Belgisch onderzoek brengt de toestand van het bestaande

advertisement
Belgisch onderzoek brengt de toestand van het bestaande woningenpark in kaart.
Met de financiële steun van Eurostat lieten de federale overheid en de 3 gewesten in 2011
en 2012 een gezamenlijk onderzoek uitvoeren naar het huishoudelijk energieverbruik en de
relatie van dit verbruik met gebouwkarakteristieken en gedrag.
In totaal namen 3396 gezinnen deel aan het onderzoek (1774 Vlaanderen, 1020 Wallonië en
602 Brussel). De resultaten werden gewogen teneinde een representatief beeld te kunnen
geven van de Belgische situatie.
Onderstaande grafieken geven een overzicht van de belangrijkste resultaten wat betreft de
aanwezigheid van isolatie. De grafieken geven aan dat er nog behoorlijk wat werk moet
worden verzet in het energiezuinig maken van het bestaande woningenpark in België. Er
kunnen eveneens belangrijke verschillen worden vastgesteld tussen de drie gewesten
onderling.
Dak-of zoldervloerisolatie
In Vlaanderen beschikt 1 op 4 gezinnen niet over dak- of zoldervloerisolatie.
Vloerisolatie
Wat vloerisolatie betreft, is de situatie erger: nagenoeg ¾ Vlaamse gezinnen beschikken niet
over vloerisolatie (met die kanttekening dat dit minder makkelijk waarneembaar is).
Muurisolatie
42% van de Vlaamse woningen beschikt minstens gedeeltelijk over buitenmuurisolatie.
Beglazing
18,7% van de Vlaamse woningen beschikt nog over enkel glas, in Wallonië bedraagt dit
percentage 17,3 en in Brussel 22,7%.
Wat betreft verwarming, beschikt 76% van de Vlaamse gezinnen over een individueel
centrale
verwarmingssysteem,
8%
over
een
gemeenschappelijk
centraal
verwarmingssysteem en 16% over afzonderlijke verwarmingsapparaten.
Indien er een individueel centraalverwarmingssysteem op gas aanwezig is, blijkt de ketel al
vaak te beschikken over een hoogrendement. Toch beschikt in Vlaanderen nog bijna 1/3 van
de gezinnen over een verouderde ketel.
De situatie is minder goed voor wat betreft individuele centrale verwarmingsketels op
stookolie. In Vlaanderen heeft nog 6/10 van de gezinnen een verouderd type.
Opwekking van sanitair warm water gebeurt in Vlaanderen in 67% van de huishoudens met
een doorstromer of boiler gekoppeld aan de centrale verwarming, in 23% met een
afzonderlijke elektrische boiler of doorstromer en 8% met een afzonderlijke boiler of
doorstromer op gas. De meeste toestellen (61%) zijn vrij recent (aangekocht na 2000).
Het onderzoek geeft eveneens inzicht in de aanwezigheid van elektrische toestellen en hun
labels, verlichting en kooktoestellen. Onderstaande tabellen en grafieken geven enkele
Vlaamse gegevens weer, meer details zijn terug te vinden in het uitgebreide rapport.
1-deurs koelkasten
2-deurs koelkasten
diepvriezers
vaatwassers
wasmachines
elektrische droogkasten
A label of beter
63%
75%
67%
75%
75%
63%
Elektrisch
Inductie
Gas
Butaan/propaan
combinatie
Type kookplaten
55%
15%
24%
5%
1%
Elektrisch
Gas
Stoom
Combinatie
Gloeilampen
Spaarlampen
Halogeenlampen
TL-lampen
LED-lampen
Type oven
55%
15%
24%
5%
Gemiddeld aantal lampen
9
7
11
3
1,5
Naast deze algemene gebouwkundige en installatie-technische gegevens geeft het
onderzoek ook inzicht in het energieverbruik.
De energieverbruikgegevens per woning kunnen niet worden verklaard op basis op van de
gemiddelde energieprestaties van de woningen. Deze gegevens vragen nader onderzoek.
Mogelijke verklaringen zijn te vinden in het elektriciteitsverbruik of een substantieel
verschillend energiegedrag.
Op www.energiesparen.be/node/880 vindt u het volledige onderzoeksrapport.
Download