ingebracht, is de neurostimulator al dan niet zichtbaar. Sommige patiënten kunnen de omtrek van het apparaat waarnemen als een verhevenheid (‘bobbel’) van de huid. Patiënten kunnen de stimulator goed onder de huid voelen. U kan de kans op beschadigingen van uw neurostimulatiesysteem beperken door bepaalde medische ingrepen en apparatuur te vermijden: pacemakers defibrillatoren M.R.I. - Magnetic Resonance Imaging, een onderzoeksmethode die bij u niet uitgevoerd moet worden. Informeer uw specialist en medisch personeel over het bij u geplaatste neurostimulatiesysteem. Raadpleeg altijd eerst uw arts. Om ervoor te zorgen dat u veilig kan autorijden, zet u best de stimulator uit (of zet hem zachter in intensiteit) voor u gaat rijden. Wanneer u een voertuig bestuurt, kan een plotseling toename of verandering van de stimulatie u de controle over het voertuig doen verliezen. In het begin raden we lange ritten in de auto af omdat het niet goed is wanneer u lange tijd na elkaar blijft zitten. Reizen met een neurostimulator is perfect mogelijk. Detectiepoortjes op luchthavens kunnen uw neurostimulatiesysteem wel detecteren en alarm slaan wanneer u passeert. Dit geldt tevens voor bepaalde anti-diefstalpoortjes in winkels. Ze kunnen uw stimulatiesysteem zelfs uitschakelen. Dit zou uw systeem echter niet mogen schaden. Maar uit voorzorg raden we u aan om het systeem af te zetten voor u de poortjes passeert. Uw arts geeft u een identificatiekaart die belangrijke informatie bevat over uw neurostimulator. U moet de kaart altijd bij u dragen. Ze waarschuwt anderen dat er bij u een medisch apparaat is geïmplanteerd. Ook staat hier de naam en het telefoonnummer van uw behandelende arts op, voor noodgevallen. Laat uw identificatiekaart aan het personeel van de veiligheidsdienst van het vliegveld zien, zodat zij u kunnen doorlaten. Speciale voorzorgsmaatregelen zijn nodig bij voorwerpen met magneten en elektrische systemen. Magneten kunnen een inwendige batterij aan- of uitzetten, maar veranderen meestal de geprogrammeerde instellingen van de stimulatie niet. Met het neurostimulatiesysteem kan u een mobiele telefoon, pieper, computers en standaardhuishoudapparaten, inclusief magnetrons, gebruiken. Bedien geen grote apparatuur wanneer uw stimulatie aan staat. Als u elektrisch gereedschap bedient, kan er namelijk een plotselinge toename of verandering van de stimulatie optreden, die ervoor kan zorgen dat u de controle over het gereedschap verliest. Houd rekening met de volgende apparaten: grote stereoluidsprekers met magneten, lasapparatuur met elektrische vonken, hoogspanningsleidingen, elektrische verdeelstations en krachtcentrales. Voor zover bekend heeft neurostimulatie geen bijwerkingen. In tegenstelling tot sommige pijnstillers leidt neurostimulatie niet tot sufheid, verwardheid, uitslag, misselijkheid of verslaving. Meer info Voor meer info kan u steeds terecht bij Secretariaat neurochirurgie dr. Gui Celen 056 63 43 00 Loofstraat 43 - 8500 Kortrijk Secretariaat anesthesie dr. Carl Vandenbossche 056 63 30 35 Burgemeester Vercruysselaan 5 - 8500 Kortrijk Pijnverpleegkundige Stefanie Decock 056 63 30 37 Burgemeester Vercruysselaan 5 - 8500 Kortrijk vzw az groeninge zetel: Pres. Kennedylaan 4 | 8500 Kortrijk t. 056 63 63 63 | f. 056 63 63 69 | www.azgroeninge.be vu: Jan Deleu, Pres. Kennedylaan 4 | 8500 Kortrijk doc.49494– oktober 2011 ziekenhuis internationaal erkend door JCI voor veilige zorg en kwaliteit: www.azgroeninge.be/kwaliteit