Cultural values, sources of guidance, and their relevance to managerial behavior Smith, P.B., Peterson, M.F., & Schwartz, S.H. (2002). Journal of Cross-Cultural Psychology, 33(2), 188-208. Doelstellingen • TESTEN of waarden op het niveau van nationale cultuur, leden van de organisatie doen steunen op bepaalde bronnen om gebeurtenissen zinvol te interpreteren; er van uitgaande dat hun verder gedrag daardoor dan ook beïnvloed zal worden. • TESTEN of culturele verschillen in waarden de typische bronnen zullen voorspellen waarop managers steunen om “work events” te managen. Waarde-gedrag links • Definitie van waarden (zie Schwartz) “over situations” en dus decontextualized • Bronnen zijn ook relatief meer nonspeficiek (dus ook decontextualized) dan gedrag, daarom hier focus op bronnen. • 2 problemen met vroegere studies: – Te weinig culturen, te weinig variatie in sample – Geen éénduidige definitie en classificatie van gedragingen Event management • Work event = gebeurtenis die inspeelt op de gevoeligheid van een lid van de organisatie; omvat interpreteren en beslissen wat best te doen. • Managen van work events gebeurt in context met veelheid aan bronnen 8 geselecteerd op basis van literatuur en verwachting dat ze meest frequent gebruikt worden in een brede variëteit van culturele contexten. • Bronnen kunnen gerelateerd zijn. 8 sources of guidance • Individu’s eigen expertise (1) • Sociale bronnen: – – – – Superior (2) Subordinates (3) Specialists (4) Coworkers (5) • Onpersoonlijke bronnen: – Formele regels (6) – Ongeschreven regels (7) • Widespread beliefs = culturele waarden (8) Integratie 3 country-level studies • Hofstede en Schwartz: zie vroeger • Smith et al. (1996) identificeerde 2 dimensies in Trompenaars data: – egalitarian commitment vs. conservatism – utilitarian involvment vs. loyal commitment • Zie Table 1 voor beschikbaarheid • SPPS Missing Value Analysis vult lege cellen op Table 3 toont convergentie aan 1 score voor waarden: culture mean (zie Table 4) Event management vragenlijst (1) • Zelfrapporteringen van managers omtrent bronnen waarop zij steunen om work events te managen. • 8 events (pilot studies en consultaties org.leden): – – – – – – – (a) vacature in afdeling invullen (b) consistente goede prestatie ondergeschikte (c) consistente slechte prestatie ondergeschikte (d) vervangen machine in afdeling (e) geen steun/middelen van andere afdeling (f) diversiteit van opinies in afdeling (g) noodzakelijke invoering nieuwe procedures in afdeling – (h) evaluatie succes nieuwe procedures Event management vragenlijst (2) • Voor elk work event op 1-5 rate “to what extent the actions taken are affected by each of the following…” dan volgen 8 bronnen • Apart voor elk work event vanwege relaties ertussen en managen van work event kan op verschillende bronnen tegelijk steunen • Check of event zich recent had voorgedaan, anders response deleted voor dat event • Demografische informatie Vertaling en sampling • Translation-backtranslation • Middle managers (= restrictie) uit 53 naties wereldwijd, 47 naties met minstens 1 score op de 3 country-level studies (zie Table 1): – Overrepresentatie Europa – In elk sample variëteit van organisaties, sectoren, afdelingen, private/publieke organisaties. Data-analyse • Betrouwbaarheid op individueel niveau: OK • Response bias land geen ruwe gemiddelden vgl standaardiseren rond overall mean • Variantie door 17 demografische var checken met covariantie-analyses op individueel niveau • Analyse landniveau aggregeren individuele data naar land correlaties demogr. var en DVs op landniveau: error variance of niet? (afh. def. cultuur) zowel controleren als niet controleren. • FA Verticality index (bronnen 6, 2, 1 reversed, 3 reversed), overige 4 bronnen apart gehouden. Resultaten • Table 4 range culture mean controle hiervan • Interpreteer Table 5 (p. 200) per bron • Veranderingen correlaties Table 5 ngl controle voor culture mean (partial correlations). • Regressie-analyses voor – Verticality index: 46% variantie verklaard door culturele dimensies; PD (+), mastery (+) – Beliefs: 24%; Smith’s conservatism (+), PD (+) – Unwritten rules: 19%, loyal involvement (+) – Specialists: 10%, utilitarian involvement (+) Verticality index • Formal rules en superior vs. eigen ervaring en subordinates (want reversed); frequent voorkomen • Voorspeld door PD en mastery • Participatieve bronnen/managen work events in landen met individualism, autonomy, lage PD, egalitarianism, harmony, femininity(West Europa) • Hiërarchische bronnen/managen work events in landen met collectivism, embeddedness, hierarchy, PD, mastery, masculinity (Afrikaanse landen). Widespread beliefs • “beliefs that are widespread in my nation as to what is right”; weinig frequent • Voorspeld door Smith’s conservatism (parternalism) en PD • Hoog belang in China, Bulgaria, Romania • Laag belang in Hungary, Portugal • Recente geschiedenis van dominantie door de staat. Unwritten rules • Voorspeld door loyal involvement; hoog in Israel, Korea, Philippines • Loyaal t.o.v. team en organisatie • Informele overeenkomsten vanuit langbestaande interacties; drukken lokale wijsheid uit komende uit continue dialoog • Verder te onderzoeken: relatie met organizational commitment en OCB. Specialists • Voorspeld door utilitarian involvement • “outside my department” Coworkers Lateral relaitonships • Geen significante predictie – – – – Andere culturele dimensies? Andere aspecten van cultuur? Toch gedrag? Bredere context dan cultuur? In-group en out-group members? Zwakke en sterke punten • Zwakke punten: – Formele organisaties (= Westerse bias) familie, vakbonden? – Selectie sources of guidance en work events – Kleine samples • Sterke punten: – Waardenverschillen relatief stabiel over diversiteit van samples – Pooling van vroegere waardenstudies via missing value analysis Praktijkimplicaties • Culturele dimensies gebruiken maar ook individuele verschillen niet vergeten • Guidance source profiles in functie van management programs for cultural awareness • Guidance source profiles in functie van plannen en uitvoeren van international joint ventures en multiculturele teams • Onvoldoende bestudeerde org. Processen zoals beroep doen op coworkers en beliefs (nietWesterse landen)