N OV EM B E R 2 0 1 4 NIEUWSBRIEF UBROCARE Gebruikt u de korte of lange injectorpunt? Aan het inbrengen van injectoren kleven risico’s. De binnenkant van het tepelkanaal is bekleed met een keratinelaag. Dit is een fysieke barrière, die moet voorkomen dat bacteriën verder omhoog de uier in gaan. Keratine bevat ook eiwitten en vetten met een bacteriedodende werking. Uit de literatuur blijkt dat veel bacteriën zich kunnen vasthechten in de keratinelaag. Met het inbrengen van een injector (vooral met een lange tip) wordt deze keratinelaag als het ware weggeschraapt. Dus de beschermende laag wordt dunner en de bacteriën Nickerson 1985 kunnen loskomen uit de keratine en verder omhoog worden gedrukt. Daarnaast worden, zeker met het inbrengen van een injector met een lange punt, het slotgat en het tepelkanaal opgerekt, waardoor bacteriën makkelijker naar binnen kunnen. DOORSNEDE TEPELKANAAL Na het inbrengen van een lange injectorpunt (links) is de keratinelaag (=K) dunner. Rechts doorsnede tepelkanaal na inbrengen van een korte injectorpunt Boddie 1986 beter BOE! NIEUWSBRIEF VOOR RUNDVEEHOUDERS Volgend jaar weer naar buiten? Voor de meeste veehouders is het doen aan weidegang een bewuste afweging. Dit wordt door verschillende factoren beïnvloed. Zo kunnen arbeidsgemak en de kosten een rol spelen. Ook de bedrijfsomstandigheden, zoals de aanwezigheid van een huiskavel, de beschikbaarheid van voldoende ruwvoer, of het aantal melkingen per dag, spelen mee. Boehringer Ingelheim ook op RMV in Gorinchem Bezoek onze stand (nr. 238) van 25 t/m 27 november op de RMV in Gorinchem. Hier kunt u gratis op de foto met ons nieuwe UbroCare campagnebeeld. Uiteraard zijn ook de persoonlijke waarden van de veehouder belangrijk. De keuze kan wel invloed hebben op de gezondheid en het welzijn van de koe. Onder zomerse omstandigheden is het voor de koeien prettiger ‘s nachts te weiden. Zeker als het overdag heet is en er geen beschutting is tegen de zon. Toch worden koeien ook bij heel natte dagen binnen gehouden. Ze nemen dan namelijk weinig gras op en er is ook kans op vertrapping van het perceel. In sommige regio’s speelt leverbot een rol en is dat de reden om bepaalde diergroepen geen weidegang te geven. Ook de Het UbroCare programma stimuleert het gemakkelijk en hygiënisch nemen van melkmonsters voor bacteriologisch onderzoek. Het draagt daarmee bij aan bewustwording en verantwoord gebruik van antibiotica. Het ondersteunt veehouder en dierenarts in het bereiken van een optimale uiergezondheid. strategie met betrekking tot preventie van long- en maagdarmwormen bij jongvee kan bepalend zijn. Hoe je het ook wendt of keert, wel of geen weidegang is vaak een bewuste keuze van de veehouder. Het afgelopen jaar kregen evenveel koeien weidegang als het jaar ervoor. Wellicht gaan de meeste koeien volgend jaar dus weer gewoon naar buiten en zien we tevreden grazende, of liggende koeien die herkauwen in de wei. IN DEZE UITGAVE AANDACHT VOOR: COLOFON Dit is een uitgave van Boehringer Ingelheim b.v. Contact: telefoon 072 - 566 24 11, e-mail: [email protected] Website: www.boehringer-ingelheim-ah.nl Redactie: Edzard van Delden en Monique Driesse Coördinatie: Mylène Handgraaf Eindredactie en productie: TextArt, Heerhugowaard Vormgeving: Studio Martin Rasch, Opmeer © Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. BOVINE VIRUS DIARREE (BVD), ZIE HET NIET OVER HET HOOFD | UBROCARE NIEUWSBRIEF Bovine Virus Diarree (BVD) Zie het niet over het hoofd Bovine Virus Diarree (BVD) staat de laatste tijd meer in de belangstelling bij melkveehouders. Dit komt deels door de aankondiging van een nationale aanpak, maar ook doordat steeds meer veehouders de negatieve gevolgen van deze ziekte onderkennen. De naam BVD zorgt voor enige verwarring, omdat heftige diarreeverschijnselen bijna niet meer gezien worden bij een besmet dier. Specifieke symptomen van BVD, zoals bloederige diarree, zenuwverschijnselen bij kalveren of puntbloedingen op de slijmvliezen, worden vrijwel niet meer gezien. Een vermindering van de weerstand is wel een belangrijk effect van een BVD-infectie bij kalveren, jongvee of koeien. Een verhoogd aantal uierontstekingen, tegenvallende melkproductie of verminderde vruchtbaarheid van een koppel kan ook worden veroorzaakt door deze ziekte. Vaak wordt niet direct aan BVD gedacht. Het over het hoofd zien van BVD is daarom een groot risico. Twee manieren van besmetting beschouwt het virus als lichaamseigen en maakt BVD kenmerkt zich verder door een ingewikkeld infectie- geen afweerstoffen tegen het virus. Het virus blijft mechanisme. Dieren kunnen namelijk op twee manieren levenslang in het lichaam van het kalf aanwezig. besmet zijn met het virus: Bij de geboorte van een dragerkalf komen met het vruchtwater en de nageboorte grote hoeveelheden virus 1. Transiënt geïnfecteerd (tijdelijk) Dieren kunnen tijdelijk geïnfecteerd zijn, doordat ze in aanraking zijn gekomen met het virus door bijvoorbeeld neuscontact met een ander besmet dier. Deze tijdelijk geïnfecteerde dieren maken afweerstoffen aan en na gemiddeld twee weken weren ze het virus uit het lichaam. Gedurende deze periode kunnen ze ook andere koppelgenoten besmetten. vrij in het afkalfhok. Daarnaast scheidt het dragerkalf zijn hele leven virus uit, waardoor het koppelgenoten kan besmetten. Ongeveer 90% van de dragerkalveren wordt niet ouder dan 2 jaar. Dit betekent ook dat ongeveer 10% de vruchtbare leeftijd bereikt en zelf weer een kalf zal krijgen. Een dragerkoe krijgt altijd een dragerkalf, dus hiermee worden nog meer infectieuze bronnen aan het bedrijf toegevoegd. aanwezig. Dit hoeft overigens niet te betekenen dat deze dieren ook hun hele leven beschermd zijn tegen het virus. BVD is de meest voorkomende besmettelijke virusziekte onder runderen en kan grote economische schade veroorzaken. Het verloop van de ziekte is complex, met verschillende klinische symptomen voor zowel voorbijgaande (transiënte) en blijvende (persistente) infecties. Boehringer Ingelheim De afweerstoffen die ze hierbij hebben opgebouwd, blijven gedurende het hele leven in het lichaam Boehringer Ingelheim lanceert informatieve website over BVD Twee typen BVD BVD kent twee typen, type 1 en type 2. heeft een informatieve website over BVD samengesteld. Hier vindt u informatie over het BVD-virus, de verschillende typen BVD en hoe BVD kan worden bestreden. Naast actueel nieuws bevat de website diverse video’s van internationale experts en kunt u zich aanmelden voor de e-mail nieuwsbrief. Ruim 90% van de besmettingen in Europa zijn met type 1. 2. Persistent geïnfecteerd (dragerdieren) De laatste tijd worden er echter ook type 2-besmettingen Grote economische schade Bij deze ziekte komen ook dragerdieren voor. Dit zijn dieren waargenomen in Italië, Spanje, Polen en Duitsland. Ook in De economische impact van BVD is groot. Hoewel recente onderzoeken ontbreken over economische schade van die het virus continu bij zich dragen en dit ook in grote Nederland is er type 2 gevonden bij vleeskalveren. hoeveelheden verspreiden in hun omgeving, onder andere via Op basis van de ernst van de verschijnselen mag niet direct mest, speeksel, urine of neusslijm. een indeling in de verschillende typen worden gemaakt. Dragerdieren ontstaan in de baarmoeder van hun moeder. Ook type 1-uitbraken kunnen zeer heftige ziektebeelden Een dragerkalf wordt geboren uit een koe die geen afweer- veroorzaken. stoffen heeft en besmet raakt met het BVD-virus in de eerste 30 -120 dagen van de dracht. Het ongeboren kalf Kortom, BVD is het aanpakken waard! BVD, blijkt uit de literatuur dat de schade tussen de €19,- en €129,- is, per aanwezige koe op een besmet bedrijf. Nederland kent gemiddeld 94 aanwezige melkkoeien per bedrijf. 60% van de koeien heeft een besmetting met BVD doorgemaakt. Neem een kijkje op bvdzero.nl en registreer u voor de e-mail nieuwsbrief.