Ovidius, Pyramus en Thisbe r. 65 tm 80 (328192)

advertisement
Fissus erat tenui rima, quam duxerat olim,
cum fieret, paries domui communis utrique.
De muur gemeenschappelijk aan beide huizen/de tussenmuur
was gespleten met een smalle scheur,
die hij eens had opgelopen, toen hij werd gebouwd.
rima: geef naamval en getal.
abl.ev. : congrueert met tenui
uterque betekent ‘elk van beiden’. Hoewel het over een
meervoudig begrip gaat, staan de woorden in het Latijn
altijd in het enkelvoud. Hier dus congruerend met domui.
Id vitium nulli per saecula longa notatum
- quid non sentit amor? - primi vidistis, amantes
Deze fout die door niemand gedurende de lange eeuwen was opgemerkt
- wat merkt de liefde niet? – hebben jullie als eersten gezien, geliefden
nulli: dativus van handelende persoon: dativus auctoris
*de dichter plaatst tussendoor een algemene opmerking
en richt zich daarmee even tot het publiek
primi: predicatief bij amantes: ‘als eersten’
Ovidius richt zich ook rechtstreeks tot zijn hoofdpersonen. Dit
verschijnsel noem je apostrofe.Waar gebeurt dit?
primi vidistis, amantes. De naamval van amantes is dus ook?
vocativus
et vocis fecistis iter; tutaeque per illud
murmure blanditiae minimo transire solebant.
en [die] hebben jullie tot weg van jullie stem gemaakt;
en daarlangs waren lieve woordjes gewoon veilig gewisseld te worden
met heel zacht gefluister.
fecistis: 2 objecten: id vitium en iter vocis.
tutae: predicatief gebruikt bij blanditiae.
minimae: superlativus van?
parvus – minor - minimus
Saepe, ubi constiterant, hinc Thisbe, Pyramus illinc,
inque vices fuerat captatus anhelitus oris:
Dikwijls, zodra Thisbe aan de ene kant, Pyramus aan de andere kant
was gaan staan,
en om beurten de adem van de mond was opgevangen:
Ovidius maakt door een stijlfiguur de muur die tussen de
geliefden staat bijna zichtbaar. Welk stijlfiguur?
Welk leesteken geeft de muur aan?
chiasme: a. hinc b. Thisbe b. Pyramus a. Illinc
de komma vormt de muur
Thisbe door John William Waterhouse
‘Invide’ dicebant ‘paries, quid amantibus obstas?
zeiden ze: ‘Jaloerse muur, waarom sta je geliefden in de weg?
invide paries: de muur wordt rechtstreeks aangesproken
 vocativus
Quantum erat, ut sineres toto nos corpore iungi
aut, hoc si nimium est, vel ad oscula danda pateres?
Hoe weinig moeite zou het zijn om toe te laten dat wij met ons hele
lichaam werden verenigd,
of als dit te veel moeite is, om tenminste open te staan om kussen te
geven?
van sineres hangt een A.c.I. af: nos …. iungi
iungi: infinitivus praesens …. passief!
oscula danda: een bekende constructie. Welke?
gerundivum: congrueert met oscula, vorm bestaat niet bij gerundium
hier is sprake van een dominant gebruikt gerundivum: de handeling is
het belangrijkst.
Nec sumus ingrati: tibi nos debere fatemur,
quod datus est verbis ad amicas transitus aures.’
En wij zijn niet ondankbaar: wij bekennen dat wij het aan jou te danken
hebben,
dat voor onze woorden een weg is gegeven naar geliefde oren.’
verwar aures niet met andere woorden:
auris = oor; aurum = goud; aura = wind
Talia diversa nequiquam sede locuti
sub noctem dixere:
Na dergelijke dingen tevergeefs te hebben gezegd vanaf hun
verschillende plaats,
zeiden ze tegen de nacht:
De inhoud van vers 78 wordt mooi onderstreept door de
plaatsing van de woorden in de regel.
inhoud: diversa sede – verschillende plaats
de woorden worden net als Pyramus en Thisbe
van elkaar gescheiden door het woord nequiquam
hyperbaton
sub noctem: bedoeld wordt: bij het vallen van de nacht
‘Vale’ partique dedere
oscula quisque suae non pervenientia contra.
‘Vaarwel’ en gaven ieder aan hun kant (van de muur)
kussen die de andere kant niet bereikten.
dedere: weer een verkorte vorm van?
dederunt
Wijs in deze regels twee hyperbata aan.
1. parti …… suae.
2. oscula …. pervenientia
Twee congruerende woorden staan ver uit elkaar
in de tekst.
Met deze hyperbata onderstreept Ovidius weer de inhoud van de
tekst.
Download