Deelopdrachten Economie - Portfolio Tugba Dumlupinar

advertisement
Beroepsproduct P1
De Fyra
Deelopdrachten Economie
Tugba Dumlupinar (2074777)
Matthijs Lammers (2075438)
Daniël van Schijndel
(2076707)
Tutorgroep 7
Economie, propedeusefase
48BK1CV
Mentor: J.E.G. Hanssen
9 september 2013
‘s-Hertogenbosch
1
Inleiding
Wij zijn Daniël, Matthijs & Tugba van
de opleiding Bestuurskunde op de
Avans Hogeschool. Het thema voor dit
beroepsproduct is: ‘het kennismaken
met de beroepspraktijk van een
bestuurskundige’. Wij gaan samen per
invalshoek van de kennisleerlijn
opdrachten maken. Dit is
deelopdracht ‘Economie’.
Waarom de Fyra als maatschappelijk probleem? Personen die de afgelopen
tijd het nieuws hebben gevolgd weten dat dit een van de meest actuele
onderwerpen is die speelt in de landelijke politiek.
Medio december 2012 begonnen de perikelen met de gloednieuwe trein die
de NS (samen met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu) gekocht had
bij een Italiaans bedrijf (AnsaldoBreda). Wat een kroonjuweel voor de NS
moest worden werd een grote financiële domper voor zowel het
vervoersbedrijf als de belastingbetaler.
Treinen stonden stil door technische mankementen en bleven ook geruime
tijd stilstaan. Er werd geroepen om een parlementaire enquete en
verschillende TK-fracties schreeuwden om het aftreden van staatssecretaris
Mansveld en het NS-bestuur. Zij waren tenslotte verantwoordelijk voor het
falen van dit prestigeproject.
Hoe is het zo ver gekomen? Wat zijn de gevolgen en wat is het beleid
waarmee het probleem kan worden opgelost? In dit beroepsproduct gaan we
deze vragen behandelen, als ook de vragen dit worden gesteld vanuit de
verschillende domeinen (recht, economie, organisatiekunde en
bestuurskunde).
Wij wensen u veel leesplezier,
Daniël van Schijndel
Tugba Dumplupinar
Matthijs Lammers
2
1. Gekozen maatschappelijk probleem, waarom, hoe?
Ons gekozen maatschappelijk probleem is de Fyra. De Fyra is de laatste jaren vaak
slecht in het nieuws geweest. Sinds de Fyra-treinen tussen Brussel en Amsterdam
zijn gaan rijden, kwamen er veel problemen op het traject. De eerste dag vielen er al
treinen uit en waren er enorme vertragingen. Het is een maatschappelijk probleem,
omdat het onder andere op de politieke agenda staat, maar vooral omdat veel
mensen er last van hebben. Treinen rijden niet of hebben enorme vertragingen.
De Fyra heeft last van marktfalen. Bepaalde goederen die zij leveren werken niet
goed of nauwelijks. Dit is natuurlijk de verantwoordelijkheid van de NS, omdat de
overheid de NS verantwoordelijk heeft gemaakt voor het openbaar vervoer over de
sporen in Nederland. De marktwerking gaat hier dus niet goed, omdat de geleverde
producten van AnsaldoBreda, de Fyra-treinen dus, niet goed werken.
Betrokken organisaties
AnsaldoBreda
AnsaldoBreda is een commercieel Italiaans bedrijf die de Fyra-trein heeft ontworpen
en geproduceerd. Ze leveren dus een product, treinen, en het is een internationaal
bedrijf. Hun Fyra-treinen hebben veel problemen opgeleverd op het Nederlandse en
Belgische spoorwegennet. Zo eist de NMBS in september een schadevergoeding van
AnsaldoBreda van 17 tot 26 miljoen euro.
http://www.rtlnieuws.nl/economie/home/debacle-fyra
Nederlandse Spoorwegen (NS)
De NS is een Nederlands commercieel bedrijf en maakt gebruik van het Nederlandse
spoorwegennet dat door ProRail wordt beheerd. Het Nederlandse spoorwegennet is
het drukst bereden spoor van de Europese Unie. De overheid bleef de controle
houden over de nieuwe N.V. en bleef daarom 100% aandeelhouder.
Daardoor werd de NS een semi-overheids N.V.
Vanaf 2003 kwam de NS officieel onder hoede van
ProRail. De NS Levert diensten, namelijk
treinreizen. Dit doen ze al vanaf 1937. Ze kwamen
in de problemen toen de Fyra-treinen op zondag 9
december 2012 technische mankementen kregen.
Aangezien de NS hiervoor aansprakelijk was,
kwamen zij dus ook in een negatief daglicht te
staan.
http://www.ns.nl/over-ns/wie-zijnwij/profiel/geschiedenis
3
ProRail
ProRail is verantwoordelijk voor het spoorwegennet in Nederland. Ze leveren dus
een product, namelijk spoorwegen en infrastructuur. Ze doen het onderhoud, de
aanleg, het beheer en de veiligheid van de sporen. Het is een zelfstandige
organisatie, maar het is tegelijkertijd ook een commerciële organisatie, omdat ze
hun spoorwegennet ter beschikking stellen aan andere bedrijven om deze te kunnen
gebruiken. Dit is tegen betaling uiteraard.
Tweede Kamer
De Tweede Kamer is een Nederlandse overheidsinstantie die politieke kwesties
behandeld, zoals de Fyra. Dit is dus als het ware hun ‘dienst’. Over de Fyra is nog
steeds geen officieel besluit genomen in de Tweede Kamer. Hierover is al wel een
parlementaire enquête geopend. Hierin zal het bouwplan van de spoorlijn aan de
orde komen, omdat deze niet volgens plan verliep.
Bezwaarprocedures zorgden voor veel vertraging en de kosten voor, bijvoorbeeld
extra tunnels liepen enorm op tot ruim 7 miljard euro. In het begin had het
toenmalige Ministerie van Verkeer en Waterstaat een bedrag vrijgemaakt van 3,4
miljard. In de zomer van 2003 was dit al 5,5 miljard en een jaar later kwam daar
nog eens één miljard bij.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Belasting_in_Nederland
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS)
De Belgische spoorwegmaatschappij NMBS heeft de verantwoordelijkheid over het
spoorwegennet België. Het is ook een nationaal commercieel bedrijf, een naamloze
vennootschap. Zij exploiteren treindiensten voor de Belgische Federale Overheid.
Ook hier ging het dramatisch mis met de Fyra-treinen, die vanaf Amsterdam door
Rotterdam en Breda naar Brussel rijden. Treinen vielen ook uit of hadden
technische problemen. De NMBS heeft al 37 miljoen teruggekregen van de Fyra voor
de 3 bestelde treinen. De NMBS eist nog eens 17 tot 26 miljoen euro van
AnsaldoBreda.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Nationale_Maatschappij_der_Belgische_Spoorwegen#Hui
http://www.rtlnieuws.nl/economie/home/debacle-fyra
4
Diensten/producten per organisaties en de inkomsten
daarvan
AnsaldoBreda
AnsaldoBreda haalt hun inkomsten uit de verkoop van treinen. Het bedrijf is
commercieel en bouwt treintoestellen. Ze leveren dus een product. Treinen zijn het
belangrijkste product wat ze leveren. Naast de (Fyra-)treinen produceert
AnsaldoBreda ook metro- en tramtoestellen. De belangrijkste inkomstenbronnen
zijn de verkoop van trein-, tram- en metrotoestellen.
NS
De NS verkoopt diensten, namelijk treinreizen. Zij halen hun inkomsten uit de
mensen die een kaartje kopen of uit de OV-chipkaart. In het jaarverslag van de NS
staat op de gerealiseerde winst- en verliesrekening aan opbrengsten een bedrag van
4,638 miljard euro. In 2011 was dit nog 3,628 miljard euro.
http://www.ns.nl/binaries/content/assets/NS/over-ns/.../nsjaarverslag2012.pdf
ProRail
ProRail is de spoorinfrastructuurbeheerder van Nederland. ProRail haalt de
inkomsten uit het ter beschikking stellen van hun infrastructuur aan de NS en
andere spoorweggebruikers. NS is hier de grootste van. ProRail levert dus een
product, ze verkopen hun infrastructuur. De gebruiksvergoeding voor de
vervoerders die het spoor gebruiken luidt als volgt:
-
-
Dienstengroep Netwerk en Treinpad: € 0,60 per treinkilometer, en bij afname
van elektriciteit € 0,03 per kWh.
Dienstengroep Transfer: per stophalte een bedrag tussen de € 0,60 en € 7:
hoe groter het percentage stations is waar de trein stopt, hoe lager het tarief,
en hoe groter het station, hoe hoger het tarief.
Dienstengroep Emplacementen: tussen de € 35 en € 50 per meter opstelspoor
per jaar, excl. tarief fecaliënafvoer.
NMBS
De NMBS verkoopt, net als de NS in Nederland, diensten, de treinreizen. Dat zijn
hun belangrijkste inkomsten, naast de diensten die ze verlenen. Momenteel is de
NMBS verlieslatend en daardoor zijn de schulden in 2010 opgelopen tot 3,08
miljard. In het eerste halfjaar van 2011 zag men de omzet wel stijgen en slaagde
erin het verlies te verkleinen tegenover dezelfde periode van vorig jaar.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Nationale_Maatschappij_der_Belgische_Spoorwegen#Huidige_o
rganisatie
Tweede Kamer
De Tweede Kamer is een organisatie van de overheid. Deze haalt hun inkomsten
weer uit de belastingen die betaald moeten worden door de burgers. Ze leveren
wetten en regels die voor de samenleving van belang zijn. Ook ontvangt de overheid
inkomsten door de verkoop van aardgas uit Nederlandse bodem. Ze krijgen ook
winst van bedrijven waarvan de overheid deels eigenaar, zoals KPN, KLM etc.
5
2. Kies één organisatie uit overheid of non-profit sector
en één profit-organisatie
NS
De NS biedt het product ‘treinreizen’ aan. Dit doen ze vooral in Nederland, maar ook
een deel in België (bijv. de treinen naar Brussel). Natuurlijk is dit hun belangrijkste
inkomstenbron. De NS heeft op de markt van treinreizen een monopolie. Ze hebben
nauwelijks last van concurrentie van andere vervoersbedrijven over het spoor. Op
gebied van het algemene reizen heeft de NS zeker geen monopolie. Er zijn
alternatieve vervoersmiddelen. Denk aan de auto, bus, vliegtuig etc.
De concurrentie-intensiteit bij de NS ligt vrij laag. Dit
komt, omdat zij eigenlijk de enige aanbieder zijn van
vervoer over het spoor. De prijs kunnen zij dus
eigenlijk zelf bepalen. Zo wil de NS in de komende drie
jaar een tariefverhoging van 3% doorvoeren. Doordat de
NS bijna de enige aanbieder is van treinreizen, heeft
het weinig last van interne concurrentie. Op het gebied
van het OV in het algemeen (bussen, tram, metro etc.)
heeft het ook een groot marktaandeel, bijna 50%.
De concurrentie van substituut producten is er wel degelijk. Als men een kaartje
voor de trein te duur vindt, kan men simpelweg ook de bus of de auto pakken. Dit
heeft dus te maken met de kruiselingse elasticiteit. Als er veel substituut producten
zijn, zal de kruiselingse prijselasticiteit hoog zijn.
De positie van afnemers van de NS is niet erg sterk. De reizigers hebben nauwelijks
invloed op de prijs van een treinkaartje. Het is voor de afnemers (reizigers in dit
geval) niet gemakkelijk om naar een andere leverancier van treindiensten te gaan,
omdat deze er simpelweg niet is. Wel is het mogelijk om naar een substituut
product over te stappen.
De macht van de leveranciers speelt bij NS wel een grote rol. De enige leverancier
van spoorwegen is ProRail. De NS is dus afhankelijk van hen. Zonder ProRail kan
NS geen treindiensten exploiteren. In dit geval is de positie van de leverancier dus
essentieel voor NS. Toetreding op de markt waar de NS zich in bevindt, is zeer
lastig. Er zijn veel toetredingsbarrières op de markt. Denk aan het gebruik van het
spoor waar ProRail beheerder van is en de grote investeringen die gedaan moeten
worden, zoals treinen. De markt is dus niet betwistbaar.
De NS bevindt zich in de Rijpheidsfase. Ze bevinden zich in één tijd dat de vraag
afneemt. Zo waren de opbrengsten in 2008 nog 4,253 miljard euro, in 2011 was dit
nog maar 3,520 miljard euro. Een daling van maar liefst 17,23%. De concurrentie
kan in dit geval niet toenemen, omdat deze er nauwelijks is. Dit maakt de NS een
monopolie.
6
Het lijkt ons onmogelijk dat de prijs van een treinkaartje onder de kostprijs ligt,
aangezien de NS een commercieel bedrijf is. Achter de prijsbepaling van treinreizen
van de NS komen is bijna onmogelijk, omdat de NS dit niet zomaar prijs geeft. De
kostprijs is normaal de inkoop prijs inclusief de inkoopkosten en alle
overheadkosten. Ook dit is bijna niet te achterhalen omdat je nooit kunt weten wat
de kostprijs is van één iemand die met de trein reist. De elasticiteit van de vraag en
het inkomen schatten we allebei elastisch.
Omdat treinkaartjes meer in de richting van luxe goederen zijn, zullen de
consumenten fel reageren als er prijsverhogingen komen. Zo wil NS volgend jaar de
prijzen van enkele reizen en retourtjes met 3,4% verhogen. Ook een aantal
abonnementen worden duurder. De Maatschappij voor beter OV reageert hier met
kritiek op en vindt het geen slimme actie om de extra kosten van NS nu al door te
berekenen aan de reizigers.
http://www.nrc.nl/nieuws/2013/09/06/ns-wil-prijs-treinkaartje-met-34-procentverhogen/
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Een van de rollen van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is dat zij mag
bepalen wie treinreizigers mag vervoeren op de belangrijkste trajecten. Ze hebben
dus de vervoersconcessie. Dit is een dienst die ze levert. Hier staat bijvoorbeeld in
hoe vaak een trein mag rijden over een bepaald traject, hoeveel hiervan er op tijd
moeten rijden, dat de treinen schoon moeten zijn en dat de reizigers zich veilig
moeten voelen. De NS heeft deze concessie nog tot 2015.
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/openbaar-vervoer/rol-rijksoverheid-prorail-en-ns
Bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is wel degelijk sprake van een
monopolie. Deze monopolie heeft de overheid zelf gemaakt door een aantal
bevoegdheden en verantwoordelijkheden alleen aan het ministerie over te laten. Het
ministerie heeft bevoegdheden en verantwoordelijkheden die alleen aan hun zijn
toegewezen. Hierin valt dus vrij weinig te concurreren. Stimuleren van de
concurrentie zou kunnen, door bijvoorbeeld verschillende verantwoordelijkheden en
bevoegdheden aan andere bedrijven over te laten. Denk aan de vervoersconcessie
die ze aan NS hebben gegeven.
http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ienm/inhoud
Bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is er geen sprake van betaling van de
afnemers. Om aan de verantwoordelijkheden en bevoegdheden die het ministerie
heeft te kunnen voldoen, moet er geld zijn voor bijvoorbeeld aanleg van nieuwe
wegen. Deze wegen en de aanleg ervan word gefinancierd door de overheid. Hun
grootste inkomen is de belasting die de Nederlandse burger betaald. Een voorbeeld
is de motorrijtuigenbelasting. Alleen mensen die gebruik van een motorrijtuig en
dus ook van de wegen betalen motorrijtuigenbelasting (profijtbeginsel).
7
3. Het ingrijpen in de marktwerking door de overheid
Marktingrijpen van de overheid
De overheid kan op verschillende manieren ingrijpen in de werking van de markten.
Dit kan op de volgende manieren:
- Mededingingswet: deze wet verbiedt alle concurrentiebeperkende afspraken,
behalve als deze de maatschappelijke welvaart stimuleren.
- Maximumprijs: de overheid kan een maximumprijs instellen. Zo ontstaat er
een vraagoverschot.
- Minimumprijs: de overheid kan een minimumprijs instellen. Zo ontstaat er
een aanbodoverschot.
- Consumentenbeleid: ingreep van de overheid om de welvaart van de
consument te stimuleren. Ze moet goed overwogen keuzes kunnen maken en
voor hun eigen belangen op kunnen komen.
- NZa (Nederlandse Zorgautoriteit): dit is de marktmeester in de zorg. De
overheid wil een beter systeem van gezondheidszorg creëren die leidt tot
verhoogde efficiëntie en tot betere kwaliteit, toegankelijkheid en
transparantie.
Bij ons probleem is geen van deze hierboven genoemde manieren gebruikt. Omdat
de overheid nog steeds 100% aandeelhouder is van NS, hebben zij besloten om de
koopovereenkomsten met AnsaldoBreda (de bouwer van de Fyra-treinen) op te
heffen. Dit gebeurde begin juni 2013. Ook wilden de politieke partijen dat het
geheim rapport uit 2006 over de Fyra bekend zou worden gemaakt. Hier stonden de
technische mankementen in van de Fyra V250 trein. Deze waren dus bekend bij de
NS. Begin juni 2013 kwam er ook een parlementaire enquête over de Fyra
problemen. Overigens hebben de Kamer partijen een aantal malen een voorstel van
de NS geëist voor een oplossing van de problemen.
Economische instrumenten
De overheid zou kunnen ingrijpen met economische instrumenten. Dit kan zij doen
door bijvoorbeeld een boete te geven aan de NS. Dit is een optie, maar lost niets op
met het probleem, omdat de treinen daar niet van gaan rijden. Dit werkt
waarschijnlijk alleen maar tegen een oplossing. Wat wel zou kunnen is een
subsidie geven aan de NS. Deze kunnen ze gebruiken voor een mogelijke oplossing.
Dat zouden dan andere en/of meerdere treinen kunnen zijn van en naar Brussel.
Wij denken niet dat dit zal gebeuren, omdat de Fyra-treinen al zoveel geld hebben
gekost voor de overheid.
8
Marktconforme of niet-marktconforme middelen?
Om het marktfalen te herstellen, wordt er gebruik gemaakt van nietmarktconforme middelen. Marktconforme middelen zijn middelen die werken op
het prijzensysteem van de markt. Dit kan zijn door minimum- en maximumprijzen
of d.m.v. accijnzen. Als het om milieubeleid gaat, praten we vaak over heffingen.
Deze toepassingen zijn bij ons probleem niet van belang, want het probleem ligt niet
bij het prijzensysteem. De markt werkt niet goed door technische mankementen
aan de treinen. De overheid heeft hierbij ingegrepen d.m.v. een parlementaire
enquête (informatie- en communicatie-instrumenten) en het eisen van een oplossing
van de NS (juridische instrumenten).
9
Download