MILIEU DA KENRA A D NU M M E R 12 8, O K TO B E R 2015 S E RIE BE PL A NT I NG OP DA K E N ( 7 9 ) Herfststormen en hoosbuien Klimaatverandering is aan de orde van de dag, weerberichten reppen ook dit jaar van windhozen, hittegolven, langdurige droogte en enorme natheid. In de toekomst zullen we hier veel mee te maken krijgen en dit zal gevolgen hebben voor de plantenkeuze in (dak)tuinen. Sisyrinchium striatum Biezen op het dak O Bieslelie met o.a. vuurpijl en bieslook op MoorgateCrofts roofgarden 06-10-15 15:19 ©NIGEL DUNNETT Te veel of te weinig vocht, uitdroging en storm, temperatuurstijging en vorst, de daktuin moet op alles voorbereid zijn. Een plant die binnen dat systeem past is de bieslelie Sisyrinchium striatum. Aanbevelingswaardige eigenschappen zijn de mooie groengrijze bladkleur, het verdragen van hitte, droogte en tijdelijke natheid, de windvastheid, de mooie winterverkleuring (tot bijna zwart blad) en de zomerbloei van juni tot juli. De enige negatieve eigenschappen van de plant zijn de zaaikracht en de discutabele winterhardheid want bieslelie is vorstgevoelig als er te veel vocht in de bodem zit. Beide genoemde minpunten hoeven geen probleem te zijn, want in het beplantingsplan voor de tuin kan rekening worden gehouden met het uitzaaiende karakter van bieslelie en in het onderhoud zijn de zaailingen ©NIGEL DUNNETT nderzoeken wijzen uit dat het verspreidingsgebied van de soorten gaat veranderen door de huidige klimaatverandering. In Europa wordt ongeveer 20% van de habitats en 12% van de belangrijke soorten door de klimaatverandering bedreigd. Plantenkwekers bezinnen zich daarom op aanpassing van hun sortiment. Soorten die als onvoldoende winterhard te boek stonden, worden tegenwoordig wel aangeboden, vertrouwend op milde winters. Maar we zullen ook sterkere planten moeten gaan toepassen, planten die de grotere extremen van het weer goed verdragen. Moorgate Crofts roofgarden van Nigel Dunnet. 16 DR128_016-017.indd 16 10-10-15 11:10 MILIEU DA KENRA A D NU MMER 12 8, O K TO B E R 2015 S E RIE BE PL A N T I NG OP DA K E N ( 7 9 ) Sterke dakplanten die zich aanpassen aan de omstandigheden Botanische naam Nederlandse naam Bijzonderheid Substraatdikte vanaf Ajuga reptans zenegroen verdraagt nat en droog, zon en schaduw Allium schoenoprasum bieslook verdraagt enorme natheid 100 mm 80 mm Anaphalis margaritacea witte knoop verdraagt nat, houdt van droog en warm 200 mm Astilbe chinensis ‘Pumila’ spirea enige Astilbe die ook echt droogte verdraagt 200 mm Buddleja davidii vlinderstruik als zaailing sterkst, dan ‘climatproof’ 200 mm Carex morrowii zegge sterke grassoort, liever niet te veel zon 200 mm Cytisus scoparius brem overal tegen bestand, maar liefst droog en zon 200 mm Eryngium yuccifolium yuccadistel droogte en zon favoriet, stormbestendig 200 mm Juniperus communis jeneverbes wind, hitte, droogte resistent, nat tijdelijk mogelijk 300 mm Luzula pilosa ruige veldbies droog tot nat, schaduw 200 mm Luzula sylvatica veldbies droog tot nat, liefst beschaduwd 250 mm Salix repens kruipwilg van droog tot nat, heet tot koud of storm 200 mm Saponaria occymoides zeepkruid weinig verdamping bij droogte en wind 120 mm Sedum telephium hemelsleutel van vochtig grasland tot droge daktuin met wind 80 mm Sisyrinchium angustifloium blauwe bieslelie blauw voorjaar, 15 cm, liefst vochtige bodem 100 mm Sisyrinchium californicum gele bieslelie geel voorzomer, 25 cm, liefst vochtige bodem 120 mm Sisyrinchium striatum bieslelie crème zomer, 50 cm, liefst droge bodem 150 mm Yucca filamentosa palmlelie warm en droog met wind geen probleem 200 mm gemakkelijk te verwijderen en eventueel te herplanten om vorstschade te herstellen. Juist die spontane groei van de plant geeft dynamiek aan de tuin en zorgt door de jaren heen voor een wisselende uitstraling. Uit ervaring met bieslelie in mijn eigen behoorlijk natte tuin blijkt dat deze plant zich voor de eerste vorst uitzaait op de meest zonnige plekjes en de kou hiermee ruimschoots de baas is. Elk jaar, na een stevige vorstperiode toont mijn border anders, wat ik als een bijzondere kwaliteit zie. Daarmee is Sisyrinchium een eigengereide plant die alle elementen trotseert. De naam bieslelie verwijst naar de grasachtige bladeren, die vooral de blauwe en gele bieslelie kenmerken. Beide soorten zijn redelijk geschikt voor de extensieve daktuin. Met 80 mm lukt het soms om de blauwe bieslelie meerdere jaren op het dak te behouden, maar 100 mm substraatdikte geeft beter resultaat. Voor de gele is een minimum van 120 mm nodig. Sisyrinchium striatum, die veel hoger wordt en qua blad meer aan Iris doet denken, groeit pas overtuigend vanaf 150 mm substraat. Deze biesleliesoort komt van origine uit Chili en Argentinië, heeft jarenlang als niet winterhard te boek gestaan en was daardoor amper te koop in Nederland. Met de warmere zomers en winters is hier verandering in Sisyrinchium angustifolium in 80 mm substraat. Sisyrinchium striatum. gekomen en is Sisyrinchium striatum nu volop verkrijgbaar en toepasbaar. Een mooi voorbeeld van een daktuin met Sisyrinchium striatum is het dak dat Nigel Dunnet heeft ontworpen in Yorkshire op het Moorgate Crofts Business Centre. Het toepassen van weelderige planten met verschillende groeivormen doet de stijve bladeren en bloemen van de bieslelie goed uitkomen. Zijn dak is een prachtige inspiratiebron voor de toepassing van Sisyrinchium dat navolging verdient. Tekst en beeld: Annemieke Langendoen, Hollandsgroen BV (onderdeel van de Van der Tolgroep) Bieslelie in border bij Haddon Hall. 17 DR128_016-017.indd 17 10-10-15 11:10