Samenvattingen - Résumés - Summaries 362 SAMENVATTINGEN - RÉSUMÉS - SUMMARIES De strijd om ex­pansiekredieten DRIES GOEDERTIER Het Vlaams Economisch Verbond en de Belgische keynesiaanse staat In de eerste helft van de twintigste eeuw ontwikkelde zich binnen de Vlaamse beweging een burgerlijke vleugel die het Vlaamse natievormingsproces probeerde te sturen onder de noemer van de “Vlaamse economische beweging”. Het Vlaams Economisch Verbond (VEV), opgericht in 1926, incarneerde de gedachte dat Vlaanderen onder het leider­ schap van een Vlaamse zakenelite moest uitgroeien tot een volwassen natie met een kapitalistische economie en een hoogstaande, Nederlandstalige cultuur. Het ontstaan van het VEV en de gedachte van de “Vlaamse leidende stand” tonen aan dat klassenvorming en natievorming twee processen zijn die nauw met elkaar vervlochten kunnen zijn. In dit artikel wordt geargumenteerd dat het VEV een belangrijke rol speelt in de formulering van politiek-ideologische pro­ gramma’s of beheersconcepten waarin het algemene belang van Vlaanderen steevast gelijkgeschakeld wordt met de economische ontwikkeling van het Vlaamse bedrijfsleven. Voor de naoorlogse periode wordt de concrete sociaal-economische inhoud van dit Vlaamse beheersconcept gereconstrueerd door de standpunten van het VEV over de keynesiaanse welvaartstaat en de overlegeconomie te belichten. In de jaren 1950 en 1960 ontpopte het VEV zich tot de voorvechter van regionale economische ontwikkeling. De Belgische staat kwam tegemoet aan de verzuchtingen van het VEV (en de Waalse arbeidersbeweging) onder de vorm van een expansiebeleid ten voordele van onderontwikkelde en economisch verouderde regio’s in Vlaanderen én Wallonië. In dit artikel wordt echter aan­ getoond dat het regionale expansiebeleid leidde tot een dynamiek van regionale concurrentie om investeringen en staatssteun. Gevoelens van onderwaardering langs beide kanten van de taalgrens verklaren waarom niet alleen de Waalse arbeidersbeweging maar eveneens het VEV en zelfs de christelijke werkgeversorganisatie VKW voorstanders werden van een geregionaliseerd expansie­ beleid en een reorganisatie van de Belgische staat. x La lutte pour les crédits d’ex­ pansion DRIES GOEDERTIER Le Vlaams Economisch Verbond et l’État belge keynésien Durant la première moitié du 20e siècle, s’est développée au sein du mouvement flamand une aile civile qui a tenté d’orienter le pro­ cessus de formation de la nation flamande sous la bannière d’un “mouvement flamand économique”. Le Vlaams Economisch Ver­ bond (VEV), créé en 1926 incarnait l’idée que la Flandre, sous la direction d’une élite fla­mande du monde des affaires, devait s’éri­ ger en nation adulte avec une économie capi­ taliste et une culture néerlandophone supérieure. La création du VEV et l’idée “d’un ordre fla­ mand dirigeant” montre que les processus de formation de classe et de nation sont étroite­ ment liés. Dans cet article, nous avons pour objectif de démontrer que le VEV joue un rôle essentiel dans la formulation des programmes ou concepts de gestion d’ordre politicoidéologique où l’intérêt général de la Flandre est clairement assimilé au développement éco­­nomique du monde de l’entreprise fla­ mand. 363 Samenvattingen - Résumés - Summaries Pour la période d’après-guerre, le volet socioéconomique de ce concept de gestion est reconstruit en développant les points de vue du VEV sur l’État-providence et l’économie de concertation. L’État belge a rencontré les aspirations du VEV (et du mouvement ouvrier wallon) sous la forme d’une loi d’expansion au bénéfice des régions sous-développées et/ ou économiquement vieillies qu’étaient la Flandre et la Wallonie. Dans cet article, nous montrons que la poli­ tique d’expansion économique régionale a dé­bouché sur une dynamique de concurrence ré­ gionale pour les investissements et l’aide de l’État. Des sentiments de sous-estimation de part et d’autre de la frontière linguistique expliquent pourquoi non seulement le mou­ vement ouvrier wallon mais aussi le VEV et même l’organisation patronale chrétienne, le VKW, ont été partisans d’une politique d’ex­ pansion régionale et une réorganisation de l’État belge. The Battle for Expansion Credit DRIES GOEDERTIER The Vlaams Economisch Verbond (“Flemish Economic Alliance”) and the Keynesian state During the first half of the 20th century a civic wing developed within the Flemish movement that tried to organize the Flemish nationbuilding process under the umbrella of an “economic Flemish Movement”. The Vlaams Economisch Verbond (VEV), founded in 1926, epitomised the idea that, under the leadership of a Flemish business elite, Flanders should become a developed nation with a capitalist economy and a distinct culture based on the Dutch language. The birth of the VEV and the idea of the “leading Flemish class” demonstrate that class-formation and nation-building can be closely interlinked processes. This article argues that the VEV played an important role in formulating a politico-ideological program­ me or theory in which the general interest of Flanders was invariably connected to the economic development of Flemish businesses. During the post-war period, the concrete socio-economic content of this ideology was built around the VEV’s reactions to the Keynesian welfare state and the collective bargaining economy. During the 1950s and 1960s, the VEV cham­ pioned regional economic development. The Belgian state met the demands of the VEV (and of the Walloon workers’ movement) with an expansionist economic policy that supported underdeveloped and economically-backward areas in Flanders and Wallonia. This article shows that this regionalist expansion policy caused a dynamic of regional competition for investment and state sponsorship. Feelings of neglect on both sides of the language border explain why not only the Walloon workers’ movement but also the VEV, and even the Catholic Employers’ Organization (VKW), beca­me supporters of a regionalised expansion po­licy and a reorganisation of the Belgian state.